94
Optimistisch ramen doet het college alleen, volgens de wethouder, bij reële mogelijkhe
den en verwachtingen. Ik blijf erbij dat er in dit beleidsplan te vaak van verwachtingen
wordt uitgegaan en te vaak en te veel optimistisch wordt geraamd. Daarop kun je toch geen
beleidsplan bouwen? In het beleidsplan wordt wat de verfijning sociale structuur betreft
heel optimistisch uitgegaan van een verslechtering van 9 punten. Maar de betreffende circu
laire noemt toch heel duidelijk 11 punten. Een en ander betekent zo'n f. 270.000,voor
Leeuwarden op jaarbasis. De bijstandscompensatie is ook weer volledig opgevoerd, terwijl
het al duidelijk is dat de regering niet verder zal gaan dan |-deel van de resterende 10%.
Dat betekent ook ongeveer drie ton. De automatisering van de Gemeentelijke Sociale Dienst
(GSD), die nog niet in een cijfervertaling in het beleidsplan is vastgelegd, moet ook op en
kele tonnen op jaarbasis worden gesteld. Als je deze te voorziene tegenvallers - er is ge
woon optimistisch geraamd bij enkele zaken - optelt, dan schiet je toch zonder moeite een
gat in de begroting van een kleine miljoen gulden op jaarbasis. Wij hebben hier te maken met
een beleidsplan voor meerdere jaren, dus reken maar uit.
Dan het punt van het voeden van de risicoreserve met rekeningoverschotten. Ik vind
het niet reëel om die overschotten als dekkingsmiddel daarvoor te hanteren. Wij weten in
middels allemaal dat de rekeningoverschotten 1983 en 1984 - dat is ook meerdere malen in de
Commissie voor de Financiën gesteld - eigenlijk te verwaarlozen zijn. Ik ben dan ook van
mening dat je de rekeningoverschotten niet als dekkingsmiddel mag hanteren.
De verzwaring van de lastendruk. De wethouder heeft begrip voor mijn moeite hiermee,
maar daar kopen de burgers natuurlijk niets voor. Ik blijf van mening dat de lastenverzwa
ring haaks staat op het collegeprogramma en dat eerst bekeken had moeten worden of die
maatregel niet door een herbezinning op het bestaande beleid had kunnen worden opgevan
gen. De lastenverzwaring is inmiddels doorgevoerd. De wethouder heeft heel duidelijk aan
gegeven dat er nog niet sprake is van de laatste herwaardering, dus met andere woorden en
een lastendruk en alsnog een herbezinning op het bestaande beleid. Naar mijn gevoel pak je
dan de burgers aan twee kanten. Het is natuurlijk wel zo dat datgene wat je enige tijd
enigszins hebt uitgesteld alsnog opgehoest moet worden. Maar nogmaals, de lastenverzwa
ring is inmiddels een feit geworden.
Ik heb uit de woorden van wethouder Timmermans geproefd dat wij wat onze 35.000
wooneenheden betreft tot een dusdanige herstructurering moeten komen dat wij voldoende
kunnen inspelen op de toenemende vergrijzing. Wij zullen de komende jaren zeker met dit
grote probleem rekening moeten houden. De wethouder heeft gesteld dat er een blijvende
behoefte is aan nieuwbouw. Wij moeten wat dat betreft inspelen op de komende ontwikkelin
gen, omdat wij anders over een aantal jaren een woningbestand hebben dat helemaal niet op
de behoefte is afgestemd.
Over de civieltechnische werken het volgende. De wethouder zegt dat wij in een over
gangsperiode zitten en dat het college zich beraadt op een strategie. Ik heb begrepen dat
de kleinere werken prioriteit hebben. Ik vind het alleen een beetje jammer dat dat gebeurt
op het moment dat de Oostergoweg een feit is geworden. Want laten wij even wel wezen,
voor kleinere werken blijft er natuurlijk niet zo verschrikkelijk veel geld meer over. De
Oostergoweg heeft toch wel een hele aanslag gepleegd op de stelpost civieltechnische wer
ken. Ik heb ergens het gevoel dat hiermee het paard achter de wagen wordt gespannen.
Ik ben het ermee eens dat wij niet op voorraad kunnen bouwen voor woongroepen, maar
dat wij de behoefte moeten afwachten en daar soepel op moeten inspelen. Ik heb de verwach
ting dat het college daartoe zeker bereid is en dat ook ter hand zal nemen.
