20
Wij vinden dat je als raad en ook als college, want dat heeft in eerste instantie besloten
tot plaatsing over te gaan, naar zo'n adviescommissie moet luisteren. Of je moet zwaarwe
gende argumenten hebben om dat niet te doen. In de Commissie voor Welzijnsaangelegenhe-
den bleek dat de zwaarwegende argumenten er niet waren. Wethouder Heere heeft twee ar
gumenten genoemd waarom er wel tot plaatsing van de fontein is overgegaan. In de eerste
plaats gaat het om een cadeautje en dat mag je nooit weigeren. Daar valt volgens mij over te
twisten. In de tweede plaats - volgens de wethouder het belangrijkste argument - gaat het
om een duur cadeau. En zou je een dergelijk cadeau waarvoor de gevers zoveel geld hebben
uitgetrokken kunnen weigeren? Daar staat tegenover het negatieve advies van de Advies
commissie Cultuur.
Wij vinden dat instellingen of personen die geld kunnen uitgeven voor kunst niet de
culturele smaak voor Leeuwarden moeten kunnen bepalen. Wij vinden dat je in dat soort ge
vallen moet luisteren naar het advies van de Adviescommissie Cultuur. Daarnaast is het zo
dat de gevers, als zij merken dat de Adviescommissie Cultuur al in eerste instantie negatief
adviseert, zich zouden moeten afvragen of zij op deze wijze met gemeenschapsgelden moeten
omgaan. Deze opmerking is dan meer bedoeld in de richting van de besturen en de commis
sarissen van wie een aantal in ons midden is.
Duidelijk is in ieder geval dat de PAL-fractie vindt dat de raad niet moet overgaan tot
aanvaarding van deze schenking.
De heer Bijkersma: Ik zit een beetje in een moeilijk parket, mijnheer de voorzitter, en
ik zal uitleggen waarom. Het is de gewoonte dat, wanneer wij een raadsbrief krijgen met be
trekking tot de aanvaarding van een geschenk, de oudste fractievoorzitter het woord voert
en namens de raad de dank overbrengt aan de gever(s) van het geschenk. In de pauze ben
ik benaderd door de waarnemend fractievoorzitter van de PvdA met de vraag of ik met be
trekking tot dit voorstel het woord zou willen voeren en namens de raad de dank over wil
brengen. Ik ben er vanuit gegaan dat - dat is de normale gang van zaken - deze zaak met
de fractievoorzitters zou worden besproken, maar dat blijkt niet zo te zijn. Ondanks dat wil
ik namens de raad, met uitzondering van de PAL-fractie, de dank overbrengen - ik zie an
dere fractievoorzitters instemmend knikken - aan de gevers van dit geschenk.
De Voorzitter: De heer Duijvendak heeft in zijn betoog al aangegeven dat de Adviescom
missie Cultuur een advies heeft uitgebracht dat niet door het college is overgenomen. Dat is
nou eenmaal het lot dat ieder advies wel eens kan treffen. Het college heeft gemeend het ge
schenk te moeten aanvaarden en heeft het op hoge prijs gesteld dat de betrokkenheid van in
deze stad gevestigde bedrijven in die vorm tot uitdrukking wordt gebracht. Men kan er
over twisten of dit geschenk door iedereen als mooi wordt ervaren. Wij zijn van mening ge
weest dat wij dit als een alleszins te waarderen geschenk in ontvangst konden nemen en dat
wij mitsdien het voorstel konden doen om hiermee in te stemmen. Ik heb er nota van geno
men dat de PAL-fractie daar andere gevoelens over heeft en dat zal straks in het stemge
drag wel tot uitdrukking komen.
Ik heb kennis genomen van de erkentelijkheid die de heer Bijkersma, namens meerderen
in de raad sprekende, heeft uitgesproken. Wij zullen de schenkers het besluit van de raad
en de woorden die de heer Bijkersma gesproken heeft kenbaar maken. Ik heb er geen be
zwaar tegen om daarbij aan te tekenen dat een deel van de raad een ander gevoelen is toe
gedaan. Ik vind dat het in onze samenleving ook nog een keer mogelijk moet zijn om dat tot
uiting te brengen. Mocht dat niet zo zijn, dan lees je een en ander ook nog wel in de krant.
