8
moeten worden. In dat opzicht, mijnheer de voorzitter, zullen wij de zaak heel goed moeten
onderbouwen. Ik denk dat wij er met haastwerk waarschijnlijk niet zullen komen.
De heer Meerdink: Ik heb niet gezegd dat het probleem eenvoudig is. Als ik die indruk
gewekt heb, dan is dat in ieder geval onjuist. Ik vind dat het wat rijkelijk laat is om pas in
mei te gaan overleggen, gezien het feit dat een en ander toch voor het nieuwe schooljaar op
stapel gezet moet worden. Dan moet duidelijk zijn hoe de zaak eruit gaat zien. Wanneer pas
in mei het overleg start en naar mogelijke oplossingen gezocht wordt, dan ben ik bang dat
de situatie in augustus precies dezelfde zal zijn als in augustus van dit schooljaar, dat weer
begonnen wordt op één lokatie in de Ferdinand Bolstraat en dat misschien pas in het dan lo
pende schooljaar een definitieve oplossing gezocht gaat worden. Ik pleit ervoor toch eerder
met de prognose te komen en met de school, de ouders en de medezeggenschapsraad naar
een oplossing te zoeken.
De heer De Vries (weth.): In het voorgestelde antwoord van het college staat dat er om
streeks mei 1986 opnieuw overleg zal plaatsvinden. Dat wil niet zeggen dat wij niet in een
eerdere fase, als wij de gegevens ten aanzien van de prognoses hebben bijgesteld, overleg
kunnen gaan plegen. Wij zullen dat ongetwijfeld doen. Wij willen proberen om in ieder geval
met ingang van het nieuwe schooljaar een situatie te creëren, die een beter uitgangspunt
biedt dan die waarmee wij momenteel hebben te maken.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Sub K.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Sub L.
Het subsidieverzoek wordt in handen gesteld van b. en w. ter afdoening.
Sub M.
Het bezwaarschrift is in handen gesteld van de Raadsadviescommissie voor de Beroep
en Bezwaarschriften om advies.
De heer De Jong is inmiddels ter vergadering gekomen.
Punt 5 (bijlage nr. 49).
Benoeming lid Commissie voor de Dienst Marktwezen en Frieslandhal.
Voordracht van burgemeester en wethouders:
- de heer P. Plat te Drachten.
Benoemd wordt de voorgedragene met 30 stemmen (4 stemmen blanco).
De heren E.M. Janssen en Sterk vormden met de voorzitter het stembureau.
Punt 6 (bijlage nr. 40).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 7 (bijlage nr. 20).
De Voorzitter: Dit punt, aankoop van een ten noorden van Huizum-Dorp gelegen per
ceelsgedeelte weiland, is van de agenda afgevoerd.
Punten 8 t.e.m. 15 (bijlagen nrs. 37, 41, 38, 33, 34, 36, 43 en 35).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 16 (bijlage nr. 32).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Onttrekken aan het openbaar verkeer van de Bilgaard-
passage.
9
De heer Bijkersma: Wij nemen vanavond, als uit de stemming blijkt dat de meerderheid
van de raad het met dit voorstel eens is, een besluit met een negatief karakter. Ik begrijp
dat wij en de winkeliers in Bilgaard gewoon met de rug tegen de muur staan. Mijn fractie wil
uitspreken - ik hoop dat iedereen het met ons eens is - dat zij totaal geen begrip kan op
brengen voor de straatschenders die ons in Leeuwarden tot deze situaties dwingen.
De Voorzitter: Ik neem aan dat de wethouder geen aanleiding heeft om te reageren op de
opmerking van de heer Bijkersma, want het gaat om een "cri de coeur" die slechts het voor
stel onderlijnt dat hier gedaan wordt.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 17 (bijlage nr. 46).
De Voorzitter: Aan de orde is thans het garanderen van een drietal door de Stichting
Woningbouw St. Joseph aan te trekken geldleningen.
De heer Buurman: Mijnheer de voorzitter! Het gaat mij om de projecten die genoemd
worden in de raadsbrief onder I en II. Het exploitatieresultaat respectievelijk de uit de le
ning voortvloeiende lasten zullen worden verrekend met de algemene bedrijfsreserve. Nu
hebben wij reeds eerder financiële medewerking verleend, zodat de zekerheidsstelling van
de leningen daarvan min of meer het logisch vervolg is. Toch vraag ik mij in toenemende
mate af waar wij heengaan met deze corporatie in financieel opzicht, zeker op middellange en
langere termijn. Ik zou het college willen verzoeken de ontwikkelingen op de voet te volgen.
De heer Niemeijer: Ik wil dezelfde zaak aan de orde stellen als de heer Buurman gedaan
heeft. Onze gemeente wordt gevraagd om garantie te verlenen. Als je dat doet dan wil je
graag enige zekerheid omtrent de financiële basis van degene aan wie je garantie verleent.
Wij hebben die zekerheid op dit moment niet. St. Joseph is diverse keren in de publiciteit
geweest, zowel negatief als ook een keer positief. Ik wil stellen dat voor ons op dit moment
de balans nul is en constateer dat met enige ongerustheid. Wij hebben namelijk geen zeker
heid en onze fractie is daar niet gelukkig mee. De wethouder heeft in de commissie toege
zegd dat hier wat aan gedaan wordt voordat wij weer dergelijke voorstellen in de raad aan
de orde krijgen. Het lijkt mij toch zinvol om op dit moment in het openbaar te constateren
dat dit de stand van zaken is en dat onze fractie daar ongerust over is. Ik vind niet dat wij
op dit moment nee kunnen zeggen tegen deze garantverlening, gezien de voorgeschiedenis
daarvan en het feit dat het niet de schuld is van St. Joseph dat wij in de commissie niet vol-
ledig gerapporteerd zijn over de financiële gang van zaken van deze corporatie. Ik wil hier
nogmaals uitdrukkelijk de toezegging hebben dat bedoelde rapportage komt voordat wij weer
met garantieverklaringen ten behoeve van St. Joseph worden geconfronteerd.
De heer Dubbelboer: Ik wil namens onze fractie ook iets zeggen over deze garanties. De
garanties genoemd in de raadsbrief onder I en II vloeien voort uit eerder in de raad geno
men besluiten. Wij gaan daar dan ook wel mee akkoord.
De garantie genoemd in de raadsbrief onder III leverde binnen onze fractie wat meer
problemen op. Tijdens de discussie, die de heer Niemeijer zojuist aanhaalde, in de Commissie
voor de Volkshuisvesting heb ik ook gevraagd waar wij nu met St. Joseph aan toe zijn. Wij
hebben een keer een ambtelijk stuk gehad, waaruit de penibele financiële situatie van St.
Joseph bleek. Vervolgens zijn er eisen aan deze corporatie gesteld. Daarna is er een stuk
geweest waarin de situatie weer wat vrolijker leek te zijn. Uit de stukken die geleid hebben
tot dit raadsvoorstel blijkt dat wij weer op de bodem van de put zijn. Eigenlijk zou dat voor
onze fractie aanleiding zijn om te zeggen dat de garantie maar niet moet worden verleend en
dat wij tegen punt III van de raadsbrief stemmen. Dat zou eigenlijk ons standpunt zijn, wa
re het niet dat er of inmiddels toch al zodanige financiële verplichtingen zijn aangegaan dat
wij eigenlijk toch niet meer terug kunnen of dat stemmen tegen deze garantieverlening ertoe
kan leiden dat de warmwatervoorzieningen, die toch ook in de 135 woningen nodig zijn,
voorshands niet aangelegd zouden kunnen worden. Wij gaan schoorvoetend akkoord met deze
garantieverlening, maar uitsluitend op grond van dezelfde toezegging die de heer Niemeijer
aan de wethouder heeft gevraagd, namelijk dat wij op korte termijn schoon schip maken met
St. Joseph.
De heer Timmermans (weth.): Alle sprekers hebben hun zorg uitgesproken over de fi
nanciële positie van de Stichting Woningbouw St. Joseph. Op zich zelf is dat geen nieuw ge
geven. Maar het is misschien wel goed om aan te geven wat de stand van zaken is met be
trekking tot de positie van St. Joseph. Wij hebben in het verleden met de Stichting Woning
bouw St. Joseph een gesprek gehad, omdat de cijfers die bij de stichting en binnen de ge
meentelijke dienst werden gehanteerd niet spoorden. Op dat moment is het buitengewoon