26 investering die noodzakelijk is. Ik stel daarnaast ook vast dat in overeenstemming met de discussie in de commissie in het uiteindelijke voorstel toch, zij het wat globaal, rekening wordt gehouden met inkomensverschillen. Tot zover kunnen wij dan ook met het voorstel in stemmen. Ik mis nog wel een aantal dingen. Net als de heer Duijvendak al heeft gezegd is er in de raadsbrief niets terug te vinden van een uitspraak over de mogelijkheid tot gespreide beta ling, terwijl in de commissie wel is toegezegd dat bekeken zou worden of daarvoor een een duidige regeling mogelijk zou zijn. Ik zou daar alsnog graag iets over horen. Verder willen wij, net als PAL, nogmaals aandringen op specifieke aandacht voor de deel name van vrouwen bij de werving omdat die deelname in vergelijkbare projecten duidelijk is achtergebleven en ook omdat in het algemeen vrouwen op automatiseringsgebied toch ook weer een achterstand dreigen op te lopen. In de commissie is ook daarover toegezegd dat er met concrete voorstellen gekomen zou worden. Ik kan daarover in de raadsbrief echter niets vinden. Graag zou ik alsnog horen of er op dit moment concrete voorstellen liggen. De heer De BeerDe VVD-fractie kan om twee redenen niet met dit voorstel akkoord gaan. De eerste reden is van financiële aard. Mijn fractie is van mening dat wij, gezien de weinig florissante situatie waarin de gemeente zich bevindtop dit moment niet met dergelijke uitgaven moeten komen. De tweede reden is dat wij vinden dat het hier niet om een taak van de gemeente gaat. De gemeente heeft niet tot taak om ambtenaren op welke wijze dan ook te subsidiëren in bij zondere situaties zoals deze. Wij zijn van mening dat er wel andere mogelijkheden zijn om mensen die met computers werken praktische ervaring op te laten doen. Bij de bestuurs- school zijn een dertigtal computers aanwezig. Ik ben er haast wel van overtuigd dat in over leg met de directie van die school er beslist wel mogelijkheden zouden zijn geweest om daar praktische ervaring op te doen. Bovendien was een andere mogelijkheid geweest om zelf computers aan te schaffen, zodat de ambtenaren, wanneer dat noodzakelijk zou zijn, hier ter plekke zouden kunnen oefenen. Tijdens de afgelopen Efficiencybeurs is nog een andere mogelijkheid naar voren gekomen. Er zijn namelijk voldoende maatschappijen die software te koop aanbieden en daarnaast de bijbehorende computers in bruikleen geven. Wij hadden graag gezien dat deze mogelijkheden zouden zijn onderzocht. Wij gaan dus niet akkoord met de wijze waarop het college dit voorstel aan de raad doet. De Voorzitter: Een reactie van mijn kant. Ik wil beginnen met de meest negatieve reactie, namelijk die van de heer De Beer. Hij gaat niet akkoord met het voorstel. In de eerste plaats spelen daarbij volgens hem de financiën een rol en in de tweede plaats vindt hij dat hier geen sprake is van een taak van de gemeente. Ik vind dat er wel sprake is van een taak van de gemeente en zal dat toelichten. De heer Ybema heeft terecht geconstateerd dat het hele informatica-tijdperk met rasse schreden naderbij komt. Wij kunnen niet anders doen dan dat met elkaar te beamen. De vraag is dan hoe daarop als gemeente moet worden gereageerd. Wij weten dat automatisering op ons afkomt en dat wij daar als gemeentelijk apparaat steeds sterker mee te maken krijgen. Bovendien weten wij dat wij voor een belangrijk deel nog zijn aangewezen op een generatie ambtenaren die in hun opleidingssituatie niet spelenderwijs met computers hebben leren om gaan. Overigens heeft deze opmerking net zo goed betrekking op een deel van de raad. Op dit moment is dat in een groot aantal opleidingssituaties al anders, maar voor een groot deel van het aantal