62
nog wel even duren want er zijn nog enige technische moeilijkheden ten aanzien van de in
voering van dit programma. In het beleidsplan 1986-1990 hebben wij al rekening gehouden
met een verbetering van de vergoeding, namelijk f. 650.000, Onze voorlopige taxatie is
dat het eindresultaat daarvan nog wel wat hoger zal zijn, maar op dit moment hebben wij
niet de mogelijkheid om de raad daarover definitief te informeren. Wij zullen wat dat betreft
moeten wachten totdat de computergegevens bekend zijn.
De heer Bijkersma heeft gezegd dat de werkloze onderwijzers praktisch allemaal weer
werk hebben gekregen. Die mededeling is op zich zelf juist, maar ik wil er wel een kantteke
ning bij plaatsen. Praktisch alle wachtgelders konden weer aan het werk worden gezet.
Daarnaast zijn ongeveer 20 tot 24 jonge mensen op grond van het Werkgelegenheidsproject
Onderwijs (WPO) op de scholen geplaatst. De faciliteiten dienaangaande gelden tot één
augustus 1986. Het is niet bekend of deze mensen daarna weer aan de slag komen, want dat
hangt mede af van de bereidheid van minister Deetman de regeling na één augustus 1986 te
prolongeren. De laatste kanttekening hierbij is dat tal van mensen die een opleiding hebben
gevolgd aan de pedagogische academieals gevolg van hun werkloosheid naar andere maat
schappelijke sectoren zijn doorgeschoven en ergens anders een baan hebben gevonden. Ook
die categorie speelt in de praktijk een belangrijke rol mee.
De heer Bijkersma heeft ook nog een opmerking gemaakt over het overleg tussen het
bedrijfsleven en het beroepsonderwijs. Wij kennen in Leeuwarden het Contactcentrum Onder
wijs en Arbeid (COA). Daar zijn ook mensen uit het openbaar onderwijs in vertegenwoordigd
en die proberen zoveel mogelijk de vraag vanuit het bedrijfsleven aan de opleidingsmogelijk
heden van jonge mensen af te stemmen. De heer Kamminga, rector van de Stedelijke Scholen
gemeenschap (SSGis secretaris van het COA. Hij is ook met name degene die namens de
gemeente Leeuwarden de contacten onderhoudt. (De heer Bijkersma: Kunt u ook zeggen hoe
vaak dat overleg per jaar plaatsvindt?) Dat vindt heel frequent plaats. Men is er voortdurend
mee bezig, hetgeen ook samenhangt met de beroepsvoorlichting die vanuit de SSG samen met
andere onderwijsinstellingen wordt voorbereid. Daarnaast zijn wij bezig om in Leeuwarden
een stichting in het leven te roepen voor de beroepsvoorlichting, waarbij wij één keer in de
twee jaar een totaal-overzicht willen geven van de mogelijkheden die het onderwijs en het
bedrijfsleven hebben te bieden. Wij komen daar nog nader op terug, want ook de gemeente
Leeuwarden zal participeren in deze nieuwe stichting.
De heer Bijkersma heeft de wens geuit om in het onderwijs voldoende ruimte te creëren
voor gezondheidsvoorlichting en verkeersonderrichtDe gezondheidsvoorlichting is een
onderdeel van het normale schoolwerkplan en vindt men daarin terug. Het verkeersonderricht
is een wat stiefmoederlijk bedeelde zaak geworden in het onderwijs. Jarenlang heeft dat onder
richt een hoge prioriteit gehad en werden er geregeld verkeerscursussen belegd en examens
afgenomen. Een en ander is helaas, door wat voor omstandigheden ook, de laatste jaren geheel
uit het beeld verdwenen. Maar ik deel de zorg van de heer Bijkersma over het verkeersge
drag van veel jeugdige mensen. Het verkeersgedrag is soms om van te schrikken. Men heeft
geen enkel gevoel voor verkeersregels en verkeersspelregels. Het lijkt mij erg nodig om te
bezien of het onderwijs hier opnieuw een functie in kan vervullen.
