re aan het overleg hebben deelgenomen c.q. recentelijk zich alsnog als gesprekspartners
hebben gemeld, uiteindelijk in de te stichten hogeschool zullen participeren. De week van de
waarheid is deze week en ik hoop dat wij volgende week daar iets meer van kunnen zeggen.
PAL vindt de structuur te hiërarchisch en is van oordeel dat het college van bestuur
teveel te zeggen heeft. Ik moet zeggen dat wij, maar daar hebben wij het in de commissie
ook al over gehad en ik hoef dat niet te herhalen, daar toch wel enigermate van mening over
verschillen. Bij het bestuur is juist een aantal algemene bevoegdheden gelegd, zodat het op
alle zaken van algemene betekenis een besluit moet nemen. Het bestuur heeft de gelegenheid
in te grijpen en het is beroepsinstantie voor beslissingen die op een ander niveau genomen
zijn. Het bestuur kan ook vragen om informatie en eventueel ingrijpen. Het is bekend dat je
een college van bestuur niet gauw naar huis stuurtmaar dat geldt voor meer bestuurscolle
ges. Het is een zeer weinig voorkomende uitzondering dat dat gebeurt. Dat is ook heel
goed, want ik neem niet aan dat het beleid daarop gericht zou moeten zijn. Belangrijker is
dat je in de afweging van verantwoordelijkheden toch het evenwicht en de mogelijkheid hebt
om als college van bestuur van een grote onderwijsinstelling, als een hogeschool zoals ons
hier voor ogen staat, in te grijpen.
De heer Meerdink is niet zo enthousiast over de naam. Ik neem daar nota van. Ik moet
ook nog zien dat deze naam allerwege het enthousiasme wegdraagt. Op een gegeven moment
is deze naam naar boven komen borrelen. Maar ik heb gemerkt dat er wat dat betreft ook al
weer andere ideeën zijn. Wij moeten een en ander maar eens met elkaar afwachten. Je kunt
oeverloos met elkaar discussiëren over de vraag welke naam het beste zou passen bij een in
stelling waar wij het nu over hebben. Ik kan mij voorstellen dat wat dat betreft de heer
Meerdink bepaalde gevoelens bij zich naar boven voelt borrelen. Anderzijds is het zo dat er
ook andere namen zijn aangereikt, waarvan de ene nog fantasielozer was dan de andere. Ik
denk dat wij hier zitten te wachten op het briljante idee dat ongetwijfeld in een instelling,
waar ook de creativiteit een eigen plaats krijgt, nog een keer naar boven komt borrelen. Wij
zijn dan met elkaar gauw klaar om een nog beter idee te omhelzen en die naam aan het geheel
te gaan hechten.
De heer Meerdink zegt dat wij de structuur ook bij de verdere inbreng moeten betrek
ken. Ik heb al te kennen gegeven dat die ook vanuit de andere instellingen is aangedragen.
De gesprekken zullen zich daar dus ook ongetwijfeld op richten.
De heer Meerdink heeft het opnieuw gehad over wat nu precies de opdracht was waar
mee ik ben weggegaan. Ik mag verwijzen naar het antwoord dat ik daarop in de openbare
commissievergadering heb gegeven. Hij heeft dat antwoord zelf ook gegeven, namelijk een
tweeledige opdracht. Ik heb met een zekere regelmaat teruggerapporteerd naar het college.
Bovendien ben ik twee keer in de Commissie voor het Onderwijs geweest om informatie te
verstrekken.
Ik heb wat moeite met de opmerking van de heer Meerdink dat de PABO en de Neder
landse Akademie voor Overheidsmanagement (NAVOM) een compleet eigen personeelsbeleid
moeten hebben, allerlei dingen van zichzelf moeten hebben. Ik wil helemaal niet uitsluiten
dat je in bijzondere situaties komt tot de formulering van een eigen invulling van het perso
neelsbeleid, gerelateerd aan de eigen aard van het instituut. Aan de andere kant is natuur
lijk wel de consequentie van het samen in een combinatie stappen dat je ook zoveel mogelijk
de zaken via de lijnen van een centraal personeelsbeleid gaat optuigen.
Ik dacht dat ik hiermee in het algemeen gereageerd heb op de door u gemaakte opmer
kingen. Ik geef u graag de gelegenheid om in tweede termijn hierop terug te komen.
De heer Meerdink: Het is duidelijk dat de opdracht tweeledig was. Het gaat er dan ver
volgens om hoe dat met name naar de instelling toe precies wordt ingevuld. Kiest het college
inderdaad voor een "top-down" model of voor een duaal model? Dat is mij nog niet duidelijk
uit het antwoord van de burgemeester, die bovendien zegt dat door meer instellingen inge
bracht zal worden dat de organisatiestructuur enigszins hiërarchisch is en daarvoor een
aantal voordelen aangeeft. Aan de andere kant zeggen de instellingen ook dat zij in ieder
geval op sectorniveau toch meer bevoegdheden voor de sectordirectie te zamen met personeel
en studenten willen hebben. De burgemeester zegt eigenlijk niet wat daarbij de opstelling
van hem of de andere gemeentelijke vertegenwoordigers zal zijn en daar ben ik toch wel
nieuwsgierig naar. Ik wil er dan ook voor pleiten om voor het duale model te kiezen, omdat
hij dan ook een aantal grote instellingen aan zijn zijde zal hebben.
Een ander punt gaat om het eigen personeelsbeleid van de Pedagogische Akademie voor
Onderwijsgevenden in het Basisonderwijs (PABO) en de Nederlandse Akademie voor Over
heidsmanagement (NAVOM), de eigen bevoegdheden voor het instituut zoals dat in de fusie
overeenkomst naar voren is gekomen. Zeker de eerstkomende jaren - ik denk dan aan een
termijn van zes, zeven, acht jaar - zullen deze instellingen zich moeten kunnen ontwikkelen.
