Sub Q. De Voorzitter: Aan de orde is een voorstel van de raadsleden de heer Duijvendak en mevrouw Westra dd 29 april 1986, inzake toekenning aan niet-Nederlandse ingezetenen van het actief en passief kiesrecht voor provinciale staten en de Tweede Kamer. Bij dit punt moet een besluit vallen. Zoals staat aangegeven is de in de vorige raadsvergadering ingediende motie de weg gaan volgen van een voorstel. Dat voorstel is tijdig ingediend en derhalve dient de raad nu te besluiten of het in behandeling wordt genomen. In het be vestigende geval is de normale gang van zaken dat het als laatste punt aan de agenda wordt toegevoegd en als zodanig wordt behandeld. Aan de orde is thans slechts de vraag of de raad er mee instemt dat de motie van de PAL-fractie in behandeling wordt genomen, waartegen van onze zijde geen bezwaar bestaat. Mag ik vragen of iemand uwer daar an ders over denkt? De heer Buurman: Het voorstel van mevrouw Westra en de heer Duijvendak dient mijns inziens niet in behandeling te worden genomen, aangezien ons hierin een uitspraak wordt gevraagd over een zaak die ons als raad niet regardeert. Als de raad anders be sluit dan wil ik nog wel een kanttekening maken. De heer Koopmans: Ik kan mij eigenlijk aansluiten bij hetgeen de heer Buurman zo juist heeft gezegd. Onze fractie vindt ook dat om formele redenen deze kwestie hier niet moet worden behandeld. Het gaat om een zaak waarvan de competentie ligt bij de formele wetgever, de Staten-Generaal, hetgeen op zich uiteraard niet wil zeggen dat men geen verzoek of motie kan indienen. Alleen, de rol die de gemeente in dit geheel speelt is heel ver te zoeken. Zowel op het autonome terrein als op het terrein van het medebewind heeft de gemeente wat dit betreft geen taak, hetgeen ook geldt voor het complementair bestuur. De relatie die er met de gemeente was ging om de vraag of de etnische minder heden iets zouden kunnen doen binnen het gemeentelijk bestel. Deze vraag is beant woord, men heeft nu stemrecht binnen de gemeente. Er wordt ook van alles gedaan bin nen de programma's. In dat verband wijs ik op ons eigen programma - bladzijde 28, voor de mensen die niet zo goed gelezen hebben - waarin een twaalftal punten(De Voor zitter: Ik denk dat u bezig bent af te dwalen naar een inhoudelijke bespreking. Ik wil alleen graag horen of u van mening bent dat het punt aan de orde moet worden gesteld. In het bevestigende geval kunt u wat mij betreft op dat moment net zo inhoudelijk praten als u zelf wilt.) Als motivatie waarom ik vind dat het punt hier niet aan de orde moet komen zou ik dan het volgende naar voren willen brengen. Naar mijn mening dient een punt als dit, zo men daaraan behoefte heeft, via de partijpolitieke kanalen doorgesluisd te worden naar de landelijke politieke instanties. Van onze kant worden dit soort zaken regelmatig gedaan, maar ik kan mij voorstellen dat de PAL-fractie daar wat moeite mee heeft gezien de structuur van deze fractie. Dat is echter een kwestie van PAL. De heer E.M. Janssen: In tegenstelling tot het verhaal dat de heer Koopmans heeft gehouden vindt de PvdA-fractie dat op formele gronden een inhoudelijke discussie niet moet worden geweigerd. Daarom stemmen wij in met behandeling van het onderhavige punt. De heer Dubbelboer: Wij hebben ook geen bezwaar tegen behandeling. De heer Duijvendak: Tijdens de vorige raadsvergadering is door ons reeds aangege ven waarom wij vinden dat een en ander wel aan de orde moet komen. Toen heb ik ook gemotiveerd waarom het alles met de gemeenteraad en met name met de gemeenteraadsver kiezingen te maken heeft en waarom wij het noodzakelijk vinden om onze ervaringen met die gemeenteraadsverkiezingen en met name de positieve resultaten wat betreft het daar aan deelnemen van leden van etnische groepen te melden aan de Tweede Kamer. Ik ben dan ook blij met de steun van een aantal fracties. Ik vind de argumentatie dat het om formele redenen hier niet moet worden behandeld niet erg sterk. De Voorzitter: Het lijkt mij niet