98
Ik heb gezegd dat het opstellen van beleidsnota's tijdrovend is en gevraagd om een
overzicht van wat er in 1986 op de raad afkomt. Op die vraag heb ik geen antwoord gekre
gen.
Ik heb ook geen antwoord gekregen op het punt van de alcoholica bij de sportclub Cam-
buur. Ik heb gevraagd of het college bereid is met het bestuur van Cambuur te overleggen
dat voor de wedstrijd geheel geen alcoholica te koop wordt aangeboden. Diis geen beperking
tot een half uur voor aanvang van de wedstrijd.
Wat de politie betreft heb ik gesproken over de helingbestrijding. Er is geantwoord dat
dat tot de normale taakuitoefening van de politie behoort. De burgemeester heeft een en an
der meer betrokken op een terrein dat het zijne niet zou zijn. Dan had dus het antwoord ook
anders moeten luiden. Wellicht is het toch zaak om deze kwestie, als die hem niet regar
deert, te betrekken in het tripartite-overleg. Het lijkt mij toch wel degelijk relevant voor
het gemeentebestuur en de burgers dat men weet dat hier in ieder geval wat aan gebeurt.
Hetzelfde geldt voor het politie-sepot. Op mijn opmerkingen daarover is trouwens ook
niet ingegaan. Enerzijds de oproep tot aangifte van diefstal en anderzijds de processen-ver
baal de prullebak in. Dat lijkt mij voor de burgerij toch wel onbevredigend.
Voor wat de hondenfaecaliën betreft geldt precies hetzelfde. De milieupolitie kan ook op
loslopende honden letten. Als mensen de milieupolitie bellen dat er zwerfhonden zijn, dan
worden die wel van de straat gehaald. Ik vind wel degelijk dat de hondebazen wel eens aan
gepakt zouden kunnen worden. Als je daar niets aan doet dan vind ik dat je die rommel,
waartegen de burgerij te hoop loopt - vergeef mij de woordspeling! -, accepteert.
Ik ben nu toe aan motie II van PAL over Zuid-Afrika. Als ik als jongeman bij het brood
een krenteboterham kreeg, dan bewaarde ik die altijd tot het laatst. Ik doe dat ook met mo
tie I van PAL. Het is wel bekend dat wij niet instemmen met het apartheidsbeleid, maar dat
wij wel degelijk oog dienen te hebben voor de moeizame ontwikkeling daar. De economische
boycot treft ook de zwarte bevolking en ik meen dat PAL daar nu juist zo voor opkwam. Ik
vind ook dat wij niet zo selectief te werk moeten gaan. Ik wil wijzen op hetgeen de Sovjet-U
nie uithaalt in Afghanistan en op de onderdrukking van de minderheden in de Sovjet-Unie.
Ik wil ook in herinnering roepen de moord op miljoenen Oekraïners. Wel, die verjaart ook
niet. Als wij hieraan gaan beginnen, dan moeten wij ook maar eens denken aan geen gas uit
de Sovjet-Unie en moet er ook maar geen kaviaar meer komen uit Rusland.
Ik kom nu bij de reacties op motie IV, die gaat over het structureel verhogen van het
niveau van overheidsinvesteringen bij de lagere overheden. Ik ben dankbaar voor alle steun
die ik hiervoor heb gekregen, maar vind het een beetje jammer dat de VVD niet meegegaan
is. Ik begrijp best dat de VVD zich schikt naar het landelijke standpunt - ik ben het er he
lemaal mee eens dat de uitgaven indertijd de pan uitgerezen zijn; ik ben dankbaar voor het
regeringsbeleid -maar ik vind wel dat men een beetje te veel gekeken heeft naar het te
rugbrengen van het financieringstekort. Natuurlijk zijn de lasten ontzettend hoog. De rente
en aflossing zijn zo'n beetje even zwaar als de uitgaven van het departement van Onderwijs;
dat weten wij allemaal wel. Maar wij weten ook wel dat minister Ruding kortgeleden twee mil
jard gulden ergens in een linnenkast gevonden heeft. Hij heeft wel gezegd dat er tegenval
lers zijn, maar er bleef altijd nog 700 miljoen van over. Misschien zou de minister daar eens
een graai in willen doen. Ik heb inmiddels wel begrepen dat ik de VVD toch niet kan beke
ren.
