30 pluizer van zaken, vroeg het naadje van de kous totdat het haar allemaal helder voor ogen stond en had veel oog voor details. Mevrouw Wielinga zat in de leeskamer voor raadsleden totdat zij alle achtergronden van de raadsvoorstellen helemaal haarfijn wist. Een van de aandachtspunten die haar hart had waren de etnische minderheden, maar er zijn meer ter reinen waar zij bijzondere belangstelling voor aan de dag heeft gelegd. Ik kom dan bij mevrouw Van Dijk, die vanaf december 1976 tot september 1978 lid van de raad is geweest en vervolgens sinds 1980 opnieuw. Zij sluit een periode af van ruwweg zeven eneenhalf jaar raadslidmaatschap, die aanvankelijk begon in december 1976 toen zij het in haar fractie nog al eens opstandige raadslid Jarig de Jong opvolgde en daarmee een niet ge ringe opgave ook voor haar rekening moest nemen. Na de verkiezingen in 1978 kwam mevrouw Van Dijk niet terug in de raad, maar in september 1980 was zij weer beschikbaar om op dat moment de heer Schaafsma op te volgen. Mevrouw Van Dijk heeft zich vooral thuis betoond in aangelegenheden op het gebied van de ruimtelijke ordening en openbare werken. Het is ons bekend dat zij wat de vrije tijdbesteding in de toekomst betreft waarschijnlijk met meer belangstelling uitkijkt naar het Scandinavische landschap dan naar de toeristische centra in het zuiden van Europa. Mevrouw Willemsma is raadslid sinds september 1974. Zij is lid geweest van een groot aantal commissies en heeft drie complete raadsperioden - dat is bijna 12 jaar raadslidmaat schap - vervuld. Mevrouw Willemsma vertegenwoordigde geruime tijd als enige het vrouwe lijke element in de CDA-fractie. Zij had een zeer uitgesproken mening over zaken als eman cipatie en openbare orde, die wel eens afweek van die van anderen in deze gemeenteraad. Maar dat is nu eenmaal het patina van de democratie. Mevrouw Willemsma is een echte expo nent van haar godsdienstige achtergrond. Zij woont sinds een aantal jaren in Cammingha- buren en wij weten in haar een van de beste propagandistes voor die wijk. Wij hopen dat dat ook zo zal blijven. Ik kom dan bij de heer De Jong, die zich vanavond weer uitbundig geroerd heeft. Hij was voorzitter van de Commissie voor Openbare Werken en zat naast een heleboel commissies natuurlijk ook in de Overlegcommissie voor het Midden- en Kleinbedrijf, want dat was een van de niet geringe aandachtsvelden waar hijook uit hoofde van zijn professionele achter grond, veel belangstelling voor en veel kennis van zaken over had. De heer De Jong heeft drie complete raadsperioden volgemaakt en is bijna twaalf jaar raadslid geweest. Hij had zo, dat heb ik wel eens bemerktook binnen zijn eigen fractie een aantal geheel eigen voorkeuren. De heer De Jong heeft zich volledig kunnen uitleven in het raadswerk. De laatste jaren heeft hij vooral als voorzitter van de Commissie voor Openbare Werken daar een rol in kunnen spelen. Hij is een man die ook in de samenleving zich vaak present toonde en op wie - dat heb ik enige malen kunnen bespeuren - nimmer tevergeefs een beroep werd gedaan. De heer Sterk is raadslid sinds 27 september 1971. Hij had zitting in een aantal commis sies. De heer Sterk is bijna 15 jaar achtereen lid van de gemeenteraad geweest en was de laatste vier jaar voorzitter van de Commissie voor de Volkshuisvesting. Hij was een man die zich wat bescheiden toondemaar die toch met een bepaalde eigen soort humor uit de bus wist te komen. Daarenboven ontpopte hij zich als een typisch vertegenwoordiger van de oorspronkelijke KVP-component in zijn partij. Ik denk dat in dit verband ook nog wel eens gezegd mag worden dat de heer Sterk vooral ook vakbondsman is geweest die zijn rol