18 De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Handhaaft mevrouw Visscher haar motie? (Mevrouw Visscher-BouwerIk trek mijn motie in.) Handhaaft de heer Boelens zijn motie? (De heer Boelens: Ja.) Aan de orde is de stemming over de motie van de heer Boelens. De motie van de heren Boelens en Sterk wordt verworpen met 29 tegen 5 stemmen. (Voor de motie stemmen van de CDA-fractie de heren Boelens, Pruiksma, Sijbesma, Sterk en Visser. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeggingen van wethouder Timmermans. Punt 22 (bijlage nr. 28). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 23 (bijlage nr. 26). De Voorzitter: Dit punt luidt: Vaststellen exploitatiekostenbedragen ex artikel 186, eer ste lid, en artikel 189, vijfde lid, van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967/artikel E19 van de Overgangswet Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onder wijs voor het jaar 1986. Er staat een fout in de raadsbrief. Er staat namelijk dat de Commis sie voor het Onderwijs is gehoord, maar dat is niet het geval geweest. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. De Voorzitter schorst, om 21.05 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 21.25 uur, de vergadering. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Punt 21 (bijlage nr. 44). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 25 (bijlage nr. 39). De Voorzitter: Aan de orde is thans het aangaan van een overeenkomst ter voorberei ding van de vorming van een multisectorale cluster voor hoger beroepsonderwijs (hbo) te Leeuwarden. Mevrouw De Haan-Laagland: Ik wil beginnen met uit te spreken dat het voor Leeuwar den van groot belang is dat er één sterk hbo-instituut tot stand komt. Dat is niet alleen van belang voor het onderwijs zelf en de studenten die dicht bij huis een gevarieerd aanbod van opleidingen zullen vinden, maar ook voor het bedrijfsleven, de werkgelegenheid en tal van andere maatschappelijke sectoren. Want ook zij zullen mee kunnen profiteren van de aanwe zigheid van een dergelijke instelling. In juni 1985 heeft de raad al ja gezegd tegen de vor ming van een multisectorale instelling voor hbo. In principe hebben wij toen ook geweten dat wij zelf te weinig openbare hbo-instellingen hadden om een openbare cluster te vormen. On ze openbare instellingen werden ondergebracht bij een bij zonder-neutrale stichting. Die dis cussie is dus op dit moment achterhaald. Wij zijn het met het gestelde in de raadsbrief eens dat er door de stuurgroep en de werkgroep in betrekkelijk weinig tijd veel en goed werk is gedaan. Wij hebben daar waardering voor. In de Commissie voor het Onderwijs is zeer uit voerig gesproken over de beoordeling van de voorstellen zoals die door de stuurgroep zijn gepresenteerd. Wij hebben met het college de conclusie getrokken dat met name met betrek king tot de positie van de openbare Pedagogische Akademies voor Onderwijsgevenden in het Basisonderwijs (PABO) een aantal voorstellen nader uitgewerkt dient te worden. In de raadsbrief worden onder punt B de knelpunten genoemd. De burgemeester heeft, als onderhandelaar in deze kwestie, in de commissie toegezegd verder te willen onderhande len over deze punten. De raadsbrief is zo gewijzigd dat er geen misverstand meer kan be staan over de intentie waarmee hij de verdere onderhandelingen ingaat. Dat ontslaat mij op dit moment van de noodzaak om inhoudelijk op die punten in te gaan. Wij zijn het wat dat betreft eens met de knelpunten zoals die in de raadsbrief zijn omschreven. Onze aanvanke lijke twijfels ten aanzien van de eerste raadsbrief zijn daarmee weggenomen. Wij verwachten de resultaten in de raad terug te krijgen en zijn benieuwd aan welke termijn daarbij wordt gedacht. Ik vraag dat met name omdat het vaker is voorgekomen dat scholen in juni, juli of augustus worden geconfronteerd met belangrijke beleidszaken, wat betekent dat zij dan niet adequaat kunnen reageren. Kortomwij kunnen op dit moment instemmen met de raadsbrief. 19 De heer Meerdink: Vanavond moet er in de raad besloten worden over het aangaan van een overeenkomst in het kader van de vorming van een multisectorale cluster, waarvan het belang al door mevrouw De Haan is aangegeven. De vorming vloeit voort uit de notitie inza ke schaalvergroting, taakverdeling en concentratie (stc) in het hbo van september 1983 van de minister van Onderwijs en Wetenschappen. Naast bezuinigingen was ook het aanbrengen van meer samenhang in het hbo doelstelling van de voorgenomen stc-operatie. Als randvoor waarden werden gesteld: omvangsnorm, bestuurlijke eenheid en redelijke afstand. Over de eerste en de derde randvoorwaarde hoeft vanavond niets gezegd te worden, over de tweede wel. Ik zal dat doen bij mijn beoordeling van de organisatiestructuur. Op 24 juni 1985 nam de raad een intentieverklaring aan om mee te werken aan