136
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over het beleidsplan.
De heer Duijvendak: De PAL-fractie wil graag aantekening dat zij het eens is met het
beleidsplan, behoudens met de punten die terugkomen in het alternatief dekkingsplan.
Mevrouw De Jong: Ik kan met het beleidsplan meegaan - ik heb daar mijn kanttekenin
gen bij geplaatst behalve met de bezuiniging op de post speelplaatsen en speeltuinen en
de post museum Het Princessehof.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de
aangenomen moties en de door het college gedane toezeggingen en met aantekening dat de
fracties van PAL en D'66 wensen te worden geacht te hebben gestemd tegen de door de door
de heer Duijvendak en mevrouw De Jong genoemde onderdelen.
Punt 1f.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 2 (bijlage nr. 428).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen
van diverse takken van dienst en bedrijven voor het dienstjaar 1986 inzake routine-investe
ringen.
De heer Meijerhof: Onze fractie vraagt zich af hoe het inkoopbeleid in deze gemeente
wordt geregeld. Deze vraag komt met name naar voren omdat voor meubilair bij de verschil
lende diensten totaal andere bedragen worden opgevoerd.
Een ander punt betreft het autopark. Wij zien dat diverse diensten vrachtwagens moeten
aanschaffen. Wij weten dat er, als er een groot wagenpark is, een zogenaamde "fleet owners
korting" wordt gegeven. Wij willen dus graag weten hoe het inkoopbeleid is georganiseerd
en of er nog mogelijkheden zijn om een en ander wat centraler te doen en daardoor meer
kortingen te bedingen. Het bovenstaande ligt in het verlengde van wat ik in de algemene
beschouwingen heb opgemerkt over effectiviteiten en efficiency.
De heer Kessler (weth.Ik weet niet of het nu het moment is om het hele inkoopbeleid
van de gemeente aan de orde te stellen. Ik kan mij voorstellen dat een en ander eens in de
Commissie voor de Financiën wordt behandeld,
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 3 (bijlage nr. 435).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Vaststellen Verordening onroerend goedbelastingen per 1
januari 1986.
De heer Bijkersma: In de Commissie voor de Financiën hebben wij al naar voren ge
bracht dat wij, ondanks het feit dat wij in mei tegen de onroerend goedbelasting en de riool
belasting, die toen waren gekoppeld, hebben gestemd, niet tegen dit punt zullen stemmen.
In mei is een en ander door de raad aangenomen en wij leggen ons natuurlijk neer bij datge
ne wat de raad heeft beslist. Wat nu voor ons ligt betreft alleen maar de tarieven en de aan
passingen.
Wij willen toch nog een opmerking maken. Op bladzijde 2 van de raadsbrief staat dat de
te verwachten oninbare posten en afrondingen zullen worden meegeteld bij de berekening
van de bedragen. Wij zijn het er niet mee eens dat dat op deze wijze gebeurt; het is geen
goed koopmans gebruik. Met de opmerking dat wij het hier dus niet mee eens zijn zullen wij
niet tegen dit punt stemmen.
De heer Duijvendak: Ons alternatief dekkingsplan heeft zijn schaduw reeds vooruit ge
worpen met betrekking tot dit punt. Ik wil een aantal korte opmerkingen maken. Op zich
ben ik het eens met datgene wat de heer Bijkersma zegt, namelijk dat je, wanneer je eenmaal
tegen een bepaald punt hebt gestemd, daarover niet steeds moet blijven zeuren; je zou al
leen de aantekening kunnen laten aanbrengen dat je nog steeds tegen bent.
De reden waarom ik toch het woord wil voeren is de volgende. (Ik heb het dan over de
punten 3 en 4 van de agenda, die een bepaalde samenhang hebben en die ik met goedkeu
ring van de voorzitter tegelijk behandel.In mei is het besluit genomen om de onroerend
goedbelasting voor gebruikers te verhogen met 17%. Toen hebben wij reeds uitgebreid gemo
tiveerd waarom dat volgens ons haaks staat op het besluit van 1982, hetgeen daarna ook
137
schoorvoetend door de wethouder is toegegeven. Er is toen eerst gekeken wat de rioolretri
butie zou kunnen opleveren en toen bleek dat dat geen 3 miljoen zou worden is bekeken hoe
veel er dan nog bij de gebruikers moest worden weggehaald. Op die manier is die 17% ont
staan. Met andere woorden, die 17% is een uitvloeisel van het feit dat de f. 34,rioolretri
butie voor eigenaren acceptabel wordt genoemd.
