26 maal niet bang om deze commissie bevoegdheden te geven. Volgens mij heeft de klachtencom missie ook alle bevoegdheden en kan zij optimale onafhankelijkheid betrachten. De commissie kan een eigen huishoudelijk reglement maken. Zij kan dus volstrekt zelf zeggen hoe zij wil opereren. Bovendien krijgt de klachtencommissie de relevante gegevens. Ik zie niet wat de klachtencommissie nog meer zou moeten hebben. Ik ben het er niet mee eens dat de brief van het Platform Eén- en Tweepersoonshuis houdens Leeuwarden (PEL) door de klachtencommissie wordt behandeld. Onder punt I van de mededelingenlijst wordt voorgesteld de inhoud van de brief van 20 augustus 1985 van het PEL te betrekken bij de behandeling van het jaarverslag over 1984 van de Centrale Regi stratie en Woningtoewijzing. Ik heb nadrukkelijk gezegd dat de taak van de klachtencommis sie is het behandelen van individuele klachten. (De heer Niemeijer: Dat hebben wij niet af gesproken.) Ik zeg dat dan nogmaals. Ik spreek hier als vertegenwoordiger van b. en w., die ook overleg heeft gehad met de Federatie van Leeuwarder Woningcorporaties, wat toch wel redelijk belangrijk is in deze totale context. (De heer Niemeijer: Gelegenheidsbesluitvor ming.) Dat is uw oordeel. Ik heb uitgelegd hoe de klachtencommissie werkt. De intentie van b. en w. is dan ook om de brief van het PEL te beantwoorden op de plaats die ik zonet heb aangegeven. De bevoegdheden van het Gemeentelijk Woningbedrijf zijn toch anders dan die van het bestuur van de corporaties. B. en w. nemen de beslissingen over personeelsaangelegenheden in tegenstelling tot de corporaties waar de besturen de beslissing dienaangaande nemen. Formeel is de Commissie voor het Woningbedrijf ook niet het bestuur van het Woningbedrijf. De heer Niemeijer vraagt mij wat ik vind van wat de heer Dubbelboer gezegd heeft en wat hij bestreden heeft. Het mag duidelijk zijn hoe ik daarover denk. De heer Sterk heeft gevraagd op welke manier de brieven aan het Leger des Heils en de Stichting Blijf van m'n Lijf met betrekking tot het dichtslibben van de centra worden beant woord. Het is de bedoeling dat b. en w. de brieven beantwoorden. Daarin zal een kort ver slag worden gedaan van de hoofdpunten van de discussie met betrekking tot deze instellin gen. Dat lijkt mij een normale gang van zaken. Ik zie de voorzitter instemmend knikken. De heer Sterk heeft nogmaals gevraagd naar de evaluatie in de raad. Ik heb in eerste instantie niet helemaal begrepen wat hij daarmee bedoelde. Het is inderdaad de bedoeling dat wij toch op niet al te lange termijn met het eindrapport komen. In de commissie is al ge vraagd hoe lang dat nog zal duren. Ik denk dat het eindrapport ergens in de loop van het volgend jaar zal verschijnen. Ik durf mij niet op een andere wijze uit te laten, want het ma ken van dat rapport kost ook tijd. Overigens, het systeem waar wij nu mee gaan werken heeft ook zijn tijd nodig. Het is de bedoeling - dat heb ik al eens vaker gezegd - dat wij toch ongeveer één keer per jaar kritisch bekijken waar wij mee bezig zijn. Wij zullen dat bij voorbeeld ook doen bij het jaarverslag dat volgend jaar weer gemaakt wordt. De heer Dubbelboer heeft een opmerking gemaakt over het aantal dagen dat de verhuur- functionaris leiding geeft aan het systeem. Het gaat om twee dagen per week. Ik heb in eerste instantie een vraag van mevrouw De Jong niet beantwoord. Zij vraagt of er ook inzicht is in de vraag, de wachtlijst, enz. inzake huisvesting van lichamelijk ge handicapten. Ik kan op dit moment die vraag niet beantwoorden, maar ik neem aan dat die gegevens wel bekend zijn. Ik zeg mevrouw De Jong toe dat deze gegevens haar zullen berei ken. De heer Buurman heeft nog een nadere precisering gegeven van hetgeen hij in eerste instantie bedoeld heeft. Ik heb in eerste instantie gezegd dat ik met betrekking tot de door stroming weinig instrumenten zie voor de gemeente. Ik heb daar niets aan toe te voegen. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over het voorstel van het college. De heer Niemeijer: Ik heb reeds aangegeven tegen welke onderdelen van het tussenrap port wij zijn. De heer Dubbelboer: Datzelfde geldt voor onze fractie. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toe zeggingen van wethouder Geerts en met aantekening dat de fracties van VVD en PAL wen sen te worden geacht te hebben gestemd tegen de door de heren Dubbelboer en Niemeijer genoemde onderdelen. Punt 2. (vervolg) Rondgezonden mededelingen. 27 Sub I. De Voorzitter: Aan de orde is thans de stemming over het voorstel van b. en w. met be trekking tot de brief van 20 augustus 1985 van het Platform Eén- en Tweepersoonshuishou dens Leeuwarden betreffende het functioneren van het inschrijvings- en toewijzingsbeleid. De heer Niemeijer: Onze fractie is het er niet mee eens dat deze brief niet in de klach tencommissie wordt behandeld. Wij stemmen tegen. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de PAL- fractie wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd. Punten 17 t.e.m. 20 (bijlagen nrs. 294, 295, 286 en 279). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 21 (bijlage nr. 292). De Voorzitter: Dit punt, luidende Opheffen basisschool te Hempens, is van de agenda afgevoerd. Punt 22 (bijlage nr. 287). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 23 (bijlage nr. 280). De Voorzitter: Dit punt luidt: Bijstelling subsidiëring projecten Mensen zonder Werk in 1985. De heer Buurman: Ik wil even ingaan op punt 3 van de raadsbrief, waar sprake is van de Stichting Vrouw en Werkwinkel. In de eerste herziening van de Nota Werkgelegenheid staat op pagina 72 onder meer: "Wij achten het niet uitgesloten" - een prachtige voorzet overigens - "dat de intensivering van de activiteiten van de werkgroep" - inmiddels Stich ting Vrouw en Werkwinkel - "gepaard gaat met de noodzaak om naast de vrijwillige medewer kers (een) betaalde kracht(en) aan te stellen met het oog op het verrichten van coördine rende taken, de continuïteit in de werkzaamheden alsmede de ondersteuning en begeleiding van vrijwilligers." Nu is het duidelijk dat wij met f. 20.000,in dit kader niet ver komen. Mijn vraag is: Koerst het college af op een structurele subsidie? Vervolgens een opmerking. De stichting vraagt om een voorschot op de subsidie 1985 van f. 11.000,Uitgaande van het feit dat de stichting er nu eenmaal is kan niet zoveel be zwaar gemaakt worden tegen deze subsidie. Ruimte, telefoon en inventaris moeten er nu eenmaal zijn. Bovendien kan niet zoveel bezwaar gemaakt worden tegen het feit dat de WVM- medewerksters een cursus deskundigheidsbevordering gaan volgen, mede gezien het feit dat de Stichting Werkgelegenheidsprojecten Friesland scholing verplicht stelt. Waar ik beducht voor ben - vandaar deze opmerking - is dat de Stichting Vrouw en Werkwinkel zich hoe lan ger hoe meer gaat verzelfstandigen en zich tegen de bedoeling in gaat ontpoppen als een nieuw orgaan naast andere soortgelijke instanties. Op dezelfde pagina van de aangehaalde nota staat te lezen: "Bij een nadere plaatsbepaling van "vrouw en werkwinkel" zullen wij er nadrukkelijk aandacht aan besteden dat er geen overlapping plaatsvindt met de activiteiten van andere dienstverlenende en adviserende organisaties en dat waar mogelijk samenwerking tot stand wordt gebracht." Vrouw en Werkwinkel zou met name een opvang- en verwijstaak hebben De heer DuijvendakIk heb een opmerking en een vraag. Ik had ongeveer dezelfde op merking als de heer Buurman, maar dan vanuit een wat andere invalshoek. Wij vinden het namelijk een heel goede zaak wanneer Vrouw en Werkwinkel wel verder zal verzelfstandigen en de centrale rol krijgt die wij haar gegeven hebben in het vervolg van de Nota Werkgele genheid. Mijn vraag is een wat andere. In de nota is indertijd f. 20.000,gereserveerd voor Vrouw en Werkwinkel. Dit jaar is f. 11.000,aangevraagd. Naar aanleiding hiervan hebben wij in de commissie de discussie gehad of de f. 9.000,die dit jaar niet gebruikt is dan blijft staan voor volgend jaar. Niet omdat wij denken dat van die f. 9.000,ook bijvoorbeeld be taalde krachten betaald zouden kunnen worden, maar omdat het in ieder geval wel een be drag is dat voor dit goede doel besteed zou kunnen worden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 14