86
ook niet de VVD in het college opnemen? Ook de VVD is helaas nogal dominant in een aantal
provinciale en landelijke besturen. Het zou hoogstens een argument kunnen zijn waar je heel
voorzichtig mee moet omgaan. In ieder geval is het een veel te minimaal argument om daar
mee een links college op lokaal niveau te willen blokkeren.
Een andere opmerking in de richting van de PvdA-fractie is de volgende. Het spijt mij
enigszins dat de heer Meijerhof niet in algemene zin op de hoofdlijnen van onze beschouwin
gen is ingegaan. Hij heeft er één punt uitgehaald, namelijk dat wij vinden dat dit college te
weinig gevoeligheid heeft voor nieuwe ontwikkelingen in de samenleving en dat met name
toegelicht aan de hand van het anti-discriminatiebeleid. Ik vind het jammer dat de heer Meij
erhof de andere elementen uit onze beschouwingen niet meer naar voren heeft gehaald.
Met betrekking tot het anti-discriminatiebeleid het volgende. De opmerking van de heer
Meijerhof is juist dat de PAL-fractie te weinig onderscheid heeft gemaakt, zeker in het geval
van Cambuur, tussen de opstelling van de fractie en die van het college. Ik vind het niet
terecht dat hij daarmee wil suggereren dat dit college van b. en w./de PvdA-wethouders in
de Cambuur-affaire een juiste opstelling zouden hebben gekozen. Integendeel, dit college
heeft geweigerd om zelfs maar met Cambuur te praten. Het college heeft gezegd - ik kom er
zo meteen op terug als ik het heb over de invoering van het anti-discriminatie artikel - dat
de Algemene Subsidieverordening (ASV) hem geen mogelijkheden biedt om met Cambuur om
de tafel te gaan zitten. Het heeft dan ook niets te maken met de druk van het college dat
Cambuur is omgegaan, maar naar onze mening wel alles met de druk van buitenaf. Het is
zelfs zo dat de PvdA-wethouder voor emancipatie zich in de emancipatiecommissie de vraag
heeft gesteld of er überhaupt wel sprake was van discriminatie in het geval van Cambuur.
Wij zijn daar toen nogal hard over gevallen, maar het tekent wel wat het feit dat de fractie
blijkbaar een wat andere mening heeft in dit geval dan de wethouder.
Ik wil dan nu twee opmerkingen maken in de richting van het CDA. Ik zal daarbij vooral
ingaan op de eerste instantie van het CDA, want de tweede instantie van die fractie richting
PAL was nou niet bepaald uitgebreid. Ik vind het jammer dat ook het CDA niet wat uitge
breider op de hoofdlijnen van ons betoog is ingegaan.
Ik vond de opmerkingen in het betoog van het CDA over de vergroting van de zelfzorg
van burgers erg interessant. Dat begrip wordt ook binnen PAL-kringen vaak gehanteerd,
maar ik wil er wel op wijzen dat het naar onze mening een dubbelzinnig begrip is. Als je
spreekt over zelfzorg van burgers dan zou het kunnen zijn dat je denkt dat iedereen even
veel mogelijkheden en capaciteit heeft om voor zich zelf te zorgen. Daarmee zou je kunnen
suggereren dat er in de samenleving geen sprake is van achtergestelde groepen. Dit colle
ge, maar ook de PAL-fractie, onderkent dat er in de samenleving wel sprake is van achter
gestelde groepen; de CDA-fractie doet dat trouwens ook. Wat zijn de begrippen die de CDA-
fractie heeft genoemd bij zelfzorg; privatisering, deregulering, democratisering en budget
tering.
Met betrekking tot privatisering en deregulering willen wij opmerken dat wij een econo
mische benadering van de zelfzorg niet zien zitten. Een dergelijke benadering kan er juist
toe leiden, zeker bij privatisering en deregulering, dat zwakkere groepen de dupe worden
van het zo breed hanteren van het begrip zelfzorg. Daar waar het gaat om democratisering,
om vormen van zelfbestuur/zelfbeheer - dit zijn zaken waar wij reikhalzend naar uitkijken
als wij praten over het rapport van de Commissie-Heere -denk ik dat zelfzorg wel een po
sitief element in zich draagt. Want daar heb je niet het risico dat achtergestelde groepen
nog een keer extra achtergesteld zullen worden.
