34
den. Ik heb dat een beetje met opzet gedaan omdat er steeds gepraat wordt over potentiële
kopers terwijl die er naar mijn idee niet zijn. Er staat ook nergens in de b. en w.-stukken
dat degenen die steeds worden genoemd de potentiële kopers zouden zijn. Wij hebben gezegd
dat privatiseren in principe niet erg is, maar dat daar wel heel harde voorwaarden aan ge
steld moeten worden en dat er zeker ook gekeken moet worden naar de plannen van het be
stuur. Op zich zelf zijn wij het eens met het verhaal van PAL dat je een en ander best wat
breder mag bekijken - dus ook zien naar de functie van de Kinderboerderij -, maar dan met
een taakstelling in de zin van: hoe kan je de zaak zo organiseren dat er minder gemeentelijke
subsidie nodig is. Privatiseren is voor ons dus niet een heel hard middel. (De heer Ybema:
Maar als ik u goed begrijp houdt u reeds rekening met de constructie waarbij niet de Maat
schap Manege maar iemand anders als koper optreedt.) Wij hebben daar in principe geen be
zwaren tegen. In ieder geval willen wij dat de Kinderboerderij blijft bestaan. Motie 21 steu
nen wij niet.
Motie 22 van D66 gaat over het niet verhogen van de afvalstoffenheffing en dit te compen
seren door middel van een versneld elimineren van het tekort van de parkeergarage door
tariefsaanpassingen en door middel van een verdere afslanking van het gemeentelijk apparaat
in het kader van de reorganisatie. Ik denk dat dat laatste punt het belangrijkste dekkingsmiddel
zal zijn. Wethouder Kessler heeft daar uitvoerig over gesproken. Wij willen de reorganisatie zo
veel mogelijk apart zien van de bezuinigingsoperatie afstoten van taken. Motie 22 steunen wij
niet
Als laatste motie 23 van de heer Buurman over de subsidie aan het Gereformeerd Peda
gogisch Centrum. Ik heb mij bij het behandelen van de motie van het CDA over dit onderwerp
al aangesloten bij het antwoord van wethouder Vlietstra. Wij steunen deze motie niet.
Ik wil tot slot nog iets zeggen in de richting van wethouder Kessler die gereageerd heeft
op onze opmerking in eerste instantie over de procedures en de kritiek die verwoord staat
in de brief van de mzc. De procedures zijn hier en daar nogal verschillend geweest. Ik zou
het college willen vragen om de kritiek die verwoord is in de reactie van de mzc serieus te
nemen en daar ook heel serieus naar te kijken.
De heer Koopmans: Ik zal trachten mijn reactie kort te houden, mijnheer de voorzitter.
Ik heb in eerste instantie lang gesproken en daarbij heb ik dacht ik duidelijk gemotiveerd
wat de standpunten ter zake zijn. Het lijkt mij niet zinvol die te herhalen.
Wethouder Kessler is zijn antwoord begonnen met het geven van een algemene beschou
wing over het financiële klimaat waarin wij zitten. Dat is ongetwijfeld waar, maar ik beluis
ter in zijn woorden toch een wat negatieve klank in de richting van het kabinet. Ik kan
mij wel voorstellen dat de wethouder vanuit zijn politieke positie zo reageert, maar ik ontkom
er dan niet aan hem te wijzen op de rede die de president van de Nederlandse Bank, de heer
Duisenberg, vandaag heeft gehouden. Ik denk dat de wethouder toch iets meer vertrouwen
in hem zal hebben dan in de verschillende ministers in het kabinet. Ik moet zeggen dat ik
nogal verbaasd was over genoemde rede. Wij houden elkaar op deze manier natuurlijk wel in
evenwicht
Vervolgens zegt de wethouder dat hij het niet eens is met mijn opmerking dat wij met
deze bezuinigingsmaatregelen "Kurieren am Symptom". Ik heb dat zo niet gezegd. Ik heb ge
zegd dat het gevaar aanwezig is dat wij dat doen en ik heb dat gezegd omdat de analyse
ontbreekt. De wethouder zegt dat de voorstellen wel degelijk enigszins onderbouwd zijn. Ik
geloof dat graag, maar het gevaar zit er in dat wij op de verkeerde weg zijn. Als dat niet
zo zou zijn dan vraag ik mij af waarom wij om een analyse vragen. Dit is een van de punten
waarom mijn fractie zich afvraagt of je nu al met het middel belastingverhoging moet komen.