Over het Oude Veemarktterrein en omgeving het volgende. Ik heb niet alleen gevraagd
om een integrale afweging, maar vooral om een visie op het hele gebied/de hele stad. Omdat
er straks een scheiding komt tussen Leeuwarden en Leeuwarden-Huizum is het gewoon heel
belangrijk dat er een visie wordt ontwikkeld over wat wij willen met dat gebied in samenhang
met de vraag wat wij met de hele stad willen.
Wethouder De Vries is ingegaan op de privatisering en heeft gezegd dat de Dienst voor
Sport en Recreatie momenteel werkt aan voorstellen ter zake. Dat gegeven maakt duidelijk
hoe hoog de nood is bij de gemeente. Vier jaar geleden heb ik deze kwestie ook al eens naar
voren gebracht. Ik wil wel heel duidelijk onderstrepen dat er duidelijke voorwaarden ver
bonden moeten zijn aan privatisering. Wij zijn dan nu zo ver dat er hardop gesproken en
gedacht kan worden over privatisering.
Over de door mij ingediende motie het volgende. Het CDA heeft daar inmiddels iets aan
toegevoegd. Ik ben blij dat de motie een zo brede ondersteuning krijgt, want - ik kan dat
niet vaak genoeg zeggen - juist in deze sector vallen de klappen. Het is beroerd om te con
stateren dat juist ten aanzien van deze kwestie weinig of geen verweer uit de richting Den
Haag komt, want degenen die het aangaat zijn in het algemeen niet in staat om zich te ver
weren.
Ik heb mij bijzonder gestoord aan de wijze waarop wethouder Miedema geantwoord - ik
kan beter zeggen niet geantwoord - heeft. Ik wil een compliment geven aan de leden van het
college die hebben getracht diepgaand antwoord te geven op hetgeen door de raad naar vo
ren is gebracht. Wethouder Miedema vormt hierop echter een uitzondering.
95
Ik heb vragen gesteld over het pleinafsluitend gebouw. Uit berichten in de krant blijkt
dat de wethouder al voor één april, dus voordat de raad ter zake een beslissing moest ne
men, op de hoogte was van de nu voor te stellen wijzigingen. Hoe zit dat eigenlijk? Wethou
der Miedema heeft niet de moeite genomen daarop te reageren. Ik neem dus aan dat het juist
is dat de wethouder op de hoogte was van de wijzigingen. Ik kan dan ook beslist niet uit de
voeten met de opmerking van de wethouder dat het college deze eerst verder gaat uitwerken
- het realiseren van een fietsenstalling kreeg enige nadruk - en dat de raad nog alle ruimte
heeft om zich daarover uit te spreken. De raad heeft die ruimte helemaal niet! Over een half
jaar moet dit project immers al van start gaan. Laten wij even heel wel wezen, de raad heeft
voor een dergelijk project niet alle ruimte! Wij weten allemaal hoeveel tijd zo iets in beslag
neemt. De raad komt straks door tijdgebrek voor een beslissing te staan en heeft geen an
dere keus dan slikken of stikken. Als ik dan hoor dat de wethouder voor één april van deze
wijziging op de hoogte was - nogmaals, ik heb daarover een vraag gesteld maar de wethou
der heeft niet de moeite genomen een en ander eventueel tegen te spreken - dan vind ik dat
een zeer kwalijke zaak. Wij hebben namelijk als raad duidelijk een uitspraak gedaan over de
zaken zoals die aan ons zijn voorgelegd. Als dan blijkt dat in feite de wijziging al is bekok
stoofd, dan maak ik mij daar vreselijk boos over en vind ik dat er een loopje wordt genomen
met de raad.
Wethouder Heere is uitgebreid ingegaan op de toenemende vergrijzing in Leeuwarden en
de integrale benadering zoals het college die voorstaat. Ik ben het met de wethouder eens
dat een nota op dit gebied teveel tijd vraagt en dat wij dit probleem heel anders kunnen op
lossen. De raad weet dat dit probleem speelt. Ik vind dat alle raadsleden dit probleem als
een gegeven in alle commissies moeten aandragen en in de gaten moeten houden.
