122 houder doet een toezegging met betrekking tot deze garantie, want daarover is reeds in het college gesproken, hetgeen wel naar aanleiding van het fractieberaad zal zijn gebeurd, want toen kwam dit idee naar voren. Hij wil namelijk zijn best doen om op korte termijn met een voorstel in de raad te komen. De afgelopen dagen is al vaker een motie ingediend die als be leidsondersteunend werd betiteld en het leek mij een goede zaak om, teneinde het college een indruk te geven hoe de raad tegen deze materie aankijkt, een motie in te dienen. Als wij er van uitgaan dat er in maart/april een definitief voorstel wordt voorgelegd, dan weet Cam- buur hoe men verder moet varen en dan hoeft er ook niet meer gediscussieerd te worden over het verstrekken van een garantie voor een lening. De eenheid in het college wordt daardoor ook bewaard; het mes snijdt dus als het ware aan twee kanten. De motie luidt als volgt "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 17 december 1985, gelezen het voorstel nr. 437, overwegende dat afbouw van de exploitatiesubsidie het voortbe staan van Cambuur in gevaar brengt en dat alleen een meerjaren- subsidie een oplossing kan bieden, besluit: het college uit te nodigen op korte termijn, en wel binnen deze raadsperiode, met een voorstel te komen inzake subsidiëring van Cambuur met een meerjarenkarakter. De motie is mede-ondertekend door mevrouw Vlietstra. De Voorzitter: Deze motie is super klein, maar wel voldoende ondersteund en kan deel uitmaken van de verdere beraadslagingen. De heer De Vries (weth.Ik wil nog graag een aanvullende informatie van de heer Meij- erhof. Als wij handelen op de manier zoals door hem naar voren wordt gebracht, wat bete kent dan het voorstel dat op dit moment op tafel ligt? Moet het college dat dan terugtrek ken? De heer Meijerhof: Inderdaad. Het voorliggende voorstel kan eventueel worden gebruikt als indicatie voor het nog te maken voorstel. Op het thans voorliggende voorstel kan als het ware worden voortgeborduurd. Er is immers al een mooi stuk werk verricht en het zou zon de zijn om dat zo maar weg te doen. De heer De Beer: De motie zegt in feite precies datgene wat ik zojuist heb voorgesteld. Noch wij noch het stichtingsbestuur kan iets met het voorstel dat nu voor ons ligt. Er zal op korte termijn structureel een subsidie voor Cambuur moeten worden geconstrueerd. Dat kan alleen maar wanneer een en ander voldoende is onderbouwd en in de geëigende commissies is geweest. Onze fractie ondersteunt derhalve het voorstel van de heer Meijerhof. De heer Meerdink: Door de wethouder is opgemerkt dat er nog overleg moet worden ge pleegd. Onze vraag daarbij is wat zo'n onderzoek op korte termijn kan opleveren. Wij ver wachten eigenlijk niet dat het zo zal zijn dat naar Cambuur toe gegarandeerd kan worden dat men uit de liquiditeitsproblemen komt. Een tweede punt betreft het volgende, waarbij ik meteen de motie van de heer Meijerhof betrek. Op deze manier wordt de ruimte geboden om na de verkiezingen maar toch nog bin nen deze raadsperiode met een nieuw voorstel te komen. Dat is iets waartegen wij toch wel bezwaar hebben. Als in de motie zou staan dat het college wordt uitgenodigd vóór 19 maart met een voorstel te komen, dan zou hij onze steun krijgen. Wij kunnen onze steun echter niet toezeggen als die datum 21 april zou zijn. (De heer Meijerhof: Ik wilde niet dat het een verkiezingsstunt zou zijn, vandaar dat ik deze periode heb genomen. Als ik had voorgesteld vóór de verkiezingen met een nieuw voorstel te komen, dan was het misschien verkeerd uit gelegd. De heer Meerdink heeft echter gelijk, het zou misschien nog beter zijn de datum van 19 maart in de motie te noemen. Wellicht is het college wel in staat een en ander zodanig te realiseren.) Misschien kunt u uw motie zodanig wijzigen. (De heer Meijerhof: Er zou inder daad een verkiezingsstunt in kunnen zitten.) (De Voorzitter: Tenzij de motie met algemene stemmen wordt aanvaard!) (Gelach) Het lijkt mij een goede zaak om in ieder geval voordat de verkiezingen worden gehouden over deze zaak in definitieve zin te beslissendus ook over de meer jarensubsidie. Ik zou dan ook willen voorstellen de motie in die zin te wijzigen. Onze steun hebt u dan in ieder geval. Het tweede punt betreft het verstrekken van een gemeentegarantie wanneer Cambuur in de problemen zou komen in het lopende seizoen en eventueel ook het daarop volgende sei zoen. Ik zou graag willen weten onder welke voorwaarden deze gemeentegarantie eventueel wordt gegeven, voor welk aantal jaren Cambuur dan een lening kan afsluiten en tot welk be- 123 drag. Cambuur heeft er mijns inziens recht op en behoefte aan een beleid te voeren dat