36 reorganisatie er eens op nasla dan is er geen tijd meer en is vanavond het tijdstip dat wij daarover moeten beslissen. Overigens hebben wij alleen maar een onderzoek gevraagd. De wethouder en anderen zeggen dat dat veel geld kost. Ik zou graag de cijfers van beide mogelijkheden naast elkaar willen zien. Wij handhaven de motie. Het spijt mij dat de moties omtrent de rioolretributie worden afgewezen. Ik vind dat je, als je op een gegeven moment de burgerij een belofte in het vooruitzicht stelt, dan ook moet proberen die waar te maken. Op geen enkele wijze is daaraan gestalte gegeven. Wethouder Heere heeft gereageerd naar aanleiding van onze opmerking dat het kwalijk is dat het college uitzonderingen heeft gemaakt. Ik heb aangetoond dat het college en de raad een aantal fouten hebben gemaakt op dit gebied. Het college heeft voorstellen ter zake ge daan, die zijn daarna bekritiseerd en vervolgens wel of niet aangenomen. Maar het is toch niet zo dat, als je fouten maakt, je je zelf in de eerste plaats buiten schot moet houden? Daarom hebben wij gezegd dat de algemene korting van 4% voor alle instellingen moet gelden en dat je niet je eigen zaken zo goed mogelijk boven de tafel moet houdenwant dat vinden wij minder rechtvaardig. Het is helemaal geen kwestie van moed om een dergelijke maatregel door te voeren, het is gewoon een kwestie van politieke wil. Wethouder Heere heeft met betrekking tot de Kinderboerderij naar aanleiding van een interruptie van de heer Ybema gezegd dat er nader zal worden gerapporteerd. Ik hoop dat in deze rapportage duidelijk naar voren komt dat er een open overleg heeft plaatsgevonden met alle partijen in deze kwestie, dus ook met degenen die zich nog niet hebben aangemeld als eventuele koper van de Kinderboerderij. Ik reken er op dat dat gebeurt. Ik kom dan bij de bespreking van de ingediende moties. De moties hebben wij uitvoerig in de fractie besproken. Kortheidshalve zal ik volstaan met te zeggen of wij voor of tegen de motie zijn tenzij een iets uitvoeriger motivatie is gewenst. Motie 1 van het CDA gaat over het uitzonderen van het algemeen maatschappelijk werk van de algemene 4%-operatie. Wij hebben een motie ingediend dat er helemaal geen uitzonde ringen moeten worden gemaakt. Wij wijzen derhalve motie 1 af. Motie 2 van het CDA gaat over de subsidie aan het Gereformeerd Pedagogisch Centrum. Wij gaan akkoord met de uitleg daaromtrent van wethouder Vlietstra. In 1982 is de beslissing genomen dat het GPC op principiële gronden geld zou krijgen. Wij zouden die lijn wel willen continueren. De motie van het CDA geeft echter ruimte aan ieder instituut dat subsidie vraagtDaarom lijkt het ons niet verstandig de motie te steunen. Wij gaan dan ook mee met het antwoord van wethouder Vlietstra. Datzelfde geldt voor hetgeen de heer Buurman in zijn motie 23 heeft verwoord. Ook het in die motie gestelde geeft ruimte aan andere bege leidingsinstituten. Wij willen deze zaak echter uit rechtszekerheidsoverwegingen beperken tot dit ene instituut, maar dat garandeert de motie niet. Motie 3 van het CDA gaat over het Kreativiteitscentrum. Gelet op de door ons voorge stelde wijze van besteding van de Echo-gelden kunnen wij niet meegaan met deze motie. Motie 4 van het CDA gaat over de afvalstoffenheffing. Wij zijn tegen de motie, omdat er geen sprake is van kostendekkend maken. Wij handhaven uiteraard onze eigen moties. Ik wil de moties 10 tot en met 19 van PAL in een keer behandelen. In de PAL-moties gaat het om wel en niet bezuinigen. Wij kunnen niet met de afwegingen die PAL daaromtrent maakt meegaan en wij wijzen de moties derhalve af. Motie 20 van D66 gaat over de reorganisatie van het totale gemeentelijke apparaat. Wij vinden ook dat wij niet vooruit moeten lopen - ik ga daarin dan met mevrouw De Haan mee - op de reorganisatie van het gemeentelijke