22
en ais de raad pas bij miljoenen-onderhandelingen met de Aegon betrokken wordt als het
laatste bod gedaan is; dan wordt het slikken of stikken.
Een tweede element dat het gevoel niet vertegenwoordigd te zijn versterkt en de uithol
ling van deze politiek versnelt is de te geringe gevoeligheid van dit college voor nieuwe out
wikkelingen in de samenlevingNieuwe beleidsterreinen moeten ontgonnen worden door be
wegingen zelf: de vredesbeweging schrijft een nota over lokale vredespolitiek, het COC
in samenwerking met de linkse fracties een nota over homo-beleid. De Federatie Nederlandse
Vakbeweging (FNV) schrijft in samenwerking met PAL en PvdA een woonlastennota. Op deze
initiatieven wordt traag en afhoudend gereageerd. Ook nieuwe ontwikkelingen op terreinen
waar groepen in het verleden posities hebben verworven, zoals bewonersorganisaties, wor
den door b. en w. traag en visieloos opgepakt. Wij kijken nog steeds reikhalzend uit 'naar
de noxa van de Commissie Heere en de ideeën over zelfbeheer die daarin uitgewerkt zouden
moeten zijn. Er zijn meer terreinen te noemen: van het emancipatiebeleid komt zo weinig te
recht dat na vijf jaar een evaluatienota zelfs zonder inspraakronde besproken kan worden,
aangezien vrouwengroepen weinig tot niets van de beleidsontwikkeling hebben meegemaakt'.
Op het gebied van milieu en energie ontbreekt het aan een uitgewerkte beleidsvisie en con
crete plannen; bij volkshuisvesting wacht men af of de woongroepen zich zullen melden en
of er dan voor gebouwd wordtEn wat is er tot nu toe terecht gekomen van het inno
vatieplan en de raamnota onderwijs?
Naast deze punten uit het collegeprogramma, die slecht uit de verf gekomen zijn, willen
wij ook enke'e gunstige ontwikkelingen noemen, alvorens het collegeprogramma meer gedetail
leerd langs te lopen. Positief zijn in onze ogen in ieder geval de doorgaande stadsvernieuwing,
zoals bijvoorbeeld het beschikbaar komen van gelden voor het Valeriuskwartierhet tot ont-b
wikkeling brengen van beleid met betrekking tot cultuur en drugs, het "vleugje optimisme'
in het financieel beleid en de meeste uitgaven in het kader van nieuw beleid.
Gedetailleerde evaluatie van het collegeprogramma
Q
Punt 4 van het collegeprogramma - vergroting van zeggenschap van mensen over hun woon-,
werk- en leefsituatie - is niet alleen onuitgewerkt gebleven in de stadsvernieuwingsgebieden.
Ik denk aan het rapport van de Commissie Heere. Welke concrete initiatieven heeft het college
van b. en w. op dit terrein genomen? Zijn de punten 3 en 4 op bladzijde 7, waarin gerept
wordt van een actief participatiebeleid, wel gerealiseerd? Waar zijn de experimenten met be
slissingen en activiteiten in handen van democratisch werkende groepen? Op welke wijze heb
ben b. en w. inhoud gegeven aan de horizontalisering van de werkstructuur (bladzijde 8
punt 1) en is de zeggenschap en medeverantwoordelijkheid van ambtenaren de afgelopen
jaren actief bevorderd (bladzijde 8 punt 4)?
Maar ook op het gebied van belastingpolitiek en bezuinigingen is het collegeprogramma
niet of naar onze mening onvoldoende uitgevoerd. Natuurlijk hebben wij ons ingezet voor
een gezamenlijke woonlastennota van PvdA, FNV en PAL, juist vanuit onze gemeenschappe
lijke opvatting dat onder andere de verhoging van belasting en andere lasten van de burgers
tot het uiterste beperkt wordt (bladzijde 3 punt 7a). Een college dat vervolgens doodleuk de
onroerend goedbelasting voor gebruikers met 19% verhoogt in één jaar spot met haar eigen
programma. Bij de vaststelling en verdeling van de bezuinigingen vinden wij nog steeds dat
de raad onvoldoende inzicht heeft in de effecten van die bezuinigingen. Dat komt onder
andere doordat punt 9c van het collegeprogramma - inzicht zal worden gegeven in de vraag
welke bevolkingsgroepen het meest van bestaande taken of' voorzieningen profiteren - tot nu
toe niet is uitgevoerd.
Een aantal zaken, zoals geformuleerd in het hoofdstuk onderwijs, is niet uitgevoerd of
er zijn juist pogingen gewaagd om zaken te doen die er volstrekt haaks op staan. Wat te
denken van de pogingen van b. en w. om de basisschool in Hempsns op te heffen in het licht
van wat onder het kopje "planning" staat in het collegeprogramma (zo lang mogelijk in stand
houden, gebruik maken van ontheffingsregelingen)? En is de benoemingskans van hoofden van
kleuterscholen tot hoofd van de nieuwe basisschool even groot geweest als die van hoofden
van de lagere school?
Het collegeprogramma wijdt mooie volzinnen aan het tegengaan van schaalvergroting in
de binnenstad, het vervlechten van wonen, werken, winkelen, recreatie en welzijnsvoorzie
ningen. Aan het einde van deze raadsperiode komen wij er niet onderuit te constateren dat
deze beleidsafspraken niet of nauwelijks zijn nagekomen. Enerzijds komt dit door onvoldoende
gemeentelijke initiatieven, anderzijds is het onderdeel van een moeilijk te beïnvloeden proces
van schaalvergroting. Initiatieven voor bijvoorbeeld vestiging van ambachtelijke bedrijven
(ik denk hierbij bijvoorbeeld aan de Kleine Hoogstraat) zouden dus genomen moeten worden.
Met name in en rond de binnenstad blijken negatieve ontwikkelingen het duidelijkst. Wij
hoeven maar te wijzen op de overmaat aan beeldbepalende nieuwbouw van woningen, de uit
breiding van het provinciehuis richting Oosterstraat, modelkeuze Schoolstraat, ontwikke
lingen aan de Willemskade waar de nieuwbouw van de FBTO nu gestalte krijgt. Kan het college
23
ons trouwens uitleggen hoe de beloofde woningbouw op de hoek Snekerkade/Willemskade nog
ingepast kan worden?
PAL maakt zich grote zorgen over het feit dat er voor steeds meer kleineop zich niet
storende bedrijven geen plaats meer blijkt te zijn in de voortschrijdende planmatige aanpak
van de binnenstadsvernieuwing. Juist ook deze bedrijvigheid geeft 'sjeu' aan de binnenstad,
maar zo langzamerhand is er geen plaats meer waar deze bedrijvigheid kan gedijen. Deelt het
college deze zorg en welke maatregelen kunt u in het vooruitzicht stellen om hieraan tegemoet
te komen?
Overigens hebben wij met tevredenheid vastgesteld dat het college nu ook een door PAL
al vaker bepleite projectmatige aanpak aankondigt voor herstel van de woonfunctie boven
winkelpanden
Ook de democratisering van de woningbouwcorporaties (een van de punten uit het college
programma) is niet of nauwelijks gevorderd, uitgezonderd bij het Woningbedrijf. Ministeriële
maatregelen lijken noodzakelijk (en komen er gelukkig aan) om organisaties die bestaan bij
gemeenschapsgelden open te breken en de mensen voor wie die gelden beschikbaar zijn ge
steld (de bewoners) mee te kunnen laten praten en beslissen over hun woningen.
Wat begrijpelijkerwijs niet expliciet in het collegeprogramma geformuleerd staatmaar
niet onbelangrijk is bij een algemenere beoordeling van een collegeis de kwaliteit van de
besluitvorming, de kwaliteit van het bestuur. Daarbij valt te denken aan voldoende en zorg
vuldig overleg met betrokkenen, tijdige en volledige informatie voor raadsleden, adequaat
optreden van het college en soms ook wat lef om je nek uit te steken. Helaas moeten wij con
stateren dat dit college, wethouders uit dit college, deze kwaliteit van bestuur niet altijd aan
de dag hebben gelegd. De manege-affaire is daarvan wel een heel duidelijk voorbeeld, die
bij ons een nare smaak heeft achtergelaten. Het niet-officieel horen van de raad over de
Frigas-investering is een ander voorbeeld. Het onvermogen van b. en w. om met enig ge
durfd elan initiatieven te nemen voor niet-traditionele amateuristische kunstbeoefening, zodat
eindelijk een geschikte ruimte en een daarbij passende financiering voor Echo te vinden zou
zijn, is een derde voorbeeld.
