38 simpele vertaling van de opdracht die de projectgroep heeft gekregen. Het gaat niet alleen om het kiezen voor een bestemming. Als wij het hebben over modelstudies dan gaat het ook over een gedetailleerde oplossing voor de ruimtelijke opbouwwaar komen de bouwblokken en waar worden de wegen aangelegd. Deze opdracht gaat verder dan de simplificatie die de heer Van der Wal naar voren brengt. Het is wel zo dat er gedacht wordt aan een mengfunctie Binnenkort zal in de commissie worden gesproken over stedelijke voorzieningen in Tulpen- burg/Klanderijbuurt en dan met name in de woningsfeer. Ik heb al aangegeven dat er expli ciet door beleggers is gevraagd om in de kantorensfeer - ik doel dan ook op het Lijempf- terrein - iets te ontwikkelen. Wat het Lijempfterrein betreft is er onvoldoende aanleiding om af te stappen van de ideeën die daarover in de Kantorennota zijn genoemd. Tot slot wil ik nog ingaan op de opmerking van de heer Van der Wal inzake de ontwikke lingen die plaatsvinden in het gebied waar ook het Frico- en het CAF-terrein liggen richting rondweg. Ik ben hier in de commissie ook al op ingegaan. Voor dat integrale gebied hebben wij een voorbereidingsbesluit genomen. Bovendien is er nu een ontwerp-bestemmingsplanin procedure gebracht dat betrekking heeft op het totale gebied waar de heer Van der Wal het over heeftMet andere woordendaar wordt nu aan gewerkt en wij zullen daar binnenkort in de commissie van gedachten over wisselen. De Voorzitter schorst, om 21.05 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 21.30 uur, de vergadering. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de tweede instantie van agendapunt 14 Kantoren Leeuwarden. De heer Ten Hoeve: De wethouder heeft een toezegging gedaan met betrekking tot de gebieden waarvan ik een aantal heb genoemd. Wij moeten dan nu aan de slag en de markt op, hetgeen zeker geldt voor het terrein van het Diakonessenhuis. Wat betreft de moties van de heer Van der Wal, die overigens nog niet zijn ingediend, het volgende. In de commissievergadering - de heer Van der Wal kon daar niet aanwezig zijn - hebben wij ook over de in de moties genoemde punten gepraat. De heer Van der Wal sprak vanavond over timing, bedoeld in de richting van het college. Ik wil die opmerking terugspelen. Wanneer dit soort moties worden ingediend, dan moeten wij ook de gelegenheid hebben om daarover na te denken en zaken na te kunnen gaan. Op dit moment hebben wij geen behoefte aan de moties die de heer Van der Wal nog in petto heeft. De heer Van der Wal: Wij moeten de Kantorennota volgens de wethouder zien als een bouwsteen voor de structuurschets. Ik hoor al tien jaar het verhaal over bouwstenen voor een structuurschets, niet van deze wethouder, maar wij mogen ook van b. en w. consistentie van het beleid verwachten. Iedere keer als er weer nieuwe gebieden aan de orde komen heb ben wij weer een bouwsteen voor de structuurschets, die overigens nooit komt. Ook nu wordt er weer geen concrete toezegging gedaan wanneer de structuurschets komt. Ik heb in eerste instantie geconstateerd dat de raadsbrief die bij de Kantorennota hoort voor een groot deel uit een non-besluit bestaat en voor de rest allerlei open deuren intrapt. De wethouder heeft nog een poging gedaan om te formuleren wat voor besluit er hier dan wel uitrolt. Hij gebruikte daar heel mooie volzinnen voor, maar eerlijk gezegd is het mij geen spat duidelijk geworden. Dat geldt overigens ook voor zijn antwoord op de vraag van de heer Stassen hoe het met het economische beleid staat. Ik kon er eigenlijk niets uit opmaken, maar retorisch gezien is het antwoord wel knap geformuleerd. Maar goed, ik heb de vraag niet gesteld en misschien gaat de heer Stassen daar direct nog op in. Ik ga naar de moties. Ik zou te simpel stellen - het gaat dan over het Lijempfterrein - dat wij een behoorlijk overschot in het aanbod hebben. In eerste instantie heb ik aangegeven dat er tussen station en rondweg gebieden liggen die naar mijn mening voor grootschalige kantoorprojecten beschikbaar zouden kunnen komen. Wij praten nu al heel lang over het Lijempfterrein en Klanderijbuurt/Tulpenburg. Een jaar of vijf geleden hebben wij al eens het voorstel gedaan om een heel andere invulling aan dat gebied te geven. Dat voorstel werd toen vrij gunstig ontvangenmaar er is nooit iets mee gebeurd want er moest altijd wel ergens op worden gewacht: dan weer op de tracékeuze Oostergoweg, dan weer op de Kan torennota en dan weer op de ontwikkelingen bij Aegon. Zo blijven wij natuurlijk aan de gang en lopen de renteverliezen almaar op. De renteverliezen ten aanzien van het Lijempfterrein en Klanderijbuurt/Tulpenburg zijn gigantisch. Wij hebben daar al een bedrag van vijf miljoen uit de algemene middelen voor beschikbaar gesteld. Als er binnenkort niet echt wat gebeurt en de grond niet in exploitatie wordt gebrachtdan kunnen wij nog wel eens vijf miljoen gulden