erg zinvol nog een reactie dezerzijds te geven en ik stel dan ook voor te stemmen over het al dan niet toelaten van de behandeling van dit voorstel. Met 24 tegen 10 stemmen wordt besloten het voorstel aan het einde van de vergade ring in behandeling te nemen. (Tegen stemmen de leden van de fracties van CDA en GPV/RPF/SGP.) 5 Punt 2a (bijlage nr. 194). Voordracht voor benoeming van leden van door de raad van de Regio Friesland-Noord in gestelde commissies. Aanbeveling van burgemeester en wethouders: Commissie Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting: de heer ir. J.A.F.A. Timmermans; Commissie Sociale Zaken en Welzijnsaangelegenheden: mevrouw J.G. Vlietstra; Commissie Gezondheidszorg de heer D.E. Heere; Commissie Milieu-aangelegenheden de heer ir. J.A.F.A. Timmermans. Besloten wordt tot de aanbevolen 'voordracht met algemene stemmen. Mevrouw Visscher-Bouwer en de heer Buurman vormden met de voorzitter het stem bureau. Punten 3 t.e.m. 7 (bijlagen nrs. 189, 181, 182, 183 en 173). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 8 (bijlage nr. 187). De Voorzitter: Dit punt luidt: Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke ordening ten behoeve van de aanleg van de Oostergoweg. De heer Duijvendak: Ik vraag het woord om, als het om de aanleg van de Oostergo weg gaat, in de toekomst van het woord vragen af te zijn. Bekend mag zijn dat de PAL- fractie tegen het voorgestelde tracé van de Oostergoweg is. In principe zijn wij dus ook tegen alle voorbereidingsbesluiten om dat mogelijk te maken. Ik meld dit nu nog één keer, maar zal het dan in de toekomst niet steeds herhalen. De Voorzitter: Ik neem aan dat een en ander in uw stemgedrag naar voren komt. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de PAL-fractie wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd. Punten 9 t.e.m. 14 (bijlagen nrs. 186, 185, 178, 177, 188 en 180). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 15 (bijlage nr. 184). De Voorzitter: Dit punt luidt: Eenmalig subsidie Stichting Dierenambulance. Mevrouw Van der Ploeg-PosthumusVoorzover ik kon nagaan is deze aanvraag voor een eenmalig subsidie niet in een commissie behandeld. Daarom wil ik hier graag enkele opmerkingen maken. Bij navraag is mij het volgende gebleken. Een eerste subsidieverzoek van de Stich ting Dierenambulance is niet in behandeling genomen, omdat dit te weinig onderbouwd was ingediend. Daarna heeft het betreffende groepje enthousiaste mensen deskundige hulp gekregen. Het bestuur is aangevuld en de projectmanager van het bureau PRO-F heeft zijn medewerking verleend. Zo is er een overzichtelijk werkplan tot stand gekomen en is er opnieuw een verzoek tot subsidie ingediend, nu ten bedrage van 13.500,Ik wil hier graag duidelijk stellen dat mijn fractie grote waardering heeft voor mensen die initiatieven durven te nemen en de handen uit de mouwen willen steken. Het betreft in dit geval voornamelijk vrijwilligers, zonder een betaalde baan, die op deze wijze zinvol bezig willen zijn. Zij besteden veel tijd en energie aan dit project en proberen sponsors, donateurs en begunstigers te vinden om aan financiële middelen te komen. In dit verband organiseerden zij onder andere op donderdag, 8 mei jl.een grote actiedag in de manege waar honderden mensen, onder wie veel kinderen, van konden genieten. Of het netto re sultaat in financieel opzicht ook in overeenstemming was met de verwachtingen is mij niet geheel bekend en onze zorg ligt wat de toekomst betreft op dit terrein. Wij zijn namelijk niet zo overtuigd van de voortgaande exploitatie en wij betwijfelen of de tarievenop- brengst voldoende zal zijn. Men gaat in het eerste jaar uit van 1.200 ritten die 20.000,moeten opbrengen. Wij nemen aan dat het college zich voldoende gerealiseerd heeft dat er nogal optimistisch is geraamd; een begrip overigens dat u niet geheel vreemd zal voorkomen. Als het juist is dat dit verzoek om een startsubsidie niet in een

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 3