78 de eerste plaats voeren wij de rioolretributie in. In de tweede plaats spreken wij rekening overschotten aan. En als wij dan nog niet genoeg hebben dan pakken wij de risicoreserve. In dat kader heb ik nou juist de rioolretributie ten tonele gevoerd. Onze fractie heeft in het verleden altijd als standpunt ingenomen dat een rioolretributie echt het laatste middel moet zijn om de zaak sluitend te krijgen, omdat een dergelijke maatregel een regelrechte lasten verzwaring voor de burgers inhoudt. Ik kan mij voorstellen dat je in deze drie criteria een zekere substitutie toepast, maar ik wil dan wel weten wat nou precies de rekeningoverschot ten zijn. Als in de beleidsparagraa-f financiën staat dat de rekeningoverschotten 1983 en 1984 zul len kunnen worden aangewend om de risicoreserve opnieuw te voeden, dan ben ik erg be nieuwd wanneer dat zal gebeuren en tot welke bedragen. Ik heb inmiddels van ambtelijke zijde begrepen dat wij op niet al te lange termijn in de Commissie voor de Financiën alvast kunnen praten over de concept-rekening 1983. Ik denk dat dat een goede zaak is. Ook de rekening 1984 zou zo snel mogelijk moeten worden behandeld. Wethouder Kessler heeft een en ander waarschijnlijk ook gesignaleerd toen hij zei dat het CDA heeft gevraagd om een grotere begrotingsdiscipline. Wij hebben dat niet expliciet met die woorden gezegd, maar wel impliciet zo bedoeld. Die bedoeling is kennelijk bij het college goed overgekomen. Dat houdt naar ons oordeel ook in een snellere afsluiting van de rekeningen en het vertalen van de re sultaten in beleid. Wethouder Kessler heeft een paar notities aangekondigd. Wij gaan akkoord met een noti tie over de discipline van de begroting. De notitie inzake de rekeningachterstanden wachten wij met belangstelling af. Ik kan mij eerlijk gezegd op dit moment te weinig voorstelling van zaken geven met betrekking tot een notitie over kengetallen om daar een concreet oordeel over te hebben. Wij zullen echter met belangstelling van de resultaten kennis nemen. De wethouder heeft gezegd dat de situatie op het terrein van het middelenbeheer vrij zorgelijk is. Daarom heb ik in mijn financiële beschouwing gezegd dat met name op het fi nanciële terrein steeds weer de noodzaak blijkt om bij te blijven, omdat wij anders wellicht in verkeerd vaarwater terechtkomen. Wat de rekeningoverschotten betreft nog even het volgende. De wethouder zegt dat het college veronderstelt dat de voeding van de risicoreserve daaruit zal kunnen geschieden, maar dat dat niet 100% zeker is. Wij weten niets 100% zeker, heeft de wethouder gezegd. Op zich is dat juist, maar mede daarom verdient het aanbeveling om de rekeningen 1983 en 1984 zo snel mogelijk in de Commissie voor de Financiën aan de orde te stellen. Het rente-egalisatiefonds. De heer Meijerhof heeft daar ook even op gereageerd. Wet houder Kessler zegt dat het college op dit moment nog niet aan instelling van een dergelijk fonds denkt. Hij kijkt ook wat vreemd aan tegen een rente-egalisatiefonds, want je legt daarmee in feite qua bestemming geldmiddelen vast die je ook anderszins voor je beleid nodig zult hebben. Op zich is dat juist en dat is ook precies het verhaal dat wij hebben aange voerd toen het ging over het afrekenen van de te hoge boekwaarden in grondcomplexen. Ook daar boek je via het rente-op-rente systeem jaarlijks een stuk van je eigen beleidsmoge- lijkheden weg. Maar goed, wij zullen in de toekomst kijken wat wij daar nog aan kunnen doen. De heer Meijerhof zegt dat de egalisatie een temporiseren kan betekenen van de investe ringen, met name kapitaalsinvesteringen met hoge