Bovengenoemde redenering is nu echter totaal omgedraaid. Nu is er eerst naar gekeken
hoeveel die 17% - het is overigens zelfs 19% geworden - oplevert. Nu is er niet naar gekeken
wat de daling van het eigenarentarief betekent, waardoor het gebruikersdeel van de onroe
rend goedbelasting navenant minder sterk zou kunnen worden verhoogd. Met andere woor
den, b. en w. hebben de kans laten liggen om de gebruikers minder te pakken, terwijl dat
het uitgangspunt was in 1982. De redenering is nu volstrekt omgedraaid. De eigenaren be
talen nu geen f. 34,maar f. 28,50 en daarmee lopen wij f. 350.000,mis hetgeen nu wordt
verrekend in het gebruikerstarief. Wat dat betreft vind ik het nu voorliggende voorstel nog
slechter dan het voorstel dat in mei op tafel lag. Tevens vind ik dat het ook niet strookt met
de politieke uitgangspunten van dit college en ook niet met bijvoorbeeld de woonlastennota
van PAL/PvdA/FNV. B. en w. hebben de kans laten liggen om deze groep in ieder geval ge
deeltelijk te ontzien.
Het zal duidelijk zijn dat de PAL-fractie tegen iedere verhoging van de onroerend goed
belasting is. Wij hadden in ieder geval verwacht dat het college had geprobeerd die kansen
te benutten die het zelf binnen de eigen marges had. Ik heb b. en w. voorgerekend dat een
eigenarentarief van f. 34,ons ruimte geeft van f. 350.000,terwijl een eigenarentarief
van f. 40,ook een heel reëel tarief - maar liefst f. 765.000,zou hebben opgeleverd,
welk bedrag wij minder bij de gebruikers hadden hoeven weg te halen. In de tegenbegroting
van PAL is hiervoor f. 500.000,geraamd, welk bedrag ongeveer zit tussen de twee zojuist
genoemde bedragen. Ook dat is dus een heel reëel tarief. Wij zijn teleurgesteld dat b. en w.
deze kans hebben laten liggen. Wij stemmen dan ook tegen de 19% verhoging van de onroe
rend goedbelasting en ook tegen het bedrag van f. 34,voor de eigenaren bij de rioolretri
butie.
Mevrouw De Jong: Zo'n 4 jaar geleden heb ik van harte het collegeprogram ondersteund.
Een van de punten was het tegengaan van de lastendruk voor de burgers, hetgeen ik een
heel goede zaak vond. Nu wordt voorgesteld de onroerend goedbelasting met 19% te verho
gen. Zoals ik reeds eerder naar voren heb gebracht vind ik dit een heel slechte zaak. Mijns
inziens is een en ander onverantwoord en onaanvaardbaar en ik zal dan ook tegen dit voor
stel stemmen.
De heer Kessler (weth.): De heer Bijkersma is het er niet mee eens om de oninbare pos
ten bij de limietberekening mee te nemen. Het is nu eenmaal goed koopmans gebruik dat du
bieuze posten in de tarieven worden verdisconteerd en dat hebben wij hier ook gedaan.
De heer Duijvendak zegt dat het college bepaalde zaken schoorvoetend heeft toegege
ven. Ik ben dat niet met hem eens. Wij hebben gewoon toegegeven dat wij ten opzichte van
de plannen in 1982 een wat andere benadering hebben gekozen, waarvoor wij ook onze argu
menten hebben aangedragen. Die argumenten betroffen met name het ontzien van de positie
van de corporaties alsmede het ontzien van de positie van woningeigenaren, onder wie ook
heel veel kleine eigenaren zitten.
De heer Duijvendak vraagt verder waarom wij niet hebben vastgehouden aan de f. 34,
en terug zijn gegaan naar f. 28,50. Hierover heb ik in de Commissie voor de Financiën al een
duidelijke uiteenzetting gegeven. Wij hebben de verdeling over onroerend goedbelasting en
rioolretributie als uitgangspunt gekozen. Die verdeling is ook in mei door de raad vastge
steld en daaraan hebben wij als college vastgehouden. Vervolgens hebben wij een nieuwe
verdeelsleutel tussen kleingebruikers en grootgebruikers voor wat betreft de rioolretributie
tot uiting laten komen in de prijs van het eigenarendeel, waardoor het laatste niet werd
vastgesteld op f. 34,maar op f. 28,50.
De heer Duijvendak: Wij stemmen tegen een stijging van het gebruikersdeel van de on
roerend goedbelasting met 19%.
Mevrouw De Jong: Ik stem tegen het gehele voorstel.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de
fractie van PAL wenst hebben gestemd tegen een stijging van het gebruikersdeel van de on
roerend goedbelasting met 19% en de fractie van D'66 tegen het gehele voorstel.
Punt 4 (bijlage nr. 434).
De Voorzitter: Aan de orde is de wijziging van de Verordening rioolrechten 1986.