28
van uitkeringen niet alleen voor de bouw toe te passen maar ook voor andere sectoren. Zo
zijn er meerdere suggesties naar voren gebracht. Uiteindelijk zal het kabinetsbeleid moeten
zijn om werkelijk wat aan de jeugdwerkloosheid te doen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 28 (bijlage nr. 171).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Wijziging van de gemeentebegroting en van de begrotingen
van de Dienst Stadsontwikkeling, de Dienst Sociale Werkvoorziening, de Dienst voor Reini
ging en Brandweer en het Woningbedrijf voor het dienstjaar 1986. Ik wijs u er op dat in de
raadsbrief op bladzijde 4, onder punt 7 Subsidiëring Fries Straatfestival 1986, het bedrag
van f. 7.795,moet worden gewijzigd in f. 7.295,
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 29.
De Voorzitter: Dit punt luidt: Onderzoek geloofsbrieven van de voor de zittingsperiode
1986-1990 benoemde raadsleden.
De heer Bijkersma: "Aan de gemeenteraad. De ondergetekenden, J.R. Bijkersma, P.J.
Sijbesma en H. Meijerhof, hebben daartoe aangewezen door de voorzitter van uw raad, de ge
loofsbrieven onderzocht, die door de benoemd verklaarde leden van de nieuwe raad zijn ingezon
den. Van de 37 benoemden is een schriftelijke verklaring ontvangen,waaruit blijkt dat zij de be
noemingtot lid van de raad der gemeente Leeuwarden aanvaarden. De geloofsbrieven met de bij
behorende bescheiden zijn alle binnen de door de wet gestelde termijnen ingezonden. Door de bur
gemeester is van alle 37 benoemden een uittreksel uit het persoonsregister overgelegd, waaruit
blijkt dat zij hun werkelijke woonplaats in de gemeente hebben. Uit de ingezonden verkla
ringen of op andere wijze is ons niet gebleken dat de benoemdverklaarden op het tijdstip
waarop over hun toelating moet worden beslisteen met het raadslidmaatschap onverenigbare
betrekking bekleden.
Wij kunnen derhalve uw raad rapporteren dat wij alle geloofsbrieven met de bijbehorende
bescheiden volledig en in orde hebben bevonden en dienovereenkomstig adviseren wij als lid
van de raad der gemeente Leeuwarden toe te laten: J. de Beer, B. Bilker, T.A. Boelens,
mevrouw G .Visscher-Bouwer, R. Burg, J. Buurman, J.R. Bijkersma, mevrouw G. Doevendans,
H. Dubbelboer, W.G.J. Duijvendak, D.E. Heere, T. Heidstra, T. Herrema, H. ten Hoeve,
E.M. Janssen, J.F. Janssen, G.A. Kessler, mevrouw J. van der Kloet, M.F. Koopmans,
mevrouw H.J. de Haan-Laagland, W. Miedema, J. van Olffen, P.E.J. den Oudsten, mevrouw
M. van der Ploeg-PosthumusH.S. Pruiksma, W. Schade, M.J.L.A. Stassen, P.J. Sijbesma,
R. Terpstra, J.A.F.A. Timmermans, K.H.U. Venekamp, mevrouw J.G. Vlietstra, P.D. van
der Wal, mevrouw A. Jongedijk-Wellesmevrouw A.K. Westra, G. Ybema en J.A.H. IJestra."
Aldus gerapporteerd in de vergadering van de raad van de gemeente Leeuwarden op
21 april 1986 en ondertekend door de heren Bijkersma, Meijerhof en Sijbesma.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het advies van de Commissie voor het onderzoek
van de geloofsbrieven.
De Voorzitter: Met dit besluit is de toelating van de raadsleden geregeld. Dat betekent
dat wij aan het eind zijn gekomen van de laatste raadsvergadering in deze zittingsperiode.
Ik moet dat wel met enig voorbehoud zeggen, want het is nog steeds mogelijk tot de 29e april
bijeen geroepen te worden wanneer urgente zaken daartoe aanleiding geven. Van een relatief
groot aantal uwer zal afscheid worden genomen.
