6
De heer Dubbelboer is inmiddels ter vergadering gekomen.
Punt 18 (bijlage nr. 239).
De Voorzitter: Aan de orde is thans Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op
de ruimtelijke ordening voor het perceel Vredeman de Vriesstraat 3/Wijbrand de Geeststraat
13 te Leeuwarden.
De heer Van der Wal Ik kan kort zijn, want dit punt is uitgebreid aan de orde geweest
in de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting. Op zich hebben wij geen be
zwaar tegen de wijziging van de bestemming in "woondoeleinden". Het bouwplan staat echter
ook mede ter discussie en wordt genoemd onder punt III van het besluit. Enerzijds kan vol
gens ons het bouwplan voor een gedeelte niet worden gerealiseerd, maar dat zal van zelf wel
blijken. Anderzijds vinden wij het niet wenselijk om op hetgehela gebied een zo geconcentreerde
woonbestemming te leggen als nu kennelijk met dit bouwplan de bedoeling is. Op zich hebben
wij dus geen bezwaar tegen de woonbestemming, maar wel tegen de geconcentreerde vorm
die uit het bouwplan blijkt. Vandaar dat wij wensen te worden geacht te hebben gestemd
tegen punt III van het besluit.
De heer Timmermans (weth.): De heer Van der Wal heeft terecht geconstateerd dat deze
zaak uitgebreid is besproken in de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting.
Hij heeft planologisch/stedebouwkundig geen bezwaar tegen het voorstel, doch uitsluitend
bezwaar uit kwantitatief oogpunt. Het gaat dan om het aantal kleinere woningen in dit gebied.
Hier is een interpretatie-argument aan de orde. Het college is van mening dat in dit gebied,
waar overigens vrij weinig kleinere wooneenheden zijn gesitueerd, op een volstrekt verant
woorde manier een behoorlijk aantal kleinere wooneenheden in het gebouwencomplex kan wor
den gerealiseerd. Het bouwplan zal overigens moeten voldoen aan allerlei privaatrechtelijke
aspecten en eisen op grond van de Bouwverordening.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat
de PAL-fractie wenst te worden geacht te hebben gestemd tegen punt III van het besluit.
Punt 19 (bijlage nr. 261).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 20 (bijlage nr. 262).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Wijziging van de verordening, houdende bepalingen ter
bestrijding van parkeerexcessen (Parkeerexcessenverordening Leeuwarden) en van de Alge
mene Politieverordening Leeuwarden.
De heer Van der Wal Tot mijn verbazing is dit voorstel behandeld in de Commissie voor
Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting. Ik heb bezwaar tegen een bepaald onderdeel van
besluit nr. 10732, namelijk punt I, lid BHet gaat daarbij om voertuigen - ik noem bijvoor
beeld kampeerwagens en caravans - die, wanneer daarmee een overtreding is begaan, van
gemeentewege in bewaring kunnen worden genomen. Indien het voertuig binnen een maand
niet door de rechthebbende is opgeëist kan het door de gemeente worden verkocht.
Ik kan mij voorstellen dat over het algemeen een rechthebbende wel binnen een maand
zal reageren, maar er zijn natuurlijk ook uitzonderingen. Zo zijn er mensen - denk maar
aan ouderen - die langer dan een maand in Spanje overwinteren. Ik kan nog wel veel meer
voorbeelden geven. Deze mensen kunnen, wanneer genoemde overtreding is begaan, niets
regelen en horen, als zij eenmaal in Nederland terug zijn, dat hun kampeerwagen van
f. 20.000,plotseling door de politie is verkocht. Ik zou derhalve punt I, lid B, sub 2, van
het besluit graag aangepast willen zien in die zin dat - ik kan dan nog wel meegaan met de
termijn van een maand - duidelijk moet zijn dat de rechthebbenden op de hoogte zijn van in
beslagneming. Het lijkt mij een technische aanpassing van het besluit. De tekstuele wijziging
laat ik graag aan b. en w. over.
Mevrouw VIietstra is inmiddels ter vergadering gekomen.
De heer Timmermans (weth.): Dit voorstel is inderdaad in de Commissie voor Ruimtelijke
Ordening en Volkshuisvesting aan de orde geweest. Ik heb in de commissie aangegeven dat
er natuurlijk principieel niet zo gek veel in te brengen is tegen een termijn van een maand of
van anderhalve maand. De keuze voor een termijn van een maand is meer een kwestie van
inschatting geweest. Toch liggen aan het noemen van deze termijn een aantal praktische
argumenten ten grondslag. In de eerste plaats is het een geldende termijn in de verorde
ning ten aanzien waarvan geconstateerd kan worden dat die tot nu toe nooit problemen
7
heeft opgeleverd. In de tweede plaats is het terrein waar de voertuigen moeten worden
opgeslagen - namelijk bij het politiebureau - relatief klein. Praktisch gezien zijn er niet erg
veel mogelijkheden om de voertuigen op te slaan. De termijn sluit bovendien aan bij de erva
ring met betrekking tot de maandelijkse verkoop van fietsen.
