26 troch üs sein wurden is dat wy yn de begruttingsgearkomste mooglik prate wolle oer it jeugdwurkplan. Der is us yn de gearkomste fan öfdieling I tasein dat wy op it mêd fan de werbesettingsjilden in notysje fan it kolleezje ferwachtsje kinne oer in mooglike finansear- ring dêrüt foar it projekt oerkreditearring fan de Mienskiplike Kredytbank Fryslan. Ik woe noch efkes sizze dat it boppesteande rjocht oerein stean bliuwt. De hear Kessler (weth.): Ik heb kennis genomen van de punten die de heer Jansma ook tijdens de afdelingsvergadering al naar voren heeft gebracht. De heer Timmermans (weth.): Ik wil de verschillende sprekers nog even nalopen met be trekking tot punt 3. 3. Algemene adviesorganen. De heer Bijkersma heeft gezegd dat de grens is overschreden, dat dat niet had moeten gebeuren en dat in die tijd ook budgetbewaking had moeten worden toegepast. Men is zelf over de streep gegaan, dus zijn de consequenties ook voor de organisaties, aldus de heer Bijkersma. Ik zou toch nog eens onder de aandacht willen brengen dat de opzet van een dergelijk reorganisatieproces, waarin ook de directiestructuur ter discussie komt, buitenge woon complex is. Wij hebben achteraf moeten constateren dat de discussies over zoveel eche lons en onderdelen van de dienst zijn gegaan dat ze blijkbaar moeilijk in de hand te houden waren. Dat is op zichzelf geen vrijbrief daarvoor, ik dacht dat ik in eerste instantie daarop ook al had gereageerd. Het is echter wel een constatering. Mijn in eerste instantie aangege ven hoop - eigenlijk kan ik van overtuiging spreken - dat het met de thans ingevoerde bud getbewaking straks beter gaat, kan ik baseren op het feit dat er nu veel meer duidelijkheid ligt met betrekking tot het pad dat nog moet worden bewandeld om te komen tot een defini tieve afronding van de reorganisatie. De reactie van de heer Visser heeft mij wat verbaasd. Met mij kwam hij tot de conclusie dat het jammer is dat er blijkbaar geen mogelijkheid is om te komen tot een verzwaring van de herwaarderingstaak van de Dienst Stadsontwikkeling. Vervolgens zegt hij toch tegen dit punt te blijven. Ik vind dat een spijtige redenatie. Mevrouw De Jong heeft geen nieuwe dingen toegevoegd aan het betoog dat zij in eerste instantie heeft gehouden. Ik ben de heer Buurman erkentelijk voor het feit dat hij onze argumenten heeft willen overnemen De heer Van der Wal vindt dat het maar om een heel klein onderdeeltje gaat. Het argu ment dat de directie met een schone lei moet beginnen noemt hij het schieten met een kanon op een mug. Wat ik heb willen aangeven is dat het niet zozeer gaat om de grootte van de verzwaring van de herwaardering, maar om het principe er van, gelet op de capaciteit en de taakstelling die deze dienst heeft en zeker ook in de nabije toekomst zal krijgen. Het college vindt dan ook dat het niet aangaat om, of het nu om een groot of een klein bedrag gaat, de ze dienst verder te belasten in een situatie waarin die belasting in feite niet kan worden op gebracht. De heer Van der Wal heeft gevraagd of er een krediet is ten aanzien van de activiteiten van de tien werkgroepen die op dit moment functioneren. Daarvoor is een krediet geraamd van f. 450.000, De heer Miedema (weth.): Nog even iets over de ijshal. 9. IJshal. Mevrouw De Jong heeft nogmaals benadrukt dat er haast geboden is wat de discussie over de ijshal betreft. Ik heb in eerste instantie al gezegd dat dat ook het streven is van het college. Wij hebben het advies dat de beheerscommissie heeft gegeven overgenomen en een schema gemaakt dat bekeken moet worden. Ik hoop dat ik op de lijn van mevrouw De Jong zit als ik zeg dat wij de komende zomer op deze problematiek in de raad terugkomen. De heer Heere (weth.): Ik heb geen behoefte aan verder commentaar, mijnheer de voor zitter. Het voorstel van b. en w. met betrekking tot punt 3. Algemene adviesorganen (functie 002.03) wordt verworpen met 19 tegen 18 stemmen. (Voor dit voorstel stemmen de leden van de fractie van de PvdA, van de fractie van het CDA de heren Heere en Miedema, alsmede de fractie van GPV/SGP/RPF.) Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de overige voorstellen van b. en w. met inachtne ming van de toezeggingen van de wethouders. 27 Punt 26a (bijlage nr. 379). De Voorzitter: Dit punt luidt: Aangaan van diverse overeenkomsten met de Aegon. De heer Meijerhof: Op 14 oktober 1985 werd de spanning verbroken met betrekking tot deconcentratieplannen van de Aegon. Leeuwarden werd na een nek-aan-nek-race met Gro ningen en Drachten gekozen als vestigingsplaats voor de noordelijke vestigingen van de Aegon. 