64
Dat heb ik ook begrepen uit de antwoorden. Maar het punt is op dit moment dat landelijk met
name de b-categorie buiten de boot dreigt te vallen. Landelijk is geconstateerd dat er een
toename is van de inschrijving bij de Dagvoorzieningen voor Oudere Gehandicapten (DVO)
Er speelt nog iets anders, namelijk de opname in een gezinsvervangend tehuis. Ook die zaak
vervult mij met grote zorg. In verband daarmee krijg je een doorschuiving naar en een toe
name van de aanvragen voor plaatsing bij de DVO's. Een motie van dezelfde strekking als
die welke ik heb ingediend is door de ouderverenigingen naar de regering en de Tweede
Kamer gestuurd. Ik wil er voor pleiten dat het college mijn motie ondersteunt, want het gaat
hier om een heel belangrijke zaak. In Leeuwarden mag een en ander nog niet zulke schrijnen
de vormen hebben aangenomenmaar het zit er dik in dat dat wel gebeurtVandaar dat ik
mijn motie met klem wil bepleiten.)
De zorg die u meldt, mevrouw De Jong, is ook onze zorg. Ik noem met opzet de Commis
sie Sociale Werkvoorziening omdat daarin de ouderverenigingen een belangrijke beleidsbepa
lende rol spelen. Wij hebben afgelopen vrijdag een commissievergadering gehad en daarin
is heel nadrukkelijk de situatie in Leeuwarden aan de orde geweest. De heer J.F. Janssen,
die lid is van deze commissie, zal kunnen beamen dat deze zaak in Leeuwarden de grootst
mogelijke aandacht heeft.
Een ander punt is dat wij via de sociale werkvoorziening en de VNG bij herhaling een
adres hebben gericht aan de staatssecretaris in precies dezelfde vorm waarin mevrouw De
Jong haar motie heeft gegoten. In dat opzicht heb ik de indruk dat wij bezig zijn met een
open deur in te trappen, niettegenstaande het feit dat ik de bedoelingen van mevrouw De
Jong volledig kan waarderen en ook graag accepteer. (Mevrouw De Jong: Maar als die zorg
er dus is aan alle kanten - ik proef dat dat zo is en daar ben ik blij om, want die zorg is
terecht - dan is mijn motie niet overbodig en is die alleen maar een ondersteuning van de
boodschap die anderen reeds aan de regering en de Tweede Kamer kenbaar hebben gemaakt.)
Je moet er natuurlijk voor oppassen dat de gemeenteraad een zaak op een dergelijke manier
niet nog een keer overdoetterwijl de organen die primair zijn ingesteld om de belangen van
de gemeenten en de sociale werkvoorzieningen te behartigen hun plicht volledig hebben waar
gemaakt. (Mevrouw De Jong: Je kunt die organen dan toch vanuit de gemeenteraad onder
steunen?) Ik zal mij hierover nog nader beraden met de andere leden van het college.
Ik heb gemerkt dat ik nog een punt heb laten liggennamelijk de informatica waarover
de heer Sijbesma een opmerking heeft gemaaktEr is een overleggroep met betrekking tot
de informatica in het onderwijs, die bestaat uit mensen van het openbaar en bijzonder
onderwijs. Deze overleggroep heeft op 25 november een rapport aangeboden, waarin als
eindconclusie is opgenomen dat op alle basisscholen en scholen voor speciaal onderwijs
ultimo 1988 computerapparatuur en -programma's aanwezig zouden moeten zijn. In deze
rapportage wordt nauwelijks ingegaan op de vraag op welke wijze deze computers in het
onderwijs gebruikt zullen moeten worden en in welke mate het rendement van het onderwijs
hierdoor op een hoger niveau komt te liggen. Met de eerste aanschaf van de computers is,
als wij er vanuit gaan dat van gemeentewege ook die van het bijzonder onderwijs moeten
worden bekostigd, een bedrag van een kwart miljoen gulden gemoeid. Zowel de inhoudelijke
kant van de zaak als ook de financiële kant daarvan noodzaken ons tot de nodige voorzichtig
heid.