rentestand. Bovendien is het toekomstig verloop onzeker. Op zich is dat juist, maar dat bedoelde ik niet te zeggen. Waar het mij om ging was dat door het centraal registreren van rente-ontwikkelingen via een rente-egalisa tiefonds de beleidsparagrafen afzonderlijk beter inzichtelijk blijven. Ik realiseer mij best dat dat geen geld oplevert, maar naar ons gevoel maak je de zaak boekhoudkundig duidelijker. (De heer Meijerhof: Wij werken toch ook met een omslagpercentage? Het effect wordt dan toch al bereikt?) Ja, maar daarvan zegt het college juist dat het dat wil gaan wijzigen. Men voert een discussie of dat anders zou kunnen. In dat licht zeg ik dat wij dat andere aspect wellicht ook eens mee zouden kunnen nemen. De actieve geldpolitiek. De wethouder zegt dat er een uitnodiging is van de Bank voor Nederlandse Gemeenten (BNG) om eens te komen praten. Wij wachten de resultaten daarvan met belangstelling af. Het is natuurlijk wel zo dat de BNG andere normen en waarden han teert dan bijvoorbeeld de commerciële banken. Als de heer Hekkelman van de BNG over een aanpassing spreekt, dan bedoelt hij niet zozeer een aanpassing van de techniek als wel een simpele tariefsaanpassing. De belastingen. De wethouder heeft gereageerd op hetgeen wij hebben gezegd over het oprekken van de limieten. Hij vraagt zich af waarom dat onjuist zou zijn. Wij vinden het op rekken van de limieten onjuist want, als de wet de norm stelt, dan zullen wij die als gemeen telijke overheid hebben te handhaven. Wat het kwijtscheldings- en afschrijvingsbeleid betreft nog het volgende. Wij hebben gezegd dat kwijtschelding van belasting een algemeen recht is voor alle burgers die daar voor in aanmerking komen. Daar dient dus een algemene dekking tegenover te staan. Als de wethouder zegt dat er wat dat betreft sprake is van een puur politieke discussie, dan kan dat op zich juist zijn, maar wij zouden daar ook zo graag een puur principieel aspect aan toe willen voegen. 79 De 4,2 miljoen onderuitputting. De wethouder zegt daarvan dat een en ander moeilijk is te benaderen. Hij verwijst naar hetgeen staat op de bladzijden 82 en 83 van de beleidspara- graaf. In feite is het bedrag van 4,2 miljoen dus een aanname. Wij nemen kennis van die me dedeling. Ik heb hiermee alles beantwoord. De heer De Beer is inmiddels ter vergadering gekomen. De heer Bijkersma: Ik wil graag een reactie geven op hetgeen het college en de fractie voorzitters van de andere partijen hebben gezegd. Ik wil beginnen met uw antwoord, mijnheer de voorzitter. U hebt gezegd dat de evalua tie van de procedure met betrekking tot de begrotingsbehandeling en de daarbij behorende voorbereidingen op een later tijdstip zal plaatsvinden. Wij hebben dat ook afgesproken in de Commissie voor Bestuurlijke Aangelegenheden. U heeft nu al geconstateerd dat een en ander een vermindering van werkdruk bij de ambtenaren teweeg heeft gebracht en dat verheugt ons zeer. Het uitgangspunt was destijds om te bekijken of deze zaak niet anders kon worden aangepakt. Het blijkt dus dat een en ander goed heeft gewerkt. U hebt gezegd dat er een notitie zal komen over voorlichting en acquisitie. Wethouder Kessler is daar ook nog op ingegaan. Ik wil graag dat de notitie ook buiten de grenzen van Leeuwarden bekend wordt gemaakt. Want als bedrijven of instanties van buiten Leeuwarden ons beleid ter zake niet weten, dan schieten wij natuurlijk ons doel voorbij. Ik pleit ervoor om de bekendmaking van de notitie ook buiten de gemeente Leeuwarden op de een of andere manier te realiseren. U hebt, in antwoord op wat andere fractievoorzitters hebben gezegd, naar