54 rechthoekige zuil. Wat zijn de consequenties? Het is duidelijk dat er een groot aantal maat schappelijke verschuivingen zal plaatsvinden. Voor de gemeente liggen de belangrijkste ver- schuivingen voornamelijk op het terrein van het onderwijs, de volkshuisvesting en de ruimte lijke ordening. Ik wil mij beperken tot de laatste twee categorieën. Wat zijn de consequenties voor de volkshuisvesting en de ruimtelijke ordening? Wij heb ben in Leeuwarden ruim 35.000 wooneenheden. Het grootste deel daarvan is gebouwd als gezinswoning. De gemiddelde woonbezetting is in Leeuwarden 2,4 en dat is landelijk gezien een vrij hoog getal. Het is duidelijk dat er ten gevolge van de vergrijzing en de ontgroening en daarnaast de duidelijke verschuiving in de samenlevingsvormen een grootschalige operatie in de toekomst zal moeten plaatsvinden. Ik doel dan op de herstructurering/aanpassing van onze woningvoorraad. Met andere woorden, de 35.000 woningen moeten worden afgestemd op de nieuwe verhoudingen ten aanzien van de opbouw van onze samenleving en de wijze waarop wij samenleven. Het denken over deze herstructurering staat nog in de kinderschoenen. In het land worden daartoe overal aanzetten gegeven, het blijkt een buitengewoon weerbarstige materie te zijn. Hoe bouw je nu de bestaande woningvoorraad zo om dat je kunt aansluiten bij de toekomstige bevolkingssamenstelling? Wij zullen daar met elkaar nog heel wat op moeten studeren. Wij zijn daar op dit moment ook nog niet uit, maar deze problematiek wordt wel onderkend. Wij gaan er zeker mee bezig. De concrete aansluitingspunten passen in de af spraken die wij hebben gemaakt met betrekking tot de volkshuisvestingsnota. Binnenkort komen wij met een nota over de ouderenhuisvesting, waarin onder meer aandacht zal worden besteed aan de aanleunwoningenverzorgingsflats en bejaardenoorden. Het ligt in de bedoe ling dat deze nota in het eerste kwartaal van 1986 wordt afgerond en ter discussie wordt ge steld. 6 Wat betreft de wijziging in de samenlevingsvormen - ik doel dan bijvoorbeeld op de grotere vraag van woongroepen naar huisvesting - het volgende. Het ligt in de bedoeling om ook een nota met betrekking tot de doelgroepenwaarin onder meer deze kwestie aan de orde wordt gesteld, op te stellen. Wij hopen dat die nota eind 1986 ter discussie kan worden gesteld. Een ander algemeen punt dat naar voren is gebracht is de samenhang tussen de leeg stand die thans in verschillende onderdelen van onze woningmarkt wordt geconstateerd - de beperkte expansie van de huidige woningvoorraad - en de accentverschuiving van de gericht heid op de nieuwbouw in de richting van het beheer van de bestaande woningvoorraad. Ik wil iets van de verwachte ontwikkeling weergeven. Als wij het hebben over de natuur- lijke groei, dan praten wij in overwegende mate over stabilisatie c.q. een kleine natuurlijke groei. Daarnaast speelt een belangrijke rol dat, gelet op de huidige positie van Leeuwarden als centrumgemeente in het Streekplan, een groot deel van de nog te verwachten migratie aan Leeuwarden zal worden toebedeeld. Het zal duidelijk zijn dat die prioriteit in het kader van Leeuwarden-stadsgewest dient te worden gehandhaafd. Ik wil nog wijzen op de verlaging van de gemiddelde woningbezetting en tenslotte nog op de sloop van bestaande panden ten behoeve van nieuwbouw. Conclusie is dat er in ieder geval in de nabije toekomst een blijven de behoefte zal bestaan aan nieuwbouw. Dan is de vraag aan de orde om welke soort woningen het gaat. Het is duidelijk dat nie mand gebaat is bij leegstand. Leegstand kost alleen maar geld en dat hebben wij juist zo weinig. Ik wil wijzen op het recent verschenen kwalitatief onderzoek naar de woningbehoefte. Daaruit blijkt dat er wel degelijk behoefte is aan bepaalde