42 wethouder Kessler nader op in zal gaan. Dit is tevens een antwoord op de opmerking van de heer B ijkersma over acquisitie. Velen uwer hebben gesproken over het politiebeleid. Het beleid moet, dat vindt de heer Sijbesma, meegedragen worden door de burgers. Hij vraagt naar meer voorlichting over en continuering van het instituut wijkagent. Ik ben het daar van harte mee eens. Ik denk dat een aanzet om toch ook een stukje duidelijkheid naar buiten te brengen gelegen is in het feit dat wij gestart zijn met openbare vergaderingen van de Commissie Openbare Orde. Het eerste onderwerp was nou niet bepaald iets om alle handen op elkaar te brengen, maar dat neemt niet weg dat je ook bereid moet zijn om zo iets in de openbaarheid ter discussie te stellen. Wij zijn deze weg ingeslagen. Ik denk dat wij in de toekomst ook andere onderwerpen met elkaar moeten kunnen bespreken, zodat de burger daar via de media kennis van kan nemen. Er is gevraagd of de automatisering een oplossing biedt voor de grote hoeveelheid administra tief werk. Zeer ten dele, het administratieve werk is erg afhankelijk van de wijze van werken van Justitie. Wij hebben indertijd met betrekking tot het bekeuringsafhandelingssysteem een stuk automatisering gerealiseerd. Er wordt ook wel gewerkt met mini-processenverbaal - dat is al heel oud -. met imprimés en wat dies meer zij. Maar, zoals gezegd, het administratieve werk is sterk afhankelijk van de werkwijze van Justitie. Overigens ligt dat ook buiten het bestek van mijn bemoeiingen. De heer Duijvendak heeft het gehad over een eigen soort logica bij een groot apparaat als de gemeente en voert mij daar als karakteristiek voorbeeld voor op. Tevens vermeldt hij de opstelling van de burgemeester ten aanzien van de Schoolstraat-ongeregeldhedenwaarin ik stelde dat bij twijfel over de gang van zaken gekozen moest worden voor de lezing van het eigen apparaat. Ik heb dat in zeer algemene zin bedoeld. Wij hebben als gemeente een apparaat tot onze beschikking dat ons behulpzaam is bij het bestuur dat wij voeren. Daarbij is het een zeer normale gang van zaken, wanneer er twijfel is over bepaalde situaties, dat dan de lezing van het eigen apparaat voorshands als waar wordt aangenomen. Maar ik heb er wel altijd aan toegevoegd: totdat het tegendeel blijkt. Er zijn ook allerlei procedurelijnen voor om een en ander boven water te krijgen. In dat geval moet je ingrijpen en corrigeren. Ik denk ook dat je met je apparaat alleen zo kunt omgaan. Als je namelijk die vertrouwens relatie met je eigen mensen niet meer hebt en daar steeds vraagtekens achter zetdan ont staat er een geweldig gat tussen het verantwoordelijke college - hoe de samenstelling daar ook van mag zijn - en het apparaat dat ten onzer dienste staat. Ik wil u ook zeggen dat ik ook niet precies weet hoe ik dan uit de voeten moet met de allerwege geuite en naar mijn smaak - dat heb ik al gezegd - terechte erkentelijkheid die er bestaat voor het werk dat is ver richt door de ambtenaren. Ik neem aan dat hierbij niet alleen gedacht wordt aan degenen die het type- en bindwerk gedaan hebben, maar ook aan allen die in de afgelopen maanden bezig zijn geweest om vanuit de verschillende beleidssectoren materiaal aan te leveren dat nu in één groot pakket van stukken ter discussie staatIk hecht eraan om deze verduidelijking nog een keer aan te brengen. Mevrouw De Jong heeft gevraagd welke voorzieningen er in de politiebureaus nodig zijn voor de huisvesting van arrestanten van Justitie. Het antwoord op die vraag kan vrij een voudig zijn: meer ruimte in Huizen van Bewaring. Want het gaat namelijk meestal om mensen die preventief gehecht zijn en die gedurende een relatief lange tijd opgesloten zitten, terwijl het cellenbestand van de politiebureaus bestemd is voor een kort verblijf. In grote lijnen vol doen onze cellen best aan de eisen die er ook ten behoeve van preventief gehechten aan ge steld moeten worden, hetgeen met name betrekking heeft op het regime dat voor betrokkenen geldt. De interne dienstvoorschriften voorzien al waar mogelijk in de belangen van deze groep mensen. Maar specifieke voorzieningen op het gebied van recreatie, ontspanningen dergelijke zijn niet te bieden. Daarvoor zou bijvoorbeeld de bouw van een recreatiezaal nodig zijn, maar dat is natuurlijk een beetje een onjuiste oplossing van het geheel. In feite horen deze mensen in het geheel niet in politiebureaus thuis, maar dienen zij ondergebracht te worden in daarvoor ingerichte Huizen van Bewaring. De heer Buurman constateert dat er een betere aanpak te signaleren valt bij de politie. Ik ben blij dat hem dat aanspreektAlleen is hij niet erg tevreden met de antwoorden die hij heeft gekregen op een aantal vragenmet name daar waar hij gevraagd heeft wat de politie doet aan helingbestrijding. De heer Buurman zegt dat er wel een mooi antwoord is gegeven, maar dat dat eigenlijk zou moeten luiden: niets. Ik kan u zeggen dat het antwoord eigenlijk had moeten zijnniet aan de ordeHet gaat hier om een zaak die in de justitiële lijn ligt namelijk in hoeverre er planmatig in het overleg tussen Openbaar Ministerie en de politie gewerkt wordt aan bestrijding van heling. Het is iets wat zich in directe zin aan mijn waar neming onttrekt. Ik heb evenwel niet zo flauw willen zijn om de betreffende vraag helemaal af te poeieren. De heer Buurman is niet helemaal door het antwoord bevredigd, maar wat dat betreft klopt dat ook wel. Ik moet u zeggen dat hetzelfde geldt als ik praat over het politie-sepotOok dat is een zaak die buiten mijn bevoegdheid/invloed ligt, want die speelt in het overleg tussen het Openbaar Ministerie en de politie. De heer Buurman heeft ook nog een andere opmerking gemaakt die van gans andere aard 43 is maar die toch wel betrekking heeft op dit terrein. Hij heeft namelijk gesproken over het beboeten van hen die de straat door honden doen vervuilen. Ik kan daar niet zo best mee uit de voeten, want de ellende is dat je, als je een keer bezig bent, je er steeds verder in- wroet. Als je echter zou doen wat de heer Buurman bedoelt, dan ga je een premie zetten op het los laten lopen van je hond. Het is natuurlijk uitgesloten dat je, wanneer je iets consta teert van loslopende hondendan meteen de eigenaar van de hond te pakken hebt om die te o-aan beboeten. Wie valt dus in de prijzen? De brave burger, die dan nog de moeite neemt om de hond aan de lijn uit te laten en misschien ook nog een beetje te corrigeren. Als dat wat ongelukkig uitpakt, dan wordt hij beboet en degene die de hond maar laat lopen gaat vrijuit. Ergo, het loont om de hond tegen alle voorschriften in maar los te laten lopen, want dan ben je van alle gezeur af. Ik heb alle begrip voor de geuite irritatie, want ook mij bekruipt die dagelijks als ik mij een pad tracht te banen door de straten van Leeuwarden. De situatie is wat dat betreft heel verschrikkelijk. Maar ik sta op dit punt toch met betrekkelijk lege handen, want ik zie niet de oplossing die de heer Buurman aandraagt. De heer Duijvendak heeft nog gevraagd in hoeverre mensen voor wie dit college zegt zich sterk te maken zich vertegenwoordigd voelen door raad en b. en w. Ik vind dat een retorische vraag, die onverschillig bij welk college steeds gesteld kan worden. Er is een toetsingsmoment, namelijk bij de gemeenteraadsverkiezingen. Het is natuurlijk de vraag of een en ander dan volledig overkomt. Maar die vraag kunnen wij hier niet oplossen, want daar hebben wij nu juist de verkiezingscampagne voor. De mensen kan duidelijk gemaakt worden waar het om gaat. Het ligt op de weg van de politieke partijen op welke manier zij heel specifieke belangen zo goed mogelijk proberen te behartigen. De vraag in hoeverre de mensen zich bevredigd voelen door het gevoerde beleid, waarvoor zij misschien zelf hebben gekozen, zal waarschijnlijk blijven bestaan zo lang wij ons systeem van de representatieve democratie hebben. De heer Duijvendak heeft nog gesproken over het feit dat de raad buiten een aantal be slissingen staat. Hij verwijst naar Frigas en Aegon. Ik wil daar twee opmerkingen over maken. De kwestie Frigas is ook al in de Commissie voor Bestuurlijke Aangelegenheden aan de orde geweest. De raad heeft ooit gekozen voor het participeren in de NV Frigas op basis van af gesproken voorwaarden. Het gevolg daarvan is dat de besluitvorming buiten deze raadzaal is komen te liggen en dat het mogelijk is dat je zelfs - de kans daarop is gering, maar het komt voor en dat is wel gebleken - overstemd kunt worden. Hoe je dat dan ineens weer terug moet spelen naar de gemeenteraad ontgaat mij ietwat De kwestie Aegon vind ik eigenlijk iets anders. Wanneer wij niet willen spelen met heel wezenlijke belangen van de gemeente, bijvoorbeeld heel beduidende werkgelegenheidsbelan- gen, - dat is hier ook uitgebreid uitgesproken - dan komen er momenten dat je niet anders kunt dan zoals het gegaan is. Wie het anders wil en wie vindt dat er steeds weer getoetst moet worden aan de eigen ideeën - als wij dat willen dan moeten wij dat hardop tegen elkaar zeggen - moet zich goed realiseren dat daarmee kansen grandioos verspeeld kunnen worden. U weet hoe het spanningsveld is geweesthoe er op het scherp van de snede is onderhandeld en hoe een beperkte groep dat heeft gedaan en moeten doen. Ik ben ervan overtuigd dat wij, als er steeds weer teruggekoppeld had moeten wordendan niet het resultaat zouden hebben bereikt dat bereikt is. Hoe het zij, wij moeten in de toekomst van elkaar weten welke ruimte wij elkaar geven. Als men die ruimte niet wil gevendan is het zaak dat gewoon hardop te zeggenwant dan weten wij precies waar wij aan toe zijn. Maar ik geef u de verzekering dat er situaties zijn waarin je nu een keer niet terug kunt. Wij hebben de illusie dat het college een vertrouwens- mandaat uit de raad heeft en weet hoe hier gedacht wordtEen en ander heeft ook regelmatig een rol gespeeld, zodat wij naar bevind van zaken, als het nodig is, ook handelend kunnen optreden De heer Duijvendak heeft ook een opmerking gemaakt over uitspraken van de heren Groustra en Singelsma voor Radio Fryslan. Hij zegt dat het de gemeente niet zou misstaan om publiekelijk afstand van deze uitspraken te nemen. Dat denk ik ook wel, maar je hoeft natuurlijk niet op alles wat vreemd en misschien zelfs hier en daar dwaas is te gaan reageren. Deles kan zijn dat het maant tot extra voorzichtigheid bij het aangaan van lijstverbindingen mocht dat al tot de mogelijkheden behoren. (Gelach). Mevrouw De Jong heeft nog gesproken over de wat erg positieve benadering van Leeuwarden- 700Wij hebben het daar wel eens eerder over gehad. Het zal ook altijd wel zo blijven. Wij blijven niet teveel hangen aan het barbecuevleeswant wij willen ook nog weieens wat aardigs zeggen over bijvoorbeeld het grandioze feest dat hier op het plein is georganiseerd door het KreativiteitscentrumLos van de ongeregeldheden bij de afsluiting zaterdag jl. is er, zo is mij langs verschillende zijden verzekerd, sprake geweest van een geslaagd feest. Ik heb er ban ook geen behoefte aan om alleen de zwartgallige dingen eruit te halen. Er zijn natuurlijk grote rimpels geweestmaar er zijn ook werkelijk heel goede dingen geweest die zeker hun nawerking zullen hebben. Ik wil echter waarschuwen tegen de opmerking van mevrouw De Jong over de Postbank

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 22