de tot standkoming van een grote multisectorale cluster voor hbo in Leeuwarden. Daarbij werden door de raad enkele bedingen aangebracht. In de eerste plaats diende de identiteit van de Pedagogische Akademie voor Onderwijsgevenden in het Basisonderwijs (PABO) zoveel moge lijk gewaarborgd te worden. In de tweede plaats zou een voorwaarde die door de medezeg genschapsraad gesteld was ook ingebracht moeten worden. Op dat moment, zo blijkt uit de intentieverklaring en de daarbij behorende akte, was reeds gekozen voor een algemeen-bij zondere denominatie. Mevrouw De Haan heeft daar zojuist ook al op gewezen. Overigens was er nog van alles mogelijk, althans in theorie. Voor onze fractie is onduidelijk gebleven met welke opdracht de vertegenwoordiger van de gemeente in de stuurgroep zitting heeft genomen. Juist de bijzondere positie van de ge meente, namelijk plaats van vestiging en bevoegd gezag van een drietal instellingen, had onzes inziens met zich mee moeten brengen dat twee leden van het college in de stuurgroep vertegenwoordigd waren geweest, de wethouder van Onderwijs als behartiger van de belan gen van de gemeentelijke onderwijsinstellingen en de burgemeester als behartiger van het algemeen belang. De burgemeester heeft nu beide belangen moeten behartigen. Naar mijn oordeel heeft hij het algemeen belang daarbij zwaarder laten wegen. Mijn vraag is of het col lege bij de instelling van de stuurgroep voor een dubbele vertegenwoordiging heeft gepleit, want dat had mijns inziens alleszins in de rede gelegen. De stuurgroep is met grote voortvarendheid te werk gegaan, hoewel minder snel dan de voorzitter wenste. Al vrij spoedig na het aantreden van de stuurgroep verschenen de voor lopige notities die door de stuurgroep en door de directies van de betreffende scholen be commentarieerd werden. Wij betreuren het dat de medezeggenschapsraden niet met het be voegd gezag over de voorstellen hebben kunnen praten, in ieder geval niet met het bevoegd gezag van de gemeente Leeuwarden. De definitieve notities zagen er anders uit dan de voor lopige en daarmee bedoel ik ook dat aan een aantal zwaarwichtige punten van de gemeentelij ke PABO's nauwelijks tegemoet gekomen was en dat een aantal andere in ongunstige zin was gewijzigd. Onduidelijk blijft waarom de stuurgroep is afgeweken van de tekst van de voorlo pige notities. Afgaande op de opmerking van de burgemeester tijdens de vergadering van de Commis sie voor het Onderwijs is er duidelijk gekozen voor een nieuwe instelling met slechts weinig sectoren en een hiërarchisch organisatiemodel, om te voorkomen dat de belangen van de oude instellingen te zeer de ontwikkelingen in de nieuwe instelling zouden frustreren. Hoe het ook zij, de Commissie voor het Onderwijs is wel geïnformeerd over de ontwikkelingen, maar niet geraadpleegd over de door de gemeente te kiezen opstelling in de stuurgroep en dat had volgens onze fractie wel gemoeten. Vanavond is aan de orde de positie van de gemeente als bevoegd gezag van een aantal instellingen. Dat brengt met zich mee de vraag of de raad zijn onderwijsinstellingen wenst over te dragen aan een andere rechtspersoon, een stichting. Daarbij zijn twee zaken aan de orde. In de eerste plaats de vraag in hoeverre de overdracht afbreuk doet aan het karakter en de inhoud van de nu nog gemeentelijke instellingen. In de tweede plaats de vraag in hoe verre de nieuwe instelling een instelling is waaraan wij met een gerust hart, als je dat van een gemeenteraad kunt zeggen, onze scholen kunnen overdragen. Vooral op de eerste vraag wordt in de raadsbrief uitvoerig ingegaan. Wat de grondslag van de nieuwe instelling be treft is het niet duidelijk waarom niet tegemoet kan worden gekomen aan de wensen van de PABO's. Waarom kan het specifieke van deze PABO's, namelijk dat ze opleiden voor het openbaar basisonderwijs, niet in de statuten worden opgenomen? Waarom kan dat slechts in een toelichting, waarvan het niet zeker is of die een integraal onderdeel gaat uitmaken van de statuten. Terecht wil het college hierover duidelijkheid. Wat ons betreft wordt een en ander wel opgenomen in de statuten. Voor een deel zal het specifieke karakter van de PABO's tot uitdrukking kunnen komen in de bevoegdheid om een eigen personeelsbeleid te voeren, onafhankelijk van de andere studierichtingen binnen de sector onderwijsgevenden. In de uitwerking van de fusie-over eenkomst wordt gesproken over "instituut". Onze fractie vindt dat de PABO's maar ook de Nederlandse Akademie voor Overheidsmanagement (NAVOM) - een beetje een merkwaardige naam - een eigen personeelsbeleid moeten kunnen voereneen eigen ontwikkelingsplan moe ten kunnen maken en een eigen medezeggenschapsorgaan moeten hebben. De kanttekeningen van de Muziek Pedagogische Akademie (MPA) zijn inmiddels in de ge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 10