18
het feit dat er veel minder gebruik wordt gemaakt van de kwijtscheldingsmogelijkheid van de
afvalstoffenheffing in vergelijking met de onroerend goedbelastingen. Wij vinden dan ook
dat wij de mogelijkheden die er zijn om meer bekendheid te geven aan de mogelijkheid van
kwijtschelding optimaal moeten benutten. Dat betekent natuurlijk nog steeds dat iedereen
zijn vrijheid heeft. Het is helemaal niet zo dat wij van plan zijn dit soort zaken door de strot
van iedereen te duwen. Wij attenderen de mensen alleen op de mogelijkheden.
De heer Duijvendak heeft gevraagd om de toezegging die ik in de commissie heb gedaan
hier nogmaals te herhalen. Ik wil dat bij dezen doen. Wij zullen de mogelijkheden onderzoe
ken om bijvoorbeeld door middel van de Frigas-rekening extra informatie te verstrekken aan
mensen die die rekening moeten betalen en daarmee indirect ook de afvalstoffenheffing beta
len.
De heer Bijkersma heeft gezegd dat je een tweedeling krijgt wanneer je alleen de mensen
met een eenmalige uitkering op de hoogte brengt van de mogelijkheid om kwijtschelding aan
te vragen. Waarom zou dat niet mogen? Wij zeggen toch ook niet dat wij niet meer in Huis-
aan-Huis publiceren, omdat niet iedereen dat blad leest? Dit is in feite exact dezelfde rede
nering als die van de heer Meijerhof. Het gaat het college erom dat wij alle relevante moge
lijkheden die er zijn op dit punt gebruiken. Het nu gedane voorstel is een soort bijstelling
ten opzichte van de eerste aanzet. Ik denk dat wij op deze weg door zullen moeten gaan.
De heer Visser: Ik ben blij met de toezegging van de wethouder dat hij de mogelijkhe
den met betrekking tot de hardheidsclausule eerst met de Afdeling Financiën en Belastingen
zal bespreken en zich eventueel daarna zal wenden tot de Vereniging van Nederlandse Ge
meenten. Deze zaak is vorige week door ons in de vergadering van de Commissie voor de Fi
nanciën naar voren gehaald. Wij zijn namelijk van mening dat, wanneer je dit soort zaken in
een wettelijk kader kunt gieten - het wijzigen van een wet is een kwestie van lange adem in
ons kleine land -, dan discussies zoals die nu in de raad over bepaalde zaken worden ge
voerd achterwege kunnen blijven of heel sterk verbleken.
De heer Buurman: Ik wil even reageren op wat de heer Meijerhof gezegd heeft ten aan
zien van het sociaal-cultureel werk. In veel opzichten gaat het daar wel om een goede zaak.
Het gaat er mij hier echter om dat er een overmaat aan bekendheid naar voren wordt ge
bracht. Voor het overige denk ik niet dat ik hoef te reageren.
De heer Bijkersma: Wat de heer Buurman in de richting van de heer Meijerhof heeft ge
zegd is juist. Als je subsidies verstrekt in het kader van het sociaal-cultureel werk dan is
dat heel wat anders dan de zaak waar wij het hier over hebben. Ik vind die twee zaken niet
met elkaar te vergelijken.
Als de heer Meijerhof naar aanleiding van mijn opmerking zegt dat je dan ook niet meer
bij banken en postkantoren informatie kunt neerleggen, dan zeg ik dat ik helemaal niet ver
antwoordelijk ben voor datgene wat de banken en de postkantoren doen. Ik ben verantwoor
delijk voor het medebesturen van de gemeente. Op grond daarvan heb ik iets gezegd in het
kader van een besluit dat deze raad gaat nemen.
De heer Kessler zegt dat de mensen gewezen worden op de mogelijkheid van kwijtschel
ding, omdat er wat dat betreft onbekendheid bestaat bij een aantal van hen. Daar gaat het
college vanuit. Als ik zie wat de gemeente heeft gedaan - herhaalde publikaties in de pers,
bijsluiter bij de aanslagbiljetten en het beschikbaar stellen van informatiefolders - dan denk
ik dat het college de mensen onderschat als het nog meer informatie wil verschaffen. Wij wij
zen dat voorstel af. Ik heb ook gewezen op het voorstel van het college om alle mensen die
een eenmalige uitkering hebben aangevraagd op de hoogte te stellen van de mogelijkheid om
kwijtschelding te vragen. In dit verband wil ik even terugkomen op hetgeen ik tijdens de
algemene beschouwingen heb gezegd met betrekking tot de halve minima. Het college gaat
aan die groep voorbij en dat vind ik een slechte zaak. Het is gewoon een slechte zaak dat
het college een bepaalde categorie uit het geheel licht. B. en w. hebben daar naar mijn ge
voel niet het recht toe. Op grond hiervan stemmen wij tegen paragraaf 2 van het raadsvoor
stel.
