28 ligt bij 200 te realiseren openbare parkeerplaatsen. Ik meen dat uit de raadsbrief en de dis cussie in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening zo te moeten begrijpen. Hopelijk zijner in de richting van 400 parkeerplaatsen te realiseren, zij het dat dat ook weer consequenties heeft voor de invulling van dit gebied. Wij moeten afwachten waar de architect van de Aegon mee komt. Ook financieel gezien zijn er onzekerheden. De concurrentieslag heeft hier uiteraard de concurrenten tot het uiterste doen gaan. Er is een aanbieding gedaan waarbij ook Leeuwar den tot het uiterste is gegaan. Gelukkig zijn er gebruiksmogelijkheden voor de vrijkomende gebouwen van de Aegon. Wij hebben in de commissie het advies gegeven de gebruiksmoge lijkheden in een zo breed mogelijk verband te bezien. Alles moet niet op één doel worden ge richt. Een volgende opgave is de vervangende parkeerruimte. De eerste contacten met de Ne derlandse Spoorwegen en de FRAM zijn gelegd en zijn niet bij voorbaat afwijzend. Het lijkt dat er reële openingen zijn. Dit traject zal verder moeten worden gevolgd en geëffend. Van wezenlijk belang is verder dat wij de overeengekomen tijdsplanning halen. Het is daarom noodzakelijk dat de gemeente wordt betrokken bij de verdere ontwikkelingen. Bo vendien moet de lijn naar de bestuurders zo kort mogelijk worden gehouden. Met deze overeenkomst is een verzwakking van de centrumfunctie van Leeuwarden voor komen, maar mogelijk zal die een impuls tot verdere versterking daarvan geven. Slotconclusie, mijnheer de voorzitter, de lap is krap, maar zoals die nu geknipt is zal er genaaid moeten worden. De heer Van der WalWij hebben al eerder meegedeeld dat wij met het college zeer inge nomen zijn met het besluit van de Aegon om zich in Leeuwarden te concentreren. Iedere dis cussie over werkgelegenheidsbeleid van de gemeente zou in feite overbodig zijn geworden, als zo'n grote werkgever uit Leeuwarden zou zijn verdwenen. Vandaar onze blijdschap. Toch gaan de nu aan de orde zijnde plannen niet zonder problemen gepaard en moeten wij een behoorlijke veer laten. De problemen die deze plannen op het gebied van de ruimtelijke ordening oproepen lij ken ons oplosbaar. Wethouder Timmermans heeft in de commissie toegezegd om van alles mee te nemen in het overleg, bijvoorbeeld een multifunctionele invulling, het streven naar een stedelijke bebouwing en een verbetering van de westelijke toegangsweg vanaf de zuid/west tangent. Zo zijn er nog wel enkele zaken, maar die zal ik nu niet herhalen. Mijn vraag is wel hoe hard het college deze punten, die ook al door andere fracties zijn genoemd, meeneemt naar het overleg. Tijdens het commissie-overleg is gebleken dat er in feite op het gehele terrein veel meer bruto-vloeroppervlak is te realiseren dan het nu geplande oppervlak. De heer Meijerhof heeft dat ook al geconstateerd. Immers, er worden - binnen redelijke grenzen uiteraard - vrijwel geen beperkingen, in dit stadium althans, gesteld aan hoogte en dichtheid van de bebouwing. Integendeel, de meeste raadsleden pleitten voor een hoge dichtheid. Een en an der betekent dat er een veelvoud van de in eerste aanleg geplande 30.000 m2 bruto-vloerop pervlakte op het terrein gerealiseerd kan worden. Ik wil nogmaals aan de wethouder vragen of er in de besprekingen ook naar voren is gekomen wat de Aegon op middellange termijn met het terrein van plan is. Want ook al zal men daar tijdelijk bovengrondse openbare par- peervoorzieningen realiseren, over een x-aantal jaren kunnen die parkeerplaatsen ook on dergronds worden aangelegd en kan alsnog 30.000 m2 tot 60.000 m2 bruto-vloeroppervlak be stemd voor gebouwen worden gerealiseerd. In hoeverre neemt de wethouder deze ontwikke lingsmogelijkheden