55
simpel is dat. Mevrouw Van Dijk vind ik in deze altijd een mooi voorbeeld. Zij is iemand die
naar mijn gevoel wel degelijk op het gebied van emancipatie een aantal dingen wil. Toch zegt
zij dat bepaalde punten, zoals het geschiktheidscriterium en de studiefaciliteiten, haar te
ver gaan, ondanks het feit dat zij het emancipatiebeleid een warm hart toedraagt. Met ande
re woorden, wij praten hier gewoon over politieke uitgangspunten. Wat mij betreft heeft dat
heel weinig met weerstanden te maken.
Ik ben het eens met mevrouw Vlietstra dat je moet kiezen, ook wat betreft de tijd. Wij
moeten binnenkort in het college eens bespreken hoe wij een en ander beter vorm kunnen
geven, want als wij op deze manier bezig blijven dan denk ik dat wij of de raad of het amb
telijk apparaat te veel frustreren. Ik denk dat dat geen goede zaak is.
Ik heb al gezegd dat ik akkoord ga met een integrale emancipatienota op hoofdlijnen.
Ik heb kennis genomen van de suggestie om een koppeling te leggen tussen emancipatie
activiteiten en activiteiten die geld kosten. Ik heb al gezegd dat wij daarop bij de behande
ling van het rapport Commissies: nu en dan, nader terug kunnen komen.
De heer Duijvendak zegt dat er een aantal dingen niet door het college is geëntameerd.
Wel, "so what", ik vind dat niet zo relevant. Deze raad beslist en bepaalt het emancipatiebe
leid. Het hele besluitvormingsproces dat volgt op de collegevoorstellen hoort daar wat mij
betreft net zo goed bij.
Er is een aantal conclusies getrokken. Het lijkt mij nu niet het juiste moment om daarop
in te gaan, want die komen vermoedelijk wel ter sprake bij de onderhandelingen over de col
legevorming.
Ik ben het ermee eens dat alle beleidsvelden systematisch moeten worden afgewerkt. Wij
zullen dat ook doen. Ik heb al gezegd dat het hoofdstuk over onderwijs en emancipatie eraan
staat te komen. Daarna zal het hoofdstuk over de volkshuisvesting worden opgesteld.
De heer Duijvendak heeft gezegd dat beide commissies, de Commissie voor Welzijnsaan-
gelegenheden en een nieuwe emancipatiecommissie, moeten blijven bestaan. Ik denk dat dat
zonder meer moet gebeuren. Wellicht zal er in dat geval ook sprake moeten zijn van dubbele
advisering.
Mevrouw Van Dijk ondersteunt in feite mijn betoog dat er andere gemeenten zijn die
- laat ik het voorzichtig zeggen - op het gebied van het emancipatiebeleid minder doen dan
de gemeente Leeuwarden.
Dan de opmerking van mevrouw Van Dijk over de positieve discriminatie en de 50% opge
roepen vrouwelijke sollicitanten. Zij suggereert een beetje alsof in sommige situaties waarin
een vrouw de beste papieren heeft om benoemd te worden, door allerlei gekonkel de vrouw
wat onder de tafel wordt geschoven en er toch een man wordt benoemd. Wat mij betreft ge
beuren sollicitatieprocedures niet op die manier en ik denk ook dat dat uiterst onverstandig
is. De opvatting van het college is dat je ervoor moet zorgen dat je de beste mensen op de
juiste plek krijgt. En als de beste persoon een man is of een vrouw, dan wordt het een man
of een vrouw. Zo simpel is dat.
De opmerking van mevrouw Van Dijk dat emancipatie geen hoofdprioriteit is klopt.
Tot slot nog een opmerking over het continu-roosterMevrouw Van Dijk heeft gezegd
dat over de invoering daarvan de gebruikelijke democratische procedures in acht moeten
worden genomen. Ik heb dat ook al toegezegd, maar dat is overigens geen relevante toezeg
ging. Dit college is überhaupt niet van plan om met voorstellen in die richting te komen.
Maar ik vind overigens dat welk college ook met dit type voorstellen komt de gebruikelijke
democratische procedures in acht moet nemen.
Ik wil het hierbij laten.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
De hear Jansma: Mynhear de foarsitter, ik wol graach in stimferklearring óflizze. De
CDA-fraksje ynklusyf de wethalders is fan miening dat wy dizze evaluaasjenota konform it
ütstel fan it kolleezje fêststelle kinne. Wy wolle dizze nota dus net foarriedich fêststelle. Us
fraksje stiet hjir unanym efter. Wy hawwe ferskate kearen wiidweidich oer dit punt diskus-
jearre. Dit is it stanpunt fan de hiele fraksje.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de
toezeggingen van de wethouder.
Punten 36 t.e.m. 39 (bijlagen nrs. 401, 402, 403 en 404).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punten 40 en 41 (bijlagen nrs. 421 en 418).
De Voorzitter: Deze punten zijn reeds afgehandeld in de vorige vergadering op 2 de
cember jl.
56
Punt 42 (bijlage nr. 419).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Wijziging van de Verordening op de heffing van tarieven
voor het gebruik van sport- en recreatie-accommodaties.
