24 beschikbare tijd geprobeerd zo zorgvuldig mogelijk de procedure te doorlopen. Naar mijn gevoel is dat ook geslaagd. Het is ook niet voor niets dat een aantal voorstellen het karakter "voorlopig" draagt. D66 stelt dat de hand in eigen boezem gestoken moet worden en dat er een duidelijke wil tot sanering aanwezig is. Ik kan dat beamen en dat blijkt ook uit de voorliggende stuk ken Ik heb hiermee de algemene opmerkingen behandeld en wil dan nu een aantal opmerkingen maken over de operatie met betrekking tot het afstoten van. taken. De PvdA-fractie stelt dat het management meer werk zou hebben moeten verrichten ten aanzien van de communicatie met de achterban. Ik wil die opvatting bestrijden in die zin dat het management heeft moeten opereren binnen de tijd die het college hem ter beschikking heeft gesteld en die was niet zo groot. Gegeven de betrekkelijk beperkte tijd ben ik toch van mening dat het management alles gedaan heeft wat gedaan kon worden. Dat blijkt ook wel omdat de meeste mzc's toch, zij het natuurlijk met pijn in het hart, akkoord gaan met de voorstellen zoals die hier liggen. De enige uitzondering is de mzc van de secretarie, die overigens twee keer de gelegenheid heeft gehad om over het een en ander te praten. In zijn algemeenheid ben ik het dus niet met deze opmerking van de PvdA-fractie eens. Ik heb inderdaad toegezegd - ik wil die toe zegging nu nog wel eens herhalen - dat bij de verdere uitwerking van de plannen de mzc betrokken wordt en overigens ook de verschillende medewerkers om wie het gaat. Ik kom dan bij een opmerking van de heer Bijkersma over het afstoten van taken en de in dat verband door hem ingediende motie 9. In de motie wordt gevraagd of de reorganisatie niet beter door een extern bureau kan worden uitgevoerd. Het college denkt van niet. De ervaring heeft geleerd dat inschakeling van een extern bureau nogal prijzig is. Bovendien vinden wij dat wij gebruik moeten maken van de kennis die op dit moment binnen het appa raat aanwezig is. Wanneer wij namelijk gebruik maken van een extern bureau dan komt er iemand die eerst een heel lange periode moet worden ingewerkt, dan één of twee jaar gaat onderzoeken en vervolgens weer verdwijnt. Kortom, wij proberen er naar te streven - dat lukt ons ook; wij hebben vanmorgen ter zake beslissingen genomen - om de gehele reorgani satie door middel van een interne organisatie te realiserenWij zullen de raad daar overigens nadere voorstellen over doen. Motie 9 wijst het college af. De PAL-fractie vindt dat alle categorieën getypeerd moeten worden met de aanduiding "nadere rapportage", dat wil zeggen dat alle voorstellen in het kader van het afstoten van taken nog in de raad aan de orde zullen moeten komen. Wij wijzen die suggestie af, want wij hebben het gevoel dat wij op dit moment zorgvuldig hebben nagegaan welke voorstellen zo danig onrijp zijn dat er nog verdere studie en raadsbeslissingen aan ten grondslag moeten liggen, welke voorstellen binnen commissies kunnen worden afgehandeld en welke voorstellen zodanig rijp zijn dat daarover nu feitelijk een beslissing kan worden genomen. PAL heeft het voorbeeld met betrekking tot de besparing op de bodedienst gegeven. Ik wil het feit in herinnering roepen dat wij in een van de andere voorstellen hebben gesteld dat wij in ieder geval dit gebouw woensdagavond en vrijdagavond zullen sluiten. Wij houden dus wel degelijk rekening met bepaalde zaken Ik kom dan bij D66. De heer Ybema heeft een motie ingediend, nummer 20, waarin het college wordt opgedragen bij de vormgeving van de nieuwe organisatie en de definiëring van de taken een substantiële besparing ten opzichte van de huidige formatie te realiseren. Die besparing zou dan hoger moeten zijn dan het bedrag van ongeveer een half miljoen gulden dat er nu voor staat. Ook