24 ongeveer 20. Uit ervaringen in andere gemeenten blijkt dat deze 20% geen dwarsdoorsnede is van het personeel. Met name deelname van oudere werknemers en vrouwen blijft achter. De vraag aan b. en wis dan ook wat zij gaan doen of proberen om ook bij deze eerste lich ting door middel van actieve werving extra aandacht aan deze twee groepen te besteden. In de raadsbrief wordt daarover niets gezegd. Het laatste punt dat ik wil noemen is dat dit aanbod van kracht lijkt te zijn tot en met J.987. Er zijn nogal wat groepen, onder andere de groepen die in eerste instantie moeilijk bereikt worden, die eerst de kat uit de boom blijken te willen kijken. Mijn fractie vindt dat ook die groepen na 1987 de mogelijkheid moeten hebben om van dit zelfde aanbod gebruik te maken. Is de wethouder, tevens voorzitter van deze vergadering, dat met mij eens en heeft hij ook ideeën over wat er na 1987 zal moeten gebeuren? De heer Ybema: De maatschappij waarin wij leven is hard op weg om een echte informatie maatschappij te worden. Wij zien die ontwikkelingen - ik denk dat dat bij ieder van ons het geval is - zich dagelijks in onze directe omgeving voltrekken. Het is dan ook bedroevend dat wij in Nederland nog steeds niet zo ver zijn dat het belangrijke vak informatica als ver plicht leervak is opgenomen in het voortgezet onderwijs. Op dat punt lopen wij belangrijk achter op ons omringende landen. Ik kom dan nu bij de raadsbrief. De bedoeling die in deze raadsbrief wordt verwoord, namelijk de stimulering van automatiseringskennis onder het gemeentelijk personeel, spreekt ons aan. Alleen over de aanpak die wordt voorgesteld hebben wij toch een aantal vragen en opmerkingen. Is de nu voorgestelde aanpak niet teveel gebaseerd op vrijwilligheid? Wij den ken dat je als gemeentelijke organisatie ook op dit terrein voorzichtig met je middelen moet omspringen. In die zin staan wij een wat zakelijker benadering voor. Zou je, op grond van wat ik zojuist heb gezegd, dan niet moeten kiezen voor een wat gerichte benadering? Dat zal betekenen dat je eerst gaat selecteren welke functies - dat zal dan het uitgangspunt moeten zijn - en vervolgens de mensen die daaraan gekoppeld zijn, in aanmerking komen om gebruik te maken van deze mogelijkheden. Op die manier zou je volgens D66 veel gerichter kunnen werken aan het stimuleren van de automatiseringskennis waar je vervolgens dan als organisatie daadwerkelijk wat mee kunt doen. Een ander punt betreft het voorstel om, zoals dat in de raadsbrief staat verwoord, het algehele basispakket voor de rest van het personeel aan te bieden. Is het werkelijk de be doeling dat het totale gemeentelijke personeel die basiscursus gaat volgen? Wij pleiten ook op dat punt toch voor een veel gerichtere aanpak. Wij moeten wat dat betreft zuinig zijn met onze financiële mogelijkheden, dat weten wij allemaal. Het rendement van dat soort investe ringen moet ons steeds voor ogen staan. Afrondend, de voorlopige opvatting van de D66-fractie is: kijken naar het rendement van investeringen ook op dit punt. Hoe kunnen wij dus op een wat gerichtere manier meer effect halen uit de middelen die wij steken in het stimuleren van de automatiseringskennis. De heer Buurman: Wij zijn ingenomen met het voorstel van b. en w. om de automatise ringsdeskundigheid bij het personeel te verhogen door middel van cursussen en het geven van een bijdrage in de kosten van apparatuur. Het gemeentelijk belang speelt mee. Het kan dienen weerstanden tegen computergebruik te verminderen en het kan helpen automatisering zo soepel mogelijk te doen verlopen. Toch hebben wij enkele opmerkingen. De prijs van een