ambtenaren dat bij onze gemeente werkzaam is, is dat nog niet zo. Wij hebben gemeend dat wij door middel van deze benadering een behoorlijke aanzet kun nen geven om in ieder geval degenen die belangstelling hebben een forse stap in de goede richting te laten maken. De kern van het voorstel is dat een driedaagse cursus gecombineerd met het op voordelige gronden kunnen aanschaffen van een computer de beste garanties biedt dat mensen na verloop van tijd voldoende automatiseringsminded worden, voldoende weten waar het allemaal om gaat en voldoende de problemen kunnen zien om straks in hun eigen feitelijke werksituatie daar op een verantwoorde manier meer om te gaan. Volgens mij is die investering na verloop van tijd dubbel en dwars haar geld waard. In die zin ben ik het dan ook niet eens met de opvatting van de heer De Beer. Ik ga dan nu over naar de andere sprekers. De heer Duijvendak en mevrouw Van der Kloet hebben gevraagd naar de mogelijkheden van gespreide betaling. Deze mogelijkheid bestaat in principe voor degenen die echt grote moeite hebben om het bedrag in één keer te betalen. Ik wil wel de toezegging doen dat wij bij de aanvang van de cursus degenen die zich hebben aangemeld wijzen op de mogelijkheid van het treffen van een betalingsregeling indien er wat dat betreft echt serieuze problemen zijn. De heer Duijvendak en mevrouw Van der Kloet hebben gevraagd op welke wijze wij met name vrouwen meer betrekken bij deze operatie. Dit punt is ook in de commissievergadering' aan de orde geweest. Het college heeft besloten dat vrouwen apart zullen worden aangeschre ven. In zijn algemeenheid geldt voor het gehele gemeentelijke apparaat dat deze mogelijkheid 27 wordt aangekondigd door middel van openbare aanplakbiljetten en door middel van "hoort zegt het voort". Aan de andere kant hebben wij ten aanzien van vrouwen gemeend dat zij een specifieke, wat wervende brief zullen krijgen waarin zij worden gewezen op het belang om aan deze cursus mee te doen. Ook wijzen wij daarbij op het belang van informatica/auto matisering en dat wij, ook vrouwen, daar steeds meer mee te maken krijgen. De heer Duijvendak heeft gevraagd wat er na 1987 gebeurt. Krijgen mensen die in eerste instantie tot de twijfelaars behoren en niet aan de cursus mee willen doen alsnog een kans? Ik wil daar het volgende op zeggen. Dit project wordt gefaseerd opgestart. Wij beginnen bij de Dienst Stadsontwikkeling (DSO). Later komen daar een aantal andere diensten bij. Het is zeer wel mogelijk dat iemand bij bijvoorbeeld de DSO zijn beurt nu voorbij laat gaan en over een jaar alsnog graag de cursus zou willen volgen. Wij kunnen het zo regelen dat zo iemand dan alsnog in een andere groep wordt ondergebracht. Het lijkt mij voor de hand liggend dat wij na afloop van deze hele operatie een, niet erg uitgebreide, evaluatie maken, waarbij wordt gekeken wat onze voornemens zijn geweest en wat de resultaten dienaangaande zijn geweest. Na afloop van deze evaluatie en naar aanleiding daarvan kunnen wij de vraag beantwoorden in hoeverre deze cursus misschien alsnog voor de categorie twijfelaars gegeven zal moeten worden. Tijdens de rit kan wat mij betreft altijd van de mogelijkheid gebruik worden gemaakt om op een later tijdstip alsnog aan de cursus deel te nemen. Bovendien zullen wij dit punt meenemen bij de evaluatie. Centraal in de reactie van de heer Ybema staat de vraag of dit project zo puur op basis van vrijwilligheid door het hele apparaat moet worden aangepakt en of wij niet gerichter be paalde groepen moeten aanspreken. Onze benadering verdient mijns inziens toch wel de voorkeur. De eerste reden is dat wij mogen constateren dat, misschien nu nog niet maar zeker over een x-aantal