mee naar het overleg en kan hij de raad daarover al duidelijkheid ver schaffen? Maar nogmaals, wij denken dat de problemen op het gebied van de ruimtelijke or dening wel oplosbaar zijn. De financiële gevolgen liggen ons toch wel wat zwaarder op de maag. In de oorspronke lijke offerte was voor de grond zes miljoen gulden opgenomen en voor de huidige gebouwen 11,4 miljoen gulden. Op basis van taxatie en marktprijzen is dat een redelijke offerte te noe men. Achteraf blijkt dat de verkoopprijs van de grond met twee miljoen gulden is gezakt en die van de gebouwen met drie miljoen gulden is gestegen. Met andere woorden, de vestiging van de Aegon kost de gemeente Leeuwarden - de gemeenschap van Leeuwarden - dus vijf miljoen gulden meer dan in de eerste offerte was voorzien. Dat feit moet voornamelijk op het conto worden geschreven van de driftige concurrentiestrijd tussen de gemeenten onderling. Met name de gemeente Smallingerland heeft op het allerlaatste moment nog met de geldbuidel gerammeld, wat nog een keer ongeveer twee miljoen gulden extra heeft gekost. Wij hebben in de commissie onze onvrede over deze gang van zaken uitgesproken. Wethouder Kessler kwam in de commissie met een opzetje, in die zin dat er, naar analogie van wat in de aanne merswereld gebruikelijk is, in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten of de Vereniging van Friese Gemeenten afspraken zouden kunnen worden gemaakt om het tegen elkaar concurreren van gemeenten op kosten van de gemeenschap te voorkomen. Ik zou graag willen weten of het opzetje dat de wethouder in de commissie naar voren bracht ook een vervolg krijgt. Wij willen ervoor pleiten, hoewel wij enige twijfel hebben over het effect daarvan, dat het college deze weg gaat bewandelen. 29 Wethouder Kessler heeft ook in de commissie gezegd - ik weet het niet meer letterlijk, maar ik zeg het even in mijn eigen woorden - dat het college niet het risico wilde lopen dat de Aegon Leeuwarden zou verlaten. De Aegon moest koste wat kost blijven. Wel, dat kost in ieder geval vijf miljoen gulden extra. In de commissie is geen duidelijkheid verschaft hoe de dekking van dat bedrag zal plaatsvinden. Het college doet heel optimistisch: Wij hebben de gebouwen drie miljoen gulden boven de taxatiewaarde gekocht, maar wij denken die wel voor de betaalde prijs te kunnen verkopen c.q. renderend te kunnen verhuren. Waar baseert het college dergelijke verwachtingen op? Drie miljoen gulden betekent op jaarbasis altijd nog een huur van ongeveer drie ton. Welke ondernemer of welk instituut zal die drie ton extra per jaar willen opbrengen? Het optimisme dat het college in de raadsbrief ten toon spreidt delen wij niet. Voor de grond krijgen wij vier miljoen gulden in plaats van zes miljoen gulden. Je kunt natuurlijk zeggen dat, omdat de boekwaarde toch nul is, dat allemaal winst is. Maar dat is natuurlijk ook schijn, want ten gevolge van de Aegon-vestiging zijn wij gedwongen extra in frastructurele werkzaamheden uit te voeren c.q. te versnellen. Die werkzaamheden kosten ook het nodige geld en ik ben bang dat die meer gaan kosten dan de opbrengst van de grond. In de wandelgangen heb ik wel eens gehoord dat uit betrouwbare bron is vernomen dat de vijf miljoen plus moet worden opgehoest uit de stelpost civieltechnische werken. Het geld zal toch ergens vandaan moeten komen. Op vragen daarover in de commissie is geen antwoord gekomen. Wij hebben om een kosten/baten-analyse gevraagd om zo na te kunnen gaan wat een en ander financieel gezien op lange termijn voor de gemeente Leeuwarden gaat betekenen. Met baten bedoel ik natuurlijk de positieve effecten - vermeerderde werkgele genheid en dergelijke - van de vestiging van de Aegon in Leeuwarden. Voor