14 door het simpele feit dat wij vanavond over een motie praten waarin het om heel kleine onder delen gaatHet feit dat wij vanavond een motie wel of niet kunnen aannemen - dus deze gelden wel of niet kunnen uitgeven - bewijst al dat er op dit moment nog geen sprake is van budgetfinanciering. Er is gewoon sprake van een normale begrotingssystematiek. Wat is het geval? 1985 was inderdaad een gunstig jaar. Er bleef geld over. In eerste in stantie is de gebruikelijke procedure dat je dan minder subsidie geeft en dat het surplus terugvloeit naar de algemene dienst. Elk bestuur heeft vind ik echter het recht om met dat surplus wat extra's te doen en daarvoor voorstellen in te dienen. Het is aan het college om daar al of niet op in te gaan en het is vervolgens aan de raad om daar ja of nee tegen te zeggen. Vanavond is de vraag aan de orde of wij deze aparte uitgaven nuttig en nodig vin den. Het college is van mening dat deze uitgaven nuttig en nodig zijn en dat het uitgaven zijn die sowieso op ons afkomen. Functiewaardering is niet iets wat je kunt wegschuiven. De Harmonie is een B3-stichting en dat betekent nogal wat. De post dubieuze debiteuren komt ook op ons af, dat is nu al bekend. Daar zul je dus op de een of andere manier een voorziening voor moeten treffen. Je kunt een en ander natuurlijk wel procedureel gaan rege len door die zaken in het kader van een komende begrotingsvoorbereiding op te nemen en dan te verwerken. Het college heeft ervoor gekozen om serieus in te gaan op de verzoeken van het Harmonie-bestuur. Wij hebben de verzoeken inhoudelijk en uiteindelijk positief be oordeeld. Het gevolg daarvan is dat wij de raad nu het voorliggende voorstel doen. Ik vind dat wij besturen die een bepaalde taak op zich hebben genomen en die geld over hebben best mogen stimuleren om met voorstellen te komen over de besteding van dat geld. Het is vervolgens aan ons om te beoordelen wat wij al dan niet honoreren. Dat bewijst nog maals des te meer dat er op dit moment nog geen sprake is van budgetfinanciering. Was dat wel het geval dan had deze discussie überhaupt niet plaatsgevonden. De heer Herrema: De wethouder heeft het over uitgaven die nuttig en nodig zijn. In het kader van de gehanteerde methodiek is de geëigende weg om een en ander via de begroting te doen en dan te kijken of wij de posten wel of niet willen aanvaarden. Ten aanzien van één post wil ik er op wijzen dat die ook in de begroting 1987 is opgenomen, namelijk de post stof fering. Op deze manier wordt die zaak voor 1987 en via 1985 dubbel toegekend. De vraag is op welke manier je dan bezig bent met begrotingsposten. Zolang wij niet het systeem van budgetfinanciering hanteren lijkt het mij zuiverder dat de methodiek wordt gehanteerd zoals dat zou moeten. Op zich zijn wij het ermee eens - in die zin hebben wij ons al eens eerder uitgelaten - dat de richting van de budgetfinanciering wordt gekozen, maar dat moet dan wel duidelijk zijn bij alle instellingen en het moet ook duidelijk zijn wat je daaronder verstaat. In de discussie in de commissie bleek namelijk ook heel duidelijk dat er veel verschillende opvattingen zijn over wat de randvoorwaarden zijn van budgetfinanciering en waarover je in dat verband wel en niet kunt praten. Ik vind dat daarover duidelijkheid moet komen voor dat je sowieso officieel met het systeem van budgetfinanciering begint. Wij handhaven in die zin onze motie. In de richting van de VVD-fractie wil ik opmerken dat ik altijd het idee had dat zij sterk op de penning was. (De heer IJestra: Dat zijn wij ook.) (De heer Bijkersma: Wij reserveren.) De VVD is in dit geval minder kritisch en stemt wel met de uitgaven in, terwijl er ook wel andere reserveringen zijn. De heer IJestra heeft het gehad over een creatieve gedachte. De posten waar het om gaat gelden vanaf 1987 en daar moet in de begroting 1987 een bedrag voor opgenomen zijn. Vervolgens wordt een en ander op basis van de werkelijke kosten af gerekend. Dat is de methode die gehanteerd wordt. Ik begrijp de PAL-fractie ook niet helemaal. PAL is voorstander van creatief boekhouden en vervolgens ook nog voorstander van creatief formuleren. Op die manier wordt dus erg veel creativiteit gehonoreerd. Ik zou bijna willen voorstellen om er eens serieus over na te denken om De Harmonie dan maar het Creativiteitscentrum te noemen. In de richting van de CDA-fractie wil ik opmerken dat ik het jammer vind dat zij niet met onze motie kan instemmen. Ik vind dat de methodiek centraal moet staan en niet of de posten wel of niet zinvol zijn. Zolang wij de tot nu bestaande methodiek hanteren zijn wij daar aan gehouden. Zodra