120 De heer Buurman: Ik refereer aan hetgeen ik in mijn algemene beschouwingen heb ge zegd over subsidiëring van beroepsvoetbal. Mijn fractie stemt tegen het voorstel van het college, afgezien uiteraard van het bedrag van f. 87.000,— aan directe subsidie in verband met de afbouw; een en ander op grond van behoorlijk bestuur. De heer De Vries (weth.): Tijdens de afdelingsvergadering is geconstateerd dat het be taald voetbal in het kader van de passieve recreatie een plaats heeft in het Leeuwarder ge beuren die wij liever niet verloren zien gaan. Dat is ook de mening van het college. Toen wij 2 jaar geleden besloten tot de afbouw van de exploitatiesubsidie stond ons een situatie voor ogen die correspondeerde met de advisering zoals die was neergelegd in rapporten van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)Middels een studiecommissie van de VNG was namelijk geadviseerd: Accommodatie voor rekening van de gemeente, exploitatie voor reke ning van de betaald voetbalorganisatie zelf. De gemeenten die betaalde voetbalorganisaties financieel ondersteunen en in die periode vrij frequent met elkaar om de tafel zaten meenden dat deze gedragsregel landelijk ingevoerd zou moeten kunnen worden. Er was immers nog iets anders komende wege. Er waren nieuwe inkomstenbronnen in die fase via een verreke ning van het Budget Bewakings Instituut (BBI)voetbalwedstrijden voor de televisie lever den geld op en de sponsoring was in opmars. Dat waren allemaal factoren die de exploitatie inkomsten van de betaald voetbalorganisaties in belangrijke mate zouden bevorderen. In de praktijk blijkt dat ook inderdaad het geval te zijn geweest. Als u kijkt naar de ontwikkeling van de exploitatierekening van Cambuur, dan kunt u daaruit opmaken dat deze nieuwe in komstenbronnen wel degelijk een bepaalde en een niet onbelangrijke rol in het geheel hebben gespeeld. Het subsidiebedrag van de gemeente werd verhoudingsgewijs steeds lager en wij hebben inderdaad in de veronderstelling geleefd dat de beslissing van de raad in de prak tijk geëffectueerd zou kunnen worden. Er waren in deze kring mensen die er niet in geloof den en die meteen al met elkaar de vangnetconstructie tot stand hebben gebracht en hebben gezegd: Wanneer Cambuur in de problemen raakt dan zullen wij bereid moeten zijn om de si tuatie opnieuw onder ogen te zien. Ik ben het met de heer Boelens eens dat de raad niet op de hoogte is gebracht van het feit dat Cambuur al in een heel vroeg stadium heeft gerappel leerd en er op heeft geattendeerd dat er moeilijkheden met de verdere afbouw van de exploi tatiesubsidie zouden kunnen komen. Wij leefden echter in de veronderstelling dat ten aan zien van de signalen van Cambuur enige terughoudendheid moest worden betracht. Met Cambuur was namelijk de afspraak gemaakt om zelf te proberen datgene waarop de gemeen teraadsbeslissing zich richtte te halen. Dat was eigenlijk de opdracht, de taakstelling, die wij aan Cambuur hadden meegegeven. In dit seizoen zou er ten aanzien van deze kwestie geen enkel probleem zijn gerezen, ware het niet dat er zich een bepaalde negatieve ontwik keling voordeed. In de eerste plaats moest Cambuur van de zijde van de KNVB een derde team in het veld brengen, hetgeen de laatste jaren sterk kostenverhogend heeft gewerkt. In de tweede plaats liepen de vereveningsgelden uit het BBI terug. Kortom, er waren enkele factoren die maakten dat er aanmerkelijk minder middelen waren dan waarop men aan vankelijk meende te mogen rekenen. Het belangrijkste element dat op dit moment de nood veroorzaakt is echter het feit dat Cambuur, in vergelijking met het vorige en het voor-vori ge seizoen, op geen stukken na in staat is om dezelfde sportieve prestaties op de mat te leg gen, hetgeen in sterke mate de bezoekersaantallen beïnvloedt. Wanneer Cambuur zou mee doen in de top van de eerste divisie, dan zouden