14
de norm. Bovendien behoort naar ons oordeel een gemeente baas in eigen huis te zijn.
Over de tarieven heb ik al iets gezegd toen ik het had over onroerend goedbelastingen.
In zijn algemeenheid voeg ik er aan toe dat naar het oordeel van onze fractie niet nu het
fundament mag worden gelegd voor een lastenverzwaring voor de volgende periode.
Mijnheer de voorzitter, alles overziende is wederom sprake van een knap stuk reken
werk. Het is althans zo dat,als je alle cijfers op papier optelt, de tellingen kloppen. Het sluit
en dat is mooi. Dat neemt echter niet weg dat ook dit jaar weer een royaal gebruik is gemaakt
van termen als vleugjes optimisme, verantwoord, aannames en dergelijke. Zulke termen maken
het financiële gebouw echter niet hecht. De toekomst zal leren waar het achterstallig
onderhoud zich openbaart.
De heer Bijkersma: Mijnheer de voorzitter. Leeuwarden 700 jaar. Vele malen is onze stad
dit jaar in het nieuws geweest, positief, doch helaas, ook enkele malen gebeurden hier min
der goede dingen. Een van de positieve zaken, die mij duidelijk bijgebleven is, is de intocht
van een groep Canadese militairen op 15 april, de bevrijdingsdag van Leeuwarden. Het in
grote getale toegestroomde publiek, zowel jong als oud, toonde duidelijk dat de vrijheid voor
hen nog wel betekenis heeft. Een vrijheid, welke niet altijd zo bewust gewaardeerd wordt,
omdat het bezit er van als vanzelfsprekend wordt aanvaard. Toch speelt de vrijheid bij het
geluk van de mensen een belangrijke rol. De gezamenlijke beleving van die vrijheid is een
duidelijke stimulans om samen de problemen te trotseren.
Economisch gezien schijnt er een verbetering te zijn ingetredenmaar wij moeten nog
steeds voorzichtig manoeuvreren. De betrekkelijke welvaart, zoals wij die onze maatschappij
toeschrijven, is door velerlei omstandigheden niet voor iedereen direct bereikbaar; reden
van veel ongenoegen en onrust, waarvan wij de laatste tijd zo vaak tekenen zien. Bij dit al
is het echter wel eens goed te kijken naar datgene wat wij wel allemaal verworven hebben.
Gezien vanuit deze gedachten denk ik datals wij de problemen gezamenlijk aan willen pak
ken, het in onze gemeente mogelijk zal zijn de door u aangekondigde 1 miljoen extra bezui
niging op te brengen.
Reeds bij het aantreden van dit college hebben wij gesteld dat u, ondanks verschil van
mening omtrent de samenstelling, van ons toch een positieve benadering zoudt kunnen ver
wachten. Ik meen te mogen constateren dat dit van ons geen loze woorden zijn geweest, al
hebben wij wel kritische en soms zeer kritische woorden in uw richting gesproken. Dit hoort
nu eenmaal ook bij de democratie.
De door u gepresenteerde begroting en het beleidsplan van dit jaar hebben wij in die
geest beoordeeld. Het zal u daarbij niet verwonderen dat wij waardering hebben voor het
feit dat u er weer in geslaagd bent het financiële plaatje in evenwicht te houden.