jaren, vrijwel iedereen in het apparaat op de een of andere manier met automatisering te maken krijgt, van de hoogste beleidsambtenaar tot aan de mensen die in de plantsoenen werken. Dit is een argument om deze zaak niet heel erg te gaan verbijzon deren naar verschillende categorieën toete meer ook daar het toch om een wat algemene cursus gaat. Een tweede reden is dat ik mij zeer wel kan voorstellen dat er mensen zijn die nu bijvoorbeeld in een functie opereren waarin zij in eerste instantie toch niet zo heel veel met automatisering te maken hebben, maar die door het volgen van deze cursus en het aan schaffen van een micro-computer zodanig enthousiast worden dat zij misschien op een ge geven ogenblik elders in de organisatie kunnen worden ingezet. Met andere woorden, door het heel breed opzetten van het project vergroten wij de interne doorstromingsmogelijkheden. Ik denk dat wij bij welke dienst wij ook gaan opereren enthousiasme moeten aanboren bij de medewerkers die misschien tot voor kort helemaal niet zo erg op een positie zaten waar zij nadrukkelijk met automatisering te maken hebben. Deelname aan het project bevordert dus de doorstromingsmogelijkheden en het feit dat je als organisatie met name die personen kunt aanspreken op een toekomstig functioneren in het hele automatiseringsgebeuren die er enthou siast voor zijn en er hard aan willen trekken. Ik kom dan nu bij de heer Buurman. In de raadsbrief staat dat er een aantal automati seringscursussen is geweest voor het management. Ik heb die cursussen zelf ook gevolgd en heb daar heel wat geleerd, maar blijkbaar niet genoeg want ik kan op dit moment geen ant woord geven op een deel van de door de heer Buurman gestelde vragen. Ik vind het jammer dat hij die vragen niet in de commissie heeft gesteld, want daar hadden wij er wellicht beter over kunnen praten. (De heer Buurman: Die vragen zijn naderhand opgekomen.) Dat neem ik graag aan, maar het feit blijft dat ik niet op alle vragen een antwoord kan geven. De heer Buurman heeft gevraagd waarom dit type computer wordt aangeschaft. Wij heb ben de keuze in overleg met de bestuursschool bepaald. De keuze is gemaakt met gebruik making van het gezonde boerenverstand. Tevens zijn daarbij alle argumenten pro en contra en alle typen computers op een rijtje gezet. Dit is een wat algemeen antwoord, maar veel specifieker kan ik niet op die vraag ingaan. Met andere woorden, de keuze is tot stand ge komen op basis van een reële afweging van de voor's en tegen's van verschillende computers. De deskundigen hebben gesteld dat deze keuze een voor de hand liggende en acceptabele keuze is. De heer Buurman heeft vervolgens gevraagd of aanvullend materiaal, zoals een printer sn een beeldscherm, onder dezelfde subsidievoorwaarden kan worden aangeschaft. Een en ander ligt niet in het voorstel opgesloten en als zodanig wordt daar vanavond ook niet in de raad over besloten. Ik heb zelf mijn twijfels of wij ook het aanvullende materiaal onder de zelfde subsidievoorwaarden moeten verstrekken. Met het volgen van de driedaagse cursus en de aanschaf van een computer kan men in principe de werking van het apparaat leren. Als men zodanig geïnteresseerd is dat men een printer, een beeldscherm en weet ik wat nog meer voor aanvullende toeters en bellen wil kopen, dan moet men die in eerste instantie zelf betalen. Dit antwoord geldt ook ten aanzien van het pakket software dat wij zonder meerprijs bij zouden moeten leveren. Ook wat dat betreft ben ik in eerste instantie geneigd niet op de suggestie van de heer Buurman in te gaan. De vragen van de heer Buurman over de MS-DOS-computer en in hoeverre een koppeling

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 14