eenvoudige MSX-computer komt op 60% van ongeveer f. 650,— (40% subsidie) is ongeveer f. 390, Beneden deze prijs is een vergelijkbare Japanse MSX-com puter te koop, bijvoorbeeld een Canon voor ongeveer f. 325, Waarom dan Philips? (De heer Van der Wal: Ik weet wel een computer vooor f. 200, Wat voor merk is dat, want dat moet natuurlijk wel goed zijn. Een MSX-computer is een huiscomputer en niet of nauwelijks geschikt voor zakelijk ge bruik. Bij de provinciale overheid - ik dacht dat de heer Ybema daarover zou spreken, maar dat heeft hij niet gedaan en daarom doe ik het maar - is derhalve een onderzoek gaande om MS-DOS-apparatuur aan te bieden aan het personeel met een bijdrage door het provinciaal bestuur. Mijns inziens zou het nuttig zijn om een onderzoek te doen naar het nut en de wenselijkheid om naast de MSX 1 en MSX 2 ook een personal-computer in het pakket op te nemen. In overleg met de afdeling Organisatie en Informatievoorziening zou misschien geza menlijk een inkoopbeleid gevoerd kunnen worden. De prijzen zijn momenteel bezig zich in een sterke neerwaartse richting te bewegen. Software. Voor de software is een computer als een auto zonder benzine: je kunt er niets mee. Je zou met een bekende omroepvereniging kunnen zeggen: het zijn de programma's die het hem doen. Nu zijn er veel spelletjes in omloop. Het kopiëren daarvan is verheven tot een noeste doch helaas illegale vorm van huisvlijt. Wij zouden het op prijs stellen dat bij de ge leverde computer tenminste een tekstverwerkingsprogramma alsmede een gegevenbestands- programma zou worden meegeleverd, zodat tenminste een indruk kan worden opgedaan van meer serieus computerwerk. 25 Hardware. Bij een computer hoort, zoals men weet, ook een beeldscherm. Een MSX-com puter kan aangesloten worden op een huiskamertelevisie. Daar zijn nadelen aan verbonden. Vaak moet iedere keer de computer opnieuw worden aangesloten, het beeld is niet altijd even scherp en het kan storend zijn voor andere huiskamergebruikers. Kortom, het is wen selijk om een aparte monitor bij de computer te hebben. Naast goede programma's is het ook nodig te beschikken over een afdrukeenheid. Wanneer men iets meer wil dan een spelletje spelen - spelletjes vervelen ook - is een printer noodzakelijk. Wij stellen het college het volgende ter overweging voor. 1. Bij de computer een uitbrei- dingspakket beschikbaar te stellen dat bestaat uit een monitor en een printer, met inacht neming van dezelfde subsidievoorwaarden. 2. Bij de computer software te leveren zonder extra meerprijs. 3. Een onderzoek te starten naar de mogelijkheid om ook een MS-DOS-com- puter in het pakket op te nemen. De heer Stassen: Ik mis de geleerdheid van de heer Buurman en ik heb dan ook een veel simpeler verhaal waarin niet de hardware of de software maarzoals dat in de literatuur wel eens genoemd wordt - dat is overigens een schandalig woord - de "humanware" centraal staat, het belang van de mens in de organisatie. Ik wil hiermee zeggen dat de CDA-fractie akkoord gaat met dit voorstel van b. en w. Ik heb het voorstel goed gelezen en kom tot een paar positieve aspecten: wegmasseren van koudwatervrees - dat is misschien toch wat anders dan het werken met programma's -, verschaffen van inzicht in de mogelijkheden van compu ters en tenslotte: het volgen van een basiscursus kan motivatiebevorderend of, afhankelijk van de startpositie, demotivatieverminderend werken. Wat ik belangrijk vind is - dat zal de komende tijd ook moeten blijken - hoe het manage ment zich in deze veranderende situatie opstelt. Wij zouden graag willen aanbevelen dat van uit het management en de leiding