10
een groot aantal instellingen. Een aantal instellingen wordt daar buiten gelaten gelet op de
politieke prioriteit die het college aan die instellingen toekent. Ik vind dat niet correct. Als
het college wil bezuinigen dan moet het op een gegeven moment de moed hebben iedereen aan
de bezuinigingen te onderwerpen. Wij vinden dat de 4% korting voor alle aan subsidie onder
hevige instellingen moet gelden. Wij willen daarom de volgende motie indienen.
Motie 5.
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op
28 april 1987,
behandelende de aanvullende herwaarderingsoperatie en nieuw
beleid voor 1987-1991, meer in het bijzonder punt 2.2. Voorstellen
tot structurele herwaardering, sub b. Subsidieverlening,
overwegende dat de algemene korting inderdaad een algemene korting
dient te zijn
besluit aan alle aan subsidie onderhevige instellingen een korting
van 4% op te leggen,
en gaat over tot de orde van de dag."
De motie is mede-ondertekend door de heer De Beer. (De Voorzitter: De motie is voldoende
ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen.)
In mijn beschouwingen wil ik datgene waar wij het mee eens zijn niet naar voren brengen,
want dat zou alleen maar een herhaling zijn van hetgeen in de commissie is gezegd. Om wille
van de tijd ga ik alleen in op de zaken waar wij kritiek op hebben.
De uitputting van de reserves en de onttrekking van de doelreserves in de richting van
de algemene reserve. De ontwikkeling van de algemene reserve in de toekomst is dramatisch.
Uit de betreffende staat blijkt dat de reserves bijna totaal worden uitgeput. Er hoeft maar
iets te gebeuren of wij staan voor een faillissement. Een dergelijke politiek waaide 15 jaar
geleden door geheel Nederland: maar uitgeven en reserves niet aanvullen en daar maar op
interen. Die politiek heeft ervoor gezorgd dat er nu in Nederland nog een malaise heerst
waarvan iedereen de gevolgen ondervindt. Dat het college thans in zijn optimisme en bij ge
brek aan daadkracht om de zaak daadwerkelijk aan te pakken de doelreserves wil uitkleden
spreekt toch wel boekdelen. Wij wensen een dergelijke politiek absoluut niet te ondersteunen.
Maar omdat wij er de voorkeur aan geven dat de algemene reserve toch voorrang krijgt
boven een andere reserve hebben wij voor één reserve in de betreffende staat een uitzonde
ring gemaakt, zij het met een tijdelijk karakter. Wij vinden dat onttrekkingen aan de doel
reserves niet moeten plaatsvinden. Alleen kan onzes inziens de accommodatie-reserve voor
Echo wel een aantal jaren worden uitgesteld. Wij stellen het college voor het totale bedrag
dat het uit de doelreserves wil halen alleen uit de accommodatie-reserve voor Echo te halen.
Zo krijgen wij een groot bedrag en kunnen alle andere doelreserves op peil worden gehouden.
Wij vinden dat noodzakelijk. Ik wil daartoe de volgende motie indienen.
Motie 6.
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op
28 april 1987,
behandelende de aanvullende herwaarderingsoperatie en nieuw
beleid voor 1987-1991, meer in het bijzonder punt 2.3. Voorstellen
tot incidentele herwaardering, sub c. Reserves en voorzieningen,
overwegende dat het gros der doelreserves op onaanvaardbare
wijze wordt aangetast,
besluit de accommodatie-reserve voor Echo tot een bedrag van
1 miljoen gulden ten gunste van de algemene reserve te brengen
en deze maatregel per 1990 weer ongedaan te maken,
en gaat over tot de orde van de dag
De motie is mede-ondertekend door de heer De Beer. (De Voorzitter: De motie is voldoende
ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen.)
Belastingmaatregelen inzake de afvalstoffenheffing en de verhoging onroerend goedbe-
lastingen. Het valt op dat Leeuwarden voor wat betreft de afvalstoffenheffing duidelijk uit
de toon valt in vergelijking met de zelfde soort gemeenten. Ook hier weer beloftes met een
twijfelachtig karakter. Omtrent het niet doorgaan van de beloofde verlaging der rioolbe
lasting hebben wij weinig waardering, niet zozeer vanwege het bedrag maar omdat er duide
lijk een belofte wordt geschonden. Om deze belofte toch te realiseren willen wij de volgende
motie indienen, gevolgd door een motie waarin de dekking van het bedrag dat niet gereali
seerd kan worden via de rioolbelasting wordt aangegeven
11
Motie 7.
