16
van een verzinsel. De bedragen zijn heel duidelijk gebaseerd op besluitvorming in de raad
op basis van een aantal stedebouwkundige modellen. (De heer Van der Wal: U herinnert zich
toch ook wel onze mening over die besluiten?) Akkoord, maar dan moet u niet doen alsof ik
hier een verhaal sta te houden dat er wat betreft de bedragen die wij genoemd hebben spra
ke is van natte vingerwerk en dat wij daarmee later wel eens kunnen schuiven. Nee, het
gaat heel duidelijk om bewust gekozen bedragen die in een bepaald jaar zijn neergezet. Als
wij van die bedragen afwijken - dat is heel iets anders dandat zien wij dan wel weer - dan
krijgt de raad opnieuw een voorstel op basis van concrete plannen. Op grond daarvan komt
er een andere cijfermatige opstelling waarover de raad zijn mening kan geven. Nogmaals, ik
ontraad de raad de motie van de heer Van der Wal.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Ik breng in stemming de motie van de heer
Van der Wal.
De motie van de heren Van der Wal en Niemeijer wordt verworpen met 28 tegen 5 stem
men.
(Voor de motie stemmen de leden van de fracties van PAL en D'66).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 16 (bijlage nr. 61).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
De Voorzitter schorst, om 20.55 uur, de vergadering voor de eerste pauze.
De Voorzitter heropent, om 21.15 uur, de vergadering-
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering.
Punt 17 (bijlage nr. 51).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Vervanging c.a. van de riolering in het plangebied Heech-
terp.
De heer Bijkersma: Het gebruik van gelden uit de risicoreserve heeft wel vaker aan
dacht in de raad gehad. Mijn fractie heeft over het gebruik van de risicoreserve ook wel
eens wat twijfels geuit. Het raadsvoorstel dat nu voor ons ligt is een duidelijk voorbeeld van
hoe een risicoreserve wel gebruikt moet worden. Ik ben blij dat de risicoreserve niet hele
maal is uitgeput door charges van destijds. Ik hoop dat wij het er met zijn allen over eens
zijn dat de risicoreserve goed gevuld moet blijven.
De heer Niemeijer: Ongeveer drie jaar geleden werden de raad en de betreffende com
missie geconfronteerd met het feit dat de riolering in Heechterp ernstig verzakte en dat het
noodzakelijk was een onderzoek in te stellen naar wat er aan de hand was. Wij hebben daar
voor een krediet beschikbaar gesteld. In de commissie waren geluiden te horen in de zin van
dat deze zaak ons veel geld zou gaan kosten. De levensduur van de riolering in Heechterp
is duidelijk korter dan redelijkerwijs voor een riolering gerekend mag worden. Op zich is
dat een tegenvaller, maar gezien binnen het totale beheer van het stedelijke areaal is er
niets excessiefs aan de hand. Wie x-kilometer straat, y-kilometer riool en z-kilometer kade-
wand en bruggen, lantaarnpalen, enz. beheert, weet dat er altijd iets eerder stuk gaat dan
gedacht werd. Gelukkig staat er tegenover dat bepaalde dingen tot je verbazing veel langer
mee gaan dan je op papier had durven aannemen. Om al dit soort zaken beheersmatig beter
in de hand te krijgen heeft onze fractie al lang en vele keren gepleit voor het ontwikkelen
van een beheersprogramma. Dat programma dient gebaseerd te zijn op een geformuleerd be
heersplan en een onderbouwd beheersbudget. Een en ander betekent dat je de levensduur
van een aantal zaken inschat en dat je datgene wat tegenvalt uit de risicopost dekt. De risi-
coposten worden bijgevuld doordat een aantal zaken een langere levensduur heeft. De winst
daarvan kun je naar je toerekenen. Dat is beleid plegen. Gelet daarop stelt onze fractie dat
wat hier gebeurt niets excessiefs is en dat dat door een beheersplan opgevangen had kun
nen worden.
Terug naar Heechterp. De riolering daar is dus eerder kapot gegaan dan wij verwacht
hadden. Deels kan die gerepareerd en deels vernieuwd worden. Automatisch vloeit daaruit
voort dat je de kosten daarvan deels betaalt uit het onderhoudsfonds en deels uit het inves
teringsfonds. Er valt echter ook voor te pleiten om alles uit het investeringsfonds te betalen
- ik praat dan over de stelpost civieltechnische werken -, omdat je een herinvestering
pleegt en met wat je nu gemaakt hebt vele jaren vooruit kunt als je de zaak beheert op de
manier zoals ik zojuist gezegd heb. Onze gemeente kent deze potten, wij hebben een onder-
17
houdspot en een investeringspot. De inhoud van deze potten wordt niet zozeer bepaald door
beheersuitgangspunten. Een sterke rol dienaangaande spelen de politieke prioriteiten. On
der druk van wat de regering ons heeft opgelegd hebben wij de onderhoudspot bijna leegbe-
zuinigd. Onze fractie heeft zich daar overigens altijd tegen verzet. Binnen het alternatieve
dekkingsplan van onze fractie hebben wij altijd meer ruimte aan de onderhoudspot willen ge
ven. De bodem van de investeringspot is ook in zicht. Maar wat dat betreft is er nog een
aantal politieke wensen en prioriteiten dat het college tegen alle verdrukking in overeind
wenst te houden.
