6
Voordracht van burgemeester en wethouders:
de heer F. van Popta.
Benoemd wordt de voorgedragene met algemene stemmen.
Punt 3c (bijlage nr. 445).
Vertegenwoordiging in de Commissie Sociale Zaken en Welzijnsaangelegenheden van de Regio
Friesland-Noord
Aanbeveling van burgemeester en wethouders:
de heer D.E. Heere.
Besloten wordt tot de gedane aanbeveling met algemene stemmen.
De heren Dubbelboer en Den Oudsten vormden met de voorzitter het stembureau.
Punten 4 t.e.m. 10 (bijlagen nrs. 428, 431, 427, 426, 423, 424 en 443).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 11 (bijlage nr. 425).
De Voorzitter: Aan de orde is thans Verplaatsing van de RK voetbalvereniging Met
Kracht Vooruit 1929 (MKV) van het sportveldencomplex Fonteinland naar het sportcomplex
Nijlan
De heer Stassen In de eerste plaats wil ik opmerken dat het verheugend is dat MKV
heeft kunnen instemmen met verplaatsing naar het sportcomplex Nijlan en dat de andere
gebruikers van dat sportcomplex zo inschikkelijk zijn geweest. De onderhandelingen van de
gemeente hebben dus succes opgeleverd.
Mijn tweede opmerking gaat over het besluit tot het verlenen aan MKV van het recht van
opstal van een stuk grond ten behoeve van de bouw van een clubhuis. Dit besluit maakt mijns
inziens onvoldoende duidelijk hoever het opstalrecht zich uitstrekt. In het concept-besluit
wordt daar geen richting aan gegeven - het is dus weinig concreet gemaakt -, want er staat
dat de begrenzing van het perceel waarvoor het recht geldt nader zal worden aangegeven
door een ambtenaar van de Dienst Stadsontwikkeling. Een ander aspect van deze zaak is
natuurlijk dat de aanstaande opstalhouder in juridisch opzicht niet exact weet waar hij aan
toe is. Ik zou hier graag een nadere toelichting op willen hebben. Overigens wil ik in dit
verband nog verwijzen naar een vrijwel gelijkluidend geval dat is genoemd onder agenda
punt 6. In het bij dat voorstel behorende concept-besluit is de begrenzing wel concreet aan
gegeven.
De heer Timmermans (weth.): Ik moet het antwoord aan de heer Stassen een beetje
schuldig blijven. Ik heb begrepen dat de hier gehanteerde procedure een standaard-proce
dure is. Aangegeven is waar de opstal zal worden gerealiseerd, hoewel ik het met de heer
Stassen eens ben dat dat wat ruim omschreven is. Het gaat hier om een terrein van ruim
17 hectare dat niet geheel zal worden gebruikt voor deze opstal. Het lijkt mij verstandig om
op dit moment aan te nemen dat de procedure zoals die is gevolgd de gebruikelijke procedure
is. Ik wil overigens graag nog eens met de heer Stassen in de Commissie voor Ruimtelijke
Ordening en Volkshuisvesting van gedachten wisselen over de vraag of het hier om een
bruikbare procedure gaat of dat daar iets aan moet worden gewijzigd.
De heer Stassen: Het gaat natuurlijk om "het bepaald zijn" of "het bepaalbaar zijn" van
een raadsbesluit, want dat is niet zo maar iets. Als dat al niet voor de raad van belang zou
zijn, is het op zijn minst toch van belang voor MKV. Ik vind het jammer dat hier is afgewe
ken van wat de wethouder de gebruikelijke procedure noemt en wil - daarbij laat ik het dan -
daarvoor nogmaals verwijzen naar het raadsvoorstel genoemd onder agendapunt 6.
De heer Timmermans (weth.): Ik wil wijzen op hetgeen staat in het eerste besluit, onder
punt 5, namelijk dat de levering en aanvaarding plaatsvinden op de dag van het verlijden
van de akte tot overdracht. Voor dat moment zullen wij in ieder geval het foutje dat de heer
Stassen heeft aangegeven corrigeren.
De heer Pruiksma: Met die motivatie van de wethouder ben ik tegen dit voorstel. Ik vind
dat onbehoorlijk.