een positief signaal uitgaat naar de doelgroepen, namelijk alle gemeentelijke ambtenaren. Wil het college dat ook bevorderen? Het voorgaande duidt op enige positieve benadering van de basiscursus. Ik moet er echter bij zeggen dat wij een en ander toch ook een inhaalmanoeuvre vinden met enige be denkselsEr wordt namelijk iets geboden dat gezien kan worden als een toch wat vrijblijven de studiefaciliteit die thuishoort in de familie van de secundaire of tertiaire arbeidsvoorwaar den. Nodig is evenwel een programma dat aansluit op de primaire arbeidsvoorwaarden. Ziet het college dit ook zo, want dat is natuurlijk vrij principieel. Dit opwarmertje, mijnheer de voorzitter, is nog maar een bescheiden aanzet tot het sociaal-organisatorische beleid dat in het kader van een gemeentelijke automatiseringsactivi teit van de grond moet komen. De diverse gestarte of voorgenomen activiteiten op het gebied van automatisering zullen moeten worden gecoördineerd onder de koepel van een integraal gemeentelijk automatiseringsplan, waarvan de sociaal-organisatorische paragraaf, inclusief het opleidingenplan, een wezenlijk onderdeel moet uitmaken. Zö kan de basis worden gelegd voor een automatiseringsbeleid dat tijdig en adequaat kan voorzien in wat meer algemene tot zeer specifieke opleidingsbehoeften, die bestaan zowel bij een veranderende organisatie als bij medewerkers met veranderende werkpakketten. Zodoende kunnen wij ook meer doel groepgericht, zoals ook D66 bepleit, te werk gaan dan nü het geval is met dit koppelverkoop project, waaraan naar verwachting 80% van de medewerkers kan ontvluchten. Hoopvol is het dat zich voorzichtig een poging tot aanzet van een integraler beleid in zake automatisering bij de gemeente, inclusief het opleidingenaspect, lijkt af te tekenen en dat binnenkort de notitie inzake de hoofdlijnen van het informatie- en automatiseringsbeleid in de Commissie voor Organisatie-, Personeels- en Informatie zaken aan de orde wordt gesteld. Mijn fractie ziet de raadsbehandeling van deze notitie met grote belangstelling en met enig ongeduld tegemoet. Mevrouw Van der Kloet: De ontwikkelingen op het gebied van nieuwe technologieën kwamen en komen nog steeds in een heel snel tempo op ons af. Wij moeten ook op gemeente lijk niveau voorkomen dat wij daarbij een niet in te halen achterstand oplopen. Overigens wil dat niet zeggen dat wij uit angst voor zo'n achterstand dan ook maar alles wat zich op dit terrein aan ons voordoet kritiekloos zouden moeten accepteren. Volgens mij is het noodzake lijk dat wij steeds weer een zorgvuldige afweging maken tussen positieve en negatieve effec ten. Ik wil daar nu niet in algemene zin op ingaan, omdat het moment dat de notitie met be trekking tot de hoofdlijnen van het informatie- en automatiseringsbeleid aan de raad wordt voorgelegd daarvoor een geschikter moment lijkt. Bij het nu voorliggende raadsvoorstel zijn volgens mij twee zaken vooral van belang. Aan de ene kant de constatering dat stimulering van kennis en interesse op automatiserings gebied noodzakelijk is, ook voor het personeel van de gemeente Leeuwarden, en aan de andere kant het feit dat extra financiële middelen nodig zijn om dat op de hier voorgestelde manier te bereiken. Zoals in de raadsbrief wordt opgemerkt hebben ervaringen van andere gemeenten en bedrijven duidelijk gemaakt dat de aanschaf van een eigen computer een posi tieve rol kan spelen bij met name de motivatie. Mijn fractie is dan ook van mening dat er oen reële kans is dat het rendement aan kennis en interesse hier zal opwegen tegen de financiële

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 13