lending van de periode na de behandeling en verslaggeving om alsnog claims in te dienen
deze procedure geen verslechtering hoeft te betekenen. Daarnaast zal er wel op grotere
schaal bekendheid gegeven dienen te worden aan de inspraakmogelijkheid bij deze commissies
c.q. de afdelingsvergaderingen. Ook zal de verslaggeving moeten verbeteren, in ieder geval
completer moeten zijn. Wanneer de portefeuille-verdenng na de raadsverkiezingen beter aan
sluit op de onderverdeling van de nieuwe comptabiliteitsvoorschriftendan zal dat de behan
deling van alle onderwerpen van één wethouder op één avond minder heen-en-weer-bladelend
kunnen laten verlopen.
Tot slot willen wij de ambtenaren ook dit jaar weer bedanken voor hun inzet en het ver
richte werk. Wij realiseren ons dat zeker ook onze fractie vaak veeleisend is en dat de werk
druk de afgelopen jaren sterk is toegenomen. Wij hopen dat het evenwicht en de spanning
tussen wensen enerzijds en mogelijkheden anderzijds in de juiste verhouding blijven bestaan,
Mevrouw De Jong: Mijnheer de voorzitter, bij de algemene beschouwingen van vorig jaar
heb ik mijn bijdrage besloten met de wens dat het 700-jarig bestaan van Leeuwarden een
onvergetelijk feest zou mogen worden voor aiie burgers van onze stad. De na 22 jaar weer
verreden elfstedentocht gaf hiervoor een prachtige aftrap. Maar helaas, daarna kwam het
niet echt van de grond: barbecuevlees werd in de kiem van het initiatief gesmoord en paar
den galoppeerden zonder te draven weer op sta] aan. Leeuwarden 700 staat dan ook bepaald
niet in het geheugen van de doorsnee Leeuwarder gegrift als een feestjaar en men lijkt dan
ook minder gul in zijn waardering over de resultaten van dit gebeuren als het college zich
daarover in het beleidsplan uitlaat. Nou staat een positieve kijk op de dingen een mens, en
dus ook een college, altijd zeer te prijzen en dat het college dwars tegen de mening van zo-
velen m het gebeuren positief blijft waarderen getuigt van een ontwapenend optimisme.
Het moet datzelfde ontwapenend optimisme zijn van waaruit het college dit beleidsplan
presenteert als structureel sluitend. Lag aan het vorige beleidsplan nog een vleugje optimisme
ten grondslag, dit beleidsplan drijft erop. De vorig jaar ingebouwde tegenvallers, als in
komsten geraamd, worden nu gepresenteerd als uitkomsten op basis van ongewijzigd beleid.
Dit beleidsplan doornemend krijg ik bepaald niet de indruk dat het college van dit kron
kelige en jaarlijks weer opbrekende dekkingspad is teruggekeerd. Integendeel! Om maar
even de inmiddels platgelopen dwarsstraat bijstandscompensatie weer in te slaan: omdat er
na 1986 nog onzekerheid hierover bestaat is dat voor het college reden genoeg om van een
optimistische raming uit te gaan. Grenzeloos optimistisch is het college ook in zijn voornemen
de uitgeputte risicoreserve weer te voeden met de rekeningsoverschotten uit de jaren 1983
en 1984. De enige zekerheid over dit dekkingsmiddel is dat voorgaande jaren, dus de jaren
waarin de begroting nog niet op alle beleidsterreinen tot de laatste druppel was uitgeknepen,
ook rekeningsoverschotten lieten zien. Een van de uitgangspunten van het financieel beleid,
namelijk het hanteren van realistische ramingen, herken ik hierin niet en het 'met een vleugje
optimisme' vind ik een miskenning van de ongelooflijke optimistische inslag, dit college eigen.
Zonder nou alle optimistische ramingen en niet met ronde cijfers aangegeven tegenvallers,
zoals bijvoorbeeld de automatisering bij de GSD, uitputtend te noemen, onderschrijf ik de
mening van het college niet dat wij hier met een structureel sluitend beleidsplan van doen
hebben. Integendeel! Ik kwalificeer dit beleidsplan als boterzacht en ik ben van mening dat.
als wij geen haast maken met de werkelijke herbezinning op plaats en taak van de gemeente,
Leeuwarden regelrecht afstevent op een artikel 12-situatie.
