30 de overeenkomst geen goede zaak. Wij stellen dan ook voor om een artikel in het contract op te nemen dat de gemeente in dat geval het eerste kooprecht heeft. Ik heb hiervoor een motie gemaakt die als volgt luidt. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 11 november 1985, behandelende het aangaan van diverse overeenkomsten met de Aegon (bijlage nr. 379), overwegende dat: - de door het college met de Aegon afgesproken principe-overeen komst onder meer inhoudt dat het gehele Oude Veemarktterrein in volle eigendom zal worden overgedragen voor een bedrag van f. 4.000.000,(exclusief openbare parkeerplaatsen); - de Aegon op dit terrein een kantoorgebouw zal plaatsen ten be hoeve van haar geconcentreerde noordelijke vestiging met een bruto-vloeroppervlak van circa 30.000 m2; - er, binnen redelijke grenzen, geen beperkingen aan de bouw hoogte of bebouwingsdichtheid zijn of worden gesteld; - er dientengevolge in de toekomst op dit terrein een veelvoud van de thans geplande bruto-vloeroppervlakte kan worden gereali seerd - het alsdan te voorzien is dat de gemeente voor grote kosten zal komen te staan in verband met de grotere verkeersdruk die dat met zich meebrengt; - de mogelijkheid denkbaar is dat de Aegon, na realisatie van de thans geplande bebouwing, een deel van het terrein zou kunnen verkopen besluit dat bij de concretisering van de principe-overeenkomst in zake de grondoverdracht de volgende voorwaarden worden opgeno men aeen artikel met de strekking dat indien en zodra de nu maximaal afgesproken bruto-vloeroppervlakte wordt overschreden, de grondprijs met een vooraf overeen te komen bedrag over het meerdere per m2 bruto-vloeroppervlak zal worden verhoogd; b. een artikel waarin wordt geregeld dat de gemeente een eerste kooprecht heeft in het geval de Aegon mocht besluiten een deel van het onderhavige terrein af te stoten en wel tegen een (geïn dexeerde) prijs per m2 op basis waarvan binnenkort de grond aan de Aegon zal worden overgedragen." De motie is mede-ondertekend door de heer Niemeijer. (De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen.) Ik realiseer mij dat het besluit van de motie qua Nederlands niet uitblinkt in duidelijk heid, maar dat komt omdat er over verschillende grondprijzen op dit moment wordt gespro ken, namelijk drie en vier miljoen gulden (afhankelijk van het wel of niet realiseren van de openbare parkeerplaatsen). Maar ik denk dat de strekking van het besluit van de motie in ieder geval wel duidelijk zal zijn. Ik beveel de motie graag in de aandacht van de raad aan, teneinde het toekomstige verlies wat in te dammen. De heer Dubbelboer: De VVD-fractie wil vanavond onverkort duidelijk zijn. Wij zijn blij dat de in Leeuwarden aanwezig zijnde arbeidsplaatsen van de Aegon gewaarborgd blijven en dat er ongeveer 400 directe arbeidsplaatsen naar Leeuwarden komen. Het zou uitermate wrang geweest zijn als een dorp als Drachten deze slag van ons als provinciale hoofdstad had gewonnen. Kortom, de VVD-fractie feliciteert Leeuwarden met de Aegon. Uiteraard blijven bij ons ook nog wat kanttekeningen bestaan. De ontwikkelingen rond het Oude Veemarktterrein baren ons toch nog wel enige zorgen. Niet dat de Aegon - de heer Sijbesma heeft daar ook al op geduid - niet in staat zal zijn een goede architect te vinden en in overleg tussen de gemeente en andere belanghebbenden tot een goede stedebouwkundige oplossing zal kunnen komen, want wij zijn daar als raad of als commissies zelf bij. Wei zor gen baart ons het parkeerprobleem. Het opofferen van ongeveer 800 parkeerplaatsen, zon der dat daar een duidelijke oplossing tegenover staat, wekt vragen op. Vragen waarop onze fractie graag antwoord van het college wil hebben. Hoewel de vragen voor een deel al een keer zijn gesteld, zal ik ze voor alle duidelijkheid even herhalen. Wij willen graag een an der/een beter antwoord van de wethouder dan hij in de gecombineerde vergadering van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en de Commissie voor de Financiën heeft gegeven. Het gaat eigenlijk om heel concrete vragen, mijnheer de voorzitter. Hoe komt het met de vervangende parkeerruimte tijdens de bouw? Hoe komt het met het "Park-and-Ride"-sys- teem? Is dat een uitgebreid systeem of een pleintje aan de achterkant met een achttal par 31 keerplaatsen zoals wij heel recentelijk in publikaties hebben kunnen lezen? Hoe zit het nu werkelijk met de openbare parkeerplaatsen op de aan de Aegon te verkopen grond? Kosten 200 parkeerplaatsen nu één miljoen gulden of kosten 400 parkeerplaatsen één miljoen gulden? Daarnaast blijft onze fractie geen voorstandster van het parkeren - ik heb begrepen dat de PvdA-fractie daar ook zo over denkt - langs de Lange Marktstraat voor de zogenaamde baliefunctie. Ook niet als de Zuidersingelzoals verwacht wordt, wordt afgesloten. Onze fractie maakt zich ook zorgen over de verkeersafwikkeling in het totale gebied. Waarschijnlijk zal de Zuidersingel voor het openbaar verkeer worden