Wat dat betreft zijn het bekende feiten die wij doorgeven.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de
PAL-fractie wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd.
Punt 24 (bijlage nr. 100).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Aanzet tot een gemeentelijk promotie- en acquisitiebeleid.
De hear Jansma: Mynhear de foarsitter, de Nota „Aanzet tot een gemeentelijk promotie-
en acquisitiebeleid" is yn de Kommisje foar de Wurkgelegenheid tige posityf üntfongen. De
nota jout koart en krêftich oan wat der barre kin en sil. En no is der noch mar sprake fan
in oanset, dus dat belooft wat. Fan üs kant in komplimint foar de gearstallers fan de nota.
In pear dingen binne üs opfallen.
De pot mei no noch sa'n 265.000,üt it wurkgelegenheidsfüns dat de ried fjouwer jier
ferlyn ynsteld hat, wurdt no op 'e kop keard en bestege oan it gemeentlik promoasje- en
akwisysjebelied. Neffens üs in goede besteging yn de striid tsjin de wurkleazens.
Noch net sa lang lyn wie it Ljouwerter motto: gearwurkje mei de oare kearngemeenten
yn de provinsje. De tiid hat leard - no sis ik it foarsichtich - dat soks Ljouwert net altyd
te'n goede kommen is. Dêrom no op eigen manneboet; in goede saak.
Wat fierder opfalt is de toan fan de nota, dêr't düdlik üt bliken docht dat in bedriuws-
21
freonlike oanpak foarstien wurdt. De gemeente Ljouwert hat spitigernóch by guon minsken
wolris de namme dat hja it bedriuwslibben soms wat ófskrikt mei har gebod op gebod en re
gel op regel of it fan de muorre nei it sket en fan it sket nei de muorre stjoerd wurden en
mear fan dat ófwaaid praat. As aansens dizze nota oannommen is troch de ried, mei dat ne
gative image hielendal gjin besteansrjocht mear hawwe. Doel en middels binne düdlik, it
komt no nammerste mear op de ütfiering oan.
Dêrom steane wy der op oan dat de koördinaasjetaak fan it buro „Economische Zaken
Onderzoek en Statistiek" (EZOS) goed ta syn rjocht komme sil. It kontakt- en koördinaasje-
punt foar it bedriuwslibben moat in goede personielsbesetting halde, ek wannear't de hear
Stutterheim, üt wa syn pin de nota foar in grut part wei komt, aansens earne oars hinne
giet. It buro moat beliven gjin loketfunksje hawwe, nee in keamer dêr't ündernimmers en ta-
komstige ündernimmers en harren meiwurkers en adviseurs yn üntfongen wurde kinne.
Mynhear de foarsitter, it „Economisch Technologisch Instituut voor Friesland" (ETIF) is
hjoed opdoekt. It buro „Bedrijfsleven" fan de provinsje hat de taak oernommen. Wy pleitsje
foar in goede ófstimming tusken it provinsjale en gemeentlike buro.
It kolleezje, benammen de wethalders Miedema en Kessler en net te ferjitten üs boarge-
master, kin ek in hiel bulte dwaan oan promoasje en akwisysje. De kontakten mei Aegon
hawwe dat bewezen. Ek de kollegialiteit binnen it kolleezje, dy't de foarsitter by it begjin
fan dizze gearkomste oanhelle, hat dat ütwiisd. Sünt twa Alvestêdetochten kin hiel Nederlan
net allinne yngenieur Sipkema mar ek boargemaster Te Loo fan Ljouwert. Ik soe sizze: Kess
ler, Te Loo en Miedema - de KLM fan Ljouwert -, mei faasje fierder en lit sjen dat Ljouwert
in fin mear hat as in bears
De heer J.F. Janssen: De Nota Aanzet tot een gemeentelijk promotie- en acquisitiebeleid
is een duidelijk en goed onderbouwd stuk. Voor de promotie en naambekendheid van Leeu
warden is er natuurlijk, zoals de heer Jansma zojuist ook opmerkte, geen betere weg dan
van tijd tot tijd een Elfstedentocht te houden, want daar kan geen enkele andere activiteit
tegenop. Wij mogen echter niet zo vaak op een dergelijke meevaller rekenen, vandaar dat er
in deze nota mogelijkheden worden aangedragen om in Leeuwarden een wervend onderne
mersklimaat te scheppen. Nu zijn er naast Leeuwarden vele gemeenten en provincies op dit
terrein bezig. Laten wij dus eerst trachten de weg naar het ondernemersschap en de uit
breiding van de Leeuwarder ondernemingen zo soepel mogelijk te laten verlopen. Een uitste
kende weg daartoe is het instellen van een centraal meldingspunt bij de afdeling Economi
sche Zaken, Beleidsplanning en Organisatie (EBO).