in de katholieke vakbeweging heeft gespeeld. De heer Jansma is vier perioden, bijna 16 jaar, raadslid geweest en was lid van een groot aantal commissies. Hij zorgde de laatste jaren als enige voor het Friese geluid in de raadzaal. Ik heb de heer Jansma er één keer op kunnen betrappen dat hij vergat Fries te spreken. Ik herinner mij dat hij, toen ik hem daarop attendeerde en vroeg waarom hij geen Fries sprak, daar waarneembaar van schrok. Ik hoop dat dat zo blijft. Sociale zaken en met name ook de medische zorg hadden zijn speciale belangstelling. Hij heeft met een grote mate van deskundigheid zijn inbreng geleverd. De heer Jansma was een man die ook vanuit zijn beroep veel kennis van zaken had en veel aandacht had voor de mens in moeilijkheden. Hij heeft het zelf ook niet altijd even gemakkelijk gehad, want hij is ernstig ziek geweest. Ge lukkig is hij weer volledig hersteld teruggekomen. De maatschappelijke verdiensten die de heer Jansma daarnaast heeft ontwikkeld zijn op een andere manier al gehonoreerd. De heer Meijerhof is raadslid sinds 1 september 1970. Hij is lid geweest van een groot aantal commissies en is ook bijna 16 jaar, vier perioden lang, raadslid geweest met als spe cialiteit financiën. De heer Meijerhof had echter ook wel oog voor andere zaken die iets frivo ler waren, zoals sport en recreatie. Ik kan mij voorstellen dat men daar naast het financiële ook wel behoefte aan heeft. De heer Meijerhof heeft zich betoond als een man die volstrekt integer en uitermate solide is. Hij heeft een beetje de flair over zich van wat dan wel eens wordt genoemd de no-nonsense houding. Daarenboven heeft de heer Meijerhof, zo is mij verzekerd, met een ploegje mannen twee seizoenen lang een kookcursus gevolgd op de Bakkerij- en Horecavakschool. Een en ander heeft niet geleid tot een hier gemanifesteerde deskundigheid op onderwijsgebied, maar wel tot het leveren van een aantal prestaties die, 31 naar men mij heeft verzekerd, uitermate eetbaar waren. In ieder geval was de heer Meijerhof een echte Leeuwarder. Dan kom ik bij mevrouw Brandenburg. Zij is raadslid sinds 1 september 1970 en geruime tijd voorzitter geweest van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening. Verder was zij lid van de Commissie inzake het functioneren van de gemeenteraad en de positie van de raads leden, de Commissie Openbare Orde, de Commissie voor Bestuurlijke Aangelegenheden, de Commissie voor de Financiën en lid van het bestuur van het medisch centrum. Mevrouw Brandenburg is vier perioden, bijna zestien jaar lang, raadslid geweest. Zij was voorzitter van de grootste fractie in de raad en had een gespecialiseerde en uitgebreide belangstelling voor de ruimtelijke ordening, maar had bepaald ook veel aandacht voor het terrein van de gezondheidszorg. Mevrouw Brandenburg is een vrouw die uitermate consciëntieus haar raadslidmaatschap heeft vervuld. Zij heeft veel werk besteed aan het voorbereiden van de niet geringe taak die zij als fractievoorzitter moest vervullen. Het is erg verdrietig dat zij niet in de nieuwe raad zitting kan gaan nemen, omdat haar gezondheid haar dat niet toestaat. Wij zullen in de richting van mevrouw Brandenburg laten blijken dat er vanavond met erg veel waardering over haar is gesproken. Ik heb er behoefte aan al deze raadsleden zeer van harte dank te zeggen voor de inbreng die zij hebben geleverd en hen het allerbeste toe te wensen op hun verdere levenspad. Ik heb nog twee raadsleden over die ik apart zal toesprekenwant ik merk dat sommigen denken dat ik wat vergeetDe raadsleden die ik zojuist heb toegesproken wil ik graag het boek van Eekhoff uitreiken. Het is mij bekend dat enkelen hunner de "Eekhoff" over