beschikbaar stellen. Ik heb nu niet de exacte cijfers bij de hand, maar binnenkort kunnen wij die wel uit de begroting halen. Er moet nu eindelijk eens iets gebeuren. Nu weet ik wel dat er een projectgroep bezig is met het maken van modelstudies maar ik vind dat wij, gezien de hele voorgeschiedenis van 19 de Kantorennota en gelet op de raadsbrief, nu een keer moeten doorpakken en dit gebied in ontwikkeling moeten brengen met een haalbaar bebouwingsmodel. Ik wil in dit kader tevens verwijzen naar de ook in het collegeprogram genoemde inbreigedachte. Vandaar de motie die overigens nog alle ruimte openlaatwant het besluit daarvan luidt"dit gebied te bestemmen voor gemengde functies met de nadruk op geconcentreerde woningbouwVlakbij de binnen stad zou erg ruimtelijke woningbouw natuurlijk misstaan. Het besluit laat dus verder alle ruimte om heel gedetailleerde oplossingen te vinden. Wat er nu aan de hand is is dat de projectgroep werkt met een bestemmingsplan Huizum- Sixma, waarin meen ik tot 30 meter hoge kantoorgebouwen staan. Ik vind dat overbodig, want het is volstrekt irreëel om daar nog vanuit te gaan. Wij willen dus ook voorkomen dat de projectgroep overbodig werk doet. Dit gebied moet nu eindelijk eens op een snellere manier in exploitatie worden gebracht. Vandaar dat ik deze motie alsnog indien, ondanks het feit dat de heer Ten Hoeve bij voorbaat al heeft verklaard daar tegen te zijn. (De heer Ten Hoeve: U heeft de motie in eerste instantie al voorgelezen.) Ja, maar nog niet ingediend. Voor de goede orde lees ik de motie nog even voor. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag, 20 oktober 1986, behandelende de raadsbrief Kantoren Leeuwarden (bijlage nr. 356), overwegende: - dat het gebied Klanderijbuurt/Tulpenburg/Lijempfterrein kenne lijk niet overmatig in trek is voor de vestiging van grootschalige kantoren - dat er bovendien voldoende grondaanbod voor deze functie elders in de stad is te realiseren; - dat dit gebied daarentegen zeer geschikt is voor geconcentreerde woningbouw gemengd met andere functies, besluit I. het hiervoor omschreven gebied niet langer te bestemmen voor ontwikkeling van grootschalige kantoorbebouwing, maar voor gemengde functies met de nadruk op geconcentreerde woning bouw II. de werkzaamheden van de betreffende projectgroep hierop te richten, teneinde overbodig werk en tijdverlies te voorkomen." De motie is mede-ondertekend door mevrouw Westra. Over de andere door mij in eerste instantie voorgelezen motie het volgende. De wethouder zegt dat hij in de commissie op hetgeen in de motie staat ook al is ingegaan. Ik was niet op de vergadering en heb daarover ook niets in het verslag kunnen lezen. Ik heb tijdens de pauze de commissieleden gevraagd of er toen gezegd is dat er een bestemmingsplan voor dit gebied klaar ligt. Niemand kon zich dat herinneren. Maar goed, ik neem daar dan nu kennis van. De motie vraagt eigenlijk om een voorbereidingsbesluit dat in ieder geval niet klaar ligt. Als er echter zeer binnenkort een globaal bestemmingsplan komt dan is deze motie natuurlijk overbodig en dien ik die dus ook niet in. De Voorzitter: De ingediende motie is voldoende ondersteund en maakt als zodanig deel uit van de beraadslagingen. De heer Bijkersma: Ik wil eerst reageren op de woorden van de wethouder. Hij heeft gezegd dat het college de ontwikkelingen in de stationsbuurt in de gaten zal houden mede in verband met de aanleg van de Oostergoweg en de gevolgen daarvan. Ik ben dat helemaal eens met de wethouder en ben ook blij dat hij dat zegt. De wethouder heeft verder gezegd dat er ten aanzien van de ontwikkelingen in de stationsbuurt op het gebied van het verkeer een gedegen ontwerp zal worden gemaakt dat op lange termijn hanteerbaar is. Ik hoop echt dat het college daarbij ook de dagelijkse ellen de op het Stationsplein - verkeersopstoppingen vanuit het westen, dus van de andere kant - in de gaten zal houden. Ik heb deze opmerking gemaakt in verband met mogelijke ontwik kelingen op het gebied van kantorenbouw in de stationsbuurt. De wethouder heeft zelf ge zegd dat er een belegger is geweest die vroeg naar kantoorruimte binnen een straal van 500 meter van het station. Als er dan op het Zuiderplein grote kantoren worden gebouwd en er eventueel een ontwikkeling is die zou indruisen tegen datgene wat de VVD altijd wil, namelijk het doorbreken van de Van Swietenstraat om van de dagelijkse ellende bij het Stationsplein af te zijn, dan zou een en ander natuurlijk geblokkeerd zijn. De wethouder heeft ook gereageerd op mijn opmerking over globale bestemmingsplannen. Ik ben het helemaal met hem eens als hij zegt dat bestemmingsplannen ook moeten worden afgestemd op datgene wat er is. Ik kan dat best onderschrijven. Ik hoop echter wel dat het college van b. en w. flexibel is in het optreden met betrekking tot bestemmingsplannen en de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 10