In de Nota Aanzet tot een gemeentelijk promotie- en acquisitiebeleid staat op pagina 8
dat het lokale bedrijfsleven een van de bewust of onbewust meest geraadpleegde pleitbezor
gers voor de gemeente blijkt te zijn. Als wij er in slagen in Leeuwarden een ondernemers-
vriendelijk klimaat te scheppen, dan komt het zojuist door mij aangehaalde citaat uit de nota
meer tot zijn recht. Er zal dan geen sprake meer zijn van een onbewuste maar van een be
wuste pleitbezorger. Ook zullen wij persoonlijk pleitbezorgers moeten zijn. Wij zullen overal
waar dat nuttig en nodig is moeten benadrukken dat de gemeente Leeuwarden een goede ge
meente is. Te vaak hoor je - dat is echt iets Leeuwarders - dat men de eigen plaatselijke ac
tiviteiten wel eens afvalt.
Het voornemen van het college om als nieuwe activiteit eens per jaar een bijeenkomst met
het bedrijfsleven te organiseren sluit hier prachtig bij aan. De voorlichtingsruimte die in of
bij het stadhuis is gedacht kan voor een eerste kennismaking een belangrijke rol spelen,
evenals de verwijzingsborden in de stad die dan zullen verwijzen naar de verschillende be
langrijke lokaties. Ik heb in de Commissie voor Openbare Werken al eens aangekaart dat in
dat verband de voormalige ANWB-borden misschien een rol kunnen spelen. Ik weet natuur
lijk niet of dat mogelijk is.
Verder is het belangrijk een goed contact te hebben met de Kamer van Koophandel en
Fabrieken, zonder dat men deze instelling uitvoerend werk laat verrichten. De Kamer is een
eerste ingang naar het bedrijfsleven, zowel nationaal als internationaal. Zo is het ook op
verschillende plaatsen in de nota omschreven. Ik kan niet vaak genoeg benadrukken dat de
Kamer van Koophandel en Fabrieken een heel goede instelling is, waar wij als gemeente
Leeuwarden en provincie Friesland gebruik van moeten maken.
Resumerend, mijnheer de voorzitter, de fractie van de PvdA kan instemmen met de
voornemens zoals die in de Nota Aanzet tot een gemeentelijk promotie- en acquisitiebeleid
zijn vastgelegd. Tot slot wil ik er nog op wijzen dat hiermee wel het werkgelegenheidsfonds
is uitgeput. Gezien de hoge prioriteit die wij aan de werkgelegenheid geven, ga ik er vanuit
dat dit fonds in de komende jaren weer aangevuld zal worden.
De heer Meerdink: Onze fractie vindt de Nota Aanzet tot een gemeentelijk promotie- en
acquisitiebeleid een bruikbaar produkt, waarop als zodanig weinig kritiek geleverd kan wor
den. Complimenten voor de nota en aan het adres van de samenstellers daarvan. De nota
richt zich met name op het bevorderen van economische activiteiten en kan daarom gezien
worden als een van de bouwstenen voor het werkgelegenheidsbeleid.
Voordat ik concreet inga op de voorstellen zoals die in de nota zijn geformuleerd, heb ik