10 Punt 7 (bijlage nr. 408). De Voorzitter: Dit punt luidt: Verkoop van de opstal met aanhorigheden, plaatselijk ge merkt Kanaalweg 213. Mevrouw De Jong: Dit punt is eerder aan de orde geweest. De provincie heeft inmiddels een ligplaatsontheffing aan de firma Meeter verleend. Het verwondert mij bijzonder dat de gemeente Leeuwarden niet meteen aan de bel heeft getrokken en geattendeerd op het gevaar dat daar aanwezig is. De gemeente Leeuwarden is reeds eerder met deze materie geconfron teerd. Ook de binnenvaart heeft sinds 1968 de gemeente bij herhaling op het gevaar gewe zen. Ik vind het merkwaardig dat dit argument niet door de gemeente naar voren is ge bracht. Ik zal, gelet op het veiligheidsaspect in dezen, tegen de verkoop stemmen. De heer Timmermans (weth.): Ik kan mij de zorg van mevrouw De Jong wel voorstellen, maar wat doen wij ermee? De vergunning is in rechte door de provincie verleend. Het be treft hier een provinciale competentie. Als de schippersvereniging daar problemen mee heeft, dan moet zij zich tot de provincie wenden. De gemeente heeft ter zake geen zeggen schap. Feit is dat de provincie de vergunning heeft verleend. De consequentie van het voorstel van mevrouw De Jong zou zijn dat, omdat zij het niet eens is met de vergunning verlening, de desbetreffende particulier de dupe wordt. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de fractie van D'66 wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd. Punten 8 t.e.m. 11 (bijlagen nrs. 405, 396, 406 en 398). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 12 (bijlage nr. 399). De Voorzitter: Aan de orde is thans: Vaststellen van het tracé van de Oostergoweg. De heer Ten Hoeve: De uitspraak: "Het wordt toch allemaal anders", geldt zeker voor de plannen met betrekking tot de Oostergoweg. Wij hebben steeds weer andere plannen/al ternatieven voorgelegd gekregen. De gang van zaken is eigenlijk heel onbevredigend. Wij hebben in de raad steeds gepleit voor het vroegtijdig maken van plannen. Dat is ook hier gebeurd. Ambtenaren zijn aan het werk gegaan en hebben heel veel tijd in de plannen ge stoken. De politiek heeft zich er in diverse zittingen op alle mogelijke manieren mee bezigge houden. Bovendien heeft er inspraak plaatsgevonden. Kortom, er is veel tijd en geld in de plannen gestopt. Steeds weer is er sprake geweest van overleg met de Nederlandse Spoor wegen. Mogelijkheden die wij zagen en graag wilden konden niet en werden geblokkeerd. Plotseling blijkt in een bepaalde situatie dat, door een standpunt van Rijkswaterstaat, de provincie en mogelijk de ministerraad, datgene waarvan wij vonden dat moest, toch kan ge beuren. Kortom, er is in een tijd van bezuiniging sprake van verkwisting van tijd en geld. Er speelt echter ook een ander effect. Mensen die hiermee bezig zijn - dat geldt zeker voor mensen buiten de politiek en het ambtelijk apparaat - verliezen het vertrouwen in dit soort procedures en dat is slecht. Dat aspect moet ook naar de verantwoordelijke mensen in dezen worden geconstateerd. Het voorgaande neemt niet weg dat onze fractie blij is met wat er nu is uitgerold. Het alternatief is enigszins anders, maar wat nu voor ons ligt komt overeen met wat wij wilden: de overweg gelijkvloers. Een compliment aan het adres van het college is op zijn plaats voor wat het uit de onderhandelingen heeft gehaald. Ook de consequenties voor rijksweg 32 zijn erg belangrijk. Ik wil nog eens herhalen dat wij blij zijn dat de Oostergoweg wordt gereali seerd, want wij vinden nog steeds dat de situatie in de Schrans niet aanvaardbaar is. De Oostergoweg moet er komen. Na alles wat wij gezegd hebben wil ik nog kort iets zeggen over het tracé. De keuze is nu tussen de tracés 1, 4c en 5 of eigenlijk tussen 1 en 5. Onze fractie kiest voor tracé 5. Wij onderschrijven wat dat betreft de argumenten in de raadsbrief: een effici ënter grondgebruik, een betere oplossing voor het parkeren en mogelijkheden voor betere oplossingen in de toekomst. Tracé 1 geeft een moeilijke aansluiting van de Schrans en stuit op stedebouwkundige bezwaren, terwijl ook de afstand tussen de kruispunten te klein wordt. Wij kunnen de hele discussie over de tracékeuze wel herhalen, maar het standpunt van onze fractie is, nadat wij alles hebben afgewogen,: wij kiezen voor tracé 5. Ik wil over dit tracé nog een aantal opmerkingen maken. De situatie vanuit het oosten van de stad, de ontsluiting van Camminghaburenblijft problematisch. Voorgesteld wordt om het verkeer uit die richting langs Achter de Hoven af te wikkelen. Ik zou graag willen, dat bekeken wordt of het verkeer vanuit het oosten zich zoveel mogelijk kan afwikkelen via 11 Tulpenburg en de nieuwe weg die langs het spoor wordt aangelegd. De Zuidergrachtswal moet dan zoveel mogelijk een ondergeschikte functie krijgen, zodat de verkeersproblematiek inde buurt van de Wirdumerpoortsbrug ook wat gemakkelijker kan worden opgelost. Wij realiseren ons dat de keuze voor tracé 1 op heel veel bezwaren stuit bij het Lienward College. Er moet gekozen worden tussen een aantal