Mijn tweede opmerking in de richting van het CDA wil ik maken over de bijdrage van de
heer Pruiksma. Hij hield een enthousiast verhaal over baas in eigen huis zijn als argument
tegen de artikel 12-status. Het is bekend dat de PAL-fractie tegen de artikel 12-status is,
dus daar zijn wij het over eens. Wel vind ik dat het erg flink klinkt om te zeggen dat wij
baas in eigen huis zouden zijn, want financieel gezien zijn wij dat natuurlijk maar in zeer
beperkte mate in onze gemeente. De heer Pruiksma heeft er zelf ook op gewezen dat bijvoor
beeld bij de tariefstelling voor burgers - naar onze mening helaas maar naar zijn mening
minder helaas - geen progressie mogelijk is, dus geen inkomensafhankelijke tarieven. Dus
het baas in eigen huis zijn op financieel gebied lijkt mij een wat te stellige uitdrukking.
In de richting van de VVD wil ik vier opmerkingen maken. Het spijt mij dat ik het na
mens de fractie moet zeggen, maar wij vonden het verhaal van de VVD een verhaal vol cli
chés en uitermate zwart-wit. Dat kwam met name naar voren in het verhaal over de politie.
De heer Bijkersma heeft daarbij in zeer algemene termen gepraat over de bevolking die geen
genoegen neemt met bepaalde vormen van onveiligheid, dat men zich achter de politie
schaart, enz. Naar de mening van de PAL-fractie bestaat de wereld niet uit twee groepen,
de goeden en de slechten. Het is volgens mij in een complexe samenleving juist noodzakelijk
steeds opnieuw te kijken waar criminaliteit optreedt en je af te vragen wat je onder crimina
liteit verstaat. De politie is niet iets van goede mensen. Wanneer spreek je nu wel of niet
van criminaliteit? Is er sprake van criminaliteit wanneer wij praten over hard rijden op auto
snelwegen, het antidateren van rekeningen om belastingvoordeel te halen of het korten door
de regering op groepen waar niets meer te halen valt? Of vindt de VVD dat er in deze ge
87
vallen geen sprake is van criminaliteit? Wij willen niet ontkennen dat criminaliteit en onvei
ligheid op zich reële problemen zijn. Maar in een complexe samenleving zul je moeten kijken
waardoor het komt dat mensen zich in een hoek gezet voelen en waarom zij zich miskend voe-
len. Een louter repressief verhaal zoals dat van de kant van de VVD gekomen is zet dan niet
veel zoden aan de dijk.
De tweede opmerking is de volgende. Wij hebben er in zijn algemeenheid op gewezen dat
naar onze mening in dit collegebeleid te weinig oog is voor nieuwe ontwikkelingen in de sa
menleving. Je zou kunnen zeggen dat het wat dat betreft niet helemaal toevallig is dat de
VVD-fractie zich zo herkent in dit college. Eigenlijk zie je dat in optima forma bij de VVD.
Met name het verhaal van de VVD-fractie waarbij geringschattend werd gesproken over de
problemen van de minima heeft de PAL-fractie zeer gestoken. Ik hoop niet dat dit een profi-
leringspunt wordt van de VVD, omdat daarmee onrecht wordt gedaan aan mensen die op dit
moment met uitermate veel moeite de financiële touwtjes aan elkaar kunnen knopen. Wat dat
betreft sluit ik mij aan bij de opmerkingen van de heer Meijerhof.
De derde opmerking gaat over het gezegde "Laat Roosje maar zorgen". Gisteren werd de
heer Bijkersma al geïnterrumpeerd met de opmerking: Laat Roosje maar zorgen voor een zes
de wethouder. Wij vragen ons natuurlijk wel af wie de kosten dienaangaande gaat betalen.
Waar is het voorstel voor dekking van de kant van de VVD? Meer in zijn algemeenheid zou je
kunnen opmerken dat de VVD de risicoreserve niet wil aanspreken en de rioolretributie niet
wil invoeren. Het zal duidelijk moeten worden waar de VVD het bedrag van ongeveer 5 mil
joen dan vandaan wil halen. Waar zijn de posten waar de VVD tegengestemd heeft voor een
bedrag van 5 miljoen? Waar liggen de alternatieve dekkingsplannen van de VVD? Waar, mijn
heer Bijkersma, moet voor 5 miljoen worden bezuinigd?