zover ik mij kan herinneren is een dergelijke kosten/baten-analyse niet toegezegd. Er schijnt wel zo iets te zijn, maar wij hebben het in ieder geval niet. Ik zou daar graag alsnog inzicht in willen hebben. Het heeft ons overigens wel gestoord dat het college nu het om zulke grote bedragen gaat - wij hebben dat ook bij de huisvesting van Frigas gezien - daar heel gemakkelijk mee omgaat. Hoe groter het bedrag is hoe gemakkelijker het college dat uitgeeft. Hoe kleiner het bedrag is hoe moeilijker daarover wordt gedaan. Wij zullen dat over een paar weken zien wanneer het gaat om bedragen van f. 600,tot f. 3.000,Er wordt dan echt op onnozele subsidies beknibbeld. Je vraagt je wel af waar wij dan mee bezig zijn. Vijf miljoen extra voor de transactie met de Aegon gaat er zo door en ook de jaarlijkse vijf ton voor Frigas gaat er zo door. Maar straks is er een subsidie van een paar honderd gulden voor een of ander welzijnsproject aan de orde en dan wordt daar ontzettend moeilijk over gedaan. Wij hebben sterk de indruk dat de verhoudingen wat dat betreft goed zoek zijn. Maar goed, afwegende de belangen op dit moment gaan wij akkoord met de hoofdlijnen van de overeenkomst. In de raadsbrief staat op de eerste bladzijde onder 1. Inleiding: "...en door U te be krachtigen afspraken de hoofdlijnen zullen vormen, doch die voor het overige nog nader uitgewerkt zullen moeten worden." Ik wil even ingaan op de nadere uitwerking. Voordat de overeenkomst met de Aegon gesloten werd is er geen overleg met de raad/de commissie ge weest. Alleen zijn de fractievoorzitters op de morgen voordat het besluit bekend werd ge maakt geïnformeerd. Vandaar dat wij nu wat betreft de nadere uitwerking enige voorzetten willen geven. Ik heb bij het punt over de ruimtelijke ordening al geconstateerd dat er veel en veel meer bruto-vloeroppervlak gerealiseerd kan worden op het Oude Veemarktterrein dan nu in de overeenkomst met de Aegon zit. Er is nu wat dat betreft sprake van 30.000 m2 ten behoe ve van de concentratie van de noordelijke vestiging. Er kan echter een veelvoud van die oppervlakte worden gerealiseerd. Op basis van de 30.000 m2 is de grondprijs van vier mil joen gulden gesteld. Op middellange termijn is het heel goed denkbaar dat de Aegon - ik zou dat om stedebouwkundige redenen toejuichen - meer uit die grond haalt. Dat zal betekenen dat er van meer verkeersaantrekking sprake zal zijn en er voor de gemeente nog wel andere kosten te voorschijn komen. Als je het uitgangspunt van de raad dat is neergelegd in de no ta Erfpacht zou hanteren - wij zijn nog steeds voorstanders van erfpacht -dan zal door erfpachtsverhoging dat geld wel weer naar de gemeenschap vloeien. Nu wij de grond in volle eigendom overdragen gaat het verhaal dus niet op dat wij de kosten voor de gemeenschap weer vergoed krijgen. De slag om de erfpacht in de binnenstad is in feite verloren met het pleinafsluitend gebouw. Ik zal daar nu niet verder op terugkomen, maar het zal duidelijk zijn dat wij in principe wel op erfpacht in de binnenstad blijven staan. In verband met het vorenstaande lijkt het ons zeer reëel dat er in het koopcontract een clausule wordt opgenomen - ik reken dit tot de nader uit te werken overeenkomsten - dat wij voor de 30.000 m2 vier miljoen gulden krijgen en dat er voor de bruto-vloeroppervlakte die daarna wordt gerealiseerd een grondprijs wordt betaald gerelateerd aan het extra bruto- oeroppervlak. Aangezien de Aegon bij lange na niet het hele gebied in één keer bebouwd, is het denkbaar dat het bedrijf de grond over een x-aantal jaren afstoot aan derden. Zij zou dan een aanzienlijke winst op die grond kunnen behalen. Dat lijkt ons gezien de context van

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 15