afgesloten en zal der halve het totale verkeersaanbod worden afgewikkeld via de Sophialaan en de Stationsweg. Indien de door het college voorgestelde verplaatsing van het streekbusstation en de samen voeging daarmee van de halteplaatsen voor de stadsdienst worden gerealiseerd, ontstaat me de daardoor volgens de VVD-fractie een onaanvaardbare verkeersdruk op dit gebied. Die verkeersdruk zou opgelost kunnen worden door het aansluiten van de Lange Marktstraat op de in ontwikkeling zijnde Oostergoweg. De wethouder heeft tot mijn vreugde in de gecombi neerde vergadering van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en de Commissie voor de Financiën gezegd deze oplossing te willen overwegen als daartoe uit verkeerskundige over wegingen aanleiding is. Ik heb dat als erg plezierig en positief opgevat. Onze fractie vindt een en ander dan ook getuigen van een vooruitstrevend beleid van deze wethouder. Waar schijnlijk worden de plannen dan ook acceptabeler voor eventuele subsidiënten en daardoor sneller realiseerbaar, hetgeen wij toch allemaal graag willen. Kortom, mijnheer de voorzitter, uit een oogpunt van werkgelegenheid van harte ak koord, vraagtekens bij het parkeren en vraagtekens bij de totale afwikkeling van het ver keer in dit gebied. Mevrouw De Jong: Ik wil ook beginnen met te zeggen dat ik blij ben dat de Aegon zich in Leeuwarden vestigt. 600 arbeidsplaatsen blijven in Leeuwarden behouden en wij krijgen er minimaal 400 nieuwe arbeidsplaatsen bij. In deze tijd moet je daar natuurlijk bijzonder blij mee zijn. Ik wil er evenwel direct aan toevoegen dat Leeuwarden voor deze werkgelegenheid bijzonder zwaar betaalt. Dat komt niet in de laatste plaats omdat Drachten meende de prijs zo te moeten opblazen als gedaan is, namelijk vijf miljoen gulden meer. Het is overigens on begrijpelijk dat een gemeente zo met gemeenschapsmiljoenen kan wapperen. Wat zou er zijn gebeurd als de Aegon onverhoeds naar Drachten was gegaan? Ik heb het dan niet alleen over Leeuwardenmaar ook over Drachten want ik denk dat daar de moeilijkheden dan niet te overzien waren geweest. Reden te meer om deze handelwijze aan de kaak te stellen. Mijnheer de voorzitter, wij hebben betaald voor deze werkgelegenheid, namelijk met vijf miljoen gulden extra en met het doen van concessies. Wij zijn afgeweken van de uitgangs punten die zijn vastgelegd in de erfpachtsnota en hebben de grond verkocht. Dat is natuur lijk geen kleinigheid. Ik kan, zij het met grote moeite, in dezen met verkoop van de grond akkoord gaan, want ik begrijp hoe belangrijk het is dat de Aegon voor Leeuwarden behou den blijft. Toch moet het bijvoorbeeld voor een bedrijf als de FBTO een wrang gelag zijn dat aan de Aegon zulke grote concessies worden gedaan, terwijl met betrekking tot de plannen van de FBTO een erg strak beleid is gevoerd. De FBTO heeft overigens nooit te kennen ge geven om Leeuwarden te verlaten. Wat blijft zijn de financiële onzekerheden en die vervullen mij toch wel met grote zorg. Ik vind dat het college daar in de raadsbrief wel wat losjes over heen walst. Er wordt ge sproken over het krijgen van subsidies. Om welk bedrag gaat het dan? Ik vind wat dat be treft geen enkele vertaling in de raadsbrief. Ik denk dat wij met een zo lek beleidsplan als dat wat wij momenteel behandelen de handen vol krijgen om het een en ander op te hoesten. De panden die wij voor veel geld hebben aangekocht moet een bestemming worden gegeven. Natuurlijk is die bestemming wel te vinden, maar als het enigszins mogelijk is moet die wel kostendekkend zijn. Bovendien is er het kostenaspect met betrekking tot de parkeerplaat sen. Kortom, mijnheer de voorzitter, ik voorzie nog wel de nodige moeilijkheden op het fi nanciële vlak en denk dat wij daar de handen aan vol krijgen. Er zijn aan de Aegon ook concessies gedaan wat betreft de stedebouwkundige invulling. Ik krijg het gevoel dat er weinig beperkingen in de weg worden gelegd, hoewel ik er meteen aan moet toevoegen dat dit gebied wel het een en ander kan hebben. Ik heb ook nog een opmerking over de parkeerplaatsen. Hoe zit dat eigenlijk? Op blad- zijde 2 van de raadsbrief staat onder sub A. Overdracht van de bouwgrond, punt b, dat de Aegon de behoefte van de gemeente onderkent om minimaal 200 en maximaal 400 openbare parkeerplaatsen te realiseren. Dat zou ons dan één miljoen gulden kosten, maar de grond blijft in eigendom van de Aegon. Over hoeveel parkeerplaatsen praten wij dan: 200 of 400? Welke vastigheid heeft de gemeente dat deze parkeerplaatsen als zodanig gebruikt kunnen blijven? Ik neem aan dat, omdat dit punt in de raadsbrief is opgenomen, daarover vergaande afspraken zijn gemaakt. Ik kom dan nu op bladzijde 1 van de raadsbrief waar onder 1. Inleiding staat: "Het moge duidelijk zijn, dat een uitspraak van U op dit moment geen verdere strekking kan hebben dan eén op grond waarvan de gemeente zich verbindt te zijner tijd met Aegon overeenkom-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 16