Na een bepaalde tijd - de tijd en de ontwikkelingen gaan gewoon door - zullen de instellin
gen een geïntegreerd geheel zijn. Een dergelijk instituut is dan waarschijnlijk zelfstandig
geworden, heeft een bepaalde bekendheid gekregen en een aantrekkingskracht op studenten
gekregen. Op dat moment kan mijns inziens nog een keer bekeken worden of er eventueel
25
toch nog iets gecentraliseerd moet worden. Zeker op dit moment lijkt mij dat niet noodzake
lijk. Dat zijn punten die ik toch graag in de onderhandelingen ingebracht zou willen zien.
De heer De Beer: Mijnheer de voorzitter, ik heb aan het slot van mijn reactie gevraagd
of u wat meer aandacht zou willen schenken aan de informatie tussen het bevoegd gezag en
de medezeggenschapsraad. U hebt hier geen aandacht aan geschonken. Hoe mogen wij dan
verwachten dat u daaraan in de toekomst zelf wel aandacht zult besteden?
De heer Visser: De heer Buurman heeft zo straks de vinger gelegd bij de redactie van
het besluit, waar het gaat om het begrip ontbindende voorwaarde. Dit punt is ook in de
laatste openbare commissievergadering aan de orde geweest. Gelet op de besprekingen in de
commissie en de teneur vanavond van de inbreng van de fracties denk ik dat men meer
denkt aan de opschortende werking dan aan de ontbindende voorwaarde. Ik heb het gevoel
dat het gaat om de opschortende werking mochten er problemen komen. Ik vind dat de raad
zich wat dat punt betreft vanavond duidelijk moet uitspreken, want voor mijn gevoel is een
ontbindende voorwaarde heel wat anders dan een kwestie van opschortende werking.
De Voorzitter: De heer Meerdink heeft nog een keer gezegd dat hij het duale model toch
wel mooi vindt omdat je, als je dat model kiest, een groot aantal instellingen dan aan je zijde
hebt. Het is mij nog niet helemaal duidelijk welke dat zullen zijn. Ubbo Emmius waarschijnlijk
wel, want die heeft juist dat duale model gekozen. De andere instellingen hebben dat niet
gedaan. Al pratende kom je denk ik ergens in het midden terecht. Ik moet er wel op wijzen
dat, als u aan de ene kant de mogelijkheid verlangt om zeer nadrukkelijk in te grijpen en
aan de andere kant kiest voor een model waarin iedereen meepraat, je dan twee dingen hebt
die weieens haaks op elkaar kunnen staan. Wij zijn, zoals in de raadsbrief is verwoord, ten
aanzien van de organisatiestructuur van mening dat de geschetste structuur op hoofdlijnen
acceptabel is maar in ieder geval verder uitgewerkt moet worden voordat een eindoordeel
geveld kan worden.
Ik wil er bovendien nog op wijzen dat wij met een groot aantal gesprekspartners om de
tafel zitten. Je moet dan proberen het met elkaar eens te worden. Dat zal ook moeten worden
geprobeerd ten aanzien van Ubbo Emmius, als die althans het gesprek blijft voortzetten. Op
het moment dat Ubbo Emmius afhaakt wordt het natuurlijk veel moeilijker om in die richting
iets te bereiken. Ik denk dat het de taak is van de onderhandelingsdelegatie na één februari
om te proberen een zo goed mogelijke inspraak vanuit de medezeggenschapsraden en de stu
dentenwereld te verzekeren, zonder de behoorlijke stuurbaarheid van het geheel uit het oog
te verliezen. Ik heb begrepen dat dat ook iets is wat u wilt.
Wij hebben het in de commissie al gehad over de informatie tussen bevoegd gezag en de
medezeggenschapsraad. Deze is in de periode die achter ons ligt gerealiseerd doordat de di
recties de vrijheid hadden om alle informatie door te spelen naar hun medezeggenschapsra
den. Wij zullen, voorzover dat door ons bevorderd kan worden, ernaar streven die informa
tie zo optimaal mogelijk te doen zijn in de toekomst. Dat kan ook omdat dan meerderen bij
het proces betrokken zijn.
Wat betreft de opschortende voorwaarde het volgende. Ik heb al gezegd dat wat ons be
treft voor ontbindende voorwaarde opschortende voorwaarde mag worden gelezen. Ik denk
dat dat iets preciezer weergeeft wat de bedoeling is. In de raadsbrief is onder B een aantal
voorwaarden genoemd waarvan een deel van principiële aard is. Er wordt niet eerder gete
kend dan nadat wij - zo staat het ook verwoord - constateren dat aan die voorwaarden is te
gemoetgekomen. Ik heb in de commissie toegezegd en geconstateerd dat wij daar dan ook mee
terugkomen naar de raad. Dat lijkt ons ook de enige plaats waar dat aan de orde komt. Wan
neer wij vanavond tot besluitvorming komen, dan betekent dat dat de raad instemt met de
voorwaarden zoals onder punt B van de raadsbrief zijn genoemd. Het is dan juist dat op een
redelijke termijn de raad nog een keer geconfronteerd wordt met de resultaten van de ver
dere onderhandelingen.
Ik zou, tenzij iemand daar wezenlijk bezwaar tegen heeft, best de ontbindende voor
waarde willen lezen als de opschortende voorwaarde. Ik constateer dat dat de instemming
van de raad heeft.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het mondeling door de voorzitter gewijzigde voor
stel van b. en w.
Punten 26 en 27 (bijlagen nrs. 27 en 50).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
De Voorzitter sluit, om 22.15 uur, de vergadering.