voren ge bracht of iedere beslissing die het college wil nemen of elk voorstel tot beraad uitvoerig door de raad of de commissie getoetst moet worden. U hebt toen gezegd dat, als je dat doet, er kansen verloren gaan. Wij zijn dat helemaal met u eens, maar je moet er op vertrouwen dat het college de zaken naar beste weten behartigt. Dit is onze opstelling ten opzichte van dit col lege. Ik loop hiermee even vooruit op wat ik hierover straks nog tegen de heer Meijerhof zal zeggen. Dit college hebben wij ook altijd beschouwd als ons college. Wij hebben ons nooit opge steld als oppositie, hoewel wij natuurlijk wel hier en daar kritiek hebben geuit. Maar ik vind dat dit college ook een college is van de VVD in de gemeenteraad. Zo heb ik dat altijd gezien en daarom heb ik ook altijd vertrouwen in dit college gehad. Ik heb waardering voor de wijze waarop het college een aantal zaken heeft behartigd. Wethouder Kessler heeft gezegd dat je een risicoreserve hebt voor slechte tijden. Ja, dat begrijp ik wel, daar is een risicoreserve ook voor; dat zal ik nooit bestrijden. Wij be strijden echter het feit dat het college de risicoreserve heeft gebruikt voor het sluitend houden van de begroting. Ik denk niet dat wij hier langer over moeten praten. De stand punten van het college en ons hierover zijn bekend. Wij moeten dit onderwerp hiermee maar afsluiten Wij hebben kritiek uitgeoefend omtrent de methode van invoering van de rioolbelasting. Ik proef een beetje uit de woorden van wethouder Kessler dat hij zou willen zeggende VVD heeft kritiek op de rioolbelasting op zich. Daar zou best nog eens over gesproken kunnen worden. Onze kritiek richt zich echter op het feit dat het bedrijfsleven in zo'n laat stadium is ingeschakeld. De wethouder heeft in commissieverband een keer gezegd dat dan iedereen moet worden ingeschakeld. Ik heb daar best begrip voor, maar als het college de werkgele genheid heel centraal stelt in het beleid en zegt dat dat punt door het hele beleid moet heenlopen, dan vind ik dat het bedrijfsleven daar best uitgelicht kan worden. Vandaar dat wij graag hadden gezien dat het bedrijfsleven hierbij in een veel vroeger stadium was be trokken Wethouder Kessler heeft gezegd dat er niet alleen sprake is van een liberale visie als je zegt dat veel gedaan moet worden aan acquisitie en dat je niet achterover moet leunen. Nee, dat begrijp ik ook donders goed, mijnheer Kessler. Maar jaren geleden was er wat dat be treft toen alleen sprake van een liberale gedachte, maar die is nu ook doorgedrongen in uw Partij. Daarom heb ik dat genoemd. Ik heb uit de woorden van wethouder Kessler geproefd dat hij aandacht heeft voor de budgettering van een aantal zaken en voor de bewaking van het reilen en zeilen, ook nadat de beslissing is genomen. Het woord "budgettering" hebben wij vorig jaar bij de algemene beschouwingen opgenomen voor wat betreft de sector onderwijs. Wethouder De Vries zal stich ongetwijfeld herinneren dat wij toen hebben gevraagd of budgettering ook voor die sector mogelijk was. Budgettering is ons helemaal niet vreemd en wij gaan daarin best met het col lege mee. Wethouder Kessler heeft gezegd dat er nog velerlei zaken in het gemeentelijk apparaat moeten worden gedaan en dat er problemen op ons afkomen. Wij hebben daar oog voor. De wethouder zegt vervolgens dat bekeken zal worden op welke manier het management het beste kan worden bewaakt en hoe de cultuur die in het ambtelijk apparaat heerst een beetje kan worden bijgestuurd in de richting zoals het college dat graag wil. Daardoor zou je wat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 40