Ik wil dan nu ingaan op de vraag: belastingverhoging ja of nee. Wethouder Kessler vindt
dat een moeilijk punt. Natuurlijk is dat een moeilijk punt. Ook wij hebben daar lang over
gepraat. Op een bepaald moment moet er een afweging worden gemaakt. Wij zijn een beetje
bang dat er van het systeem dat het college hanteert, namelijk nu de belastingverhoging
door laten gaan en als het in de toekomst kan die misschien weer afschaffen, niet zoveel te
rechtkomt. De geschiedenis leert mij dat ik er ook niet zoveel hoop op mag hebben. Als een
belastingverhoging er eenmaal door is dan zijn er zoveel prioriteiten en wensen dat je niet
zo gauw weer afstapt van die verhoging.
Ik kom dan bij de beantwoording van de andere wethouders over het dekkingsvoorstel
dat mijn fractie heeft gedaan. Voor alle duidelijkheid wil ik zeggen dat het helemaal niet
onze bedoeling is om ten aanzien van alle posten te zeggen dat het zo en zo moet. Ik heb
dat in mijn verhaal ook duidelijk verwoord, want ik heb gezegd dat wij eigenlijk niet bij
machte zijn om dat exact aan te geven. Daarom hebben wij een aantal indicaties gegeven
waaruit naar onze mening de dekking zou kunnen worden gevonden. Wij hebben daar nogal
wat ruimte ingebouwd. In de motie wordt een bedrag van f. 725.000,genoemd, maar daar
in zitten niet de Echo-gelden. Wij zijn nog steeds van mening dat het toch mogelijk moet zijn
een bedrag van f. 470.000,te dekken uit f. 725.000,plus. Ik weet best dat dat ver
schrikkelijk pijn gaat doen en dat daar een heleboel zaken bij zitten die een hoge prioriteit
hebben in het collegeprogramma. Dat is natuurlijk allemaal waar. Maar ook het zo mogelijk
35
niet laten doorgaan van belastingverhoging heeft die hoge prioriteit. Wel, die keuze hebben
wij gemaakt. Ik heb overigens van wethouder Kessler geen antwoord gekregen op mijn vraag
over de stelpost van f. 100.000,cumulatief die ergens verdwenen is.
Het is niet mijn bedoeling om alle ingediende moties langs te lopen. Ik ben het eens met
het standpunt van het college over de organisatie. Wij zullen het voorstel daarover afwachten.
Voorshands ben ik er voor dat wij deze zaak intern oplossen, want er zijn volgens mij blauw
drukken genoeg in het land van allerlei gemeenten die ons op dit punt al zijn voorgegaan.
Het twee of drie keer uitvinden van het wiel achten wij niet erg zinvol.
Wethouder Heere heeft gesproken over onze motie met betrekking tot de uitzonderingen.
Hij heeft gezegd dat het college het aantal uitzonderingen zo beperkt mogelijk heeft willen
houden. Wij vinden dat ook en zijn dan ook met het voorstel gekomen om er één uitzondering
aan toe te voegen, want minder kan natuurlijk niet. Ik ga nu niet weer in op het feit waarom
wij het algemeen maatschappelijk werk zo belangrijk vinden, want dat is volgens mij wel goed
overgekomen. Onze motie op dit punt handhaven wij.
Ook motie 3 over het Kreativiteitscentrum handhaven wij. Mevrouw De Haan zei zojuist
dat er ook gelden van de Echo-middelen besteed zouden kunnen worden voor die werksoort
in het Kreativiteitscentrum die wij nu juist in onze motie bedoelen. Het aardige is dat dat
aan het slot van de motie als dekking wordt aangegeven. Misschien kunnen wij op dat punt
nog een deal maken. Het is met name de niet-traditionele kunst die in het Kreativiteitscen
trum wordt uitgeoefend en in het bestaande apparaat op een vrij goedkope wijze kan gebeuren.