Het is voor mijn fractie teleurstellend te zien dat het college het rijksbeleid wat al te ge
makkelijk bekritiseertomdat men nog niet in staat geweest is de collectieve sector te ver
beteren. Toch geldt ook daar dat het beter is eerst te verdienen en dan pas uit te geven
in plaats van uitgeven en lenen. Dit laatste heeft ons immers juist in de problemen gebracht,
Het door u gestelde op bladzijde I— 1dat vandaag de dag de zwakste in de samenleving
het aanzienlijkste deel der lasten dragen moet, is wat al te eenvoudig weergegeven. Er zijn her
en der problemen, zeker, ook wij hebben daar oog voor, doch het is volstrekt onvoldoende
alleen de toenemende schulden-problematiek als bewijslast aan te dragen. Daarom wil ik van
u horen op welke wijze u die stelling hebt onderzocht. Bovendien zou de problematiek van
het stijgen der schulden in een aantal gevallen wel eens het gevolg van een "Laat Roosje
maar zorgen" -mentaliteit kunnen zijn, een gedachte welke wellicht door de wijze van regeren
een aantal jaren geleden geboren en aangewakkerd is. Wel vaker had men het toen over die
welbekende hoge bomen die tot de hemel groeien. Op generlei wijze is door het college aan
getoond dat in zijn totaliteit het huidige sociale minimum niet meer toereikend zou zijn. Naar
onze mening loopt u met uw opstelling te veel achter het vaandel aan van diegenen die slechts
een enkel geval als bewijs aandragen. Het ware verstandig indien u, sprekende over de col
lectieve sector, bijvoorbeeld ook duidelijk had getoond een open oog te hebben voor het feit
dat in de loop der jaren steeds minder werkenden de lasten te dragen krijgen voor steeds
meer uitkeringsgerechtigden. Voor 1985 was de verhouding tussen werkenden en uitkerings
gerechtigden 3:2. Hierin ligt naar ons gevoel de oorzaak van het door u genoemde finan
ciële probleem. Misschien is het wel goed in dit kader op te merken dat nu reeds geconsta
teerd kan worden dat bijvoorbeeld alle onderwijsgevenden, die tengevolge van werkeloosheid
een uitkering genoten, inmiddels weer aan het werk zijn.
In het kader van bezuinigingen en herwaardering, brengt u een tweetal zaken naar voren.
Ie. Teruggang uitkeringen uit het gemeentefonds.
2e. Uw wil om bestaande prioriteiten volledig te handhaven en uit te breiden.
In zijn algemeenheid zijn ook wij van mening dat de grenzen aan het opleggen van bezuini
gingen aan de gemeenten bereikt zijn. Het andere aspect, handhaving en uitbreiding van
sommige voorzieningen, zal door ons met bijzondere voorzichtigheid gevolgd worden. Voor
opgesteld blijft steeds onze wens tot hantering van een sluitende begroting.
15
Zoals door mij reeds naar voren gebracht werd hebt u voor de noodzaak tot bezuiniging
twee redenen aangedragen. Graag wil ik daar iets aan toevoegen. Reeds vaker hebben wij
bij de algemene beschouwingen het idee geopperd dat effectieve bezuinigingen ook wel zou
den kunnen geschieden door onze eigen gemeentelijke uitgaven veel beter te bewaken. U
brengt nu naar voren dat u geen "dor hout" meer vinden kunt wat gesnoeid zou moeten
worden en daarom zoudt u willen overgaan tot het wegkappen van "groen loof". Zou het niet
veel beter zijn, voordat u daartoe overgaat, uw eigen financieel inzicht en vermogen aan een
herwaardering te onderwerpen? Vaak werden wij immers bij een aantal beleidsvoornemens
geconfronteerd met te vage en te optimistische ramingen en uitgangspunten.
Helaas moeten wij ook nu constateren dat er een financiële tegenvaller te wachten staat.
Hiermee bedoel ik de automatiseringsproblematiek bij de Gemeentelijke Sociale Dienst (GSD)
Het destijds wellicht niet goed doordachte voorstel de contacten rnet het Centrum voor Automati
sering Noord-Nederland (CEVAN) te verbreken, gaat ons hier vermoedelijk geld kosten. U stelde
toen voor een eigen weg in te slaan en nu blijkt dat men voor wat betreft de GSD een terugkeer
wil in de richting van het CEVAN. Door een betere analyse had deze tegenvaller wellicht
voorkomen kunnen worden. Graag wil ik nu van u weten wat dit "grapje" ons gaat kosten.
Ik reken er op dat u met reële cijfers naar de raad komt. In ieder geval denk ik dat dit weer
een financiële miskleun zal zijn, waarvan de rekening bij de burger op het bordje ligt.
Op de demografische ontwikkelingen, waarbij de groei van het aantal mensen ouder dan
55 jaar wordt besproken, willen wij op een later ogenblik in deze vergadering graag terug
komen. Nu wil ik het er bij laten door alleen te stellen dat wij in de nabije toekomst reeds
kunnen verwachten dat ongeveer een kwart van het Leeuwarder inwonertal uit mensen boven
de 55 jaar zal bestaan. Dit vraagt natuurlijk een specifieke benadering, waarbij visie van het
gemeentebestuur wordt gevraagd.