De heer Duijvendak heeft gevraagd of de benoemingskans van de hoofden van kleuter
scholen tot directeur van de nieuwe basisschool even groot is geweest als die van de hoofden
van de lagere scholen. Ik wil graag een indianenverhaal de wereld uithelpen. Iedereen die
beweert dat dat niet het geval is spreekt onwaarheid. De gemeente Leeuwarden heeft al jaren
geleden het initiatief genomen om applicatiecursussen op te zettenwaardoor de vrouwen uit
het kleuteronderwijs zo goed mogelijk konden worden voorbereid op de didactiek en metho
diek van het basisonderwijs. In de tweede plaats zijn er cursussen belegd voor management
voor vrouwen. Tal van onderwijskrachten van de toenmalige kleuterscholen hebben daaraan
deelgenomen. De stand van zaken op dit moment is dat twee hoofden van voormalige kleuter
scholen directeuren zijn van basisscholen, vijf meedoen in een meerhoofdige schoolleidingen
de rest, op twee na, adjunct-directeur is van een basisschool. Het voorgaande betekent dat
deze mensen mee leiding moeten geven aan het team van de basisschool. Ik ben van mening
dat de vrouwen in het onderwijs in Leeuwarden dus voldoende mogelijkheden hebben om zich
te profileren. Wij zullen daar ook in het gemeentelijk beleid sterk aandacht aan blijven geven.
Een andere opmerking van de heer Duijvendak gaat over de ontwikkeling van de zorg
breedte. Wij delen die opvatting geheel, maar deze zaak past meer in het beeld van de ont
wikkeling die wij straks met de innovatiecommissie op gang proberen te brengen. De Prof.
Grewelschool is momenteel met tien andere basisscholen bezig met een project voor de regio
nale zorgverbreding. Wij proberen de kennis en vaardigheden zo sterk mogelijk te stimuleren,
teneinde de basisscholen op een zodanige wijze van kennis en vaardigheden te voorzien dat de
kinderen daar zo lang mogelijk kunnen blijven. Pas op het moment dat er bepaalde grenzen
zijn gepasseerd zullen deze kinderen moeten overstappen naar het speciaal onderwijs. Ook
het speciaal onderwijs zullen wij in het kader van de innovatie nieuwe kansen en stimulansen
proberen te geven.
De heer Duijvendak heeft ook nog gevraagd naar de studentenvoorzieningen. Ik heb in
63
afdelingsvergadering VI al gezegd dat er dienaangaande wordt gewerkt aan een nota. De
heer Duijvendak doet de suggestie om te komen tot een mensa. Een aantal jaren geleden is
daartoe ook een poging gedaanmaar die is toen misluktWij willen best eens bekijken in
hoeverre daar thans behoefte aan is. Maar wij moeten niet direct zeggen dat de voorzieningen
ook voor anderen dan studenten toegankelijk moeten zijn. Wanneer wij zeggen dat iedereen
gebruik kan maken van de studentenvoorzieningen, dan ben ik bang dat wij met elkaar in
een bodemloos gat terechtkomen. Wij zijn momenteel met de studentenhuisvesting in Leeuwar
den op de goede weg. Ik denk dat er weinig plaatsen in het land zijn waar studenten van
het hoger beroepsonderwijs (hbo) zo snel geholpen kunnen worden aan adequate huisvesting.
Wij zullen proberen om datgene wat hier onderhand is gegroeid zo goed mogelijk in stand te
houden. Mijnheer de voorzitter, ik wil hiermee mijn opmerkingen over het onderwijs afslui
ten en thans overgaan naar de sector sport en recreatie
De heer Sijbesma heeft een aantal opmerkingen gemaakt over privatisering als een moge
lijkheid van bezuiniging. De projecten die hij noemde kunnen geprivatiseerd worden; daar
is vanuit de gemeente momenteel een onderzoek naar gaande. Ik sta achter de opmerking van
de heer Bijkersma dat privatisering niet mag worden ontwekenmaar ik wil er wel de kant
tekening bij plaatsen dat wij niet moeten denken dat wij alle heil van privatisering kunnen
verwachten en dat dat allemaal tot oplossingen zal leiden.