Mijnheer de voorzitterwerkelijk mijn ogen uitgewreven heb iK bij het lezen van het
voornemen van het college "terughoudendheid met verzwaring van de additionele lastendruk
voor de burger" als uitgangspunt te hanteren. Dit staat haaks op het in maart genomen be
sluit over te gaan op invoering van de rioolretributie en de maar liefst 17% verhoging van de
onroerend goedbelasting. En het staat cok in schril contrast met de in het collegeprogram
verwoorde belofte om verhoging van belastingen en andere lasten van de burgers tot het
uiterste te beperken. Het verweer dat het college zich hierin heeft geconformeerd aan een
besluit uit de vorige college/raadsperiode vind ik ronduit misleidend. Dit besluit wordt ten
uitvoer gebracht in deze college/raadsperiode. Nee, mijnheer de voorzitter, de zinsnede
"terughoudendheid met verzwaring van de additionele lastendruk voor de burger", is achter
haald en als zodanig misplaatst in dit beleidsplan.
Ronduit verbaasd was ik te zien dat de post herhuisvesting NV Frigas als ongewijzigd
beleid wordt gepresenteerd. Het mag dan een externe ontwikkeling worden genoemd, ik blijf
van mening dat het college alle moeite had moeten doen om de beslissing hierover uitgesteld
te krijgen, zodat de raad nu en op dit moment de gelegenheid had gekregen om het geheel
in de afweging te betrekken. Uiteindelijk gaat het hier om een derving van winstuitkering
van f, 500.000,naar ik vrees weer wat te optimistisch geraamd - op jaarbasis. Dat is
niet niks, zeker niet als ik dat afzet tegen de voorgestelde bezuinigingen en het beleidsplan
al spreekt over het moeten snoeien in het "groene loof".
Mijnheer de voorzitter, ik onderschrijf de zienswijze van het college dat huisvesting van
arrestanten in het politiebureau ten behoeve van justitie een principieel onjuiste zaak is.
29
Graag wil ik wat meer duidelijkheid over de te treffen noodzakelijke voorzieningen in het
politiebureau om, zolang er nog geen oplossing is voor deze onaanvaardbare situatie, de
arrestanten in elk geval zo goed mogelijk te huisvesten.
Bij deze laatste plenaire zitting van de raad in deze samenstelling doet zich het gemis
voelen aan een goede evaluatie waaraan het collegeprogram kan worden getoetst. Ik ben van
mening dat juist dit een dusdanige prioriteit had moeten hebben dat dit niet vanwege de
werkdruk achterwege had mogen blijvenHet voornemen in het collegeprogram om het perso
neelsbeleid als een wezenlijk onderdeel van het emancipatiebeleid te beschouwen en de con
statering dat het aantal vrouwen in gemeentedienst terugloopt staan haaks op elkaar. Ik
neem aan dat deze ontwikkeling niet van de laatste weken is en ik vraag me dan ook af
waarom het college op een zo wezenlijk punt uit het eigen collegeprogram hiernaar niet eerder
een nader onderzoek heeft verricht.
Het onderwijs, mijnheer de voorzitter, geeft alle reden tot zorg. Het is te centralistisch
en te gedetailleerd geregeld, waardoor het uiterst moeizaam aansluiting vindt bij een ver
anderende samenleving. Omvangrijke bezuinigingen tasten de kwaliteit van het onderwijs aan.
En het systeem lijkt vast te lopen in een circulaire-beleiddat door zijn willekeur en onvoor
spelbaarheid ontwrichtend werkt op de dagelijkse gang van het onderwijs. Over de sub-facul
teit sociale wetenschappen inzake welzijnsvraagstukken is inmiddels het doek gevallen. De
dreigende schaalvergroting met betrekking tot de schoolbegeleidingsdiensten lijkt onafwend
baar. En een aantal scholen in het voortgezet onderwijs wordt bedreigd in het zelfstandig
voortbestaan door een vermindering van het leerlingenaantal. Basis scholen zijn van start
gegaan, maar door onvoldoende rijksmiddelen kan het basisonderwijs maar moeizaam vorm
krijgen.