die motie wijzen wij af. Ik heb in de commissie meen ik al voldoen de toegelicht dat wij erg bang zijn dat wij de reorganisatie te veel belasten met een financiële taakstelling. Als dat wel zou gebeuren, dan zijn wij bezorgd dat allerlei discussies die gaan plaatsvinden zich puur en alleen richten op zeg maar "ordinair bezuinigen". Wij vinden het echter juist heel erg wezenlijk dat in het kader van de reorganisatie ook allerlei andere thema's, bijvoorbeeld het punt van budgetbeheerzorgvuldig worden besproken. Zoals reeds gezegd wijzen wij motie 20 van D66 af. (De heer Ybema: Ik wil graag even interrumperen. Het college kiest toch wel voor een heel gemakkelijke opstelling. Ik wil een vergelijking maken met het bedrijfslevenWanneer een bedrijf in financiële problemen zit dan is het eerste wat gedaan wordt het kritisch kijken naar de eigen organisatie.) Het is toch duidelijk dat wij dat ook doen? Onze beslissing en keuze is echter dat wij uitgaan van twee gescheiden operaties. In de eerste plaats het afstoten van taken. Wij zullen kritisch kijken wat er gebeurt. Er liggen nu voorstellen op tafel van een bedrag van 1,9 miljoen gulden. In de tweede plaats is er de reorganisatie, maar dat spoor willen wij na drukkelijk gescheiden houden van het eerste spoor. De heer Ybema wil beide zaken koppelen. Ik kan mij daar wel iets bij voorstellenmaar het punt is alleen dat het college niet voor die benadering kiest en daar ook de argumenten voor heeft. (De heer Ybema: Ik kritiseer die benadering omdat u door deze gescheiden benadering kiest voor een aanpak op heel korte termijn en zeer ingrijpende voorstellen doet over het afstoten van een aantal taken, terwijl een zorgvuldige operatie - de reorganisatie die zich over drie jaar voltrekt en in wezen een veel beter kader is om dat soort discussies te voeren - wordt afgewezen. Ik blijf dat onbe grijpelijk vinden De heer Buurman stelt tot slot dat deze operatie met betrekking tot het afstoten van taken niet pijnloos zal verlopen. Ik ben dat met hem eens. Ook ben ik het met hem eens dat deze operatie nogal wat zal betekenen voor het functioneren van het gemeentelijk apparaat. Ik denk dat een en ander ook wel wat zal betekenen voor het functioneren van de raad, want het kan zijn dat een aantal beleidsmaatregelen en voorstellen dat in ontwikkeling is wat langer op zich laat wachten. Ik kom dan nu op het punt van de belastingverzwaring. Uit de reacties van alle fracties blijkt dat dit een punt is waar men moeite mee heeft. Ik kan mij dat ook helemaal voorstellen gelet op het collegeprogramma en de verkiezingsprogramma's. Deze materie is uitgebreid in het college besproken. Toch hebben wij, alles op een rijtje gezet hebbende, gemeend de raad dit voorstel te moeten doen. Daarbij zijn twee zaken aan de orde. In de eerste plaats: wel of geen belastingverhoging. In de tweede plaats: waar moet, als tot belastingverhoging be sloten wordt, die gezocht worden. Het lijkt mij goed te zeggen dat vanavond niet de eerste herwaarderingsronde aan de orde is, maar reeds de vijfde of de zesde in succesie. Wij heb ben er voor ongeveer 20 miljoen gulden aan bezuinigingen op zitten. Nu komt daar nog eens 6 miljoen gulden bovenop. Een en ander is toch voor een gemeente die veel wensen heeft en actief eigen beleid wil oppakken een groot probleem. Ik vind dat het in de afweging die wij uiteindelijk hebben gemaakt reëel is om in dit pak ket ook een voorstel te doen ten aanzien van verdere lastenverzwaring. Wij zijn van oordeel dat wij een evenwichtige mix hebben gevonden van bezuinigingsmaatregelen /belastingdruk- verzwaring. Zouden wij hier niet toe zijn overgegaan dan hadden wij meer moeten bezuini gen en dat vonden wij gegeven de huidige omstandigheden niet gewenst. Uiteindelijk is er natuurlijk sprake van een politieke keuze