Het is te gemakkelijk om de schuld voor het onvoldoende uitvoeren van het collegepro
gramma uitsluitend bij het CDA te leggen. Natuurlijk is het vooral deze groep die hecht aan
de status quo, ongevoelig is voor en zelfs wars is van nieuwe ontwikkelingen en bewegingen
waarin dit tot uitdrukking komt. Natuurlijk worden veel bestuursposten juist door CDA-ers
bezet en versterken zij "de logica van het apparaat" door hun bestuurlijke benadering. Maar
ook binnen de PvdA steekt de ongevoeligheid voor nieuwe ontwikkelingen en het redeneren
vanuit het bestuur soms de kop op. Wij willen de motie over de anonieme tips bij de GSD in her
innering roepen die ondanks verzet van een groot deel van de PvdA-fractie en niet dankzij
de PvdA werd aangenomen. De ongevoeligheid voor nieuwe ontwikkelingen - of de tragere
doorwerking daarvan, want het nieuwe PvdA-programma gaat op sommige onderdelen verder
dan standpunten van de fractie tot nu toe - is scherp gebleken in de onwil om een anti-dis-
criminatiebeleid in Leeuwarden te ontwikkelen. Geen enkel initiatief heeft de PvdA tot nu toe
genomen. Wel werd een initiatief van PAL om bij de opstelling van de Algemene Subsidiever
ordening (ASV) een discriminatieverbod op te nemen als overbodig bestempeld, het aan-
kaartenVan discriminatie door het Leger des Heils als "een heksenjacht" bestempeld
en over ons protest tegen het uitsluiten van ongehuwd samenwonenden (homo- dan wel
heteroseksueel) van een voordeelsregeling bij Cambuur werd überhaupt niets positiefs ver
nomen, terwijl de PvdA-wethouders in deze kwestie discriminatie dekten. Over het concrete
PAL-voorstel tot het opnemen van een anti-discrimiriatie-artikel in de ASV valt tot nu toe
weinig positiefs te melden van de kant van de PvdA of van een andere fractielaat staan
van de belofte van de PvdA-fractie om alert te zijn op discriminatie en aan te koersen op een
algemeen anti-discriminatiebeleid. Een anti-discriminatie-artikel in de ASV, dat zo'n beleid
handen en voeten zou kunnen gevenwordt tot nu toe tegemoet getreden met opmerkingen
als "dat zo'n artikel slechts zin heeft als er een eenduidige interpretatie van gegeven kan
worden"; een opmerking van mevrouw De Haan in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden
Juristen in deze zaal kunnen misschien iets vertellen over hoe vaak regels eenduidig zijn en
de functie die regels desondanks kunnen hebben omdat alleen al in de strijd om de interpre
tatie van regels normen helder kunnen wordenconcreterzodat bij de toepassing van anti-
discriminatieregels duidelijk wordt wat wij, hier en nu, onder discriminatie ongerecht
vaardigd onderscheid maken) verstaan. Dan zal de PvdA-fractie kleur moeten bekennen.
Wij willen b. en w. uitnodigen alsnog met een voorstel voor een anti-discriminatie-artikel
uaar deze raad te komen; een voorstel vergelijkbaar met het ook door CDA en VVD in Amster
dam gesteunde anti-discriminatie-artikel. Het argument dat wij maar moeten wachten op lande
lijke wetgeving is nog minder geloofwaardig dan vorig jaar. Het ziet er immers naar uit dat
ket CDA opnieuw in de regering komt en dat de andere, wel discriminatiebestrijdendepar
ijen in de Kamer om louter partijpolitieke redenen de handen niet in één slaanOok de prak
tijk in Leeuwarden heeft ons in onze mening gesterkt dat zo'n artikel in de ASV onmisbaar is;
b. en w. konden immers Cambuur niet aanpakken omdat de ASV hun daarvoor niet voldoende
roddelen bood!