De negatieve beeldvorming van psychiatrische patiënten. Ik ben bijzonder gelukkig met
de toezegging van wethouder Heere dat wij hierin ook een gemeentelijke taak hebben. Ik heb
van de wethouder begrepen dat de moeilijkheid is hoe je zo iets handen en voeten geeft. Ik
zou hierop een voorschot willen geven. De spiegelposter is waarschijnlijk wel bekend. Er
zijn in de gemeentelijke gebouwen vast wel plaatsen waar je deze posters neer zou kunnen
hangen. Deze poster - nogmaals, dit is een voorschot, want wij moeten natuurlijk veel meer
doen - zegt in feite alles en wij kunnen daar vele kanten mee uit. De tekst op de poster is:
Ooit een normaal mens ontmoet en hoe beviel het? Ik vind dat wij een paar van zulke posters
moeten aanschaffen, want dat is in ieder geval een begin.
Ik wil dan nu ingaan op de beschouwingen van de andere fracties.
De PvdA-fractie heeft het probleem van de leegstand aangesneden en gezegd dat lagere
huren in feite dat probleem zouden opheffen. Ik onderschrijf die opmerking volkomen. Ik
hoop dat er een mogelijkheid is dat de huurverlaging kan worden doorgezet, want dan snijdt
het mes natuurlijk aan twee kanten. Aan de ene kant kun je een grote groep mensen een be
tere woning geven tegen betaalbaardere huren en aan de andere kant kan een dergelijke
maatregel misschien de doorstroming wat op gang helpen.
De heer Meijerhof is ingegaan op mijn kritiek op het beleidsplan dat ik boterzacht heb
genoemd. Hij zegt dat zachte boter goed smeerbaar is. Wij weten natuurlijk allemaal dat dat
zo is, maar daar zit natuurlijk wel een gevaar in. Als je namelijk niet oppast dan drupt
zachte boter je voordat je het weet tussen de vingers.
Het CDA heeft het gehad over de privatisering van bungalows, jachthavens en cam
pings. Die zaken mogen van de CDA-fractie wel worden verkocht. Ik ben die mening ook
toegedaan. Als die mogelijkheid er is dan moet die zeker worden bekeken.
Ik deel uiteraard de zorgen, die ik trouwens zelf ook naar voren heb gebracht, van de
heer Pruiksma over het beleidsplan.
Ik wil toch ook nog even inhaken op de opmerking van de heer De Jong over het Krisis-
en Informatiecentrum (KRIC). Hij vroeg naar het bestaansrecht van het KRIC. De brokken
die de bestaande hulpverlening heeft laten liggen, heeft juist het KRIC zijn bestaansrecht
gegeven. Het is ook het KRIC waar je je in noodsituaties niet 3 of 4 weken van tevoren hoeft
te melden. Bovendien kun je in noodsituaties ook buiten kantooruren en zelfs in het week
einde bij het KRIC terecht. Als iets zijn bestaansrecht heeft bewezen dan is dat naar mijn
gevoel wel het KRIC en dat komt mede, nogmaals, door het laten liggen van een stuk hulp
verlening door de bestaande instanties.
De VVD-fractie. Ik weet eigenlijk niet zo goed wat ik moet met de kritiek van het college
op het rijksbeleid. Ik denk dan: waarvoor zitten wij hier eigenlijk. Toch voor de Leeuwar
der belangen? Ik vind het heel terecht hoor dat het college kritiek uit en zegt dat hetgeen
gebeurt niet redelijk is, bijvoorbeeld het onevenredig ophoesten van de bezuinigingen door
de gemeenten. Als er geconstateerd wordt dat de zwakkeren steeds zwakker worden dan is
dat terechte kritiek, maar dan zegt de VVD... (De heer Bijkersma: Ik heb gezegd dat er
een grens is aan datgene wat het rijk aan de gemeenten geeft. Wij zijn het daarmee eens. Ik
heb precies gezegd wat u nu zegt, mevrouw De Jong, maar u hebt alleen niet geluisterd.
Moet ik even letterlijk weergeven wat ik heb gezegd? Ik heb alleen ten aanzien van de socia
le sector het college bekritiseerd, omdat het wat dat betreft te weinig bewijslast heeft aan
gedragen.) Waarvoor? Voor het feit dat de zwakkeren steeds zwakker worden? U vindt dat