wij vanavond ongetwijfeld niet voor dit probleem hebben gestaan, want dan zou men met het bedrag dat dit jaar in de begroting is opgenomen stellig in staat zijn geweest om rond te komen. Dat is de tegenvaller die hier nog extra overheen komt en die veroorzaakt dat het bestuur van Cambuur de noodklok luidt. Wij zijn gevoelig voor de situatie waarin het betaald voetbal in onze stad is komen te verkeren. U moet maar eens kijken naar de bezoekersaantallen die deze betaald voetbalorga nisatie de laatste jaren heeft getrokken. Dat gaat per seizoen echt om tienduizenden mensen en wanneer dit wordt getransformeerd op de gemiddelde subsidiebedragen die in de ver schillende sectoren ter beschikking worden gesteld en wordt herleid tot een bedrag per wedstrijd per bezoeker, dan komt deze situatie in een daglicht te staan waarvan kan worden gezegd: Zo kun je nut en offer ook op een bepaalde manier inschatten. Bovendien levert Cambuur qua presentatie naar buiten een stuk public relation voor de gemeente Leeuwarden. In het kader van de sportieve recreatie maar dan in de passieve zin - ik kom wat dit betreft bij de heer Buurman die het ook over sportieve recreatie had - heeft Cambuur namelijk een belangrijke functie te vervullen. Cambuur zit nu in de problemen, zoals ik die zojuist schetste, en de vraag is tot welke conclusie dit moet leiden. B. en w. hebben uitvoerig met het bestuur van Cambuur van ge dachten gewisseld. Alle factoren die door het bestuur naar voren zijn gebracht zijn nog eens gewogen, maar eigenlijk zijn wij er niet uitgekomen. Met name was er de vraag waarom andere betaalde voetbalorganisaties, die ongeveer in vergelijkbare omstandigheden verkeren als Cambuur, met een aanmerkelijk lager exploitatiesubsidie wel kunnen rondkomen, terwijl Cambuur dat niet kan. In dat licht gezien heeft het college van b. en w. gezegd: De vang netconstructie in de vorm van de eenmalige 2? ton voor het volgende seizoen schept ruimte 121 om deze zaak te bekijken, wij willen ons gaan oriënteren bij andere betaalde voetbalorgani saties, wij willen ook contact opnemen met de KNVB om ten aanzien van de toekomst van het betaald voetbal echt eens goed door te meten welke verwachtingen er dienaangaande liggen en wij willen weten in welk opzicht Cambuur zo sterk verschilt ten aanzien van andere be taalde voetbalorganisaties die ook door de gemeenten worden gesubsidieerd. Mevrouw De Jong heeft reeds de bedragen van de gegeven subsidies naar voren gebracht, die uiteen lie pen van f. 5.000,tot f. 367.000,hetgeen neerkomt op een gemiddelde van f. 120.000, Waar wij met betrekking tot dit onderzoek precies terecht zullen komen kan ik op dit moment niet inschatten. Met dit onderzoek zou wel haast kunnen worden gemaakt. Wij kunnen helaas niet conform de wens van de heer De Beer op 9 januari 1986 met deze zaak klaar zijn; het zal wel enige maanden meer tijd vragen. Ik zal er echter persoonlijk in het college voor plei ten te proberen om in deze zittingsperiode van de raad duidelijkheid te krijgen ten aanzien van de vraag of de gemeente Leeuwarden op het pad van de subsidiëring van het betaald voetbal verder gaat en, zo ja, wat de raad daarvoor de verantwoorde norm acht. Bovendien moet duidelijk worden waarom Cambuur ten opzichte van andere gesubsidieerde betaalde voetbalorganisaties meer financiële hulp en armslag moet hebben en welke factoren dat beïn vloeden. Ik ben bereid een en ander in het college aan de orde te stellen en te bekijken of wij daarin zullen slagen. Het tweede punt betreft hetgeen door de heer Meijerhof en anderen naar voren is ge bracht, namelijk dat dit eenmalige besluit Cambuur financieel voor problemen stelt. Men komt het komende voorjaar in februari/maart in liquiditeitsproblemen en om die het hoofd te bieden zal er hulp moeten komen. Dat kan op verschillende manieren. De meest voor de hand liggende