Er is in onze samenleving in feite sprake van een golfbeweging. Vooral de oudere raads
leden - ik bedoel "oud" niet in leeftijd, maar in dienstjaren - zullen zich herinneren dat eind
jaren zestig, begin jaren zeventig van een aantal personen en instellingen voorzieningen
moesten worden overgnomen, die in geprivatiseerde vorm dreigden ten onder te gaan. Ik
doel hierbij op de Harmonie, Zalen Schaaf, de Théskinkerij en het overdekte zwembad aan
het Jacob Catsplein. Deze voorzieningen waren in die tijd uitgeleefd, maar wij hebben ze
met behulp van heel wat gemeenschapsmiddelen weer op het huidige niveau gebracht. Wij
moeten ervoor waken dat, wanneer private rechtspersonen een aantal voorzieningen ogen
schijnlijk goedkoper kunnen exploiterende gemeente niet na verloop van een x-aantal jaren
de rekening krijgt gepresenteerd als gevolg van bijvoorbeeld achterstallig onderhoud.
Ik vind het door de VVD-fractie genoemde voorbeeld van de manege bepaald niet zo ge
lukkig gekozen. Ook in eerste opzet was de manege namelijk een geprivatiseerd geheel. De
gemeente garandeerde alleen de leningen. De privatisering was, maar dat heeft u wel be
grepen, geen succes. Ook ten aanzien van de invalidenbungalows was sprake van privatise
ring; ik doel dan op de Stichting Groene Ster. De heer Bijkersma moet mij morgen nog wel
even vertellen wat hij precies verstaat onder privatisering. Als hij zegt dat daaronder wordt
verstaan de exploitatie met winstoogmerk dan heeft hij gelijk. Maar de door mij genoemde
voorbeelden hebben ook allemaal betrekking op geprivatiseerde instellingen.
De heer Sijbesma heeft nog gewezen op het plan van de gemeente Hoorn ten aanzien van
de privatisering van sportvelden. Dat is een interessante zaak, die hier overigens al bekend
is. De Dienst voor Sport en Recreatie (DSR) werkt momenteel aan voorstellen, waarbij ook de
ervaringen van elders zullen worden ingebouwd. De Commissie voor Sport en Recreatie zal
hierover verder worden geïnformeerd.
De heer Sijbesma vraagt waarom de mogelijkheid van verkoop van de jachthaven Grote
Wielen, de camping en de bungalows niet wordt nagegaan. Zijn fractie gaat daarmee akkoord.
Wij kunnen hem daarin volgen, maar willen de zaak wel graag afwegen want daar liggen nog
al wat complicaties aan ten grondslag. Wij kunnen namelijk op dit moment nog niet exact in
schatten wat de gevolgen zijn voor de subsidiëring die van rijkswege een aantal jaren in dit
project is gestoken.
De heer Sijbesma heeft aangedrongen op een spoedige reconstructie van de sportvelden
in Aldlan en de Greuns. Een paar jaar geleden hebben wij 1,3 miljoen gulden voor de afwer
king van het Kalverdijkje en de reconstructie van de sportvelden in Aldlan en de Greuns aan
de kant gelegd. Op het moment dat wij deze werken konden aanpakken, hebben wij overwogen
om daarmee nog even te wachten teneinde mogelijk gebruik te kunnen maken van de zoge
naamde terugploegregelingHet lijkt een gebed zonder eind te worden, want formeel hebben
wij daarover nog geen enkele uitslag ontvangen. Informeel is ons meegedeeld dat de middelen
voor die regeling deerlijk tegenvallen. Desalniettemin zullen wij moeten afwachten welke be
slissingen er door het rijk in dit verband worden genomen.
Mevrouw De Jong heeft het gehad over de toelatingscriteria bij de Dienst Sociale Werk
voorziening (DSWen heeft daarover een motie ingediend. De praktijk is dat de volumebe
perking van de DSW op zich zelf nogal wat negatieve effecten oproept. Wij hebben minder
arbeidsplaatsen dan waarop wij voorheen mochten rekenen. Een afbouw van ongeveer 5-s be
tekent nogal wat. Maar het is niet zo dat wij de toelatingscriteria zo hard verschuiven als
door mevrouw De Jong wordt gesuggereerd. Er is een voortdurende doorstroming, die met
name ook bij de Commissie Sociale Werkvoorziening een belangrijke rol speeltWij hebben
hier - dat is ook tijdens de afdelingsvergadering gezegd - een heel zorgvuldig systeem van
prioriteitsstelling opgebouwd, waarbij mensen die het meeste behoefte hebben aan aangepast
werk, in wat voor omstandigheden dan ook, de hoogste prioriteit krijgen. (Mevrouw De Jong: