14
geformuleerde besluit. Wij wachten het resultaat van de subsidie aanvraag af. Bij de uitwer
king van de plannen zullen wij met name de post onderhoud kritisch gaan bekijken en de
plannen ook aan het kostenaspect toetsen.
De heer Buurman: Wij gaan zonder meer akkoord met het voorstel van b. en w. Het is
van groot belang en te waarderen dat met name het recreatieproject Potmarge binnen het
stadsgewest Leeuwarden voor subsidie in aanmerking komt. Wat mijn fractie betreft kan niet
genoeg aandacht aan openluchtrecreatie worden besteed.
Een enkele opmerking over de motie van de PvdA. Er wordt gesproken over suggesties
van de commissieleden en de toezeggingen door b. en w. in de commissievergadering van 9
januari jl. Ik ken deze niet, ik heb de notulen niet ontvangen, dus ik kan er helemaal geen
oordeel over uitspreken. Als de suggesties en de toezeggingen belangrijk zijn, dan geven
wij in feite een blanco cheque af. Zijn ze onbelangrijk dan is de motie overbodig. Op zijn
minst zal toch enige indicatie van die toezeggingen en suggesties moeten worden gegeven.
De heer De Beer: Ik was niet van plan uitvoerig op dit voorstel in te gaan, gelet op de
uitvoerige behandeling in de commissievergadering van 9 januari jl. Wij hebben tijdens die
vergadering al een aantal punten ingebracht. Als de wethouder mij duidelijk kan maken hoe
hij de motie uit wil voeren, dan zal ik deze punten verder achterwege laten, maar anders
kom ik daar in tweede instantie alsnog mee.
De heer Timmermans (weth.): Mevrouw Visscher heeft gezegd dat er een uitgebreide
discussie is geweest in een gezamenlijke vergadering van de Commissie voor Sport en Recre
atie en de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening, waarbij een groot aantal suggesties/
ideeën door de commissieleden naar voren is gebracht. Het college heeft daar voor een deel
instemmend op gereageerd en ten aanzien van een ander deel gezegd dat die worden meege
nomen.
Ik heb overigens van mevrouw Visscher begrepen dat haar fractie het grotendeels eens
is met het rapport Openluchtrecreatie in en rondom Leeuwarden en de door het college opge
stelde raadsbrief. Zij heeft vervolgens een aantal suggesties gedaan dat ook in de commissie
naar voren is gebracht. Mevrouw Visscher vraagt om de mogelijkheid te bekijken van een
grote speeltuin in de Groene Ster. Wat betreft het boscomplex ten noorden van de stad moet
ook zeker worden gedacht aan de recreatieve functie en niet uitsluitend aan wat een exploi-
tatiebos wordt genoemd. Vervolgens heeft mevrouw Visscher gesproken over de sociale vei
ligheid van de fietspaden. Ik heb de indruk dat daarbij met name wordt gedoeld op de zin
snede in de raadsbrief dat hogere opgaande beplanting een mogelijkheid is om de kwaliteit
van de fietspaden te verbeteren. Het is langzamerhand een algemeen uitgangspunt dat wij,
als het gaat om het ontwikkelen en ontwerpen van nieuwe tracés voor fietspaden, nadrukke
lijk moeten letten op de risico's die er zijn voor de passanten. Hoge beplanting betekent
naar mijn gevoel dat er sprake moet zijn van hoge opgaande bomen, zodat het zicht op het
fietspad uit een oogpunt van veiligheid gehandhaafd kan blijven.
Tot slot heeft mevrouw Visscher nog aangegeven - dat is ook aanleiding geweest voor
haar motie - dat het toch van belang is dat de in de commissievergadering gedane sugges
ties, waarop de heer Boelens ook heeft gewezen, niet ergens in de dossiers van de desbe
treffende commissies terechtkomen, maar worden betrokken bij de uitwerking van het rap
port. De andere sprekers hebben het probleem van deze motie al een beetje aangegeven, na
melijk dat die wat te ruim is geformuleerd. Er is geen enkel bezwaar om, net als dat het ge
val is met de raadsbrief en het verslag van deze raadsvergadering, het verslag van de com
missievergadering onderdeel te laten zijn van dit rapport. Het zal duidelijk zijn dat dit rap
port op zich zelf geen besluitvorming inhoudt ten aanzien van de concrete realisatie van
welk plan dan ook, want dat dient per individueel voorstel door de raad te worden vastge
steld. Maar ik zeg toe dat bij de uitwerking van de individuele raadsvoorstellen de sugges
ties zoals die zijn gedaan in de overwegingen zullen worden betrokken.
De heer Van der Wal heeft enige kanttekeningen geplaatst bij de rijpheid en vooral de
zachtheid van het rapport. Wij verschillen ten aanzien van de hardheid van de in het rap
port vermelde opmerkingen - hij heeft dat overigens terecht geanaliseerd uit de toonzetting
van de raadsbrief - niet van mening. Waar het om gaat is dat er toch een basis is, met name
ook in de richting van de subsidiënt het Ministerie van Landbouw, sectie openluchtrecreatie,
op grond waarvan het stadsdeelplan/groenplan Potmarge mede gemotiveerd kan worden. Dat
is de strekking van dit verhaal. De individuele suggesties en opmerkingen die daarin staan,
staan allemaal ter discussie en moeten dan ook worden vastgesteld.
De heer Van der Wal heeft vervolgens gesproken over de hoge kosten en daaraan de
vraag gekoppeld hoe het zit met de 75% vergoeding door het voormalige Ministerie van Cul
tuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Ik kan hem wat dat betreft geruststellen, want ik
heb begrepen dat dat geld inmiddels binnen is. Op de boeiende vraag van de heer Van der
Wal of dit rapport al klaar was voordat het krediet aan de raad werd gevraagd kan ik op dit
moment geen antwoord geven. Ik stel voor daar in de desbetreffende commissie het licht nog
15
eens over te laten schijnen. Ik neem aan dat dat de Commissie voor Sport en Recreatie zal
zijn. (De heer Niemeijer: Onze fractie is daar niet in vertegenwoordigd.) Ik zeg toe dat wij
deze zaak dan in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening aan de orde zullen stellen.
De heer Van der Wal heeft ook nog een opmerking gemaakt over de naaktrecreatiemaar
die heeft weinig om het lijf. Derhalve hoeven wij daarvoor geen specifieke voorzieningen aan
te leggen. Maar de suggestie van de heer Van der Wal kan natuurlijk altijd worden meegeno
men bij de verdere uitwerking.
De heer Boelens heeft aangegeven wat de achtergrond van het college is geweest om dit
rapport, voorzien van een uitgebreide raadsbrief, aan de orde te stellen. Ten behoeve van
de uitwerking van het plan Potmarge moest er bij het ministerie een overall-visie beschik
baar zijn. Het ministerie wilde althans weten hoe de gemeente Leeuwarden in grote lijnen
staat ten opzichte van de openluchtrecreatie binnen haar grenzen. Het stadsdeel/groenplan
Potmarge dient daarbij een uitwerking te zijn. Ik heb in de commissie al aangegeven dat
daarover nog een aparte raadsbrief zal verschijnen, met daar in aangegeven de dekking van
een en ander. De discussie over de door de heer Boelens genoemde onderhoudsnorm - hij
noemt de norm bosplantsoen - moet in een later stadium worden gevoerd, omdat ook in het
rapport daarbij kanttekeningen worden geplaatst. De raad krijgt nog voorstellen over de
mate van intensiteit van de inrichting van verschillende stukken en de kosten en de dekking
daarvan
De heer Boelens heeft ook nog aangegeven dat het van belang is dat de uitwerking van
de onderdelen van het rapport niet alleen moet worden bezien uit een oogpunt van open
luchtrecreatie, maar dat daarbij met name de sector sport en de sector stadsvernieuwing een
belangrijke geïntegreerde rol moeten spelen. Wat dat betreft heeft hij gelijk. De dekking
van de uitwerkingsplannen - en dan met name voor deze onderdelen - zal vooral uit die sec
toren gehaald moeten worden, omdat een autonome dekking op basis van openluchtrecreatie
binnen onze begroting op dit moment niet bestaat.
De heer Boelens stelt voor een werkgroep in te stellen om te voorkomen dat de sugges
ties gedaan door de commissies en vanavond in de raad uit het zicht raken. Het lijkt mij niet
verstandig om daarvoor op dit moment een werkgroep in te stellen. In de richting van me
vrouw Visscher heb ik al aangegeven wat de mogelijkheden zijn en dat die naar ons gevoel
voldoende garantie bieden om te voorkomen dat een en ander uit het zicht raakt. Een werk
groep lijkt mij niet verstandig, omdat wij op dit moment echt niet kunnen inschatten op welk
moment welk onderdeel in het kader van een bepaald beleidsonderdeel - stadsvernieuwing,
sport, recreatie en dergelijke - tot een uitwerking komt. Gelet op de constatering dat de
beperkte financiële middelen binnen de gemeente toch wel zullen leiden tot een zeer geleide
lijke uitvoering van de verschillende onderdelen, is het niet nodig om daarvoor nu een per
manente werkgroep in te stellen.
De heer Buurman is akkoord gegaan met het voorstel van het college. Hij pleit ervoor
dat er veel aandacht wordt besteed aan de openluchtrecreatie in onze stad. Daarover ver
schillen wij niet van mening. De heer Buurman heeft een toelichting gegeven op de motie
van de PvdA. Zijn opmerking over de blanco cheque is terecht.
De opmerkingen van de heer De Beer heb ik reeds bij de beantwoording van de andere
sprekers meegenomen.
De heer De Vries (weth.)Ik wil nog een opmerking maken in de richting van mevrouw
Visscher, die het heeft gehad over de Groene Ster in relatie tot het Toeristisch Recreatief
Ontwikkelings Plan (TROP). Wij zullen proberen, voorzover onze bescheiden financiële mo
gelijkheden dat toestaan, om op de activiteiten die in dat kader kunnen leiden tot verbete
ring van de omgeving van de Groene Ster adequaat in te spelen. Zo nu en dan is er onver
wachts een subsidiemogelijkheid, waar wij dan ook passend gebruik van trachten te maken.
Ik noem bijvoorbeeld de aanleg van een wandelpad binnen de grenzen van het Groene Ster-
gebied, die mogelijk werd gemaakt via Staatsbosbeheer. Een ander punt is dat wij momenteel
bezig zijn om de accommodatie voor de plankzeilsport op de Grote Wielen te verbeteren.
Daartoe zijn de mogelijkheden geopend via de provincie. Wij zullen proberen daar zo goed
mogelijk gebruik van te maken. Tot slot wordt er nog onderhandeld met een particulier die
zoekt naar mogelijkheden om te komen tot stichting van een eenvoudige hotel-/restaurantac
commodatie met daarbij een aantal voorzieningen. Daarin past waarschijnlijk ook de mogelijk
heid om te komen tot een speeltuinvoorziening waarover mevrouw Visscher sprak. De mensen
uit Leeuwarden kunnen zo genieten van een stuk recreatie langs de boorden van de Grote
Wielen.
Ik wil aan het adres van de heer Boelens nog een opmerking maken over eerder gedane
toezeggingen. Wethouder Timmermans is al ingegaan op de suggestie van de heer Boelens om
nu een werkgroep in te stellen. Ik zou de heer Boelens willen uitnodigen om in de Commissie
voor Sport en Recreatie, waar de recreatievoorzieningen permanent aan de orde zijn, alert
op deze zaak in te spelen. Wij hebben daar namelijk de gelegenheid deze zaak periodiek bij
te stellen. (De heer Boelens: U hebt als college een toezegging gedaan, dus ik neem aan dat
u met een voorstel ter zake in de commissie komt.)