Gelukkig zijn er ook goede ontwikkelingen te signaleren. De contouren van een sterk
Fries hbo-instituut worden zichtbaar. Ik hoop dat het bestuur van de lerarenopleiding
Ubbo Emmius ook inziet dat een eendrachtige samenwerking van alle partijen van het grootste
belang is. Ook de komst van enkele propaedeuses wetenschappelijk onderwijs is verheugend.
De komst van heao-onderwijseen hogere hotelschool en de academie voor hogere bestuurs
ambtenaren zijn ontwikkelingen die moeten leiden tot een verdere uitbreiding van het onder
wijsvoorzieningenniveau in Leeuwarden. Het betekent dat het slagvaardig handelen van het
college in deze zaken zijn vruchten afwerpt. Een compliment is hier dan ook zeker op zijn
plaats!
Hoewel dit kabinet zo tegen de verkiezingen steeds luidruchtiger de heilzame werking
van eigen beleid verkondigtconstateer ik dat de zegeningen Leeuwarden blijkbaar nog niet
hebben bereikt. De vergaande bezuinigingen en de overheidssteun aan het bedrijfsleven,
die de werkloosheid hadden moeten terugdringenhebben het hier geen arbeidsplaatsen laten
regenen, zelfs niet druppen. Terecht stelt het beleidsplan dat voor een aanmerkelijk gedeelte
van onze inwoners de financiële situatie ronduit slecht is te noemen. En de in het beleidsplan
uitgesproken vrees dat te verwachten valt dat voor dit deel van de bevolking de situatie nog
meer zal verslechteren, rechtvaardigt de veronderstelling dat het terugdringen van het
financieringstekort wel zeer eenzijdig is betaald. Te meer als ik dit afzet tegen het gegeven
dat hetzelfde door de overheid gesteunde bedrijfsleven ervoor zorgde dat ons land als derde
prijkt op de lijst buitenlandse investeerders!
Mijnheer de voorzitterhet herstel van de economie heeft de zwakkeren zwakker gemaakt
en de kloof tussen werkenden en niet-werkenden onaanvaardbaar vergroot. Weinig reden
voor dit kabinet om trots te zijn op de resultaten van eigen beleid.
Meer waardering heb ik voor het college dat zoveel moeite heeft gedaan Aegon voor
Leeuwarden te behouden. Voor het behoud en vooral de forse uitbreiding van arbeidsplaatsen
heeft het college terecht geoordeeld dat de hoge prijs gerechtvaardigd is. De komst van de
Aegon-vestiging op het Oude Veemarktterrein vraagt echter wel om een totale functionele
herwaardering van het hele gebied, waar de laatste resten industriële bedrijvigheid (Frico
en Lijempf) zijn verdwenen of bezig zijn te vertrekken (Caf). De invulling van commerciële
en publieke tertiaire werkgelegenheid is naar Leeuwarder maatstaven een geweldige concen
tratie. Twee dingen springen daarbij in het oog. Allereerst de reconstructie van de Stations
weg, de directe omgeving van het station, alsmede de goederenloods van Van Gend Loos
in relatie tot het busstation. Een tweede punt is de bouw van het Aegon-complex op het Oude
Veemarktterrein zelf en de bouw van zowel een nieuw Expeditieknooppunt van de PTT als de
kantoorflat op het voormalig Frico-terreinBeide kunnen niet los van elkaar worden gezien,
noch los van de stedebouwkundige structuur van Leeuwarden als geheel. De directe nabij
heid van openbaar vervoer brengt enerzijds verlichting in de verkeerstechnische sfeer van
het privévervoer van en naar het werk, anderzijds leidt een te sterke concentratie van spoor
lijn, busbanen en wegen langs de West-Oost-as tot een nog sterkere scheiding van de beide
stadsdelen Leeuwarden en Leeuwarden-Zuid (Huizum). Tot nu toe is er nauwelijks een een
duidige toekomstvisie gegeven op de mogelijke planologische oplossingen voor dit probleem.
Wij vinden dan ook dat met het nemen van het voorbereidingsbesluit voor dit gebied er tege
lijk van moet worden uitgegaan dat er een totaalvisie wordt ontwikkeld op de ruimtelijke con-