is dat men naar een bankinstelling gaat en vraagt om een lening. Deze bankinstel ling zal echter waarschijnlijk alleen bereid zijn krediet te geven als er enige zekerheid is dat het geleende geld terug komt. In dat opzicht heeft het college overwogen om, als de raad met deze suggestie zou komen - de heer Meijerhof komt met een dergelijke suggestie -, in principe bereid te zijn dit punt mee in de besluitvorming te betrekken. Dat is niet een be slissing waar het college in zijn volledigheid achter staat. Er wordt intern verschillend over geoordeeld, maar de meerderheid staat achter deze gedachte, omdat men begrijpt dat, wan neer deze weg niet wordt gevolgd, Cambuur op korte termijn in de problemen komt die een verder gaan erg moeilijk maken. Als ik zo de opmerkingen die zijn gemaakt de revue laat passeren, dan beluister ik bij de meeste sprekers - mevrouw De Jong is daarop een uitzondering - de duidelijke intentie dat aan een structurele subsidiëring in de exploitatie in de toekomst niet valt te ontkomen. Deze conclusie is mijns inziens juist als wij Cambuur in stand willen houden. De vraag is evenwel in welke mate en tot hoever. Op dat stuk van zaken zijn er natuurlijk marges te be palen. Er kan bijvoorbeeld een limiet worden gesteld waarbinnen de subsidie moet blijven, maar dat kan niet zo uit de losse hand. Dat zal moeten worden gedaan aan de hand van meer feiten dan er op het ogenblik bekend zijn. Tegen die achtergrond wil ik samenvattend concluderen dat de raad bereid is om voor het seizoen 1986/1987 de subsidie aan te vullen tot een bedrag van f. 250.000,Daarnaast vragen wij de gelegenheid in een tijdsbestek van enkele maanden een nader onderzoek in te stellen, zoals ik dat zojuist heb omschreven, waarna wij in overleg met de Commissie voor Sport en Recreatie en de Commissie voor de Financiën bij de raad terugkomen met een voor stel om een structureel subsidie ten behoeve van het betaalde voetbal beschikbaar te stellen. Teneinde Cambuur over het punt van het gebrek aan liquiditeit heen te helpen wordt daarbij de bereidheid uitgesproken een garantie voor een lening te verstrekken en daarbij te bepa len dat de aflossing van die lening in de eerste plaats wordt afgetrokken van de subsidie die de gemeente Leeuwarden aan Cambuur verstrekt, zodat wij zekerheid hebben dat met be trekking tot dat punt geen extra subsidies behoeven te worden gegeven. De heer Meijerhof: Door het feit dat er een jeugdteam moest worden ingesteld en het sportief gezien dit seizoen niet zo goed gaat, waardoor het toeschouwersaantal achterblijft, komt Cambuur in de problemen, aldus de wethouder. Ik denk dat er dit seizoen alleen maar liquiditeitsproblemen zijn. Bij de documentatie die wij hier op tafel vonden was namelijk een brief van 9 april 1985 - het nieuwe seizoen begon zo omstreeks augustus, nadat men terug was uit Japan -op welk moment er van het sportieve resultaat van dit seizoen nog niets bekend was. Dat er een jeugdteam moest worden ingesteld was, naar ik aanneem, wel be kend. Door het bestuur werden op dat moment al alarmerende berichten gegeven en werd gezegd: Wij komen gewoon in de problemen als op de oude voet wordt doorgegaan met het afbouwen van de subsidie. Over een en ander had dus nu mijns inziens sowieso moeten wor den gesproken. Ik ben het dan ook niet met de wethouder eens wanneer hij zegt dat deze kwestie toevallig aan de orde komt, omdat het met Cambuur sportief gezien slecht gaat. Ik begrijp dat het college verdeeld is wat betreft het verlenen van een garantie. Zoals ik reeds in eerste instantie heb gezegd moet de raad op korte termijn - het liefst in deze raadsperiode - een uitspraak doen over wat er verder met Cambuur moet gebeuren. De heer De Beer had het in dit verband over het verstrekken van een meer jarensubsidie. De wet-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 61