apparaat. Wij moeten degenen die met de reorgani satie worden belast niet direct de opdracht meegeven dat er een afslanking dient plaats te vindenAls echter het eindresultaat zal zijn dat er personeel zal moeten afvloeien dan zullen wij ons daar niet tegen verzetten. Het onderzoek zal dat echter moeten uitwijzen. Nogmaals wij willen niet vooruitlopende op dat onderzoek al een taak daarin mee geven, want wij den ken dat de zaak dan gefrustreerd raakt. (De heer Ybema: Ik wil graag interrumperen, mijnheer de voorzitter. Ik vind dat een heel vreemde opstelling van de VVD.) U begrijpt het liberale denken niet en daar ligt het 'm aan, mijnheer Ybema. (De heer Ybema: Als je lande lijk verkondigt: minder overheid en meer markt, en je krijgt nota bene de mogelijkheid aan gereikt om een overheidsapparaat af te slanken en je wijst dat dan principieel af, dan begrijp ik er niets meer van.) Wat u doet, mijnheer Ybema, is het geven van een taak zonder dat u weet hoe daar inhoud aan gegeven moet worden. Wij willen niet dat dat boven de markt hangt, want dat zal het apparaat - dat overigens al een intern onderzoek op zijn dak krijgt waar wij tegen zijn - te veel belasten. Wij gaan daarom niet mee met de motie. Motie 21 van D66 gaat over de Kinderboerderij. Als de heer Ybema in de motie het zins deel beginnende met "op de functie van het Natuur Educatief Centrum" en eindigende met "in het kader van het beleidsplan 1988-1992," weg zou willen laten dan kunnen wij wel met de motie instemmen. Wethouder Heere heeft echter gezegd dat er overleg komt. Wij moeten eerst maar eens afwachten wat de inhoud van de rapportage zal zijn. Motie 22 van D66 gaat over de afvalstoffenheffing. Ik heb daar bij de behandeling van de desbetreffende motie van het CDA al een motivering bij gegeven. Wij wijzen deze motie af. 37 De heer Duijvendak: Ik wil eerst een vijftal algemenere zaken aan de orde stellen en daarna kort de moties langs lopen. Ik wil in de eerste plaats iets zeggen over de gang van zaken vanavond. Het spijt mijn fractie heel erg dat de CDA-fractie wel de vrijheid dan wel de aanleiding gevonden heeft om het college te bestoken met een aantal moties en dat de PvdA-fractie die vrijheid/aanleiding niet gevonden heeft, want dat betekent dat de steun voor onze moties daarmee navenant afneemt. In de tweede plaats vinden wij het debat ook onbevredigend omdat op een aantal punten dat ik in eerste instantie heb genoemd niet is ingegaan. Ik heb een opmerking gemaakt over de procedure en dan met name over de rol van de niet in het college vertegenwoordigde partijen. Niemand is daar op ingegaan en ik vind dat dat eigenlijk niet kan. Ik vind het zeker van de collegepartijen onfatsoenlijk dat, wanneer partijen klagen over de procedure en aan geven dat zij onvoldoende kansen hebben gehad om een inbreng te leveren, daar niet op wordt gereageerd. Daarnaast wordt er dan ook nog amper inhoudelijk gereageerd op onze tegenvoorstellen. Het enige is dat wat de burgemeester heeft gezegd, namelijk dat het info centrum geen goede bezuinigingspost zou ziin. Over al onze andere bezuinigingsvoorstellen is niet gesproken en is geen inhoudelijke tegenargumentatie van welke partij dan ook geko men. Ik moet zeggen dat wij over die manier van reageren op de mogelijkheid van een fractie om met voorstellen te komen - het is ook de eerste en enige mogelijkheid - ontevreden zijn. Dan in de derde plaats naar de inhoud. Een aantal fracties heeft aangegeven dat de financiële situatie eigenlijk meer door de gemeente is veroorzaakt dan door het rijk. Ik heb duidelijk gemaakt dat dat onze opstelling niet is en dat wij over het regime-Kessler wel te vreden zijn. De wethouder heeft terecht aangegeven dat het rijk ons al meer dan 20 miljoen gulden aan bezuinigingen heeft opgedrongen. Nu is er intern natuurlijk een aantal debacles geweest