8
op de rol en moatte earst mar ris yn de iiskast?" Dat is in lestige kar. Mei de prioriteits
stelling foar de tawizing fan kontinginten dy't it kolleezje oanjün hat kinne wy wol ynstimme
Wy signalearje wol in grut probleem, nammentlik dat troch it beheinde tal beskikbere kontin
ginten de stedfernijing yn de binnenstêd grutte fertraging oprint en yn de ferdrukking
rekket. Tal fan projekten komme net op de list foar. Dat betsjut noch wer in jier of langer
keale plakken yn de stêd, deadske lege gebouwen dy't hieltyd mear yn it slop reitsje. Hoe
lang kin dit ütstel duorje? Sjocht it kolleezje in ütwei üt dizze problematyk?
In tanimming fan kontinginten fait net te ferwachtsjenek al is Ljouwert stedsgewest.
Yn hoefier biede oare finansieringsregelingen yn de preemjesektor soelaas of sjocht it kol
leezje oare kreative oplossings?
Ik wol graach in reaksje fan de wethêlder hawwe.
De heer Timmermans (weth.): Mevrouw Westra geeft aan dat haar fractie op zich zelf
instemt met de verdeling die voor dit jaar is gemaakt. Zij constateert tevens dat verbouw/
nieuwbouw van binnenstadscomplexen vertraging ondervindt door het beperkt aantal contin
genten. Ik wil aangeven dat wat betreft de prioriteit van toedeling van contingenten de
stadsvernieuwingsgebieden nummer één staan. Wij hebben toch gemeend in het voorliggende
voorstel de 100 woningen in Camstraburen voor te dragen, omdat wij geconfronteerd worden
met de eis van het Ministerie van Volkshuisvesting dat voor 1 juni tenminste 50% van het
contingent moet zijn toegedeeld. Dat leidt ertoe dat weliswaar een groot aantal stadsvernieu
wingsprojecten in de maak is. Een aantal daarvan is nog niet zover dat wij de zekerheid
hebben dat zij voor 1 juni kunnen worden ingediend. Vandaar voor dit jaar deze maatregel.
Voor volgend jaar neem ik aan dat een groot aantal van door mevrouw Westra genoemde
complexen inderdaad bovenaan de prioriteitenlijst zal prijken. Het is natuurlijk waar dat
het aantal contingenten in de sfeer van de sociale woningbouw terugloopt. Toch hebben wij
enige hoop dat bij de herverdeling dit jaar Leeuwarden nog een aantal contingenten krijgt.
Ook voor de komende jaren veronderstellen wij dat het realiseren van de sociale woningbouw-
contingenten in Friesland - dat geldt overigens in het algemeen voor de landelijke provincies
problematisch zal worden. Wij zullen dan gebruik moeten maken van de dan nog aanwezige
contingenten. Het naar andere sectoren overbrengen leidt tot allerlei financiële problemen,
nog los van de woonlastencomponenten die daaruit voortvloeien.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 20, 21 en 22 (bijlagen nrs. 177, 168 en 167).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 23 (bijlage nr. 185).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Gemeentelijke medewerking bij het uitvoeren van een aan
tal ver)bouwplannen in het kader van Jongeren bouwen voor Jongeren.
De heer Bijkersma: Voor ons ligt het voorstel om een aantal eertijds verstrekte kredieten
te verhogen, aangezien er bij de plannenmakerij tekorten zijn ontstaan. Ik heb er wel begrip
voor dat zoiets kan gebeuren, maar ik wil er wel op wijzen dat dit toch een feilen is van het
college - ook in het verleden - voor wat betreft het toezicht op datgene wat oorspronkelijk
als krediet is gegeven. Het voorliggende voorstel is daar een duidelijk voorbeeld van. Ik
weet best dat er gebeurtenissen van buitenaf zijn waardoor wij niet anders kunnen. Maar ik
vraag mij af of het niet mogelijk is, gelet op het zuinige beheer dat wij moeten voeren, dat
er stringenter op wordt toegezien dat binnen de kosten wordt gebleven.
In de raadsbrief staat dat het college geprobeerd heeft tot overleg te komen omdat de
kosten werden overschreden, maar dat dat overleg niet tot het gewenste resultaat heeft ge
leid. Er kan natuurlijk ook gezegd worden dat binnen het budget gebleven moet worden.
