132 een aantal onderdelen kritiek hebben op het financieel beleid, maar in zijn algemeenheid zijn wij het eens - dat heb ik ook tijdens de algemene beschouwingen gezegd - met de methodiek van het begroten met het vleugje optimisme. Er is een aantal opmerkingen gemaakt, met name over het tijdstip waarop wij het alter natief dekkingsplan hebben uitgedeeld. Ik wil daar een paar dingen over zeggen. Het lijkt mij op zich een heel normale procedure als alle partijen in de raad die kritiek hebben op de voorstellen van het college hun kritiek financieel zouden vertalen in de vorm zoals wij dat bijvoorbeeld hebben gedaan. Wat dat betreft denk ik ook dat de beoordeling van onze plan nen niet zoveel tijd hoeft te kosten, omdat bijna alle posten die daarin genoemd zijn of een uitvloeisel zijn van de algemene beschouwingen die ik gehouden heb of voortvloeien uit de opmerkingen tijdens de afdelingsvergaderingen of voortvloeien uit de behandeling vorige week van het Programma Sociaal-cultureel Werk 1986. Met andere woorden, andere partijen, bijvoorbeeld D'66 en VVD, die wel een aantal kritiekpunten hebben genoemd op het financi eel beleid van de gemeente maar niet met financiële tegenplannen zijn gekomen, zouden wat dat betreft iets bescheidener kunnen zijn in hun kritiek en zich misschien eerst kunnen be raden over de vraag of ook zij niet met financiële tegenplannen zouden kunnen komen. Je hoeft je er dan ook niet over te verbazen dat die dan plotseling op tafel liggen, als ze ten minste in de lijn liggen van de betogen die je daarvoor hebt gehouden. Ik ben het ermee eens dat het op zich wenselijk zou zijn dit soort plannen eerder rond te delen, maar iedereen die weet onder welke tijdsdruk wij hebben gewerkt - ook wat betreft het maken van de algemene beschouwingen - kan zich voorstellen dat dat moeilijk is. Ik wil er nog wel op wijzen, ook in de richting van het college, dat wij in ieder geval geprobeerd hebben om alle bedragen voor 1986 en daarna in één begroting op te nemen en niet te zeg gen: wij gaan dat maar eens dekken in 1987, zoals b. en w. bijvoorbeeld hebben gedaan bij Cambuur. Wat dat betreft hebben wij geprobeerd een sluitende begroting op tafel te leggen. Dan een reactie op de opmerkingen over het inhoudelijke deel van het alternatief dek kingsplan. Er is een aantal opmerkingen gemaakt over het voorwoord. De heer Meijerhof heeft gezegd dat PAL daarmee het algemene beleid van deze gemeente zou veroordelen. Dat is niet waar. Waar wij ons over verbazen is de moeite die wij hier soms moeten doen om voor een paar duizend gulden een subsidie voor een bepaalde groep los te krijgen en het gemak waarmee een aantal andere zaken hier besloten lijkt te worden. Meer algemeen hebben wij geconstateerd dat, daar waar wij over de Aegon praatten, er maatschappelijk gezien - dat is puur een constatering van onze kant - een discrepantie is tussen aan de ene kant de enorme financiële problemen bij gemeenten - het tegen elkaar laten uitspelen van gemeenten heeft ons ook nog eens vijf miljoen gekost - en aan de andere kant het toenemen van de winst van de Aegon tot maar liefst 226 miljoen gulden. Wij constateren op grond van die zaken dat er maatschappelijk gezien iets mis is in de verhoudingen tussen private en publieke sector. Een ander punt van algemene aard was de opmerking van de heer Bijkersma dat ons al ternatief dekkingsplan bedrijfsonvriendelijk zou zijn. Ik ben het daar niet mee eens, vol gens mij kan de PAL-fractie dat verwijt niet worden gemaakt. Wat je wel zou kunnen zeggen is dat wij een eerlijker verdeling van lasten proberen te realiseren tussen alle groepen die in de knel zitten. Wat dat betreft is het te gemakkelijk te zeggen dat alleen het bedrijfsleven in de problemen zou zitten. In algemene zin is dat denk ik ook niet