Motie V gaat over de 50 miljoen gulden en wordt door iedereen gesteund. Dat is prach
tig. Het wordt hoe langer hoe mooier, mijnheer de voorzitter.
Motie VI gaat over de opheffingsnormen van scholen voor voortgezet onderwijs. Ik heb
de wethouder gisteren het rapport van de Provinciale Onderwijsraad (POR) ter inzage gege
ven. De POR stelt heel fijntjes dat het beter is om uit te gaan van een gemiddelde minimum
norm van ongeveer 25 a 30 leerlingen per jaar. Expliciete aandacht zal gegeven moeten wor
den aan de laatste school van een bepaalde richting in een kern. De tijdelijke kale 45-norm
betekent voor enkele categorale scholen uitstel van executie die op voorhand vaststaat. Er
is impliciet gedacht dat de scholen in de steden wel technische fusiemogelijkheden zouden
hebben. Dit is slechts ten dele waar. Een aantal scholen waarvan er maar weinig zijn of als
er maar één school van een bepaalde richting is in een betreffende stad, wordt dan ook be
dreigd zonder dat zij een technische fusiepartner van dezelfde richting hebben. De deelne
mers aan de manifestatie van 30 maart jl. spreken zich uit voor een norm van 25 a 35 leerlin
gen per jaar. De 45/60-norm is zuiver ingegeven door economische motieven. Een beperkt
aantal jaren op 45 leerlingen-en dan 60. Handig, want als je direct de 60-norm zou toepas
sen, dan zou een groot aantal gebouwen door fusies te klein zijn. Vijf jaar later is dit pro
bleem opgelost of veel minder aanwezig door de sterke daling van leerlingen. Onderwijskun
dig is 25 a 30 leerlingen per leerjaar verantwoord. De 45-norm is dodelijk. Leeuwarden ver
vult een centrumfunctie. De stad/de raad zal de pluriformiteit in het onderwijs dienen te
raadplegen.
Het Berie Fuortset Underwiis Fryslan zegt keihard tegen de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG) dat deze van plan is mee te werken aan het wegsaneren van talloze goede
onderwijsvoorzieningen. Van de kant van het ministerie is toegegeven dat een bezuiniging
99
van 58 miljoen niet gehaald behoeft te worden. Deze zou niet van de allergrootste importan
tie zijn. De bezuiniging, zo stelt de staatssecretaris, is slechts een aardige bijkomstigheid.
Nou, dan breekt mij de klomp. De motie van mijn fractie is gericht aan onze belangenorgani
satie, de VNG. De inhoudelijke discussie is hier al gevoerd en heeft al geresulteerd in een
motie van 28 januari 1985. Hier is geen sprake van op onredelijke wijze ageren tegen het re
geringsbeleid
Eind vorige week is door de werkgroep Berie Fuortset Underwiis Fryslan met het minis
terie gesproken, waarbij bleek dat de door het Berie gemaakte berekeningen terdege juist
waren. Van de zijde van het ministerie werd niet te kennen gegeven dat het niet ging om
onderwijskundig verantwoorde minimumnormen, maar om een meest optimale norm voor het
nog functioneren van scholen. Dit is meer dan verontrustend en de tijd dringt.
Ik wil ook graag de reactie van het college afwachten. Mocht die aanleiding geven tot
nader beraad met andere fracties, dan zou ik daartoe graag de gelegenheid hebben, want
dan kan de motie eventueel worden aangepast. Het gaat mij natuurlijk om de zaak en niet om
de letterlijke bewoordingen.
Motie III van mevrouw De Jong heb ik mede-ondertekend en sta daar ook helemaal ach
ter. Ik vind de motie een goede zaak en is beslist niet overbodig. Juist de mensen over wie
het in de motie gaat moeten zoveel mogelijk in staat worden gesteld voor hen passende ar
beid te verrichten. De hoeveelheid mensen moet niet aangepast worden aan de hoeveelheid
werk, maar juist andersom. Van harte mijn steun, ook voor wat betreft de aanvulling van de
heer Jansma.
