2
punt omschrijving bijlage blz.
11. Verkoop van een in het ontwerp-uitwerkingsplan Camminghaburen-
deelgebied II gelegen perceel bouwterrein aan H.J. Ponjée te Leeu
warden. 33 8
12. Verkoop van een in het ontwerp-uitwerkingsplan Camminghaburen-
deelgebied VlIIb gelegen perceel bouwterrein aan Boma Bouw BV,
gevestigd te Leeuwarden. 34 8
13. Verkoop van een in het bestemmingsplangebied Hemrik gelegen per
ceel industrieterrein. 36 8
14. Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke or
dening ten behoeve van het fietspad nabij de zuidtangent, alsmede
verlenging van de voorbereidingsbesluiten voor de plangebieden
Minnemastraat en Over de Kelders en Klanderijbuurt en Tulpenburg. 43 8
15. Reconstructie kruispunt Archipelweg-Esdoornstraat35 8
16. Onttrekken aan het openbaar verkeer van de Bilgaardpassage. 32 8
17. Garanderen van een drietal door de Stichting Woningbouw St. Joseph
aan te trekken geldleningen. 46 9
18. Energiebesparende maatregelen in het dienstkantoor van de Fries
landhal. 48 10
19. Saneringsonderzoek bodemverontreiniging NS-emplacement. 47 10
20. Ligplaatsenbeleid. 45 11
21. Openluchtrecreatie in en rondom Leeuwarden. 42 11
22. Goedkeuren van de begroting 1986 van de Stichting tot beheer en
exploitatie van de Théskinkerij Prinsetün en het complex Zalen
Schaaf. 28 18
23. Vaststellen exploitatiekostenbedragen ex artikel 186, eerste lid, en
artikel 189, vijfde lid, van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967/
artikel E19 van de Overgangswet Interimwet op het Speciaal Onder
wijs en het Voortgezet Speciaal Onderwijs voor het jaar 1986. 26 18
24. Stichting van een gemeentelijke opleiding voor middelbaar horeca-
onderwijs. 44 18
25. Aangaan van een overeenkomst ter voorbereiding van de vorming
van een multisectorale cluster voor hoger beroepsonderwijs te Leeu
warden. 39 18
26. Aanpassing van enige rechtspositieregelingen. 27 25
27. Wijzigen van de gemeentebegroting en de begroting van het stads
verwarmingsproject voor het dienstjaar 1986. 50 25
De Voorzitter: Ik open de vergadering. Ik ben blij dat mevrouw Brandenburg weer in
ons midden is. Er is bericht van verhindering van mevrouw Van Dijk en mevrouw Willemsma
en van wethouder Kessler wegens ziekte. De heer De Jong komt wat later.
Agendapunt 7 is abusievelijk opgenomen en wordt afgevoerd. Dit punt komt te zijner
tijd aan de orde. Hetzelfde geldt voor agendapunt 20. Wij willen daarover graag eerst com
missoriaal overleg voeren en stellen ons voor dit agendapunt drie weken uit te stellen.
Op uw tafels zijn twee brieven neergelegd met betrekking tot agendapunt 14. De ene
brief is afkomstig van de Landbouwhogeschool, Vakgroep Natuurbeheer, Wageningen, de
andere van de heer Cuperus e.a. te Boksum. Ik stel u voor beide brieven in de beschouwin
gen te betrekken, voor zover u daartoe aanleiding hebt, bij de behandeling van punt 14.
3
Punten 1 en 2 (bijlagen nrs. 29 en 30).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de adviezen van de Raadsadviescommissie voor de
Beroep- en Bezwaarschriften.
Punt 3 (bijlage nr. 31).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Advies inzake het beroepschrift van Aldi Drachten BV.
De heer Ten Hoeve: De grootst mogelijke meerderheid van onze fractie is van plan het
beroepschrift van Aldi Drachten BV ongegrond te verklaren. Onze fractie erkent dat de
Raadsadviescommissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften een totale heroverweging kan en
mag maken, maar hoever gaat dat? In dit geval is er een plan en een wijziging. Aldi Drach
ten BV gaat in beroep en tijdens de behandeling daarvan komt er een toezegging om het
plan te veranderen, te spiegelen. De commissie zegt dan dat er sprake is van een nieuwe
omstandigheid. Onze fractie vindt dat er sprake is van een nieuw plan. En voor een nieuw
plan moet een nieuwe procedure worden gevolgd. Wanneer deze gang van zaken namelijk ge
woonte wordt, dan bestaat het gevaar dat iemand een plan, al of niet goed uitgewerkt, in
dient en tijdens de behandeling van het beroep in de Raadsadviescommissie voor de Beroep
en Bezwaarschriften een ander plan - die grenzen zijn natuurlijk discutabel - indient dat
dan ook door de commissie wordt beoordeeld.