De vierde opmerking is naar aanleiding van de tweede instantie van de VVDdaar waar
PAL niet begrepen heeft dat er economische wetten zijn waardoor het zo is dat Nederland
150 miljard in het buitenland zou moeten investeren. Het lijkt mij te gemakkelijk om te zeg
gen dat door economische wetten het zo is dat er Nederlands kapitaal naar het buitenland
vloeit. Volgens mij heeft het overheidsbeleid daar een heel grote rol in gespeeld. Wat dat
betreft is het mede dankzij dit kabinetsbeleid dat er zoveel geld naar het buitenland
stroomt. Het is dus niet een kwestie van een algemene economische wet. Het is denk ik niet
toevallig dat Nederland onder dit kabinet de tweede of derde investeerder in Amerika is ge
worden voor zo'n groot bedrag. Het is niet zo dat PAL pleit voor een autarkische samenle
ving en dat wij tegen investeren in het buitenland zouden zijn. Wat wij hebben gezegd is dat
het investeren van een bedrag van 150 miljard in het buitenland, terwijl er zoveel noden bij
voorbeeld in Friesland gelenigd zouden moeten worden, een ontwikkeling is die wij niet goed
vinden. (De heer Bijkersma: Hoe je het ook wendt of keert, mijnheer Duijvendak, het gaat
beter in ons land.) Je kunt je afvragen voor welke mensen dat geldt, mijnheer Bijkersma.
D'66Wij zijn het eens met verschillende punten van het betoog van mevrouw De Jong.
Bijvoorbeeld het ontbreken van een evaluatie van het collegebeleid en de zorg over de afna
me van het aantal vrouwen bij de gemeente
Mevrouw De Jong heeft opmerkingen gemaakt over de ontwikkelingen op de vliegbasis
Leeuwarden naar aanleiding van het 1 november-besluit. In dit verband wil ik tevens een
opmerking maken in de richting van de burgemeester en onze claim hierbij intrekken. Wij
zijn het met mevrouw De Jong eens dat het ten onrechte is dat het college van b. en w. de
raad zo slecht en onvoldoende heeft geïnformeerd over wat het 1 november-besluit is ge
weest en wat voor consequenties dat heeft voor de vliegbasis Leeuwarden. Er zijn nogal wat
tegenstrijdige uitspraken gedaan vanuit Den Haag. Vandaar ook dat wij tijdens de afdelings
vergadering er op hebben aangedrongen dat de burgemeester de raad zou informeren. De
burgemeester heeft in zijn antwoord aan mevrouw De Jong gezegd dat het college van b. en
w. wel actief in Den Haag heeft geïnformeerd. Ik vraag mij dan af waarom de informatie
daarover ons niet eerder heeft bereikt. Ik ben benieuwd of het schriftelijke antwoord,
waarvan ik aanneem dat dat gekomen is, voor de raad ter inzage kan worden gelegd zodat
wij alsnog met elkaar kunnen bekijken in hoeverre het nodig is om daar in een later stadium
op terug te komen. Op dit moment willen wij in ieder geval de claim over dit punt intrekken.
De motie van D'66 vinden wij sympathiek. Wij zijn het eens met de aanvullingen van de
kant van het CDA bij de overwegingen. De motie zullen wij steunen.
Tot slot, wat de reacties van de fracties betreft, de GPV/RPF/SGP-fractie. Het betoog
van de heer Buurman is zo uitgebreid en er zitten zoveel punten in die aanleiding geven tot
het maken van opmerkingen, dat wij ons enigszins zullen beperken. Waar het ons om gaat is
dat - dat ligt wat in het verlengde van wat wij tegen de CDA-fractie hebben gezegd - er
volgens ons een voortdurende verwarring is tussen aan de ene kant logica en aan de andere
kant wat je zou kunnen noemen moralisme. Dat komt bijvoorbeeld naar voren bij het punt
waar de heer Buurman gesproken heeft over de effecten van de individualisering op de sa
menleving. Hij heeft gelijk dat een en ander leidt tot uitbreiding van een aantal maatschap
pelijke voorzieningen, maar dat is op zich geen probleem omdat dat een consequentie kan
zijn van de maatschappelijke ontwikkeling. Het is dan alleen geen logische gevolgtrekking
als je zegt dat het gezin en het huwelijk dus opnieuw in ere hersteld moeten worden, want