2 punt omschrijving bijlage blz. 11. Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke or dening voor het plangebied Aldlan-Oost VI, een perceel aan de Spanjaardslaan hoek Pelikaanstraat (noordzijde), een perceel aan de Huizumerlaan en voor een perceel ten zuidwesten van de bebouwde kom van Leeuwarden, nabij de Zuidtangent ter hoogte van de toe komstige afslag naar het industrieterrein Schenkenschans. 289 8 12. Taakomschrijving van de projectgroep voor het voorbereiden van een bestemmingsplan voor het gebied Klanderijbuurt/Tulpenburg. 275 8 13. Reconstructie kruispunt Archipelweg-Kastanjestraat. 273 8 14. Aanleg bouwstraten en riolering in het gebied Lekkumerend-West. 281 8 15. Het opstellen van een prognose van de verkeersintensiteiten op het hoofdwegennet in het jaar 1995. 276 8 16. Tussenrapport evaluatie woonruimteverdeling (Fase II). 290 12 17. Verlenen van gemeentegarantie voor particuliere woningverbetering. 294 27 18. Garanderen van een geldlening van de woningstichting Leeuwarden- Leeuwarderadeel ter financiering van een 4-tal isolatieprojecten. 295 27 19. Beoordeling van het jaarverslag 1984, de ontwerp-jaarrekening 1984, de ontwerp-eerste wijziging van de begroting 1985 en de ontwerp begroting 1986 van het Woonwagenschap Friesland. 286 27 20. Garanderen van de betaling van rente en aflossing van een door de Stichting LJT aan te gane geldlening. 279 27 21. Opheffen basisschool te Hempens. 292 27 22. Beschikbaar stellen van een krediet voor de bouw van de tweede openbare basisschool (eerste fase) in de wijk Camminghaburen. 287 27 23. Bijstelling subsidiëring projecten Mensen zonder Werk in 1985. 280 27 24. Regionalisatie. 274 28 25. Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van de Dienst voor Sport en Recreatie en de Dienst Stadsontwikkeling voor het dienstjaar 1985. 293 31 De Voorzitter: Ik open de vergadering. Er is bericht van verhindering gekomen van mevrouw Wielinga-Graansma en de heer Visser. Op uw tafels is een schrijven neergelegd - bij deze brief is een lijst met een aantal handtekeningen gevoegd - van mevrouw Wagenveld-Schippers met betrekking tot agenda punt 9. Ik stel u voor dit schrijven te betrekken bij de behandeling van dit agendapunt. Ik heb ook nog een verschrikkelijk moeilijk verhaal dat betrekking heeft op agendapunt 9, maar ik zal u dat nu besparen. Wanneer dit punt aan de orde is zal ik het verhaal voorle zen, want ik vrees dat wij anders met elkaar het spoor bijster zijn. Tevens is een brief op uw tafels gelegd van de Stichting Blijf van m'n Lijf met betrek king tot agendapunt 16. Ik stel u voor deze brief te betrekken bij de behandeling van dit agendapunt Punt 1 De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. Punt 2. Rondgezonden mededelingen. 3 Sub A. De mededelingen worden voor kennisgeving aangenomen. Sub B. De Voorzitter: Dit punt luidt: Aanbieding van de minister van WVC van de Nota Muse umbeleid, waarin nader is uitgewerkt welke musea als rijksmusea worden erkend. De heer Sijbesma: Mijnheer de voorzitter, u maakt melding van de aanbieding van de mi nister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC) van de Nota Museumbeleid en u stelt voor deze nota voorshands voor kennisgeving aan te nemen. Ik vind dit een zo belangrijk punt dat ik dat niet onbesproken wil laten. De minister wil uit het oogpunt van het duidelijk stellen van verantwoordelijkheden en uit financiële overwegingen - een beëindiging van de zogenaamde koppelsubsidies - het beleid ten aanzien van de musea nader vaststellen. Hij wil daarbij met name gaan regelen welke musea voor verantwoordelijkheid van het rijk zouden moeten komen en heeft ter zake een aantal criteria opgesteld. In het voorbereidende stadium heeft het college de positie van het museum Het Princes- sehof in het geding gebracht. De definitieve versie van de museumnota, die aan de Tweede Kamer is aangeboden, heeft de minister niet van zijn ongelijk kunnen overtuigen om het mu seum Het Princessehof niet op te nemen op de lijst van rijksmusea. Toch lijken de criteria toegesneden te zijn op dit museum. De criteria zijn de volgende. Het verzamelterrein dat be streken wordt moet een op inhoudelijk of thematisch gebied nationale reikwijdte hebben. De collectie moet een hoge kwaliteit bezitten, voor het betreffende terrein representatief zijn en zich geografisch niet beperken tot één stad, regio of gebied in Nederland. Bovendien moe ten de taken van het museum, te weten verzamelen, registreren, conserveren, restaureren, documenteren, presenteren en informeren, op nationaal niveau worden uitgeoefend. Het Princessehof geeft een samenhangend beeld van keramiek, belicht vanuit een kunst historisch, volkenkundig en volkskunstig oogpunt. Mede op basis van adviezen van rijks deskundigen is het museum geworden wat het nu is. De breedte en diepte van het museum maken het enig in zijn soort in ons land. Ook wordt de medewerkers vaak gevraagd om ad vies, bijdragen voor catalogi voor tentoonstellingen elders in het land en jaarboeken. Bij de heropening van het verbouwde museuiir Het Princessehof werd door de toenmalige staatssec retaris erkend dat dit museum van nationaal belang is. Ook uit de contacten met het buiten land mag de conclusie worden getrokken dat het museum een internationale vermaardheid geniet Dit alles, afgezet tegen de criteria, zou voldoende moeten zijn om het museum Het Prin cessehof op te nemen op de lijst van rijksmusea. Een bijkomend, maar niet onbelangrijk ar gument is dat het van belang is dat in het kader van een evenwichtige spreiding tenminste één museum in Friesland als rijksmuseum wordt aangemerkt. Het college heeft in het voorbereidende stadium erg veel contactenvooral op ambtelijk niveau, hierover gehad. De laatste maanden heeft het college erg veel contact gehad met Kamerleden. De Nota Museumbeleid is ook aangeboden aan de Tweede Kamer. Het lijkt ons gewenst dat het standpunt van de raad over de positie van het museum Het Princessehof in het kader van de Nota Museumbeleid kenbaar wordt gemaakt, schriftelijk, aan de minister en de Tweede Kamer. In dit kader is de volgende motie opgesteld, die is ondertekend door alle fractievoorzitters van deze raad. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 9 september 1985, overwegende dat: - de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur op 28 juni 1985 zijn Nota Museumbeleid heeft aangeboden aan de Tweede Ka mer der Staten-Generaal; - de minister daarin het voornemen kenbaar maakt de gezamenlijke financiering van musea door rijk, provincie en gemeente - de zo genaamde koppelsubsidiëring - te willen beëindigen; - de minister daartoe in de Nota Museumbeleid de keuze maakt wel ke musea geheel voor rekening van zijn departement blijven of komen en zich daarbij laat leiden door de overtuiging dat het rijk de taak heeft een museaal aanbod van hoge kwaliteit te garande ren; en dit een aanbod betreft van musea a. die een verzamelterrein bestrijken met een op inhoudelijk of thematisch gebied nationale reikwijdte en b. waarvan de collectie een hoge kwaliteit bezit, voor het betref fende terrein representatief is en zich geografisch niet be perkt tot één stad, regio of gebied in Nederland en

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 2