wij van die methodiek afstappen wordt het een ander verhaal. Ik zou de CDA-fractie alsnog willen uitnodigen om wel met onze motie in te stemmen. De heer Duijvendak: Ik geloof dat het begrip "creatief boekhouden" bij sommige mensen wat louche associaties heeft opgeroepen en dat zo iets niet alleen maar leidt tot een positieve interpretatie van wat het Harmonie-bestuur gedaan heeft. Ik wilde daarmee zeggen dat ik vind dat dat bestuur in deze moeilijke financiële situatie duidelijk pragmatisch en oplossings gericht heeft gehandeld. In die zin vinden wij het zeer bülijk dat het Harmonie-bestuur zo gehandeld heeft, zij het - dat ben ik met de wethouder eens - dat, wanneer je op deze ma nier de ruimte gebruikt die je over hebtdat dan explicieter aan het college en de raad moet worden voorgelegd. 15 Ik ben het niet met de wethouder eens - ik denk dat de PvdA daar meer gelijk in heeft - dat er absoluut geen sprake zou zijn van budgetfinanciering op dit moment. De discussie geeft mijns inziens juist aan dat wij in een overgangssituatie zitten. Wij zeggen namelijk: dat is het budget voor De Harmonie en wanneer van die kant met redelijke voorstellen wordt ge komen dan valt er met ons over te praten. Met die lijn gaan wij ook mee. Daarom ook zijn wij het niet eens met het voorstel van de PvdA om bepaalde onderdelen te schrappen en die pas te behandelen bij de begroting. Wij vinden dus dat wij in de richting van budgetfinanciering moeten gaan. Daarom vinden wij het acceptabel om de voorstellen van het Harmonie-bestuur op dit moment inhoudelijk te beoordelen. Doe je dat dan kunnen wij niet anders constateren dan dat het om noodzakelijke uitgaven gaat. Wij gaan dan ook met het voorstel van het college akkoord. De hear Bilker: Der leit in ütnoeging fan de PvdA-fraksjeWy binne dêr fansels tige mei ynnommenWy fine lykwols dat, foardat it CDA op dy ütnoeging yngiet, de hear Herrema earst mar ris sin ding bedriuwe moat yn syn eigen fraksje oangeande dit punt. De heer Buurman: Ik wil nog even ingaan op wat ik heb beweerd ten aanzien van de budgetfinanciering. In het verleden is het zo geweest dat men uiteindelijk naar het totale bedrag dat de gemeente uitgetrokken heeft gekeken heeft. Het ging toch altijd maar om heel kleine wijzigingen. Wat dat betreft is praktisch gezien budgetfinanciering toegepast. De wethouder zegt dat het vanavond over heel kleine onderdelen gaat. Ik waag dat te betwijfelen. Ik zou zeggen: kijk maar eens even naar de raadsbrief, want het gaat toch over drie zeer belangrijke posten. Ik heb in eerste instantie al gezegd dat de uitgaven misschien wel nuttig zijnmaar dat ze niet in de begroting zijn opgenomen Mijn standpunt spoort heel aardig met de motie van de PvdA, want daarin worden deze drie posten ook genoemd. Ik zal van ganser harte voor die motie stemmen. De heer Kessler (weth.): Ik wil tot slot toch nog iets zeggen over budgetfinanciering. In mijn optiek ten aanzien van het begrip "budgetfinanciering" past het niet meer dat je af zonderlijke discussies voert over de vraag hoe het budget van een bepaalde instelling wordt besteed en dat is thans wel het geval. Wat mij betreft is er dus geen sprake van budgetfinan ciering. Er vindt gewoon een inhoudelijke beoordeling door de raad plaats op dit moment. In de richting van de heer Herrema wil ik opmerken dat het juist is dat in de begroting 1987 al kosten voor stoffering van de stoelen zijn opgenomen. Ik wil hem er echter op attent maken dat het daarbij om een investering gaat van maar liefst f. 189.000, terwijl men hier in feite nog maar f. 37.000,— vraagt. In wezen loopt men er al een beetje op vooruit wat hier gebeurt, maar er is uiteindelijk veel meer geld nodig. Resumerend, het college handhaaft zijn voorstel en wijst de motie af. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Ik breng eerst in stemming de motie die is ingediend door de heer Herrema. De motie van de heren Herrema en Van Olffen wordt verworpen met 22 tegen 11 stemmen. (Voor de motie stemmen van de PvdA-fractie de dames De Haan-Laagland en Jongedijk-Welles en de heren Heidstra, Herrema, Ten Hoeve, Janssen, Mink, Van Olffen, Den Oudsten en Terpstra, alsmede de heer Buurman.) De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over agendapunt 18. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging van de wethouder. Punt 19 (bijlage nr. 205). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. De Voorzitter: De volgende vergadering wordt voorgezeten door wethouder Kessler. Ik sluit de vergadering. De Voorzitter sluit, om 20.45 uur, de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 8