De suggestie van de heer Van der Wal om ten aanzien van de termijn van een maand - hij
accepteert die termijn wel - uitdrukkelijk als voorwaarde op te nemen dat de rechthebbende
op de hoogte moet zijn van inbeslagneming lijkt voordelen te kunnen hebben. Anderzijds is
er natuurlijk het bezwaar dat je de rechthebbende niet kunt vinden. De eigenaar kan bijvoor
beeld spoorloos zijn verdwenen naar Zuid-Amerika en dan vind je hem niet meer. Daarmee is
dus gelijk je hele instrument weg. Ik stel voor om vooralsnog deze arbitraire keuze te volgen.
Mocht in de praktijk blijken dat er toch problemen ontstaan dan kunnen wij deze zaak altijd
nog aanpassen.
De heer Van der WalJe kunt natuurlijk een maximum termijn stellen van bijvoorbeeld
een halfjaar als een eigenaar echt onvindbaar is. De praktijk zal toch zijn dat zo iets niet erg
vaak voorkomt. Maar het zal je maar gebeuren dat je voertuig in beslag wordt genomen en
verkocht. Sommige voertuigen zijn namelijk behoorlijk kostbaar. (De heer Koopmans: En als
verkoop van een dergelijk voertuig nu bijvoorbeeld f. 30.000,opbrengt?) Ja, dat geld is
dan lekker voor de gemeente hè. Ik zou uw gezicht wel eens willen zien als u dat zou over
komen. Het gaat hier om een technische aanpassing. Ik wil het college de suggestie meegeven
om deze extra veiligheid in bedoeld artikel in te bouwen.
De heer Timmermans (weth.): Er worden nu uitzonderingen op uitzonderingen gemaakt.
De huidige praktijk moet de ingang zijn. Tot nu toe is er nog nimmer een probleem geweest
met deze regel. Wij moeten dat probleem dan natuurlijk niet zelf gaan zitten maken. Op het
moment dat er gerede aanleiding is om een aanpassing te plegen zullen wij ons daar opnieuw
op beraden.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w
Punt 4 (vervolg).
Sub I.
De Voorzitter: Dit punt luidt: Brief van 18 mei 1987 van BIVAK-Fryslén met het verzoek
om als gemeente geen werken meer te laten uitvoeren en geen diensten meer te laten verrich
ten door bedrijven die betrokken zijn bij de bouw van de kruisrakettenbasis te Woensdrecht.
Mevrouw Vlietstra is inmiddels binnengekomen. Er zijn twee leden van de gemeenteraad die
het woord hebben gevraagd bij dit punt. Ik geef eerst het woord aan de heer Duijvendak.
De heer Duijvendak: BIVAK-Frysl&n vraagt ons om bedrijven te gaan boycotten die mee
bouwen aan de kruisrakettenbasis te Woensdrecht. B. en w. zijn wat traag met een reactie
en willen de brief eerst hebben om preadvies. Uit de notulen van de b. en w.-vergadering
maak ik op dat over deze kwestie reeds is gediscussieerd binnen het college. Er is ook een
voorlopig advies van de ambtelijke staf waarin heel letterlijk wordt gereageerd op het voor
stel van BIVAK om te boycotten. Iedereen weet dat een besluit tot boycotten leidt tot schor
sen door de Kroon en zo'n besluit heeft dus niet zoveel zin. Vandaar mijn vraag aan wethou
der Vlietstra of zij de brief van BIVAK wat ruim wil interpreteren en ook formuleringen die
door andere gemeenteraden zijn aangenomen - bijvoorbeeld niet meer samenwerken met be
drijven die in Woensdrecht bouwen en de voorkeur geven aan bedrijven die dat niet doen
- hierbij te betrekken. Er moet vinden wij niet al te letterlijk worden gekeken naar de tekst
die BIVAK ons voorlegt.
De heer Buurman: Met enige verwondering heeft mijn fractie kennis genomen van het
voorstel de brief van BIVAK-FryslSn in handen te stellen van b. en w. om preadvies. Dit
schrijven kan toch onmiddellijk beantwoord worden? Behandeling in het kader van een pre
advies is mijns inziens helemaal niet nodig. Het gaat om zaken die verband houden met de
bouw van de kruisrakettenbasis in Woensdrecht. Het moet toch als een paal boven water
staan dat de beslissing over de plaatsing van kruisvluchtwapens op de vliegbasis Woensdrecht
een zaak is van regering en parlement? Volgens de regels van de democratie is daartoe bij
meerderheid van stemmen besloten. Het regardeert niet de huishouding van de gemeente en
het gaat derhalve niet aan, bij deze zaak als gemeenteraad nadrukkelijk dwars door het rijks
beleid heen te fietsen.
Het is bekend - de brief meldt dit ook - dat de gemeente Arnhem een besluit zoals ge
vraagd heeft genomen. Dat besluit is door de Kroon vernietigd met een beroep op het in
artikel 1 van de Grondwet neergelegde beginsel van gelijke behandeling. De briefschrijvers
willen het college dus verleiden tot discriminatoir handelen. Dat is niet best! Ik mag aanne
men dat het college dit al heeft onderkend.