7
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. met aantekening dat
de heer Pruiksma wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd.
Punten 12 t.e.m. 16b (bijlagen nrs. 444, 433, 417, 434, 406, 453 en 454).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w
Punt 17 (bijlage nr. 437).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Organisatie-onderzoek Dienst voor Reiniging en Brand
weer.
De heer Boelens: Ik wil bij dit raadsvoorstel een aantal korte opmerkingen maken.
De CDA-fractie wil in de eerste plaats een compliment maken voor het resultaat dat voor
ons ligt. B. en w. hebben ten behoeve van het onderzoek een werkgroep ingesteld. Geble
ken is dat wij binnen de gemeente dergelijke organisatie-onderzoeken zelf tot een goed en
naar ons oordeel een voldoende einde kunnen brengen, zodat wij niet tot uitbesteding, met
alle kosten van dien, hoeven over te gaan.
In de tweede plaats vinden wij het een goede zaak dat er nu ook een directeur wordt
aangesteld. Daardoor wordt een stuk onzekerheid bij het personeel weggenomen.
Tot slot nog het volgende. Het rapport is aan de orde geweest in de Commissie voor
Economische Zaken en Bedrijven. Het was volgens mij wellicht beter geweest als het rapport
inde Commissie voor Organisatie-, Personeels-, en Informatiezaken zou zijn behandeld.
De heer Miedema (weth.): Het is plezierig dat de heer Boelens en de overige leden van
zijn fractie het met het voorstel eens zijn.
De heer Boelens heeft gezegd dat dit organisatie-onderzoek door een eigen werkgroep
is ingesteld. Ik wil erop wijzen dat wij dit onderzoek niet moeten vergelijken met onderzoe
ken die extern zijn ingesteld, want die waren van een heel andere omvang. Van de andere
kant is het zo dat er bij de eigen dienst een stuk deskundigheid is die dit soort zaken
- dat is ook gebleken - best aan kan.
Het college kan de opmerking van de heer Boelens onderschrijven dat het ook in het be
lang van het personeel is dat de directeur nu wordt benoemd.
Ik heb wat moeite met de laatste opmerking van de heer Boelens dat dit rapport beter
in de Commissie voor Organisatie-, Personeels- en Informatiezaken had kunnen worden be
handeld. Er is wat dit punt betreft sprake van een voortdurende afweging. Het college was
van mening dat het rapportuitgaande van de regel dat een voorstel in één commissie wordt
behandeld, in de Commissie voor Economische Zaken en Bedrijven moest worden behandeld.
In deze commissie komen namelijk alle zaken betreffende de reiniging aan de orde en boven
dien weet deze commissie het beste hoe de reiniging in elkaar zit. Bovendien heeft de des
kundigheid die door de jaren is opgebouwd bij deze commissie voor ons de doorslag gegeven
om het rapport daar te behandelen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punten 1 8 en 19 (bijlagen nrs. 436 en 432).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 20 (bijlage nr. 442).
De Voorzitter: Aan de orde is thans Vaststelling Subverordening oud papier.
De heer Bijkersma: In de vorige raadsvergadering is reeds uitvoering gesproken over
deze verordening, op grond waarvan geld wordt gegeven aan degenen die oud papier inzame
len. Datgene wat de VVD-fractie toen heeft gezegd heeft niet geholpen, want de raad heeft
het voorstel aangenomen. De VVD-fractie zal zich daarbij neer moeten leggen.
De vorige keer heb ik ook gediscussieerd met wethouder Miedema over het feit dat de
verordening zoals die toen zichtbaar was volgens ons niet helemaal de toets van zorgvuldigheid
kon doorstaan. Wethouder Miedema zei daarop dat het niet anders kan en dat wij maar zullen
hopen dat het allemaal goed komt. Drie leden van mijn fractie zijn van mening dat de thans
voor ons liggende subverordening niet voldoet aan de eis van zorgvuldigheid en willen op
grond daarvan tegen dit voorstel stemmen. De tegenstemmers zijn de heren IJestra en De
Beer en ondergetekende.
De heer Miedema (weth.): Ik neem kennis van het standpunt van de heer Bijkersma.