Tot slot motie I van PAL over het anti-discriminatie artikel. Ik heb destijds al gezegd
tegen de heer Duijvendak dat ik, als hij de zaak van artikel 1 van de Grondwet en het Leger
des Heils zou behandelen, in staat hoopte te zijn wat tegenvuurwerk te leveren. Ik zou het
volgende willen zeggen, mijnheer de voorzitter. Als de weg die de heer Duijvendak aangeeft
wordt ingeslagen, dan is de wissel principieel verzet. Dan wordt de geestelijke vrijheid op
nieuw in het hart geraakt. De geestelijke vrijheid heeft tot nu toe vorm gekregen in vrij
heidsrechten, die beogen ruimte te laten voor de eigen verantwoordelijkheid van de bur
gers, zonder inmenging van de overheid. Dat vrijheidsbegrip wordt echter meer en meer
vervangen door een begrip vrijheid, waarin zelfbeschikking in de plaats komt van verant
woordelijkheid. De nadruk komt te liggen op de individuele mens, zijn belangen, zijn opvat
tingen.
Er komt nog een tweede ontwikkeling bij, namelijk dat de hulp van de overheid wordt
ingeroepen om die individuele zelfbeschikking te kunnen realiseren. Wij hebben het gezien
bij de abortuswetgeving, het staat centraal in het streven naar een vrije euthanasie en in
het emancipatiebeleid. Diezelfde ontwikkeling werkt ook in op de interpretatie van dc vrij
heidsrechten van godsdienst, onderwijs, vereniging, vergadering en andere. En dat ge
beurt door middel van een oud beginsel dat in een nieuw jasje wordt gestoken en van een
nieuwe lading wordt voorzien, namelijk het gelijkheidsbeginsel.
De zogenaamde horizontale werking van de grondrechten zou met zich mee moeten bren
gen dat ook particuliere instellingen alle mensen gelijk moeten behandelen, bijvoorbeeld bij
het benoemen van personeel of het toelaten van leden. Het lijkt heel sympathiek, maar kan
de doodsteek betekenen voor elke organisatie die hecht aan een eigen identiteit. Een parti
culiere, een christelijke instelling zal immers per definitie onderscheid maken tussen mensen
die zij toelaat als lid of benoemt tot personeelslid. Alle burgers staan van rechtswege onder
het gezag van de overheid, zodat terecht gevraagd mag worden dat de overheid alle burgers
gelijk behandelt in gelijke gevallen. Maar de particuliere organisatie berust op vrije keuzen
voor vrije mensen, die samen een gemeenschappelijk doel willen bereiken volgens gezamenlijk
overeengekomen regels. Zolang hierbij de strafwet niet wordt overtreden is hier van een
overheidsverantwoordelijkheid geen sprake.
Voorts, wat heeft voorrang als twee grondrechten, bijvoorbeeld de vrijheid van gods
dienst en het recht van gelijke behandeling, met elkaar botsen? De socialist de heer Van der
Hoeven, de oud-voorzitter van de afdeling Rechtspraak van de Raad van State - nu hoort u
het ook eens van een ander - weet waarover hij spreekt als het om staatsrechtelijke zaken
gaat. Hij komt tot de conclusie dat het geldende recht voorrang verleent aan de grondrech
ten van onderwijs en van belijden boven het grondrecht van non-discriminatieVoor wie
zouden de vrijheidsrechten in de Grondwet verzekerd zijn? Voor politieke meerderheden om
hun rechten te verzekeren? Daar heb je geen Grondwet voor nodig. De meerderheid komt in
een democratie toch wel aan haar recht. Nee, zegt de socialist Van der Hoeven, grondrech
ten strekken ter bescherming van de enkeling en van vrij gevormde groepen van individuen
tegenover de overheden en tegenover andersdenkenden. Maar zodra een politieke meerder
heid de kans grijpt om haar opvattingen op te leggen aan de enkeling en aan vrij gevormde
groepen van individuen, worden de vrijheidsrechten in hun wezen aangetast.
Een andere hoogleraar, professor Van Boven - hij is gepromoveerd op de volkenrechte
lijke bescherming van de godsdienstvrijheid - heeft meerdere malen gewezen op de bedrei
ging die op de godsdienstvrijheid uitgaat als die ondergeschikt wordt gemaakt aan heersen
de politieke doelstellingen. Ik had nog meer, maar ik zal het hierbij laten.