28 Punt 22 (bijlage nr. 308). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 23 (bijlage nr. 319). De Voorzitter: Aan de orde is thans: Discussienota van de Bezinningsgroep Energiebe leid. Mevrouw Jongedijk-WellesEnergiebeleid is een moeilijk en complex onderwerp. Er zijn erg veel groepen die zich, ieder vanuit een eigen invalshoek, bezighouden met de energie voorziening van nu en die van de toekomst. De Bezinningsgroep Energiebeleid is een van die groepen. De discussienota die door deze groep is gemaakt, is duidelijk bedoeld om een discussie op gang te brengen. Uitgangspunt van deze groep is democratische controle op de nutsbedrijven en energiebesparing als openbaar nut. Op zich een uitgangspunt dat aandacht verdient. Op dit moment is daar echter nog weinig over te zeggen, omdat op een ander ni veau nog het een en ander geregeld moet worden. Ik heb begrepen dat de oud-voorzitter van onze raad, de heer Brandsma, bezig is met het verzamelen van gegevens en mogelijkheden voor horizontalisatie van het energiebeleid. Dit plan wordt eind oktober aangeboden aan de minister van Economische Zaken en komt daarna via de geëigende kanalen weer bij de gemeente terecht. Het lijkt ons een goede zaak om de nu voorliggende discussienota van de Bezinningsgroep Energiebeleid te betrekken bij de discussie over laat ik maar zeggen het Brandsma-rapportMijn vraag is dan ook aan het college of het bereid is de discussienota niet voor kennisgeving aan te nemen, maar te be trekken bij de discussie rondom het Brandsma-rapport. Verder kan ik mij voorstellen dat de discussie te zijner tijd besproken wordt in de Com missie voor Milieuhygiëne. De heer Miedema (weth.)Mevrouw Jongedijk heeft terecht een paar opmerkingen ge maakt over de discussienota van de Bezinningsgroep Energiebeleid. Zij zegt dat de nota met name is geschreven om een discussie over deze materie op gang te brengen. Bedoelde dis cussie is momenteel in het gehele land op gang gebracht. Volgens mij is het wat teveel eer om dat toe te schrijven aan de discussienota. Door besluitvorming in de Tweede Kamer is momenteel de discussie over de organisatie van de energiedistributie in volle gang. Het is niet zo dat wij niet bereid zijn om deze discussienota te betrekken bij de discussie die volgend jaar zal ontstaan over deze materie. De Bezinningsgroep Energiebeleid heeft echter gevraagd aan de gemeente Leeuwarden om voor 25 september 1985 een antwoord te geven. Wij hebben de nota in de Commissie voor het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf behan deld. Wij zijn breedvoerig met deze hele zaak bezig. Bovendien trekt deze materie ook lan delijk erg de aandacht. Dit najaar komt een aantal belangrijke rapportages beschikbaar. Het leek ons niet verstandig om nu op basis van dit ene stuk, hoe belangrijk dat ook mag zijn, tot besluitvorming en een beoordeling over te gaan. Daarom hebben wij gezegd dat wij de discussienota voor kennisgeving aannemen. Deze zaak is in de commissie aan de orde ge weest. Ik heb echter geen enkele moeite met het verzoek van mevrouw Jongedijk om de dis cussienota opnieuw te betrekken bij de uiteindelijke discussie over dit onderwerp Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 24 t.e.m. 28 (bijlagen nrs. 317, 296, 316, 315 en 320). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 7. De Voorzitter: Dit punt luidt: Benoemen van een wethouder. Mevrouw Brandenburg-SjoerdsmaMijnheer de voorzitter, namens mijn fractie stel ik de heer Timmermans kandidaat voor deze vacature in het college. Benoemd wordt de heer Timmermans met 25 stemmen (de heer Meijerhof 1 stem; 7 stem men blanco). De heren Meijerhof en Sterk vormden met de voorzitter het stembureau. De Voorzitter: Neemt de heer Timmermans de benoeming aan? (De heer Timmermans: Ja, mijnheer de voorzitter.) Dat betekent dat hiermee, volgens de bepalingen van de Gemeente wet, waarin staat dat iemand die bedankt als wethouder zijn bediening blijft waarnemen tot dat in de opvolging is voorzien, een eind komt aan het wethoudersschap van de heer Geerts. Tegelijkertijd heeft de heer Geerts bedankt als lid van de gemeenteraad van Leeuwarden. Een en ander impliceert dat er een eind komt aan een raadslidmaatschap dat op 3 september 1974 is begonnen. De heer Geerts is dus ruim elf jaar raadslid van deze gemeente geweest. Hij is op 22 juni 1981 wethouder geworden van volksgezondheid en welzijnsaangelegenheden met in de portefeuille onder andere volksgezondheid en milieuhygiëne, coördinatie welzijns beleid, sociaal-cultureel werk, emancipatiezaken, culturele zaken, de Beeldende Kunste naarsregeling en bibliotheek- en archiefzaken. Al vrij snel daarna, namelijk op 7 september 1982, werd de heer Geerts wethouder van ruimtelijke ordening en volkshuisvesting, met in