De heer Meijerhof: Op bladzijde 2 van de raadsbrief staat met betrekking tot het school
zwemmen (7.3.1.) dat de raad op 3 december 1984 heeft besloten het tarief voor het school
zwemmen voor 1986 met f. 0,20 extra te verhogen. Als je dat letterlijk leest, dan vraag je je
af waarom dit punt nu weer op de agenda staat. Het is zo dat de raad op een bepaald mo
ment heeft besloten deze tarieven over een periode van een paar jaar regelmatig met f. 0,20
te verhogen. Voor 1985 besloot de raad echter deze tariefsverhoging niet toe te passen. Het
besluit dat thans in de Commissie voor Sport en Recreatie is genomen was overeenkomstig
het besluit voor 1985, namelijk geen verhoging van de tarieven met f. 0,20 voor 1986. De re
den daarvoor was dezelfde als die welke voor 1985 gold: men is namelijk bang - er zijn ook
duidelijke signalen in die richting - dat door de extra verhoging van f. 0,20 de scholen uit
de buitengemeenten afhaken. Het is zo dat de Dienst voor Sport en Recreatie de opbrengst
van het schoolzwemmen grotendeels via de sector onderwijs krijgt, terwijl een deel van de
buitengemeenten komt. Het deel dat uit de sector onderwijs komt - twee-derde deel - is
budgettair neutraal. Populair gezegd een kwestie van vestzak-broekzak dus. Eén-derde deel
is declarabel en komt via het speciaal onderwijs binnen. Als deze tariefsverhoging wordt
doorgevoerd komt er van de buitengemeenten een extra bedrag binnen van f. 5.100,— De
totale opbrengst van de buitengemeenten betreft op begrotingsbasis een bedrag van ruim
f. 65.000,— Zoals ik zojuist al heb gezegd zijn er duidelijke signalen dat sommige buitenge
meenten door deze extra verhoging van f. 0,20 zullen afhaken; dit geldt met name de ge
meenten Boarnsterhim en Littenseradiel. Littenseradiel zou dan kunnen kiezen voor Sneek,
terwijl Boarnsterhim het schoolzwemmen naar de zomermaanden zou kunnen verplaatsen en'
gebruik zou kunnen maken van de eigen gemeentelijke baden. Ik zou willen voorstellen de
extra tariefsverhoging van f. 0,20 wel door te laten gaan - daarbij komt dan nog de verho
ging met 2% in verband met de verwachte stijging van de energieprijzen -, maar daarbij een
uitzondering te maken voor de buitengemeenten. Ik weet dat daardoor een gat in de begro
ting ontstaat van f. 5.100,— Daarvoor heb ik geen dekking. Het alternatief is echter dat op
rekeningbasis naar mijn idee - ik kan het natuurlijk niet garanderen - wordt voorkomen dat
er een gat ontstaat van ruim f. 65.000,Om een en ander te realiseren heb ik de volgende
motie gemaakt
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 10
december 1985,
gelezen het voorstel in bijlage nr. 419,
overwegende dat
- door een verhoging van het tarief voor schoolzwemmen de gerede
kans bestaat dat de scholen van buiten de gemeente Leeuwarden
geen gebruik meer zullen maken van de Leeuwarder overdekte
zwembaden
- de vervoerskostendoor de grotere afstandenhoger zijn dan die
voor de in Leeuwarden gevestigde scholen
besluit
de extra verhoging a f. 0,20 van het tarief voor het schoolzwemmen
niet van toepassing te verklaren voor de scholen uit de buitenge
meenten.
De motie is mede-ondertekend door mevrouw Visscher-Bouwer.
Ik laat hiermee in het midden of er twee soorten tarieven moeten worden gehanteerd of
dat er een soort kortingsregeling moet worden gecreëerd. Dat is een kwestie van uitvoering.
Met de tweede in de motie genoemde overweging kan op vragen die eventueel zullen ontstaan
waarom met twee tarieven wordt gewerkt een verklaring worden gegeven waarom de verho
ging met f. 0,20 niet voor de buitengemeenten wordt doorgevoerd.
De heer Boelens: Het is heel moeilijk om te beoordelen hoe zal worden gereageerd wan
neer wij de tarieven op de door de heer Meijerhof aangegeven wijze aanpassen. Wij willen
wat dit betreft eerst de reactie van het college afwachten. Ik vraag mij echter wel af of het
niet beter zou zijn dat het college dan eerst met wat meer informatie komt. Eventueel zou
Kunnen worden overwogen dit punt even in beraad te houden en het terug te nemen.
Meerdink: Ik kan mij wel aansluiten bij de woorden van de heer Boelens naar
aanleiding van hetgeen de heer Meijerhof heeft gezegd.
Ik wil nog even ingaan op de zwemabonnementen. Onze fractie is gelukkig met het plan
couponboekjes in te voeren. Hopelijk zal daardoor het aantal bezoekers toenemen. Minder
"thousiast zijn wij over de tariefsverlaging van de seizoenabonnementen. In de toelichting