die zich ook niet heel veel preciezer dan door mid del van een globale afweging laat beargumenteren. Zoals gezegd betekent minder lasten verzwaren meer bezuinigen. Je komt dan inderdaad terecht op voorstellen zoals de CDA-fractie die naar voren brengt: minder stadsvernieuwing, minder verkeersluwe gebieden, minder uitgeven aan basiseducatie, enz. Gegeven de omstan digheden en de bezuinigingen die al zijn doorgevoerd vindt het college dat de grens op dit moment in ieder geval is bereikt. Wij wijzen motie 4 van de CDA-fractie dan ook af. Toch wil ik nog even ingaan op een aantal door het CDA genoemde argumenten. De heer Koopmans stelt dat een grondige analyse van de rekening 1985 ontbreekt en dat het resultaat over 1986 nog niet bekend is. Op zich is dat juist. Maar om alleen op grond daarvan te zeg gen dat de belastingverhoging niet geheel moet doorgaan is minder voor de hand liggend dan de keuze die het college maakt namelijk dat wij, wanneer de resultaten meevallen, de raad dan alsnog een voorstel tot heroverweging voorleggen. (De heer Van der Wal: Het komt er gewoon op neer dat het CDA optimistisch wil ramen.) Nee, het CDA wil niet optimistisch ramen maar wil gewoon verdergaand bezuinigen. De keuze die het college heeft gemaakt sluit mijns inziens aan bij die van het collegeprogramma, namelijk dat belastingverzwaring de laatste maatregel is en dus ook de eerste maatregel die je weer ongedaan probeert te maken. Ik wil in dit verband ook een reactie geven op de moties van de VVD. Wij wijzen de moties 7 en 8 af. Wat betreft de afwijzing van motie 7 het volgende. In de stukken die voor liggen hebben wij gezegd en ook toegezegd dat wij op het terugdraaien van de extra verhoging van de rioolretributie die wij vorig jaar december hebben doorgevoerd in het kader van het beleidsplan 1988-1992 nader zullen terugkomen. Motie 7 vinden wij dus op dit moment over bodig, hetgeen ook geldt voor motie 8 waarin de dekking wordt aangegeven voor het in de eerste motie genoemde voorstel. Een andere vraag is als je besluit tot belastingverhoging waar die verhoging dan gezocht moet worden. Wij hebben bewust gekozen voor de afvalstoffenheffing, omdat daarmee toch direct een koppeling gelegd kan worden met het ophalen van huisvuil. In juridisch-belasting technische zin is dat misschien niet helemaal juist, maar in bedrijfseconomische zin wel. Er wordt ook niet voor niets over kostendelingspercentages gesproken. Wij denken dat een lastenverzwaring in die belastingcategorie op dit moment het meest acceptabel is en ook het beste is uit te leggenJe zou kunnen zeggen dat de burgers van Leeuwarden op iets waar zij tot voor kort subsidie hebben gekregen nu geen subsidie meer krijgen. Motie 18 van PAL om de voorgestelde inkomstenverhoging voor de gemeente volledig te zoeken door verhoging van de rioolretributie wijzen wij dan ook af. Wethouder Miedema zal straks nog nader ingaan op motie 19 van PAL met betrekking tot een gedifferentieerde afvalstoffenheffing. D66 heeft ook een motie, nummer 22, ingediend in dit verband. In de motie wordt ver zocht de afvalstoffenheffing ongedaan te maken en dat te compenseren door een tariefsaan passing van de parkeergarage en door het doorvoeren van een verdere afslanking van het gemeentelijk apparaat in het kader van de reorganisatie. Het zal duidelijk zijn gelet op het voorgaande dat wij ook deze motie afwijzen. Tot slot nog een opmerking over de kwijtschelding. In de commissie heb ik al gezegd dat wij het accent op korte termijn zullen leggen bij het intensiveren van het kwijtscheldings- beleid. Ik denk dat dat ook nodig is omdat nog lang niet iedereen van het kwijtscheldings- beleid gebruik maakt. In dit verband wil ik opmerken dat wij in het vervolg bij de Frigas-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 13