8
Wat betreft de exploitatie zegt de wethouder dat de door mij voorgestelde variant een
batig saldo oplevert van f. 10.000,— en die van de Stichting woningbouw St. Joseph
f. 40.000,— Wij kunnen deze drie woningen natuurlijk op den duur verkopen en dat levert
ook geld op. Volgens mij is het verschil niet zo hard te maken. Uiteindelijk zijn het huis en
het stuk grond ook geld waard.
Ik heb nog iets anders wat ik in eerste instantie niet heb genoemd. In dit gebied gaan
wij tien woningen meer bouwen dan aanvankelijk was gepland. Er is helemaal geen behoefte
aan die woningen. Bovendien gaan deze tien woningen af van het contingent 1986. Wij kun
nen deze woningen dus niet in gebieden bouwen die prioriteit hebben, zoals de binnenstad
en Camminghaburen. Ik vind dat ook een nadeel van de planwijziging.
Ik houd mijn motie overeind, want ik vind dit een erg belangrijk punt. Ik vind het een
vreemde zaak dat, terwijl in een commissie uitgangspunten zijn besproken en alles duidelijk
en rond was, er dan toch zulke dingen gebeuren. Wie heeft opdracht aan het Grondbedrijf
gegeven om, terwijl er nergens een planwijziging aan de orde is geweest, de onderhandelin
gen te beginnen?
De heer Van der Wal: De wethouder houdt een verhaal - wij horen dat nu voor het
eerst - dat eigenlijk in de raadsbrief had moeten staan. Ik ben daar niet door overtuigd en
ben het volledig eens met wat mevrouw Visscher naar voren heeft gebracht. Het is niet juist
dat een planwijziging waarover uitgebreid is gediscussieerd, ook wat betreft het al of niet
behouden van de drie panden, op deze manier en langs deze weg in de raad wordt gebracht.
Wij blijven de motie van mevrouw Visscher ondersteunen.
De heer Pruiksma: Onze fractie stemt op grond van stedebouwkundige en financiële
overwegingen tegen de motie van de PvdA en voor het uitgangspunt zoals dat door het col
lege naar voren is gebracht. Voor de volledigheid merk ik nog op dat onze fractie wel dege
lijk op de hoogte was van het feit dat het hier gaat om 145 woningen in plaats van 135 wo
ningen. Ook brieven die door de PTT worden bezorgd leveren namelijk informatie op. Als de
ingediende motie van de PvdA zou worden gevolgd dan zou er naar ons oordeel sprake zijn
van een beleid ad hocin die zin dat een plukje oud spul blijft staan op een lokatie waar dat
in feite, in de breedte van de stedebouwkundige opzet gezien, strikt genomen niet meer
past.
Ik hoop voor mevrouw Jongedijk en de heer Van der Wal, die zeggen niet in het bezit te
zijn van bedoelde stukken, dat Sinterklaas donderdag a.s. minder selectief te werk zal gaan
dan de PTT.
Mevrouw De Jong: De brief aan de leden van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening
heeft mij wel bereikt. Ik heb nou niet direct begrepen dat er van een volledige planwijzi
ging, nadat wij reeds eerder na een langdurige discussie een besluit hadden genomen, spra
ke was. Nogmaals, ik moet toegeven dat een en ander mij in deze drukke periode aan de
aandacht is ontsnapt. Ik had eerder de zaken na moeten kijken. Maar ondanks dat blijf ik
van mening dat het kant noch wal raakt dat de commissie, als het om een volledige planwijzi
ging gaat, niet is gehoord.
De wethouder zegt dat er inmiddels met de bewoners overeenstemming is bereikt en
geeft tevens toe dat de procedure nou niet bepaald perfect verlopen is. Ik wil dat van harte
onderschrijven. Het is ook merkwaardig dat, toen zich de eerste planwijzigingen begonnen
af te tekenen, er niet ogenblikkelijk naar de commissie is teruggekoppeld. Het lijkt mij toe
dat dat niet bepaald iets is wat aan de aandacht van het college is ontsnapt. Er is inmiddels
overeenstemming bereikt en vanaf augustus zijn er besprekingen gevoerd. Deze zaak teken
de zich dus al in een eerder stadium af en dan is het duidelijk dat daarmee naar de betref
fende commissies wordt gegaan. De wethouder zegf dat de woningen maar moeten worden af
gebroken ten behoeve van een betere stedebouwkundige invulling. Als dat op een gegeven
moment de motivering is, dan vrees ik het ergste voor onze stad.
De wethouder vindt de drie woningen niet zo goedkoop. De koopprijs bedraagt ruim
f. 68.000,Er is in de raad al vaker gezegd dat goedkope woningen schaars zijn en bijna
niet zijn te bezetten. Nu wordt voorgesteld om deze drie goedkope woningen af te breken.
In de plaats daarvan worden dan duurdere weningen gebouwd. Mijnheer de voorzitter, ik
wil wijzen op de enorme leegstand in Camminghaburen - daar staan ook dure woningen - en
ik geloof niet dat dat hetgeen is waar Leeuwarden op zit te wachten.
Ik ben niet tegen de aankoop van de woning waar het nu over gaat. Er is wat dat be
treft ook al in een ver gevorderd stadium overeenstemming bereikt. Wel ben ik tegen het
geen er achter zit.