woningenwaarbij met name gedacht kan worden aan goedkopere, kleinere volkshuisvestingsbouwHet lijkt voor de hand liggend dat wij ons ten aanzien van de nieuwbouwprogramma's duidelijk op die sector richten. Ik wil in dit verband ook een andere sector noemen. Het is verstandig om uit een oogpunt van mi gratie en de hoog gekwalificeerde werkgelegenheid die wij in Leeuwarden krijgen aandacht te besteden aan de met de randgemeenten concurrerende vrije sector. Conclusie is in ieder geval wel dat er sprake is van een accentverschuiving, als wij het hebben over de volks huisvesting in zijn algemeenheid, van een grote nieuwbouwexpansie naar het goed beheren van onze bestaande woningvoorraad en het overbrengen van de gelden die beschikbaar zijn voor de niet schaarse nieuwbouw naar de post voor onderhoud van onze bestaande woning voorraad De heer Meijerhof heeft in dit verband een aantal voorwaarden genoemd. Hij heeft gezegd dat het probleem van de leegstand niet mag worden opgelost door het creëren van nieuwe schaarste. Wij zijn het daar volstrekt over eens. De noodzakelijkerwijs dan ontstane hogere woonlasten, want dat is altijd het gevolg van schaarste, is een onacceptabele zaak. De enige mogelijkheid om op dit moment te voorkomen dat de leegstand lang zal aanhouden is het door voeren van huurverlagingenHet is duidelijk dat dat nooit ten koste mag gaan van de alge mene bedrijfsreserve van de woningbouwcorporaties, want die is al dermate gering dat het onverantwoord zou zijn om die lasten daar nog eens aan toe te voegen. Het college is van mening dat het rijk in dat verband een bijdrage zal moeten leveren. De heer Meijerhof heeft er ook op gewezen dat het onacceptabel is om nu te gaan denken over sloop van na-oorlogse woningbouw. Hij heeft wat dat betreft volstrekt gelijk. Het mag 55 niet zo zijn dat corporaties ten gevolge van de concurrentievervalsende positie van de nieuw- bouwregelingen en de regelingen ter verbetering van de na-oorlogse woningvoorraad voor keur zouden gaan uitspreken voor het slopen van na-oorlogse woningcomplexen. Daarmee zou een grootschalige kapitaalsvernietiging aan de orde zijn en dat lijkt mij niet verstandig. De PAL-fractie heeft in het kader van de discussie over nieuwbouw en de verschuiving in de richting van het beheer van de woningvoorraad het probleem van de exploitatie van de plangebieden naar voren gebrachtHet zal duidelijk zijn dat de exploitatie van met name de plangebieden CamminghaburenHemrik en Huizum-Sixma van invloed is op de keuzes die je doet ten aanzien van het al dan niet plegen van nieuwbouw en de hoeveelheid nieuwbouw die je wenst te plegen tegenover de vraag in welke mate je aandacht gaat geven aan het be heer van de woningvoorraad. Als wij het hebben over taken binnen het gemeentelijk appa raat - wethouder Kessler heeft dat ook al aangegeven - dan weten wij dat het Grondbedrijf een niet geringe achterstand heeft. Wij hopen naar aanleiding van de reorganisatie een wat scherper beeld op deze zaak te krijgen. Voordat je namelijk kunt komen tot scenario's zul je eerst een meer "up-to-date" beeld moeten hebben van de feitelijke situatie van de exploitatie van de desbetreffende plangebieden. Wij hopen binnenkort in de Commissie voor het Grond bedrijf te komen met een exploitatie-opzet voot Camminghaburen. Wij zijn voornemens om daarna een aantal scenario's op te stellen, waarbij een aantal aannames aan de orde komt met betrekking tot de groei van de gemeente, de contingenteringde inbreiding en derge lijke. Wij hopen eind 1986 met de scenario's in de Commissie voor het Grondbedrijf te kunnen komen, opdat wij een beter beeld hebben van de invloed van de exploitatie-positie van de betreffende gebieden. Mijnheer de voorzitter, alle fracties hebben gereageerd op de situatie die