Ik heb al gezegd dat het op zich te verdedigen is dat de kosten van de hele riolering uit
de stelpost civieltechnische werken gefinancierd worden. Er ligt nu een wanhoopsvoorstel
van het college op tafel om de helft van de kosten uit het investeringsfonds te dekken en de
rest uit de algemene risicoreserve, de laatste buffer die de gemeente heeft tegen de door
haar zelf zo verfoeide artikel 12-status. Onze fractie is het met de dekking ten laste van de
risicoreserve duidelijk niet eens. Twee raadsvergaderingen geleden, toen er een voorstel
lag met betrekking tot de rondweg en een kruispunt, heb ik er hartstochtelijk voor gepleit
eerst exact op tafel te krijgen hoe onze financiële positie wat betreft deze onderdelen is. Ik
heb gepleit voor een prioriteitenlijst, waaruit blijkt onder welke verplichtingen wij niet uit
kunnen, welke verplichting wij hebben aangehaald met de komst van de Aegon, of er ruimte
is voor de Oostergoweg en dergelijke. Mijn voorstellen zijn toen in de wind geslagen. Wij
hebben geïnvesteerd en zien op dit moment dat de bodem van de stelpost civieltechnische
werken in zicht is. Het college probeert wanhopig daarbinnen ruimte te houden voor een
aantal dingen. Wij zullen het er met zijn allen in de raad over eens moeten zijn dat wij het
geld daar wel voor moeten hebben. Vandaar nogmaals de vraag waarom het college zo hart
stochtelijk de stelpost civieltechnische werken overeind houdt en daar niet het gebruik van
maakt wat daar voor hoort te staan.
Veel mensen in Leeuwarden zijn de afgelopen jaren door het bezuinigingsbeleid van de
rijksoverheid geconfronteerd met minder ruimte binnen hun budget. Deze mensen hebben
ook prioriteiten en wensen, maar hebben noodgedwongen niet meer de financiële ruimte om
die te vervullen. Het college heeft ook de consequenties getrokken, maar ik vraag mij af of
dat voldoende is. Ik heb het gevoel van niet. Het: college gaat met dit wanhoopsvoorstel
- datgene wat onder normaal beheer valt wordt ten laste gebracht van de risicoreserve - te
ver en frommelt de investeringen weg. Het college kiest een beleid dat ons onzekerheid
geeft voor de financiële toekomst en laveert zich zelf dichter naar een artikel 12-status toe,
wat onze fractie - misschien hebben wij de marges wel uitgeprobeerd - altijd met volle storm
en tegenwind door de rest van de raad is verweten. Ik moet zeggen dat in dat licht mij dit
voorstel ook heel erg verbaast.
Aan de hand van profilerend taalgebruik - wij maken ons daar de laatste tijd gelet op de
verkiezingen allemaal schuldig aan - wordt PAL vaak verweten dat zij eigenlijk niet zo ver
schrikkelijk veel verstand van financiën heeft. Ik begrijp eigenlijk niet zoveel van de manier
van dekken van wat niet een excessief gebeuren is, maar wat binnen het totale beheer van
ons stedelijk areaal een normale herinvestering is, omdat iets eerder stuk is gegaan dan wij
gedacht hadden. Ik wil er op wijzen dat bepaalde zaken ook wel eensflanger mee gaan. Het
laatste punt van de agenda betreft onder meer de wijziging van de gemeentebegroting.
Daaruit blijkt dat een meevaller, die betrekking heeft op de Eerste Kanaalbrug, niet wordt
toegerekend aan de algemene risicoreserve. Als je de algemene risicoreserve als een soort
beheerspot wilt gaan zien, dan is het normaal dat-ije de verliezen er uitboekt en de meeval
lers er bijboekt. Dat is een redelijke manier om de risicoreserve op peil te houden. Als wij
zo doorgaan denk ik dat wij financieel verkeerd bezig zijn.
De heer Buurman: Het op scherp stellen van ramingen met een vleugje optimisme en het
beschikken over reserves beginnen hoe langer hoe meer nadelige consequenties te vertonen.
Uiteraard moet akkoord worden gegaan met de vervanging van de riolering in Heechterp op
zich. Maar ik zet grote vraagtekens bij de voorgestelde wijze van dekking van het krediet.
In één klap zou de namelijk de helft, 815.000,ten laste van de risicoreserve moeten
worden gebracht. De rentederving is niet geraamd in het beleidsplan 1986-1990 en zal dus in
het kader van de begrotingsvoorbereiding 1987 moeten worden betrokken.
Er komt nog iets bij - de heer Niemeijer heeft er ook al op gewezen - namelijk dat bij
agendapunt 34, bijlage nr. 81, onder Gemeentebegroting, punt 3. Kredieten vervanging Eer
ste Kanaalbrug, wordt voorgesteld de stelpost civieltechnische werken te ontlasten met
f 92.300,te weten 10% aan rente en afschrijving van 923.000,Er is gezegd dat bij de
vervanging van de riolering in Heechterp sprake is van een calamiteit. Dat zal waar wezen.
(Het is gezegd in de Commissie voor Openbare Werken van 30 januari 1986.) Daar zou de ri
sicoreserve bij passen. Maar als er een voordeeltje valt in te pikken, de vervanging van de
Eerste Kanaalbrug, zijn wij er als de kippen bij om dit ten bate van de stelpost civieltechni
sche werken te brengen in plaats van, als men consequent wil zijn, ten gunste van de risi
coreserve
Tot slot wil ik benadrukken dat de beheersmatige aspecten van de stelpost civieltechni
sche werken nodig aan bespreking toe zijn.