Een particulier die wat wil stelt ook een budget beschikbaar waar binnen moet worden geble
ven. Ik vind dat het college te weinig laat zien wat het heeft gedaan om binnen de kosten te
blijven. Dit is kritiek mijnerzijds in de richting van het college omtrent de bewaking van de
kosten. Op zich heb ik niets aan te merken op datgene wat nu wordt voorgesteld, want des
tijds is daarover al besloten. Mijn kritiek blijft echter dat het college te weinig de kosten
bewaakt
Tot slot heb ik nog een vraag. Ik heb begrepen dat de speeltuinvereniging KIO een uit
gebreide accommodatie heeft gekregen. Heeft een en ander ook nog invloed op datgene wat
wij een tijd geleden in de richting van het Roekenest hebben besloten, want daar werden
een organisatie en accommodatie op touw gezet die nodig zouden zijn vanwege het ontbreken
van een aantal voorzieningen in die buurt. Het clubgebouw van de speeltuinvereniging KIO
is uitgebreid. Ik vraag mij af of datgene wat wij destijds hebben beslist nog in stand gehou
den moet worden
De heer Heere (weth.): De heer Bijkersma constateert met ons dat er, zoals hij dat uit
drukt, tekorten zijn ontstaan. In feite gaat het om verschillen tussen voorlopige ramingen en
werkelijke kosten zoals die noodzakelijkerwijs moesten worden uitgegeven. Ik wil die nuan
cering toch even aanbrengen.
De heer Bijkersma spreekt over "feilen". Het college heeft in ieder geval geprobeerd
net zo lang aan te vijlen tot dat er een gaaf geheel is ontstaan. Dat is het antwoord op de
vraag van de heer Bijkersma of het college overleg heeft gevoerd met de intentie om er zo
veel mogelijk uit te halen, dat wil zeggen de kosten zoveel mogelijk terug te dringen. Natuur
lijk is dat gebeurd. Datgene wat in de raadsbrief staat is echt noodzakelijk. Het verschil
tussen de cijfers die er waren en de cijfers die er nu liggen is alleen maar ontstaan door
ramingen die erg ver van tevoren zijn gemaakt. De heer Bijkersma haalt het privé-gebeuren
er bij aan. Ik weet niet welke ervaringen hij in dat kader heeft, maar mij valt het in ieder
geval nog wel eens tegen.
Wat betreft het Roekenest en KIO is er in deze zin geen combinatie die het noodzakelijk
zou maken om de voornemens ten aanzien van het Roekenest te herzien.
De heer Bijkersma: De heer Heere heeft gezegd dat het college zijn uiterste best heeft
gedaan. Ik heb gezegd dat je ook kunt zeggen dat er niet meer dan zoveel geld wordt ge
geven, maar ik constateer dat het college dat niet heeft gezegd.
De wethouder heeft gezegd dat er in de richting van het Roekenest geen combinatie is
te maken. Wij kunnen dat hier zo ook niet bepalen, maar ik weet wel dat destijds een aantal
voorzieningen naar het Roekenest is toegespeeld omdat er geen algemene wijkaccommodatie
was. De speeltuinvereniging KIO blijkt een dergelijke accommodatie nu wel te hebben. Bij
een later gesprek over het Roekenest zal een en ander toch in beschouwing moeten worden
genomen. Maar het signaal dat de wethouder nu geeft is in ieder geval duidelijk.
De Voorzitter: Heeft wethouder Heere nog aanleiding om te reageren? (De heer Heere
(weth.): Nee, mijnheer de voorzitter.)
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 24 t.e.m. 27 (bijlagen nrs. 187, 160, 163 en 178).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 28 (bijlage nr. 186).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Aanwending van financieringsmiddelen welke zullen vrij
komen door de verkoop van het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf en het Stadsverwarmings-
bedrijf aan de NV Frigas. Ik verzoek u in het besluit onder punt 1 de woorden "aan te wen
den" te wijzigen in "uit te zetten".
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het mondeling door de voorzitter gewijzigde
voorstel van b. en w.
Punt 29 (bijlage nr. 188).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen
van de Dienst Stadsontwikkeling en de Dienst voor het Marktwezen en de Frieslandhal voor
het dienstjaar 1987.
Op bladzijde 1 van de raadsbrief staat onder Dienst voor het Marktwezen en de Friesland
hal in de achtste regel van onderen: "onder punt 1 en 3", maar dat moet zijn: "onder punt
1 en 2".
Gemeentebegroting
Mevrouw De Haan-Laagland: Ik wil een opmerking maken over punt 1 Herinrichting van
de raadzaal. Op zich zelf gaan wij akkoord met de voorstellen zoals die onder dit punt staan
verwoord. Ik wil echter aandacht vragen voor de publieke tribune. Toevallig heb ik daar de
vorige week zelf weer eens gezeten en het viel mij daarbij op dat het zicht op de raadsleden
ontzettend moeilijk is. Het is dan ook heel moeilijk om de discussies te volgen. Zou het col
lege bij de uitvoering van dit plan ook willen bekijken of er iets voor de publieke tribune
gedaan kan worden?
De heer Duijvendak: Met betrekking tot de herinrichting van de raadzaal wil ik over
hetzelfde punt dat mevrouw De Haan heeft genoemd een opmerking maken, maar daarnaast
ook nog over een aantal andere knelpunten.