600 arbeidsplaatsen werden behouden en 400 extra arbeidsplaatsen liggen in het verschiet. In de brief van 14 oktober 1985 aan de leden van de gemeenteraad noemt het col lege ook een aantal, zij het niet direct meetbare, neveneffecten. Onze fractie wil het college complimenteren met de aanpak en het resultaat en de Aegon feliciteren met haar besluit. Het college heeft onder anderen drie rapportages laten samenstellen. De eerste rappor tage over de Oude Veemarkt als bouwlokatie werd gemaakt door de Dienst Stadsontwikkeling (DSO) in juli 1984. Voorts werd in februari 1985 het tweede rapport samengesteld over de Aegon-huisvesting. In maart 1985 volgde het derde rapport met betrekking tot de vesti gingsplaatsfactoren dat werd gemaakt - in opdracht van b. en w. - door het Economisch Technologisch Instituut voor Friesland (ETIF). Er zijn concessies gedaan: van een gedeelte van het Oude Veemarktterrein naar het to tale terrein, een daling van de vraagprijs van zes miljoen naar vier miljoen. Het college zat echter niet in een monopoliepositie, maar lag in een concurrentieslag met andere gemeenten. Het voor ons liggende voorstel is het resultaat van de vele en diepgaande gesprekken - ik citeer dan genoemde brief van 14 oktober - met de Aegon. Het zal u niet verbazen, mijnheer de voorzitter, dat, gelet op het voorgaande, onze fractie akkoord gaat met uw voorstel, ondanks dat de financiële consequenties met betrek king tot parkeervoorzieningen en verkeersafwikkelingen nog duister zijn en ondanks de vragen met betrekking tot de stedebouwkundige invulling, maar dankzij het belang van de werkgelegenheid en de te verwachten effecten. Of omgekeerd geredeneerd, wat zou er ge beurd zijn als de Aegon anders had beslist? In de gecombineerde vergadering van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en de Commissie voor de Financiën is uitvoerig ingegaan op de activiteiten die in gang zijn gezet, zijn aandachtspunten aangedragen, enz. Ik wil naar aanleiding daarvan nog een paar korte opmerkingen maken. De behoefte aan minimaal 200 en maximaal 400 openbare parkeerplaatsen. Zoals in de raadsbrief is vermeld is de prijs, afgezien van de te plegen investeringen, voor zowel 200 als 400 openbare parkeerplaatsen één miljoen gulden. Is deze opvatting juist? De benodigde m2 vloeroppervlakte, 25.000 a 30.000 m2, vergeleken met de totale opper vlakte van het Oude Veemarktterrein, ongeveer 20.000 m2, doet vermoeden dat het te bebou wen oppervlak op gespannen voet staat met de behoefte aan een stedelijke bebouwing van het gebied. Anderzijds zijn wij van mening dat de belangen van de gemeente en die van de Aegon parallel kunnen lopen. Het parkeren aan de Lange Marktstraat ten behoeve van de baliefunctie van de aldaar gevestigde bedrijven roept bij onze fractie vraagtekens op. Enerzijds moeten de bedrijven bereikbaar blijven, anderzijds is de functie van de Lange Marktstraat in de verkeersafwik keling zodanig dat er een strijdigheid ontstaat met het bestaande profiel, met name voor het langzaam verkeer. Na het bekend zijn van de definitieve bouwplannen voor het Oude Veemarktterrein zal de Kantorennota kritisch bekeken moeten worden. Wat betreft de ontsluiting van het gebied zijn wij het eens met datgene wat het college in de commissie naar voren heeft gebracht en in de ter inzage gelegde stukken terug is te vinden Afsluitend, mijnheer de voorzitter. Akkoord met de basis-overeenkomst en vol verwach ting klopt ons hart De heer Sijbesma: Wij hebben al eerder uitgesproken dat wij blij zijn met de keuze van de Aegon voor Leeuwarden. Mijn fractie heeft grote waardering voor de inzet en de vast houdendheid van het college. Wij spreken ons respect uit voor het uithoudingsvermogen van onze onderhandelaars. Het gevolg van deze uitspraak is dat wij nu moeten staan voor de consequenties van de nadere uitvoering. In de overeenkomst zit voor de gemeente Leeuwar den een groot aantal onzekerheden. Wij hebben daarover uitvoerig gediscussieerd in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en hebben geprobeerd daar invulling aan te geven, het is gebleken dat dat niet lukt; wij zullen dat moeten accepteren. Ten aanzien van het aspect met betrekking tot de ruimtelijke ordening kan worden ge steld dat het Oude Veemarktterrein een redelijk forse invulling kan verdragen. Maar het terrein vraagt op zijn minst ook om een stedelijke invulling. Het bovengronds parkeren en dein eerste instantie benodigde vloeroppervlakte ten opzichte van de totale oppervlakte te verkopen grond vergemakkelijken deze invulling niet. Het is duidelijk geworden dat het financiële breekpunt ten aanzien van de verkoopprijs

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 14