waar. Je moet volgens mij kijken naar waar de zwakke groepen in de samenleving zitten. De gebruikers bij de on roerend goedbelastingen zijn bijvoorbeeld op zijn minst zo'n zwakke groep als een aantal be drijven. Wij hebben geprobeerd die afweging in ons alternatief dekkingsplan te maken. Bij de posten die je extra bezuinigt of bij de posten die je voor nieuw beleid opvoert kan je inderdaad stellen dat daar de kleur van PAL duidelijk in naar voren komt. Wij hebben een aantal prioriteiten gelegd. Bij ons liggen de prioriteiten in ieder geval niet bij de taptoe, het vlagvertoon en het onderhoud van de schuilgelegenheid in de parkeergarage. Daarmee maken wij financiële ruimte voor bijvoorbeeld het wel overeind houden van sportieve recrea tie. Ik denk dat het nu niet de plaats is om die politieke debatten te voeren, maar wel dat je moet constateren dat er politieke meningsverschillen in de raad over zijn. Ik zal dan ook niet diep ingaan op een aantal detailopmerkingen van een aantal fracties op een aantal in ons plan genoemde posten. Ik zal hoogstens een toelichting geven waarom een aantal posten wel is opgevoerd. Wat betreft de gedragswetenschapper bij de politie het volgende. Wij zijn het niet eens met het college dat de taken van deze persoon opgenomen zouden kunnen worden binnen het bestaande apparaat of verschoven zouden kunnen worden naar het project kleine criminali teit. Wij zijn van mening dat de gedragswetenschapper een aantal nuttige taken heeft uitge voerd, dat er nu een aantal zaken blijft liggen - bijvoorbeeld het project integrale slachtof- feropvang - en dat daarvoor op zijn minst een halve gedragswetenschapper zou moeten wor den aangesteld. Wij zijn van mening dat je het openbaar bibliotheekwerk niet een extra bezuiniging moet opleggen, ook niet als het bestuur die met moeite heeft kunnen vinden. Wij vinden een der gelijke bezuiniging in principe onjuist. Het zal ook duidelijk zijn dat wij vinden dat sportieve recreatie meer ruimte zal moeten krijgen in plaats van minder. 133 Het lijkt mij niet nodig om in te gaan op de vraag waarom wij het Leger des Heils hebben opgevoerd. Het zal duidelijk zijn dat het wat ons betreft niets te maken heeft met het inci denteel kritisch beoordelen van een bepaalde instelling, maar juist met het feit dat wij vin den dat alle instellingen die zich aan discriminatie schuldig maken in principe niet voor sub sidie in aanmerking zouden moeten komen. Vandaar ook de discussie die wij ongeveer een uur geleden hebben gevoerd. Stellingen dat het Lesbisch Archief discrimineert zal ik maar even laten liggenti, Mijn conclusie is dat ons alternatief dekkingsplan wel sluitend is. Piet van der Wal zal een toelichting geven op de posten terugbrengen tekort parkeergarage en extra inkomsten uit het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf (GEB). De heer Van der Wal: Wij hebben wat betreft het bedrag van f. 2.300.000,dat wij heb ben geraamd aan extra inkomsten uit het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf (GEB), verwezen naar de laatst bekende cijfers van het bedrijf, namelijk uit 1984. In de betreffende stukken staat vermeld dat wij niet alleen in 1984 maar ook in de voorgaande jaren al fors bijdragen in de winst van een andere overheidsinstelling, namelijk het Provinciaal Electriciteitsbedrijf (PEB)en wel voor een bedrag van 3,3 miljoen gulden oftewel 45% van de totale winst van het PEB. Wij hebben andermaal verkondigd dat wij dat een zeer onterechte zaak vinden. On langs heb ik vernomen dat ook de ondertekenaar destijds van het inkoopcontract tot die conclusie is gekomen. Ik doel dan op de voorzitter van de commissie-Brandsma die, toen hij op inventarisatiebezoek was in Leeuwarden, na de vergadering weliswaar zei hoe hij ooit zo'n contract had kunnen ondertekenen. Een