waar de PAL-fractie altijd erg kritisch op is geweest - ik noem de manege en de GSD -, maar dat staat in geen verhouding tot de structurele kortingen van het rijk. Ik vind dat dat aspect niet onder de tafel mag verdwijnen. Vandaar ook dat wij blij zijn met de uit lating van mevrouw De Haan dat er opnieuw in de richting van het rijk veel actiever geageerd moet worden tegen het rijksbeleid, ook al omdat er vanavond al weer geanticipeerd is door bepaalde fracties op nieuwe bezuinigingen die ons van rijkswege weer zouden gaan over spoelen. Ik noem bijvoorbeeld een nieuwe korting op het sociaal-cultureel werk. Het is dus nu zaak om daar nog veel harder tegen in te gaan, ondanks alle mooie woorden van het CDA over het herstelbeleid. Mijn vierde algemene opmerking gaat over de prioriteiten en over de door ons ingedien de moties. Het valt mij op dat de prioriteiten van het college onduidelijk zijn. Als mevrouw Vlietstra opnoemt welke prioriteit genietende groepen er in het basis-educatieve werk zijn dan noemt zij andere groepen dan de groepen die bijvoorbeeld gespaard worden bij de 4%- operatie. Dat geeft al aan dat er blijkbaar geen eenduidigheid is over welke groepen dan de prioriteit genietende groepen in het collegeprogramma zouden zijn. Ook bij de discussie over het voorontwerp Sociaal-cultureel Plan bleek dat. Dus is het niet zo gek dat je met elkaar die discussie op dit moment aangaat. De PAL-fractie heeft concreet een aantal voorstellen gedaan. Het voorstel met betrekking tot het COC is overgenomen, dus daar zal ik het verder niet over hebben. Buurtactiviteiten en etnische groepen moeten óók worden uitgezonderd. Daar tegenover staat voor ons bijvoorbeeld het mindere belang van een taptoe en een con cours hippique. Ik ben eigenlijk verbaasd dat de PvdA blijkbaar meer prioriteit aan die acti viteiten geeft dan aan het uitzonderen van genoemde groepen. Het gaat echter wel om priori teit genietende groepen binnen het collegeprogramma. Wanneer je een concrete tegendekking aangeeft dan betekent dat dat de gemeente bijvoorbeeld het concours hippique niet meer subsidieert en dat dat het einde daarvan kan zijn. Wij zijn daar heel duidelijk in geweest. Maar wij vinden het eind van het concours hippique minder erg dan prioriteit genietende groepen onder de 4% korting te laten staan. De vijfde en laatste algemene opmerking gaat over het reorganisatieproces en het afsto ten van taken. Op zijn minst zouden wij willen - ik ben benieuwd of de wethouder daar ook toe bereid is - om alle voorstellen, en zeker de voorstellen die betrekking hebben op de secretarie, over het afstoten van taken opnieuw in de commissie aan de orde te stellen. Wat ons betreft hoeven die niet allemaal meer in de raad te worden behandeld. Wij vinden de voorstellen zodanig onrijp dat ze in de commissies behandeld zouden moeten worden en wel op een zodanig tijdstip voorafgaande aan het inzetten van de reorganisatie. Wij vinden dat het Georganiseerd Overleg gelijk heeft wanneer dat zegt dat wij als gemeente duidelijk moe ten maken welke taken wel of niet moeten worden uitgevoerd en dat daarna pas het reorgani satieproces ingezet zal moeten worden. Dat kan wel betekenen dat het bedrag dat de reorga nisatie zou moeten opleveren hoger zou kunnen zijn dan de f. 433.000,die er nu voor staat. Wat dat betreft zijn wij het ook eens met de opmerkingen van D66 daarover. Wij vinden de koppeling niet onlogisch, zij het dat wij daar geen extra korting uit willen laten voortvloeien. Ik ga over naar de moties. Motie 1 van het CDA betreft het uitzonderen van de algemene 4%-operatie van het alge meen maatschappelijk werk. Ik ben het eens met mevrouw De Haan dat de argumenten die genoemd worden precies evengoed opgaan voor COL en SSKWL bijvoorbeeld. Wij zijn verbaasd

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 19