Wij hebben als dekking aangegeven de post niet-traditionele kunstbeoefening. (Mevrouw
De Haan-Laagland: U wilt op de Echo-middelen bezuinigen en op het Kreativiteitscentrum
alleen de 4% korting toepassen.) Ja, inderdaad. (Mevrouw De Haan-Laagland: Dat willen wij
juist niet.) (De heer Bilker: It foarstel fan üs is goedkeaper.) (Mevrouw De Haan-Laagland:
Het gaat natuurlijk niet alleen om goedkoop.)
Het Gereformeerd Pedagogisch Centrum. Ik betreur het dat wethouder Vlietstra het met
mij oneens is dat het hier toch gaat om een instelling waar je als school met een bepaalde
levensbeschouwelijke richting graag terecht wilt. Ik kan mij natuurlijk indenken dat dat ook
bij het GCO zou kunnen. Maar ik kan mij ook voorstellen dat je, als je die vrije richting van
onderwijs optimaal waarborgt - dat geldt ook voor een instituut als de Vrije School -, dan
ook ruimte schept voor dit soort instituten. Ik moet zeggen dat ik graag, mede gelet op het
bedrag, deze voorziening in stand zie blijven. Ik heb het ook gehad over onbehoorlijk be
stuur. Daarbij denk ik dan aan het motiveringsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel en het even
redigheidsbeginsel. Zo is er ten opzicnte van het GCO nog wel een aantal zaken te noemen.
Wij handhaven de motie.
Onze voorstellen om op de Londo-normende DSO en de stadsvernieuwing verdergaande
bezuinigingen door te voeren zijn van onze kant uiterst degelijke pogingen geweest het college
een indicatie te geven waaruit dekking zou kunnen plaatsvinden.
Tot slot nog een enkel woord over de moties die door de andere fracties zijn ingediend.
U zult wel hebben begrepen, mijnheer de voorzitter, dat wij vanavond een heel eigen lijn
hebben gekozen. Het uitspreken over de rest van de ingediende moties zou die lijn voor een
deel doorkruisen. Voor een ander deel staan wij aan de kant van het college op één uitzonde
ring na. Die uitzondering betreft de motie van de heer Buurman over het GPC. De strekking
daarvan is ongeveer gelijk aan die van onze daarover ingediende motie.
De heer Bijkersma: De discussie voor de pauze, waarbij alle sprekers binnen een bepaal
de tijdslimiet hun betoog moesten afsteken, heeft wel aangegeven dat wij met de rug tegen
de muur staan, maar dat wil niet zeggen dat het karakter van deze herwaardering natuurlijk
onder de maat moet blijven. Ik denk ook niet dat dat gebeurd is, maar je zou die indruk kun
nen krijgen als je let op de tijdslimiet waarbinnen het betoog moest zijn afgerond.
Er zijn vanavond veel moties ingediend. Dat geeft eigenlijk wel aan dat velen in deze
raad zich niet goed kunnen vinden in het herwaarderingsvoorstel van het college. Ik consta
teer daarnaast dat de PvdA-fractie vanavond helemaal geen moties heeft ingediend. Volgens
mij heeft de PvdA dat niet gedaan uit efficiency-overwegingenmaar kan zij het beleid van
het college ter zake onderschrijven. Voor het CDA lijkt het mij wat wrang dat het herwaar
deringsvoorstel van het college met rode socialistische inkt is geschreven en dat het ge
dwongen is dat zo te aanvaarden.
Ik wil nu een reactie geven in de richting van de wethouders. Wethouder Kessler heeft
gereageerd op onze kritiek dat het college te weinig aangeeft waar door ons fouten zijn ge
maakt. Waarom hebben wij die opmerking gemaakt? Wij hebben die opmerking niet gemaakt
om te zeggen van: daar zit de schuldige, maar om daar juist uit te leren. Waar zijn de fouten
gemaakt en waar kan worden bijgestuurd? Die bijsturing vanuit de fouten heb ik niet zo zeer
in deze herwaarderingsoperatie kunnen vinden.
Wethouder Kessler heeft gezegd dat er geen behoefte is aan onze motie over de reorga
nisatie. Mevrouw De Haan zou een door mijn fractie gevraagd onderzoek wel willen, maar zij
vindt dat er dan vooruit gelopen wordt op de discussie ter zake. Zij vindt dat een en ander
op een later moment moet worden bekeken. Als ik het tijdschema in het rapport over de