Hoewel niet ontkend kan worden dat computers in het onderwijs in de nabije toekomst
onontbeerlijk zullen zijn, kan alleen het rapport van de advies- en overleggroep naar ons
gevoel geen aanleiding zijn om nu al een voorstel aan de raad te doen tot het beschikbaar
stellen van genoemde gelden. Het college wil graag eerst informatie en advies inwinnen bij
de Adviescommissie voor het basisonderwijs, waar dit rapport woensdag wordt besproken.
Wij willen ook graag weten hoe de deskundigen bij de SAD deze rapportage ervaren. Ook wil
len wij de gemeentelijke Pedagogische Akademie voor Onderwijsgevenden in het Basisonder
wijs (PABO) en de rijksinspecteur bij het geheel betrekken. Samenvattend, na ontvangst
van deze adviezen zullen wij ernaar streven dat in ieder geval ruim voor de aanvang van het
schooljaar 1986-1987 over deze zaak een duidelijk standpunt kan worden ingenomen.
Ik wil het hierbij laten, mijnheer de voorzitter.
De heer Miedema (weth.): Mijnheer de voorzitter, een aantal korte opmerkingen.
De heer Meijerhof heeft een belangrijke zaak aan de orde gesteld, namelijk de ontwikke
ling rond het glasvezelnet. Wij moeten die ontwikkeling goed in de gaten houden. Momenteel
wordt er via de provincie een aantal studies verricht. De heer Meijerhof heeft volstrekt ge
lijk als hij zegt dat de aansluiting op het landelijk net belangrijk is. Wij hebben dit punt op
gevoerd voor het eerstkomende gesprek tussen b. en w. en gedeputeerde staten. Wij zullen
daarop inspelen en onze zorg dienaangaande mededelen. Wij moeten proberen met elkaar deze
zaak te trekken.
De heren Sijbesma en Bijkersma hebben een opmerking gemaakt over het loket voor het
bedrijfsleven. Wij hebben daarover al eerder in de raad gesproken. De laatste jaren staat de
afdeling Economische Zaken, Beleidsplanning en Organisatie (EBO) samen met de afdeling
65
Voorlichting op beurzen en bedrijvencontactdagenDe afdeling EBO heeft de directe contac
ten in de persoonlijke sfeer met de bedrijven. Het is daarnaast zo dat de bedrijven steeds
meer in eerste aanleg de afdeling EBO als aanvliegroute gebruiken. Via Huis-aan-Huis en
folders is de afdeling EBO het laatste jaar heel duidelijk gepromoot als loket voor het bedrijfs
leven. Het college is van mening dat dat een erg goede zaak is. Bij een aantal zaken speelt
ook grondverkoop een rol. Een directe lijn met het Grondbedrijf is dan ook erg belangrijk.
Het gesprek op dit moment over oplossingen hiervoor loopt heel duidelijk via de nieuwe orga
nisatie binnen de Dienst Stadsontwikkeling (DSO) met de afdeling EBO. Maar naar het be
drijfsleven en de organisaties, zoals de Kamer van Koophandel en Fabrieken en de Maatschap
pij van Handel en Nijverheid, toe is er de laatste jaren maar één loket: de afdeling EBO.
De heer Sijbesma heeft een korte opmerking gemaakt - mevrouw De Jong is hem daarin
gevolgd - over het pleinafsluitend gebouw. Ik ben hierover naar mijn mening in de afdelings
vergadering vrij duidelijk geweest. Wij zijn bezig met een aantal zaken die de raad heeft in
gebracht tijdens de discussie in maart over de verdere bouw in de richting van de Wirdumer-
dijk, de fietsenstalling, het inbrengen in het nieuwe gebouw van de ruimte op het Wilhelmina-
plein en dergelijke. Zodra het college kan instemmen met het bereikte onderhandelingsresul
taat, komen wij daarmee terug in de commissie en heeft de raad nog alle ruimte.
De heer Sijbesma heeft vervolgens een aantal opmerkingen gemaakt over compostbakken
en klein chemisch afval. Het college verwacht in de eerste helft van volgend jaar met voor
stellen ter zake bij de raad te kunnen komen.
