12
gediend. Op grond van de ervaringen bij de gemeenteraadsverkiezingen vinden wij dat
wij daarover iets moeten melden aan Den Haag. Er is sprake van positieve ervaringen in
Leeuwarden wat betreft de vergroting van de betrokkenheid van leden van etnische groe
pen bij de lokale politiek. Er is echter ook heel duidelijk sprake van een negatieve erva
ring, namelijk de toetreding van een aantal leden van de Centrumpartij tot een aantal ge
meenteraden in Nederland. Deze motie is niet alleen in Leeuwarden ingediend, maar in al
le grote steden in Nederland juist om duidelijk te maken dat het racisme op alle mogelijke
manieren moet worden bestreden en dat daarvoor een zo gelijkmogelijke berechtiging van
mensen op alle niveaus een voorwaarde is. Pas als mensen op alle niveaus gelijke rechten
hebben kan het racisme naar onze mening effectief worden bestreden. Wij vinden dat het
daarbij gaat om een samenspel tussen lokale en landelijke overheid.
Deze motie zal een duwtje in de rug zijn van de landelijke overheid die in dezen maar
niet wil besluiten. Nu is daarvoor een aantal argumenten te geven, die vanavond in de
discussie ook naar voren komen. Het gaat dan om de vraag of je eerst geïntegreerd moet
zijn en dat je dan stemrecht krijgt of dat het geven van stemrecht ook op provinciaal en
nationaal niveau het verdere proces van integratie en de bestrijding van racisme - het
uitsluiten van mensen, het betitelen van mensen als „anders" - misschien kan tegengaan.
Je kunt daar verschillende inschattingen over hebben en ook een heel juridisch vertoog
over houden. Onze mening is dat mensen niet pas het stemrecht moeten krijgen op het
moment dat zij zouden zijn zoals iedereen in dit land zou zijn. Alsof zo duidelijk is wat
het „Nederlander zijn" inhoudt!
Wij vinden dat het voorgestelde een element kan zijn in de emancipatie van leden van
etnische groepen in het tegengaan van discriminatie. Je kunt daarbij ervaringen aanhalen
uit andere landen, maar dat zal ik op dit moment achterwege laten. Het zal duidelijk zijn
dat wij een andere inschatting maken en deze zaak ook anders wegen. Wij vinden dat het
hier gaat om een instrument dat juist positief kan werken. Daarbij sluit ik mij ook aan bij
de woorden van de heer Janssen.
Het zal duidelijk zijn dat wij het voorliggende voorstel dan ook handhaven. Wij ver
zoeken met klem daar zo massaal mogelijk achter te staan. Als veel gemeenteraden in Ne
derland deze motie aannemen dan heb je namelijk kans dat dat ook enige indruk maakt op
Den Haag. Nemen weinig gemeenteraden de motie aan of gebeurt dat heel verdeeld, dan
ben ik bang dat het niet zoveel indruk maakt als wij gehoopt hadden.
De Voorzitter: De reactie van het college zal zeer summier zijn, omdat een aantal le
den van het college geen behoefte heeft aan de motie aangezien zij van mening zijn dat
deze zaak het parlement regardeert en daar aan de orde moet worden gesteld. Een ander
deel van het college is van mening dat het hier gaat om het tot uitdrukking brengen van
een gevoelen dat duidelijk ook tot de bevoegdheid van de raad kan behoren, dat het op
zich gaat om een logisch complement van het toegekende kiesrecht in de lokale situatie en
dat mitsdien een streven gericht op een verbreding van dit kiesrecht alleszins de moeite
waard is. Zij, de leden van het college, zullen hun mening in hun stemgedrag tot uit
drukking brengen.
Ik kan mij voorstellen dat er behoefte bestaat aan een tweede termijn, omdat men nog
eens op elkaar wil reageren. Ik wil wel zeggen dat ik het gevoelen heb dat het laatste
woord hierover nog niet gesproken zal zijn.
De heer E.M. Janssen: Datgene wat ik zou willen zeggen als reactie op wat de heren
Buurman, Ybema en Dubbelboer hebben gezegd is eigenlijk voortreffelijk verwoord door
de heer Duijvendak.
De heer Buurman: Mijn opmerking heeft eigenlijk een beetje de vorm van een protest
ten aanzien van hetgeen de heer Duijvendak heeft gezegd. Hij trekt deze zaak volkomen
in de richting van het bestrijden van racisme. Ik ontken dat ten stelligste. Het gaat hier
niet over het tegengaan van discriminatie, het gaat hier gewoon over het feit of je een
bepaalde voorwaarde stelt om dat kiesrecht toe te kennen, namelijk de voorwaarde van
ingeburgerd zijn in de Nederlandse samenleving en het kennis hebben van de Nederland
se taal. Maar het heeft geen mallemoer te maken met racisme.
De heer Ybema: Zoals men in eerste termijn al heeft gemerkt is onze opstelling in de
ze een formele. Wij handhaven die opstelling en hebben geen reden om daarvan af te wij
ken. Ik betwist niet het belang van het punt dat hier aan de orde is. Maar ik denk dat
er, als wij de lijn die daaruit blijkt zouden handhaven en in principe allerlei zaken van
die importantie in deze raad aan de orde zouden stellen, dan heel wat zaken die in de
Tweede Kamer besproken hier kunnen worden herhaald. Wij hebben geen behoefte aan de
motie
13
De heer Duijvendak: Wij zijn het er met elkaar over eens dat het niet gaat om allerlei
zaken op deze manier in de raad aan de orde te stellen. Het gaat hier echter om een
zaak die er bij de evaluatie van de gemeenteraadsverkiezingen uitsprong, voor een deel
overigens in heel negatieve zin.
Ik heb inderdaad over racisme gesproken om daarmee aan te geven wat onze inzet bij
dit voorstel is. Je kunt verschillend denken over de vraag of je daarmee dat effect sor
teert. Ik heb met mijn opmerking niets willen zeggen over de mensen die niet voor dit
voorstel zullen stemmen. Ik heb slechts duidelijk willen maken dat het in de strategie van
de bestrijding van racisme past dat je mensen op alle mogelijke niveaus en fronten gelijke
rechten geeft. Wel, daar kan dit voorstel een bijdrage aan leveren.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Over de motie van de heer Duijvendak en mevrouw Westra staken de stemmen
(17-17).
(Voor de motie stemmen van de PvdA-fractie de dames Doevendans, Jongedijk-WellesVan
der Kloet en Vlietstra en de heren Heidstra, Herrema, Ten Hoeve, E.M. Janssen, J.F.
Janssen, Van Olffen, Den Oudsten, Schade, Terpstra, Timmermans en Venekamp, alsmede
de leden van de PAL-fractie. Tegen de motie stemmen van de PvdA-fractie mevrouw Vis-
scher-Bouwer, alsmede de leden van de fracties van CDA, VVD, GPV/RPF/SGP en D66.)
De Voorzitter: De motie staat de volgende keer weer op de agenda.
De Voorzitter sluit, om 20.55 uur, de vergadering.