U vindt dat het functioneren van de gemeentelijke overheid sterk wordt beperkt door de
financiële problematiek en daarnaast bent u van mening dat de beperking wordt veroorzaakt
door de vele planprocedures van het rijk. Voor een deel is dat waar, maar het plaatje is niet
kompleet. Nader onderzoek binnen de gemeentelijke overheid zou zeker naar voren brengen
dat eigen opstelling ook beperkingen veroorzaakt. Wij vinden het dan ook ontoereikend wan
neer u niet verder wilt gaan dan u te beraden of herbezinning op dit terrein ook nodig is.
Het/s nodig. Neemt u dat maar aan. Veel en veel te vaak hoort men, en niet alleen vanuit het
bedrijfsleven, de klacht dat de weg tot totale besluitvorming in Leeuwarden soms zo moeilijk
is. Het instellen van een centraal informatiepuntzoals bij een vorige algemene beschouwing
door ons reeds naar voren werd gebracht, zou daartoe best een hulpmiddel kunnen zijn.
Door mijn fractie is het toegejuicht toen wij vernamen dat wethouder Kessler op een
thema-avond van zijn partij over het werkgelegenheidsbeleid daarover iets zei. Ik citeer nu
de Leeuwarder Courant, waarin de volgende woorden van de wethouder werden weergegeven:
"Leeuwarden moet zich beter verkopen, zelfvertrouwen ontwikkelen, niet zelfgenoegzaam
achterover leunen, zich cliëntvriendelijk opstellen, onnodige irritaties voorkomen." Einde
citaat. Gelukkig, eindelijk erkenning van de gedachte die wij al zo vaak geopperd hebben,
maar waarvoor wij vaak geen gehoor konden vinden bij het college. Eindelijk kon de liberale
visie op dit punt doordringen. Laten wij hopen dat een en ander in de toekomst ook prak
tische waarde zal hebben. Of was het soms verkiezingspraat van de wethouder?
Inzake de Aegon-vestiging hebt u in ieder geval bewezen wel de goede weg te bewande
len. Laat het niet bij dit ene blijven. Een positief gevolg van deze vestiging is dat de ver
houding overheidsinstanties - bedrijfsleven ten gunste van het laatste is veranderd.
Het spijt de VVD-fractie dat de universitaire vestiging niet van de grond is gekomen.
Hoewel wij het streven naar een zodanige vestiging niet op moeten geven, denken wij dat de
aandacht nu eerst geschonken moet worden aan de hbo-opleidingen. Hopelijk hebben wij door
ce aankoop van de Aegon-gebouwen voor dit soort onderwijs een belangrijke troefkaart in
handen. Onderwijs in het centrum van onze stad zal zeker een verlevendiging met zich mee
brengen. Mocht er echter - wij hebben dit reeds vaker gezegd - in een eerder stadium een
andere gegadigde zijn voor genoemde gebouwendan is het zaak een en ander serieus te
overwegen.
Aangezien wij hebben afgesproken dat er in de nabije toekomst nog een evaluatie zal
plaatsvinden omtrent de nu gehanteerde wijze van begrotingsbehandeling en de daarbij be
horende voorbereidingen, zal ik daar nu op deze plaats geen aandacht aan besteden.
Via het volgen van uw beleidsplan wil ik graag de VVD-visie daarop geven. Tevens wil
'k graag naar voren brengen hoe wij denken dat deze gemeente het beste kan worden bestuurd.
Algemeen bestuur.
Vet genoegen hebben wij geconstateerd dat bij de sector algemeen bestuur het herplaatsings-
1(ieid aan de verwachtingen voldoet. U zult zich herinneren dat wij de gedachte van her-
Paatsing reeds in een zeer vroeg stadium naar voren hebben gebracht. Destijds kreeg deze
gedachte helaas weinig gehoor, daar u er problemen van verwachtte. Onze visie daarop is
bas juist gebleken