Onze fractie vindt dat, nu er sprake is van zulke gewijzigde omstandigheden, het plan
terugverwezen moet worden en opnieuw in procedure gebracht moet worden, zodat alle re
gels en regelingen ter zake opnieuw door het college bekeken kunnen worden. Wij zijn van
plan dit bezwaarschrift ongegrond te verklaren.
De heer Sijbesma: Dit onderwerp is ook uitvoerig in mijn fractie besproken. Het groot
ste deel van de fractie vindt dat er sprake is van een geheel nieuw plan. Ik heb begrepen
dat deze zaak op juridische gronden wel goed door de Raadsadviescommissie voor de Beroep
en Bezwaarschriften is behandeld. De vraag is echter of er sprake is van een nieuw plan of
van een eerste plan met wat aanvullingen. Het grootste deel van mijn fractie vindt dat er
sprake is van een nieuw plan en is dan ook van mening dat het bezwaarschrift van Aldi
Drachten BV ongegrond moet worden verklaard. Ik zou het college willen vragen hierover
contact op te nemen met de vergunningvrager en deze zaak verder te bekijken.
De heer Van der Wal: Is het gebruikelijk en mogelijk dat iemand, die een bezwaarschrift
heeft ingediend, tijdens de beroepsprocedure zijn plannen vrij fors wijzigt zodat daar wel
aan tegemoet kan worden gekomen? Als dat formeel niet mogelijk is, dan moet deze zaak wor
den terugverwezen. Aan de andere kant vragen wij ons af of een dergelijke gang van zaken
materieel gezien iets uitmaakt. Er zal natuurlijk wel een zekere vertraging in de tijd optre
den.
De heer Dubbelboer: De vraag die zich op dit moment voordoet spitst zich toe op het
feit of er sprake is van een nieuw plan of van enkele wijzigingen. De vraag die de heer Van
der Wal heeft gesteld zou ik eigenlijk ook willen stellen. Wat maakt het eigenlijk uit? Stel dat
wij het bezwaarschrift ongegrond verklaren, dan komt er een nieuw plan dat exact voldoet
aan de eisen zoals die er nu liggen, waarna de bouwvergunning kan worden verleend. Onze
fractie heeft de indruk dat wij dan een beetje aan het middenstandertje-pesten zijn. Wij
wachten het antwoord af dat namens het college door de heer Keuning gegeven zal worden.
Wij zijn geneigd om het voorliggende advies van de Raadsadviescommissie voor de Beroep
en Bezwaarschriften te steunen.
De heer Keuning: Mijnheer de voorzitter, ik wil eerst een misverstand ophelderen in de
richting van de heer Dubbelboer. Wanneer ik spreek, spreek ik niet namens het college.
(De heer Dubbelboer: U hebt gelijk.)
Wat de andere sprekers betreft wil ik het volgende opmerken. Het is in een vroeger ge
val gebeurd dat de Raadsadviescommissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften onder verge
lijkbare omstandigheden geen besluit nam of geen advies uitbracht en b. en w. verzocht om
de zaak opnieuw te bezien. Het antwoord van b. en w. daarop was dat dat niet kon. Achteraf
zijn wij het daar ook mee eens. Op een gegeven ogenblik moet de Raadsadviescommissie voor
de Beroep- en Bezwaarschriften de raad adviseren; dat advies is ook nu uitgebracht.
Intussen is het volgende gebeurd in deze zaak. Met het eerste besluit dat b. en w. na
men en waartegen formeel het beroep werd ingesteld was de commissie het in principe wel
eens. Tussen die beslissing en de behandeling door de commissie is er een gewijzigd plan
gekomen. Nu is in het algemeen de rechtspraak van de Raad van State op dit stuk van za
ken dat wijzigingen van omstandigheden en ontwikkelingen die zich inmiddels hebben voor
gedaan meegenomen moeten worden bij de eindbeslissing door de raad. Dat betekent dus dat