Ik begin met het voorlezen van een brief die ik heb gekregen van mevrouw Brandenburg.
"Leeuwarden, 18 april 1986. Aan de leden van de Raad. Tot mijn spijt kan ik om gezondheids
redenen vanavond niet op de laatste raadsvergadering van "de oude raad" aanwezig zijn.
Het lidmaatschap van de Raad heb ik steeds als een voorrecht beschouwd. Ik heb het werk
deze 16 jaar met plezier gedaan, voelde mij erg betrokken bij het wel en wee van de gemeente
en haar inwoners en het "stadhuis" was een vast deel van mijn leven. Ik dank U allen voor
de wijze waarop we in de afgelopen tijd in de Raad met elkaar omgingen. Soms grote verschil
len van mening tijdens de vergaderingen, maar daarna weer ontspannen verhoudingen, weten
de dat ook de ander meende het bij het rechte eind te hebben. In deze dank wil ik ook het
ambtelijk apparaat betrekken. Degenen onder U die in de Raad blijven wens ik veel sterkte
en wijsheid toe; op de anderen zal stellig in ander verband een beroep worden gedaan. Ik
wens U persoonlijk allen het allerbeste toe. Met vriendelijke groeten, Dini Brandenburg-
Sjoerdsma.
29
Wij hebben, zoals gezegd, te maken met het vertrek van een relatief groot aantal raads
leden. Veel vertrouwde gezichten gaan verdwijnen. Heel erg kenmerkend is daarbij bijvoor
beeld de CDA-fractie, waarvan alle vijf afscheid nemende raadsleden reeds in de raad zaten
toen het CDA nog moest worden geboren. Zij vertegenwoordigden ook, zoals dat geruime tijd
is genoemd, de drie bloedgroepen. Mevrouw Willemsma en de heer Jansma vertegenwoordig
den aanvankelijk de Anti-Revolutionaire Partij (ARP), de heren De Jong en Visser de Christe-
lijk-historische Unie (CHU) en de heer Sterk de Katholieke Volkspartij (KVP). Maar ook in
de andere fracties zijn plaatsen die opnieuw vervuld zullen worden. In de PvdA-fractie vier,
in de PAL-fractie twee en in de fracties van VVD en D'66 beiden één. Voor degenen die
graag over feitelijke gegevens willen beschikken het volgende. Van deze scheidenden zijn er
vijf geboren in Leeuwarden: mevrouw Brandenburg, mevrouw Van Dijk, mevrouw De Jong,
de heer Meijerhof en de heer De Jong.
Wanneer ik nu alle betrokkenen de revue laat passeren, dan zal ik dat heel kort doen.
Ik doe dat in een omgekeerde anciënniteitsvolgorde. Ik denk dat u ook zult ervaren wat velen
die u voorgingen al hebben ervaren, namelijk dat u toch wel iets laat liggen waar u heel erg
met hart en ziel en met een inzet van veel tijd nadrukkelijk bij betrokken bent geweest. Met
een blijmoedige variant op A. Roland Holst ga ik dan maar zeggen: U zult als raadslid de
halmen niet meer zien, noch binden vooralsnog - dat laatste woord gebruik ik maar even,
want men weet nooit hoe men weer terugkomt - de volle schoven; maar u wilt wel in de oogst
geloven waarvoor u en ik tot op de huidige dag dien. De "t" die ik bij het laatste woord ver
geet is in mijn dichterlijke vrijheid nodig, maar dat zult u mij wel willen vergeven.
Ik begin bij de heer Meerdink die van alle vertrekkenden het kortst in de raad heeft ge
zeten. Hij kwam in augustus 1985 als opvolger van de heer Siemonsma in de raad en is ook
nu het jongste scheidende raadslid in jaren. De heer Meerdink is lid geweest van de Stuur
groep Huisvesting alleenstaanden en tweepersoonshuishoudens, de begeleidingscommissie
Knelpuntennota Volkshuisvesting, de Commissie voor het Onderwijs, de Commissie voor Regio
aangelegenheden, de Commissie voor Automatiseringsaangelegenheden en de Commissie voor
de Werkgelegenheid. Hij heeft als lid van de gemeenteraad een kritisch geluid laten horen,
maar het was altijd - althans zo heb ik het opgevangen - een genuanceerd geluid waar een
bepaald redelijke toonzetting aan ten grondslag lag.
De heer Niemeijer - het treft zo dat hij en de heer Meerdink, beiden deel uitmakende van
dezelfde fractieelkaar opvolgen - heeft één raadsperiode volgemaakt en dat is bijna vier
jaar. Bijna, omdat het ritme van de eerste dinsdag van september verlaten is om plaats te
maken voor een vrij hectisch tempo tussen de raadsverkiezingen in maart en het aantreden
van de nieuwe raad in april. De heer Niemeijer is lid geweest van een aantal commissies,
namelijk de Commissie voor Openbare Werken, de Commissie voor de Volkshuisvesting, de Com
missie voor het Woningbedrijf, de Commissie voor Milieuhygiëne en de Adviescommissie Ver
keer. Ik denk dat hij met enig onderkoeld verlangen zal hebben uitgekeken naar de nieuwe
situatie waarin dat allemaal ongeveer samengebald wordt in één commissie. Dat zou onvoorstel
baar veel vergaderwerk hebben gescheeld, maar het wiel vind je niet altijd tijdig uit. De
heer Niemeijer is een typisch vertegenwoordiger van zijn uitermate actieve fractie geweest.
Hij is een man die zich - voorzover wij dat hebben kunnen waarnemen, - altijd uitermate goed
op de hoogte heeft gesteld eer hij in de raad, niet altijd zonder het nodige verbale geweld,
van leer trok. Vooral was zijn aanwezigheid nadrukkelijk daar wanneer het openbare werken
betrof. De heer Niemeijer is erin geslaagd om zijn herkomst - hij vertegenwoordigde het
Politieke Partij Radicalen (PPR)-geluid binnen de PAL-fractie - ook met een kerkelijke
achtergrond gestalte te geven en merkbaar te doen zijn.
Mevrouw De Jong is al raadslid vanaf september 1978. Zij heeft van een groot aantal
commissies deel uitgemaakt, die ik nu niet allemaal zal noemen. Zij was vice-voorzitter van de
Adviescommissie Volksgezondheid. Mevrouw De Jong heeft samengevat twee volle raads
perioden, bijna acht jaar, meegedraaid. Alleen dat is al een bijzonderheid, want daarmee is
mevrouw De Jong de constante factor geworden in haar partijdiena een groot aantal wis
selingen van vaak zittingsperioden van een jaar en zelfs ook een periode dat in de vacature
niet kon worden voorzien, met een grote mate van continui'teit haar zetel heeft bezet. Zij
heeft het als eenmansfractie extra moeilijk gehad, zoals eenmansfracties dat hebben. Toch
heeft mevrouw De Jong regelmatig een eigen geluid laten horen. Daarbij heeft zij getoond
sterk op de bres te staan voor de bewoners van schepen en heeft zij zich met nadruk ge
mengd in de debatten rondom het energiebeleid. Verder heeft mevrouw De Jong veel aandacht
gevraagd voor de veiligheid van de jeugd in het verkeer en zeker niet in de laatste plaats
ook voor de gehandicapten in onze samenleving.
Mevrouw Wielinga is eveneens sinds september 1978 lid van de gemeenteraad. Ook zij
heeft een groot aantal commissies gediendonder andere als voorzitter van de Commissie voor
Volksgezondheid en Maatschappelijke Dienstverlening. Mevrouw Wielinga heeft twee raads
perioden, bijna acht jaar, deel uitgemaakt van de raad. Daarnaast draaide zij ook met veel
inzet mee in de regioraad. Ondanks tegenslagen die mevrouw Wielinga in haar leven heeft
ervaren, heeft zij een levensblijheid behouden die zij ook uitstraalde. Zij was een echte na-