De heer Meijerhof: Ik wil twee opmerkingen maken. In de eerste plaats is sociaal-cultu
reel werk geen cultureel werk. In de tweede plaats, als de gemeente folders op het postkan
toor neerlegt dan is dat een zaak van de gemeente en niet van de PTT. Wat dat betreft be
grijp ik de opmerking van de heer Bijkersma niet.
De heer Kessler (weth.): Ik denk niet dat het nodig is om nog te reageren.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
De heer Bijkersma: Wij zijn tegen paragraaf 2.
19
De heer Buurman: Ik stem voor het voorstel, maar ik heb bezwaar tegen paragraaf 2.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.met inachtneming van de toe
zeggingen van de wethouder en met aantekening dat de leden van de fracties van VVD en
GPV/RPF/SGP wensen te worden geacht te hebben gestemd tegen paragraaf 2.
De Voorzitter schorst, om 21.05 uur, de vergadering voor de eerste pauze.
De Voorzitter heropent, om 21.30 uur, de vergadering.
De heer Pruiksma is inmiddels ter vergadering gekomen.
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering.
Punt 26 (bijlage nr. 377).
De Voorzitter: Aan de orde is de bijstelling begroting 1985.
De heer Bijkersma: In de raadsbrief wordt gesteld dat deze bijstelling voornamelijk
technisch van aard is. Toch wil ik op een aantal punten wat dieper ingaan.
ALGEMEEN BESTUUR (hoofdfunctie 0).
3. Algemene adviesorganen (functie 002.03).
In dit punt gaat het om een verhoging van de kosten met betrekking tot het organisatie
onderzoek DSO/BMT van f. 70.000,Destijds is afgesproken dat de grens van het krediet
was bereikt. Nu wordt dat bedrag echter weer overschreden en wij zijn dan ook niet bereid
deze f. 70.000,uit de algemene middelen te verlenen. Wij vinden dat de Dienst Stadsont
wikkeling nu maar de oplossing in zijn eigen begroting moet zoeken. Ik wil hier verder niet
over argumenteren, want dat is destijds uitvoerig gebeurd.
CULTUUR EN RECREATIE (hoofdfunctie 5).
9. IJshal (functie 530.07).
In de raadsbrief wordt naar voren gebracht dat een bedrag van rond f. 100.000,meer
nodig zal zijn dan in de begroting 1985 is geraamd. Ik denk dat de ijshal bij vele personen
in deze raad en ook bij veel mensen in de stad grote vraagtekens oproept. Mijns inziens is
de stelling in de raadsbrief dat het college zich nog zal beraden omtrent mogelijke conse
quenties inzake het te voeren beleid dan ook juist. Wel zal zo spoedig mogelijk moeten blij
ken welk beleid zal worden gevoerd, want elke dag dat daarmee wordt gewacht kan het de
bacle nog groter maken. Ik wil nog wel naar voren brengen dat wij onder ogen moeten zien
dat het niet verlenen van het gevraagde bedrag consequenties heeft. Dan zal de ijshal wel
gesloten moeten worden en dat heeft consequenties voor het personeel. Ik vind ook dat wij
niet zo maar aan de hand van een begrotingswijziging nee kunnen zeggen. Wij moeten ook
waardering hebben voor degenen die op vrijwillige basis in de ijshal werken en deze voor
een groot gedeelte in stand houden. Afkappen is in de richting van die mensen iets dat niet
goed is. Alleen al om die reden moeten wij mijns inziens wachten tot het moment dat het col
lege duidelijk maakt welk beleid in de toekomst zal worden gevoerd alvorens tot een beslis
sing te komen
SOCIALE VOORZIENINGEN EN MAATSCHAPPELIJK WERK (hoofdfunctie 6).
11. Bejaardenwerk (functie 620.02).
In de Commissie voor de Financiën heb ik een vraag gesteld met betrekking tot de medi
sche alarmering, waarop de wethouder toen echter geen antwoord kon geven. In de raads
brief staat"Het hoger uitvallen van het exploitatietekort wordt voornamelijk veroorzaakt
door een lagere tariefopbrengst als gevolg van het achterblijven van het aantal aansluitin
gen wegens toeleveringsproblemen van de benodigde apparatuur." Mijn vraag is of in het
contract dat is gesloten met de firma die de apparatuur moest leveren ook staat dat deze
voor de kosten zal staan als men op de een of andere manier in gebreke blijft. Ik wil graag
weten hoe dat in elkaar zit.
De heer Visser: Een enkele opmerking, mijnheer de voorzitter.
3. Algemene adviesorganen.
De heer Bijkersma heeft zojuist terecht geconstateerd dat de raad vorig jaar op het mo-
raent dat werd besloten een aanvullend krediet voor de kosten met betrekking tot het orga
nisatie-onderzoek DSO/BMT te verlenen heeft gesteld dat daarmee de grens was bereikt. Op
dit moment is weer een aanvullend krediet aan de orde, waarbij het gaat om een bedrag van
70.000,Ik moet u mededelen dat onze fractie daarmee grote moeite heeft. Wij zijn van