Mevrouw Van Dijk-van Terwisga: Ik heb in eerste instantie ons standpunt al weergege
ven. Nu wil ik nog even ingaan op de ingediende motie. Het zal duidelijk zijn dat wij daar
tegenstemmen. In wezen bevat het voorstel van het college ook alleen maar de aankoop van
het pand Familie van der Weijstraat 57. Volgens mij is iedereen het daar wel mee eens.
9
Ik heb begrepen van de wethouder dat het plan nog in de Commissie voor de Ruimtelijke
Ordening aan de orde komt, omdat een wijziging van het bestemmingsplan noodzakelijk is.
Wij kunnen zijn opmerking wel onderschrijven over de drie kleine oude panden in deze mo
derne stadswijk. Deze punten zullen dus terugkomen in de Commissie voor de Ruimtelijke
Ordening.
Wij zijn dus voor het voorstel van het college en tegen de motie.
De heer Timmermans (weth.): Mevrouw Visscher heeft nogmaals aangegeven dat zij ern
stige bezwaren heeft tegen de wijze waarop de wijziging tot stand is gekomen. Ik heb in
eerste instantie niets anders gedaan dan aangegeven hoe, naar aanleiding van de bezwaren
van de bewoners tegen de voorgenomen bouw van een flat, geleidelijk aan in het overleg
tussen de bewoners en de woningcorporatie gekomen is tot de oplossing die er nu ligt. Ik
heb erkend dat het spijtig is dat het ons ontgaan is om tijdig terug te koppelen naar de
Commissie voor de Ruimtelijke Ordening. Het schriftelijk horen van de commissieleden - een
noodprocedure - vonden wij nodig, omdat zij in de gelegenheid moesten worden gesteld om
te reageren.
Mevrouw Visscher vindt dat de relatie van de drie panden met de omgeving wel degelijk
aanwezig is en met name dan in de richting van Snakkerburen. Het lijkt mij niet verstandig
vanavond de mate van samenhorigheid tussen deze panden en Snakkerburen aan de orde te
stellen. Ik heb al aangegeven dat ik daar een iets ander idee over heb gelet op de percelen
die er tussen liggen.
Het lijkt mij voor de hand liggend dat er in de welstandscommissie geen bezwaar is ge
maakt tegen het handhaven van de drie panden. Een en ander maakte op dat moment geen
onderdeel uit van het plan. De Commissie Welstandszorg heeft zich nooit uitgesproken over
het wel of niet handhaven van de panden.
Dan het financiële argument. Mevrouw Visscher komt met het voorstel om de panden te
verkopen. Ik wil haar best de financiële opzet geven, zodat zij kan nagaan op grond van
welke motieven wij daartoe zijn gekomen. In deze cpzet wordt uitgegaan van de meest opti
male variant, namelijk verkoop. Als wij praten over verhuur van de panden, dan zal de on
rendabele top ten laste van het fonds stadsvernieuwing dus groter zijn. Wij hebben bewust
gezocht naar de meest optimale opbrengst, als wij uitgaan van de door mevrouw Visscher
gedachte variant. Het onrendabele verschil blijft dus staan op f. 30.000,
Ik heb wat moeite met de geschetste beeldvorming ten aanzien van het feit dat hier dure
woningen worden gebouwd waar geen behoefte aan is. Ik wil er op wijzen dat de raad in dit
gebied 135 woningwetwoningen heeft gepland en er ook mee heeft ingestemd dat die worden
gerealiseerd. Om dan, als er tien woningen extra worden gebouwd, plotseling te zeggen dat
het gaat om te dure woningen vind ik niet zo'n erg sterk argument. Ook de leegstand in
Camminghaburen is aangehaald. Ik vind dat wij wel voorzichtig moeten zijn met het doen van
zulke uitspraken. De leegstand in Camminghaburen betreft andere categorieën woningen dan
de woningen die wij in het nu aan de orde zijnde gebied gaan bouwen.
De heer Van der Wal heeft dezelfde argumenten gebruikt als mevrouw Visscher. Ik hoef
daar dus niet verder op in te gaan.
De heer Pruiksma en mevrouw Van Dijk gaan akkoord met het voorstel van het college.
Mevrouw De Jong heeft aangegeven dat zij moeite heeft met de gevolgde procedure. Ik
heb al aangegeven dat de procedure geen schoonheidsprijs behoeft te krijgen. Maar het gaat
mij wel wat te ver om te zeggen dat de procedure volstrekt onhanteerbaar is. Ik vind dat de
commissie alle gelegenheid heeft gehad om in deze procedure in te grijpen. Ook vanavond
kan de raad nog ter zake een stellingname innemen. Wat dat betreft vind ik niet dat de pro
cedure onverantwoord kan worden genoemd.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Ik breng in stemming de motie van mevrouw
Visscher.
De motie van mevrouw Visscher-Bouwer en de heer Meijerhof wordt verworpen met 21
tegen 14 stemmen.
(Voor de motie stemmen van de fractie van de PvdA de dames Doevendans, Jongedijk-Welles
Visscher-Bouwer, Vlietstra en Wielinga-Graansma en de heren Ten Hoeve, E.M. Janssen, J.F.
Janssen en Meijerhof, alsmede de leden van de fracties van PAL en D'66.)
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 6 (bijlage nr. 407).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.