Leeu warden reeds bezitten en zij krijgen dan het boek van Eekhoff waarin een beknopte geschie denis van Friesland wordt gegeven. Ik laat u de boeken even zien, want ze zijn zo mooi in gepakt dat u ze wat mij betreft nu niet hoeft uit te pakken, dat kunt u dan wel thuis doen. Ik ga nu over tot het uitreiken van deze boeken en hoop dat ik daarbij het juiste boek op de juiste plaats bezorg. Ik kom dan bij de heer Visser, die raadslid is sinds 20 januari 1965. Hij was voorzitter van de Commissie voor het Onderwijs en heeft vanavond de gelegenheid gehad voor het laatst het woord te voeren over een punt dat veel energie gevraagd heeft en dat naar het zich laat aanzien tot een gelukkige afronding is gekomen. De heer Visser was verder lid van de Com missie voor de Financiën, de Commissie voor het Gemeentelijke Electriciteitsbedrijfhet Overleg met de Verenigingen voor Dorpsbelang, de Bestuurscommissie Gemeentelijk Studie fonds en de Bestuurscommissie voor de Schooladviesdienst te Leeuwarden. Hij is ruim 21 jaar raadslid geweest en heeft zich ontwikkeld tot een erkende onderwijsspecialist van zijn fractie. De heer Visser is een man die zich heeft doen kennen als een bescheiden maar uitermate principieel mens. Hij heeft daarnaast ook in de samenleving de nodige rollen gespeeld, met name op het gebied van het protestants-christelijk kleuter- en lager onderwijs. Bovendien heeft hij het secretariaat vervuld van de hervormde evangelisatie-vereniging Pniël in Leeu warden. Het is mij een vreugde te kunnen zeggen dat de belangstelling voor de verdiensten van de heer Visser ook hogere interesse heeft getrokken en dat hij bij Koninklijk Besluit van 20 maart 1986 is benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. (Applaus). De Voorzitter reikt vervolgens de bij deze onderscheiding behorende versierselen uit aan de heer Visser. De Voorziter: Tot slot kom ik terecht bij wethouder De Vries. Het is mij nu toch wel een beetje vreemd te moede afscheid te moeten nemen van een man die mij bijna drie jaar geleden in deze zelfde zaal heeft geïnstalleerd. De heer De Vries kwam tussentijds in de raad op 4 december 1963 als opvolger van een raadslid dat ook al naar de naam De Vries luisterde, hoewel ik niet de indruk heb dat de selectie op naam heeft plaatsgevonden. In september 1974 is de heer De Vries wethouder ge worden. In 1970 was het college van b. en w. van vier op vijf wethouders gekomen. In het college zaten toen - ik noem de namen even want het zijn bekende namen in de Leeuwarder samenleving - de heren Tiekstra, Ten Brug, K.J. de Jong, Heetla en Weide. In 1974 stelden de heren Tiekstra, K.J. de Jong en Heetla zich niet meer kandidaat voor de gemeenteraad. De politieke samenstelling van het college bleef wel gelijk, maar er kwamen nieuwe gezichten in. De heren Ten Brug en Weide keerden terug. Nieuw waren de huidige wethouder De Vries, die toen sociale zaken en volksgezondheid onder zijn hoede kreeg, en de heren Rijpma en EijgelaarEind oktober 1975 kreeg de heer De Vries uit de portefeuille van de heer Weide er opbouwwerk bij. In 1978 werd zijn portefeuille sociale zaken, maatschappelijke dienstver lening en sport en recreatie. In 1982 werd de heer De Vries wethouder van onderwijs en sport en recreatie. De heer De Vries heeft een uitermate lange bestuurlijke loopbaan achter de rug. Hij heeft nog altijd zitting in een groot aantal besturen en commissies, zowel op plaatselijk, provinciaal als landelijk niveau. Ik noem: de Commissie sociale zaken en maatschappelijk welzijn van de Vereniging van Nederlandse Gemeentengemeentelijke vertegenwoordiger algemene vergade-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 16