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op
28 april 1987,
behandelende de aanvullende herwaarderingsoperatie en nieuw
beleid voor 198 7-1991, meer in het bijzonder punt 2.3. Voorstellen
tot incidentele herwaardering, sub e. Versnelde verhoging
onroerend goedbelastingen
overwegende dat de raad destijds besloten heeft dat bij een
verhoging van deze belasting de extra verhoging van de tarieven
der rioolretributie weer ongedaan gemaakt zal worden,
van mening zijnde dat aan dit besluit uitvoering gegeven dient
te worden
besluit de tarieven van de rioolbelasting tot een totaal bedrag
van f. 275.000,te verlagen,
en gaat over tot de orde van de dag."
De motie is mede-ondertekend door de heer De Beer.
Motie 8.
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op
28 april 1987,
behandelende de aanvullende herwaarderingsoperatie en nieuw
beleid voor 1987-1991,
overwegende dat voor het voorstel tot verlaging van de
rioolretributie dekking gevonden dient te worden,
besluit ter dekking aan te wenden:
a. f. 58.000,uit de opbrengst van de algemene korting op
gesubsidieerde instellingen;
b. f. 55.000,als onttrekking aan de accommodatie-reserve Echo;
c. f. 162.000,als korting op de voorstellen voor nieuw beleid,
en gaat over tot de orde van de dag."
Ook deze motie is mede-ondertekend door de heer De Beer. (De Voorzitter: Beide moties zijn
voldoende ondersteund en maken deel uit van de beraadslagingen.)
Ik wil dan nu een opmerking maken over de Kinderboerderij. Naar aanleiding van dat
gene wat in de pers en onder de bevolking aan geruchten gonst denk ik dat het voorstel
omtrent de Kinderboerderij niet een voldragen karakter heeft. Wij zijn het wel eens met de
opvattingen in het voorstel van het college, maar volgens ons zijn de gevoerde gesprekken
niet goed afgerond. Van verschillende kanten hoor je namelijk dat mensen slecht geïnfor
meerd zijn. Het bestuur van de Stichting Kinderboerderij zegt dat het in een laat stadium
- ik kan daar niet over oordelen - voor een voldongen feit wordt gesteld. Van eventuele
kopers hoor je dat zij worden aangevallen via ingezonden stukken alsof zij hier om gevraagd
hebben. Aan de hand van deze voorbeelden wordt aangetoond dat het voorstel van het col
lege geen voldragen zaak is. Ik zou het college daarom willen adviseren dit voorstel uit de
herwaarderingsoperatie te halen en goede gesprekken aan te gaan met alle betrokkenen.
Het college moet daarna trachten de zaak goed af te ronden. Het einddoel kan dan best dat
gene zijn wat nu wordt voorgesteld.
Ik heb al gezegd dat ik niet in zal gaan op datgene waar wij het mee eens zijn.
Ik kom dan nu bij het reorganisatieproces en het vacaturebeleid. In bijlage II, Rappor
tage herwaarderingsoperatie Afstoten van taken; taakstelling 2,3 miljoen, schrijft het college:
"Gezien de omvang van de begrotingstekorten kan niet worden ontkomen aan een heroverwe
ging van het takenpakket, dat de gemeente uitvoert. Hiertoe hebben wij een taakstelling in
deze additionele herwaarderingsoperatie geformuleerd van 2,3 miljoen gulden." Dat bedrag
moet natuurlijk gevonden worden door het afstoten van een aantal taken. Het college heeft
deze zaak met de diensthoofden besproken. Een aantal taken kan worden afgestoten/in
geperkt zodat de taakstelling realiseerbaar is.
Het college komt echter bijna nog een half miljoen gulden tekort dat gevonden moet wor
den in een te starten reorganisatieproces. In de conclusie op bladzijde 19 van bijlage II
schrijft het college een bedrag van circa f. 430.000,— in principe te willen bezuinigen op
basis van het in de gemeente te starten reorganisatieproces. Het college koppelt beide zaken
aan elkaar en dat geeft mij het recht om daarover te praten. Er is immers een duidelijke
korting ontstaan. Ik zou het reorganisatie-onderzoek liever een organisatie-onderzoek willen
noemen, want er staat natuurlijk meer te gebeuren. Het college zegt dat de efficiency ver
hoogd moet worden en dat getracht moet worden met minder geld een aantal taken uit te
voeren. Op het gebied van het ambtelijk apparaat staat er in de toekomst natuurlijk nogal
wat te gebeuren. Ik wil de volgende zaken noemen.