De heer Bijkersma heeft onder meer gesproken over de gasprijzen, de energiedistributie,
en de vraag gesteld welke initiatieven het college in dit verband denkt te nemen. Er is op
dit moment een aantal zaken heel duidelijk in de "picture". In de eerste plaats de plannen
van de regering met de energiedistributie. In dat verband is het rapport-Brandsma bekend,
waarover deze maand landelijke vergaderingen worden gevoerd. Het zou voor ons distributie
bedrijf, waarvan de gemeente Leeuwarden de grootste aandeelhoudster is, een goede zaak
zijn als er één prijs voor gas en elektrisch zou kunnen worden berekend. Als dat voor het
bedrijfsleven een goede zaak is, dan is het dat ook voor de gebruikers. In de tweede plaats
één inkoopprijs en één verkoopprijs. Daarover lopen de onderhandelingen nog met de Gasunie
In de derde plaats de verdere verlaging van de olieprijzen binnen de wereldoliehandel. In de
vierde plaats het grotere aanbod van gas uit het Noorse continentaal plat en uit Rusland.
Dit zijn vier opties die de komende jaren heel duidelijk gestalte krijgen. Het college is van
mening dat daar via een optimale inbreng bij de landelijke organisaties, de Vereniging van
Exploitanten van Gasbedrijven in Nederland (VEGIN) en de Vereniging van Exploitanten van
Elektriciteitsbedrijven in Nederland (VEEN), hard aan getrokken moet worden, zodat dat
enig resultaat voor de gebruikers kan opleveren.
De heer Bijkersma heeft een opmerking gemaakt over de Hinderwet. Hij verwacht dat het
college rekening houdt met hinder voor het milieu en de omgeving en met de financiële moge
lijkheden voor het bedrijf. Ik ben het met de eerste twee aspecten eens, maar niet met het
derde. Wij hebben een wet die moet worden uitgevoerd. In de Hinderwet komen de eerste
twee aspecten voor, maar het derde aspect niet. Als er duidelijk sprake is van hinder, dan
zal daar iets aan gedaan moeten worden. Ik ben van mening dat je bij een hinderwetvergun
ning het derde aspect niet mee kunt rekenen, althans ik ben daar niet toe bereid. (De heer
Bijkersma: De achterstand die bestaat is toch niet de schuld van het bedrijfsleven?) Ik dacht
dat ik een duidelijk antwoord heb gegeven, mijnheer Bijkersma. (De heer Bijkersma: Nee, ik
vind dat niet duidelijk
Ik ben al ingegaan op de opmerkingen van mevrouw De Jong.
Tot slot heeft de heer Buurman een aantal opmerkingen gemaakt over de ijshal. Hij
spreekt over aanvaardbare grenzen. Ik heb daarover tijdens de afdelingsvergadering, waar
de heer Buurman niet aanwezig kon zijn, een aantal opmerkingen gemaakt. (De heer Buurman
Ik was er toen wel!De raad zal op voorstel van het college deze grenzen moeten aangeven
en de aanvaardbaarheid moeten beoordelen.
Ik wil het hierbij laten, mijnheer de voorzitter.
De heer Heere (weth.): Ik zou in de eerste plaats iets willen zeggen over wat wij in het
beleidsplan hebben genoemd de demografische ontwikkelingen. Een ding is zeker, de raads-
vergadering zoals wij die nu beleven heeft althans mij weer aanzienlijk ouder gemaakt. Of wij
er ook veel wijzer van worden, zal morgen blijken. Ook is zeker dat het college, uit het feit
dat het de paragraaf over de demografische ontwikkelingen heeft opgenomen, deze ontwikke
ling niet alleen heeft gesignaleerd maar ook uiterst belangrijk achtHet college doet graag
de toezegging aan degenen die daarom hebben gevraagd dat een alerte en integrale benade
ring van deze problematiek in de toekomst zal plaatsvinden.
Zonder nu al te gedetailleerd in te gaan op de te verwachten ontwikkeling - ik verwijs
daarvoor naar de betreffende paragraaf in het beleidsplan - is er wel een aantal opmerkingen
over te maken. Deze materie - wethouder Timmermans is daar ook al op ingegaan - heeft
niet alleen betrekking op ouderenbeleid en onderwijs, maar uiteraard ook op huisvestings-