op dit moment bestaat ten aanzien van de centrale registratie en toewijzing. Het is iedereen bekend dat de woningbouwvereniging Beter Wonen enige tijd geleden vrij onverwacht heeft gemeend de deelname aan de centrale registratie en toewijzing op te moeten schorten, hetgeen een teleur stellende zaak is. Vlak voor dat besluit is namelijk in de raad de nieuwe interim-werkwijze ten aanzien van de centrale toewijzing en registratie vastgesteld. Er was nog geen enkel in zicht verkregen in het functioneren van die werkwijze. Daarnaast zijn er duidelijke afspraken gemaakt over de verdere uitwerking van de systematiek van de centrale registratie en toe wijzing. Met de opschorting is toch een duidelijk probleem geschapen, niet alleen ten aan zien van het feit dat het systeem als zodanig vroegtijdig dreigde te worden opgeblazen. Andere corporaties werden publiekelijk op het beklaagdenbankje gezet en er werden over en weer beschuldigingen uitgewisseld. Wij hebben in dat verband als gemeente de volgende activiteiten ontplooid. Wij hebben een gesprek gehad met Beter Wonen en duidelijk op het kleed gekregen wat nou precies de motieven waren om tot opschorting over te gaan. Het is gebleken dat het zeker niet de bedoeling van Beter Wonen is om zich permanent te onttrekken aan de centrale registratie en toewijzing. Integendeel, wij moeten haar actie opvatten als zijnde een signaal dat zij van mening is dat het systeem onvoldoende werkt en dat er teveel dingen onder de tafel gebeuren die zij niet kan accepteren. Vervolgens hebben wij een gesprek gehad met de voorzitters en de directies van de andere corporaties, die ook uitspraken dat de centrale registratie en toewijzing een duidelijke noodzaak was, maar dat ook hun gevallen bekend waren die voor Beter Wonen aanleiding waren te zeggen dat men niet conform de regels van het huidige systeem functioneerde Het gemeentebestuur heeft vrijdag a.s. een gesprek met de voorzitters van alle corpora ties. Afgesproken is dat daarbij als uitgangspunt geldt dat iedereen van mening is dat de centrale toewijzing en registratie een onbesproken zaak is, die in de toekomst dient te worden gehandhaafd en uitgebouwd. Bij het uitbouwen van het nu bestaande systeem zullen alle grieven die er over en weer zijn op tafel worden gebracht en alle cijferopstellingen worden doorgemetenom aan de hand daarvan na te gaan waaraan het nieuwe systeem zal moeten voldoen om de nu ontstane problemen te voorkomen. Ik heb hiermee aangegeven wat de hui dige situatie is ten aanzien van de centrale registratie en toewijzing. Het laatste algemene punt betreft de hoofdwegenstructuur van Leeuwarden en met name de financiering daarvan. De CDA-fractie heeft haar zorg uitgesproken over de capaciteit van de rondweg. De VVD-fractie heeft een pleidooi gehouden voor het snel doorgaan met de aan leg van de bereikbaarheidsroutes naar met name de binnenstad. De PAL-fractie heeft ge vraagd naar inzicht in de toedeling van de stelpost civieltechnische werken, gelet op het groot aantal ontwikkelingen dat in de nabije toekomst in Leeuwarden te verwachten is. Wij zitten momenteel in een wat bijzondere overgangssituatie. Enerzijds zijn wij bezig met een onderzoek om na te gaan hoe de situatie in 1995 ten aanzien van de gewenste capaciteit van ons hoofdwegenverkeersstelsel zal zijn. Anderzijds kunnen wij het ons niet permitteren om daarop te wachtengelet op het feit dat wij reeds hebben te maken met een groot aantal knel punten in onze infrastructuur. Het college heeft zich de afgelopen tijd beraden over de stra tegie die moet worden toegepast ten aanzien van de aanwending van de stelpost civieltech nische werken. Het lijkt mij goed om aan te geven wat daar aan de orde is geweest.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 28