loopt over een aantal jaren en dat wat ons betreft voor deze hele beleidsperiode geldt. In brieven van Cambuur wordt ook naar voren gebracht dat de meeste spelers enige zekerheid willen in deze bange tijd, ondanks het feit dat de heer Bijkersma zegt dat het beter gaat. Ook naar de spelers toe en om een acceptabel prestatieniveau te krijgen zou het mijns in ziens goed zijn om concrete vormen te geven aan de kwestie van de gemeentegarantie. Wij hebben een motie achter de hand, die ik voorlopig nog wil aanhouden. Het hangt van de re actie van de wethouder af of ik die indien. De heer Buurman: Het zal duidelijk zijn dat ik tegen het meerjarenplan en het verstrek ken van een structurele subsidie ben. De heer Boelens: Uit onze eerste instantie is al gebleken dat wij met het voorstel van de heer Meijerhof akkoord kunnen gaan. Wij willen wel de kanttekening maken dat wij de con structie van het geven van een gemeentegarantie op een lening - een en ander is al eens eerder toegepast, namelijk bij de manege - afwijzen. De heer De Vries (weth.): Het heeft mijns inziens weinig zin nog verdere argumenten te geven en beschouwingen te houden. Het college is bereid de motie van de heer Meijerhof over te nemen. Wij zullen ons uiterste best doen deze zaak binnen de kortst mogelijke tijd verder te brengen. (De heer Meijerhof: Om alle achterdocht die er eventueel tegen ons voorstel bestaat weg te nemen zou ik willen vragen of het college zich in staat acht om deze kwestie 10 maart weer aan de raad voor te leggen. Op 19 maart worden de verkiezingen ge houden, dus dan zou dat probleem ook van de baan zijn.) Wij willen in geen enkel opzicht deindruk wekken dat het hier om een verkiezingszaak gaat. Wij zullen ons best doen. (De heer Meerdink: Het is mij nog niet geheel duidelijk wat de wethouder nu toezegt. Komt een en ander nu wel of niet op 10 maart aan de orde?) De Voorzitter: Toegezegd wordt dat de zaak uiterlijk 10 maart in de raad aan de orde wordt gesteld. Daarmee is de relatie met de verkiezingen van tafel, zo heb ik begrepen, maar dat is mij niet geheel duidelijk. Aan de orde is de stemming over de door de heer Meijerhof ingediende motie. De motie van de heer Meijerhof en mevrouw Vlietstra wordt aangenomen met 32 tegen 2 stemmen (Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van D'66 en GPV/RPF/SGP.) Punt 1d (bijlage nr. 431). De Voorzitter: Dit punt luidt: Rapportages herwaardering 1985-1989 en 1986-1990. De heer Bijkersma: De voorliggende raadsbrief omvat drie punten. Het eerste punt be treft de stelpost kapitaalinvesteringen pool verhuurde lokalen. In de raadsbrief wordt ge zegd dat er twee mogelijkheden zijn als de lokalen niet meer worden gebruikt. Wanneer ver huur plaatsvindt op commerciële basis, dan zullen investeringen in de huur kunnen worden doorberekend. Mijn fractie kan zich daar heel goed in vinden, want dat is een goede zaak. Het gebouw kan echter ook worden bestemd voor doeleinden in de welzijnssector. Ik wil er voor waarschuwen dat er door het beschikbaar stellen van het gebouw tegen een lage huur erin de praktijk geen versluierde subsidiëring gaat plaatsvinden, want er zijn natuurlijk andere instituten die een hoge huur moeten betalen maar geen subsidie krijgen. Die institu ten komen dan in een achterstandssituatie terecht. Ik neem aan dat daar rekening mee wordt gehouden Het tweede punt betreft het Openbaar bibliotheekwerk en de taakstelling 1990 van f. 16.000,Uit de raadsbrief blijkt dat het bestuur van de Vereniging Openbare Biblio theek geen onoverkomelijke problemen ziet die het realiseren van deze taakstelling in de weg staan. Ik vind dat een goede zaak. Ik heb in onze algemene beschouwingen gezegd dat zij die subsidie ontvangen er zelf aan moeten meewerken om een goed inzicht te krijgen in de vraag waar bezuinigd kan worden. Ik heb er waardering voor dat men daar op het gebied van het bibliotheekwerk toe over gaat. Het derde punt betreft de bezuiniging die moet worden gerealiseerd bij de Harmonie. In tegenstelling tot het tweede punt waarbij het bestuur van de Vereniging Openbare Biblio theek heeft gezegd dat het wel mogelijkheden ziet om de taakstelling te realiseren, zegt het bestuur van de Stichting Cultureel Centrum De Harmonie dat het de bezuinigingen zal reali seren. Dat is natuurlijk een beetje voorzichtiger en een andere opstelling dan: wij zien het wel zitten. Bij de raadsbrief is een bijlage gevoegd, waarin staat aangegeven hoe het be stuur denkt de bezuinigingen te realiseren. Ik heb hier een aantal vragen over. De post vermindering schoonmaak is voor 1985 gesteld op f. 6.500,en voor de jaren 1986, 1987 en

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 62