zaken. De nu door ons gekozen oplos sing is niet erg gunstig voor het Lienward College en wat dat betreft moeten er naar be schermende maatregelen worden gezocht. Over het parkeren het volgende. Nu wij het Oude Veemarktterrein gaan verkopen, moet geprobeerd worden om de parkeervoorzieningen, die wij door deze verkoop verliezen, zoveel mogelijk in dit gebied te compenseren. Er zijn wat dat betreft allerlei mogelijkheden voor al ternatieve parkeerplaatsen. Dan nog een aantal opmerkingen over de stedebouwkundige kant van de zaak. Ik heb al gezegd dat onze fractie akkoord gaat met tracé 5. Wij stellen daarbij echter wel dat wij niet verder gaan dan te kiezen voor deze principe-verkeersoplossing. Bij de plannen die gepre senteerd zijn, zijn ook tekeningen van gebouwen en complexen geleverd. Wij willen ons op geen enkele manier stedebouwkundig vastleggen. Wat er in dit gebied moet gebeuren, moet nog heel duidelijk in een programma van eisen en een bestemmingsplan worden vastgelegd. Nu al willen wij uitspreken dat wij in dit gebied zeker niet denken aan kantoren en woonge bouwen die in een zee van ruimte zwemmen en omgeven zijn door weidse gazons en brede bermen. Ons staat meer een stedelijke bebouwing met wegen en straten die zich door die be bouwing heenslingeren voor ogen. De Potmarge is in dit gebied nooit een rivier geweest en is ook omgeven geweest door kaden. Wat dat betreft kan die echt in een stedelijke structuur worden ingevuld. Dan mijn laatste opmerking. Uit de krant is ons gebleken dat de mensen in Wirdum en Wytgaard ongerust zijn over de plannen met betrekking tot rijksweg 32, waarover in de raadsbrief ook wordt gesproken. Die plannen zijn voor ons nog wat onduidelijk en ik kan daar dan ook niet veel over zeggen. Ik wil de wethouder vragen of hij genoemde onrust weg kan nemen, want het mag niet zo zijn dat door de reconstructie van deze weg de dorpen Wirdum en Wytgaard van hun korte directe verbinding worden afgesloten en dat de verbin ding tussen de dorpen - er zijn namelijk onderlinge relaties - verbroken wordt. De heer Sijbesma: Toen wij de vorige keer over het vaststellen van het tracé van de Oostergoweg hebben gepraat, heb ik gezegd dat ik hoopte dat dat de laatste zitting over dit punt zou zijn. Inmiddels is gebleken dat het toen om de voorlaatste zitting ging. Wij wachten nu maar verder af. Bij de vorige gelegenheid zijn wij akkoord gegaan met tracé 4c. De spoorlijn was toen een barrière, dus moesten wij daar onderdoor. Nu is er sprake van een financiële barrière. Maar wat volgens mij belangrijker is, is dat er nu een mogelijkheid is om gelijkvloers te gaan werken De keuze is nu tussen tracé 4c en tracé 5. In de raadsbrief worden de voordelen aange geven - die zijn ook tijdens de discussie in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening naar voren gekomen - van tracé 5 ten opzichte van tracé 4c. Wij hebben tijdens de discussie waar tenslotte tracé 4c uit naar voren kwam heel duidelijk gesteld dat wij willen dat een eventuele oostelijke aansluiting mogelijk moet zijn wanneer daar behoefte aan is. Tracé 5 geeft ook - dat zeg ik de heer Ten Hoeve na - een betere mogelijkheid voor de parkeervoorziening. Ik denk dat wij die daar moeten uitbuiten. Het Lienward College heeft bezwaar gemaakt tegen de keuze van tracé 5. De bezwaren hebben wij bij de keuze voor tracé 4c in april van dit jaar gewogen. Mijn fractie heeft toen geconstateerd dat de maatregelen die vroeger genomen zijn eigenlijk problemen voor het Lienward College geven, met name wat betreft de ontsluiting van Camminghaburen langs de Willem Lodewijkstraat. De raadsbrief kan een beetje de suggestie wekken alsof de daarin genoemde gelijkvloer se kruising wordt uitgeruild tegen de andere gelijkvloerse kruising, waarvoor al gauw de kruising Wytgaard-Wirdum wordt ingevuld. Ik heb uit de discussies begrepen dat dat nooit de bedoeling is geweest. De raadsbrief suggereert die uitruil echter wel. Er wordt namelijk geen verschil gemaakt tussen een gelijkvloerse en een ongelijkvloerse kruising. Mijn fractie wil wat dat betreft geen onduidelijkheid. Wij vinden dat er een rechtstreekse verbinding moet blijven tussen Wytgaard en Wirdum. Wij verwachten van het college dat dit punt bij de verdere onderhandelingen over rijksweg 32 meegenomen zal worden. Mevrouw Van Dijk-van Terwisga: Bij de vorige behandeling van dit onderwerp zijn wij niet akkoord gegaan met model 4c, maar kozen wij voor model 3. Wij zijn er dan ook goed over te spreken dat uiteindelijk model 4c niet doorgaat. Onze fractie kan wel instemmen met het voorliggende voorstel van het college betreffende model 5. Wij hebben dat ook al gezegd bij de behandeling van deze materie in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening. Wij vin hen de haakse bocht in de Oosterweg voor het verkeer niet fraai, maar het feit dat juist op dit punt op eenvoudige wijze een aansluiting in oostelijke richting zal kunnen worden ge naakt, doet ons over dat bezwaar heenstappen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 6