ander lid van de commissie merkte op dat dit het slechtste contract is dat in het land bestond en bestaat. Goed, er verandert van alles op dit front. Het inkoopcontract loopt binnen de komende beleidsperiode af. Er is ook kans op een landelijk inkoopcontract dat één inkoopsprijs voor het hele land behelst. Als dat een ge middeld contract zou zijndan levert dat een aanzienlijke positieverbetering van ons GEB op. Wij hebben die positieverbetering niet op 3,3 miljoen begroot, maar op 2,3 miljoen. Wij hebben dan ook nog ongeveer een half miljoen speling opgenomen. De wethouder zegt dat er in het beleidsplan ook al rekening is gehouden met een oplo pende winstuitkering uit het GEB van 1,3 miljoen. Daar hebben wij ook rekening mee gehou den. De jaarcijfers 1984 wijzen uit dat in dat jaar reeds een voordelig saldo is geboekt van ongeveer 1,3 miljoen. Daar tornen wij niet aan, want dat zou betekenen dat wij dubbel optel len. Wij blijven dus van mening dat het niet te optimistisch is om de komende beleidsperiode alvast rekening te houden met bedragen van 1,8 tot 2,3 miljoen gulden. Ik denk dat er wat misverstand is over de laatste berichten dat gemeenten geen winst uitkering meer krijgen. Het gaat daarbij echter over de produktiebedrijven. Rotterdam zou meen ik 60 miljoen derven. Het gaat nu om distributie. De wethouder heeft bij een vorig punt gesproken over de centrales in het Zuiden van het land, die goedkoper produceren. Maar dan hebben wij het over brandstofkosten, die niets met deze additionele vergoeding van 25% hebben te maken. Wij houden deze financieringsbron staande. Er is in de raad ook opgemerkt dat de extra inkomsten ten goede aan de gebruikers moeten komen. Wel, dat vinden wij ook. Wij willen bijvoorbeeld 1,4 miljoen stoppen in het verlagen van het gebruikersdeel van de onroerend goedbelastingen. Dat geld wordt ons in ziens dan voor een groot gedeelte op een rechtvaardige manier verdeeld en komt dus ook wel degelijk ten goede aan de gebruikers. Wat de parkeergarage betreft denken wij niet zozeer aan een tariefsverhoging. Het col lege heeft destijds bezettingsgraadpercentages gehanteerd, waar wij toen onze grote twijfels bij hadden. Het college achtte die percentages echter zeker haalbaar. Wij houden het college niet voor 100% aan die berekeningswijze, maar toch wel voor zo'n 60%. B. en w. hebben des tijds een bepaalde bezettingsgraad haalbaar geacht. Daarin zou je ook het bedrag van het taakstellend onderzoek van twee ton moeten zoeken en voor een ander klein gedeelte wellicht uit een tariefsverhoging in het kader van het verkeersbeleid. Tot zo ver mijn toelichting. De heer Bijkersma: Nog een korte reactie op datgene wat de fractievoorzitter van PAL in onze richting heeft gezegd. Ik heb gezegd dat het alternatief dekkingsplan van PAL in grote mate bedrijfsonvriendelijk is. De heer Duijvendak heeft gezegd dat dat niet zo is. Ik heb dat in eerste instantie met een aantal voorbeelden willen aantonenmaar hij heeft dat kennelijk niet begrepen. Ik wil daar nu nog wel iets uitvoeriger op ingaan. Daarbij wil ik ook nog even in herinnering roepen hetgeen wij tijdens de algemene beschouwingen hebben gezegd over de investeringen in het buitenland. Ik heb toen tegen de heer Duijvendak ge zegd dat ik denk dat hij de economische wetten in dit soort zaken niet begrijpt. Als de lonen in een ander land lager liggen, dan vertrekt het bedrijf naar zo'n land. De heer Duijvendak heeft die stelling toen afgewezen. Ik wil nogmaals herhalen dat ik denk dat hij de economi sche wetten bijzonder slecht begrijpt. De heer Duijvendak heeft gezegd dat hij met het gestelde in het voorwoord van het al ternatief dekkingsplan heeft bedoeld dat de gemeenten tegen elkaar worden uitgespeeld en

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 67