de portefeuille stedebouw en bouwkunde, openbare werken - waaronder plantsoenen en be graafplaatsen - grondzaken, woningbouw, woningverbetering en wijkverbetering, de woon- wagenproblematiek, monumentenzorg en verkeers- en vervoersaangelegenheden. De heer Geerts heeft zich ontwikkeld tot een uitstekend wethouder, die op grondige wij ze zijn portefeuille beheerde. Hij verdedigde op een zeer deskundige wijze zaken die hem ter verdediging waren toevertrouwd. De heer Geerts had ook het lef om zijn nek uit te steken. Kortom, hij heeft zich als een uitstekend, een goed bestuurder gemanifesteerd. Een eigen schap waar hij ongetwijfeld ook in zijn verdere loopbaan profijt van zal hebben. Maar er is meer. De heer Geerts heeft - dat zal niet altijd voor iedereen waarneembaar zijn geweest, maar wel voor degenen die wat nauwer contact met hem hadden - steeds ge werkt vanuit een duidelijk herkenbare politieke filosofie. Ik herhaal in dit verband de woor den die de oud-burgemeester van Den Haag, de heer Kolfschoten, gesproken heeft bij de aanvaarding van het burgemeesterschap van die stad: "Een complex, groot of klein, van veel huizen en straten, kantoren, fabrieken en openbare gebouwen met inbegrip van ge meentesecretarie en raadzaal, maakt de gemeente nog niet. Het gaat in wezen om levende mensen, die er wonen, werken en streven en die als redelijke en zedelijke wezens - de wet en zelfs de statistiek spreken nog altijd zo veelbetekenend van zielen - door een gemeen schappelijk doel worden geleid en gerichthet welzijn der gemeenschapwaarin de ontplooi ingsmogelijkheid van hun persoonlijk welzijn ligt vervat." De heer Geerts heeft in de jaren waarin hij met name de huidige portefeuille beheerde in deze stad een spoor nagelaten van werkzaamheden die onder zijn leiding tot stand zijn geko men. Hij is erin geslaagd zeer beduidende bedragen met name in het kader van de stadsver nieuwing op Leeuwarden te richten en wel zodanig dat de vergelijking, zeker als je dat in evenredigheid doet met tal van andere gemeenten in Nederland, wel eens in het nadrukkelij ke voordeel van Leeuwarden zou kunnen uitvallen. De heer Geerts heeft ook de niet geringe klus op zijn schouders genomen van de reorganisatie van de Dienst Stadsontwikkeling. Het zal hem ook tot voldoening gestrekt hebben dat een mijlpaal in dat hele proces met ingang van morgen bereikt is. Dan zal namelijk een directie van start gaan volgens een nieuwe structuur en in een in beginsel georganiseerd model. Er is alle aanleiding voor om de heer Geerts te bedanken voor de inzet waarmee hij ge werkt heeft. Wij zijn hem erg erkentelijk voor de vriendschappelijkheid waarin het mogelijk was met elkaar samen te werken. Wij wensen de heer Geerts graag alle goeds toe. Wij zijn ervan overtuigd dat hij ook in de functie die hij in Groningen gaat aanvaarden en waarvoor hij vanmiddag al een langdurige kennismakingsreceptie heeft moeten bijwonen zal functione ren op dezelfde manier - vasthoudend en constant bezig zijn - als hij hier gewend was te doen. De heer Geerts krijgt als aandenken de inmiddels al traditioneel geworden vaas van Makkumer aardewerk. Hij heeft ooit tegen mij gezegd dat hij die graag wilde hebben. Wij gaan er vanuit dat hij niet het voorbeeld volgt van iemand die een dergelijke vaas, gewik keld in krantepapier, achter op de bagagedrager van zijn fiets onder een snelbinder deed. De heer Geerts fietst hardnekkig, maar ik denk dat hij vanavond met een ander vervoermid del is gekomen. Mocht dat niet zo zijn, dan ben ik bereid de vaas persoonlijk bij hem thuis te brengen. Ik wil de vaas hierbij aan de heer Geerts overhandigen. Alstublieft Cees, heel erg bedankt. (Applaus) De heer Geerts: Ik wil graag nog een enkel woord zeggen, mijnheer de voorzitter. U hebt gelijk dat ik wel eens wat opmerkingen over deze vaas heb gemaakt, maar dat zal ik nu niet doen. Ik vind het een erg mooie vaas. Ik wil u danken voor de lovende woorden die u in mijn richting hebt geuit. Ik heb het raadswerk al die jaren heel nadrukkelijk met bijzonder veel genoegen gedaan Het raadswerk is ook bijzonder belangrijk, want wat wij doen is niet niks. Wij vertegenwoor digen hier de burgerij en nemen besluiten, die enorme consequenties hebben voor het dage lijks leven van een heleboel mensen. De consequenties van onze besluiten zijn heel sterk zichtbaar, onder anderen in de woonomgeving en het welzijn. Als wij hier op een foute ma nier bezig zijn, dan zal de burgerij dat op een heel directe manier merken. Dat is een heel grote verantwoordelijkheid en ik vind dat de raad die verantwoordelijkheid steeds heel dui delijk voor ogen moet hebben. De beslissingen van de raad zijn op een heel goede wijze beïnvloedbaar door de burgers

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 15