28
dwaan moatte, want foarsafier ik begrepen haw lizze der al in hiel protte rapportaazjes en
dy kinne dan ek fertuten dwaan. Mar ik bin bang, mynhear de foarsitter, dat wy mear
dwaan moatte, mear omtinken jaan moatte oan it taalünderwiis dan dat wy no dogge. Ik soe
dan ek graach fan de wethalder hearre wolle hoe't it sit mei de ünderskate rapportaazjes
dy't oankundige wurde. Soks kin einliks net al te lang op him wachtsje.
Yn it twadde plak de wurkgelegenheidWy binne it iens mei itjinge no titsteld wurdt.
Wy hawwe by de behanneling fan de nota Etnyske groepen de klam lein op ünderwiis, foar-
ming en staazje. Dat is fansels noch sa. Wy sille earst mar ris öfwachtsje oft de kursussen
dy't dat ferwurklikje moatte, de spejale aktiviteiten fan de projekten foar minsken sunder
wurk en de foarljochting oan en troch oare ynstSnsjes it nedige effekt helje sille. By de be
hanneling fan de nota "Werving en Selectie" yn ünderskate kommisjes hawwe wy it b. en w.-
stanpunt oernommen om, as der in fakatuere üntstiet, te besykjen earst in frou te beneamen
en as dat net slagget dan in lid fan in etnyske groep. Mar, dat sis ik derby en dat haw ik
doe ek sein, ien en oar moat ofwoegen wurde tsjin it gehiel. De persoan moat wol oan de
stelde kritearia foldwaan. Mei oare wurden, de krekte persoan moat op it krekte plak komme
kinne, dit yn belang fan de sollisitant en de gemeente.
My tinkt dat yn it ütfieringsprogramma it aspekt fan staazjeplakken - by de gemeente
wol te ferstean - wol apart neamd wurde kinnen hie. Dêr kin de gemeente nammentlik hiel
goed in foarbyldfunksje yn hawwe. Boppedat soe dat oanslute kinne by it fergrutsjen fan
de kansen om te slagjen op de wurkgelegenheidsmerkMiskien is dat ek ynherint oan de
ferskate maatregels dy't oankundige binne. As dat sa is, dan hear ik dat graach.
Yn it treJde en léste plak wol ik rom oantinken freegje foar de saneamde twadde gene-
raasjeproblematykBy de behanneling yn febrewaris yn de kommisje haw ik dêr ek nei frege.
By ferskate beleidsünderdielen sil der neffens üs noch ris apart sjoen wurde moatte nei dizze
kategory. De wethalder hat doe tsjin my sein dat it kolleezje him hjir noch net op berieden
hie. Wy binne no in foech healjier fierder. Miskien fait der no wat mear op it aljemint te
bringen. By de behanneling fan it konsept Sosjaal-kultureel Plan haw ik by de paragraaf
oer emansipaasje-aktiviteiten pleite foar de famkes fan de twadde generaasje yn dy sin dat
dy ek as in eigen doelgroep besjoen wurde moatte. De wethalder dy't dy portefeuille beheart
hat doe tasein dat op te nimmenNo hawwe wy it ütfieringsprogramma yn behanneling, mar
ik sjoch dêryn noch gjin aparte beliedsfoarnimmens werom. Dat bringt my suver yn de fer-
lieding om op dy problematyk yn te gean, mar ik sil dat net dwaan want ien en oar sil wol
foldwaande bekend wêze. Boppedat giet it einliks net om ien aspekt mar om mear aspekten:
hüsfestingfolkssünens, üntspanning, wurk, ensfh. It sil düdlik wêze, mynhear de foar
sitter, dat wy, hoewol't wy noch net sa folie witte oer dizze dochs wol komplisearre proble
matyk, yn üs gemeente al konfrontearre wurde mei de symptomen dêrfan. Ik tink dan allinne
mar even oan de op fang by it KRIC. Ek hjir sil in soarte fan belied oanpakt wurde moatte.
Ik hear graach wat it stanpunt fan it kolleezje is. Us winsk is op dit momint dat der serieus
nei sjoen wurde sil en dat it kolleezje mei ütstellen komt hoe't binnen dit belied oan ien en
oar stal jün wurde kin.
De heer Ybema: Ik wil allereerst mijn waardering uitspreken voor het Uitvoeringspro
gramma etnische groepen Leeuwarden dat vanavond voorligt.
Er is één punt waar mijn fractie grote bezwaren tegen heeft en dat betreft het onderdeel
werkgelegenheid en dan met name de werving en selectie bij de gemeente. Het uitvoerings
programma behelst het voorstel dat er een voorkeursbehandeling geldt voor vrouwen boven
leden van etnische groepen. Wij vinden dat geen goed voorstel. Gesteld wordt dat dat voor
stel is gebaseerd op het collegeprogramma. Wij vinden dat het collegeprogramma op die ma
nier toch te star wordt gehanteerd. Wat is de situatie?
Wij weten allemaal dat de werkgelegenheidspositie van leden van etnische groepen rond
uit slecht is. Werkloosheidspercentages van 50 en meer zijn daarbij geen uitzondering. En
dat betekent dat de werkgelegenheidspositie van leden van etnische groepen ten opzichte
van vrouwen relatief veel slechter is. Politiek gezien kan de consequentie maar één zijn na
melijk dat voor de gemeente Leeuwarden bij aanstelling een voorkeur moet gelden voor leden
van etnische groepen boven vrouwen. Dat is het standpunt dat mijn fractie op dit punt in
neemt
De heer Duijvendak: Ik wil een aantal opmerkingen maken. Mijn eerste opmerking sluit
aan bij de opmerking van de kant van de PvdA namelijk dat ook wij wat verbaasd zijn over
de late behandeling van dit uitvoeringsprogramma. Wij willen daar graag een uitleg van heb
ben en zijn dan met name benieuwd wat er allemaal al is gebeurd. Met andere woorden, ik
hoop dat wij iets vaststellen dat voor een deel al is uitgevoerd.
Wij vinden het een goed programma en een goed voorstel, ook daar waar het gaat om de
voorkeursbehandeling, want dat is natuurlijk toch een van de centralere punten in dit pro
gramma. Ik heb de indruk dat er nog steeds tamelijk slordig wordt gelezen. Als ik de heer
Ybema zo hoor, dan denk ik dat hij nog steeds niet leest wat er staat of expres een overdre
ven voorstelling van zaken geeft. Er staat namelijk niet dat vrouwen altijd voorrang krijgen
29
boven leden van etnische groepen. Alleen wanneer vrouwen ondervertegenwoordigd zijn
worden zij aangenomen bij voldoende geschiktheid. Zijn vrouwen in bepaalde functies niet
ondervertegenwoordigd dan worden zij aangenomen met voorkeur bij gelijke geschiktheid.
Is er dan een kandidaat uit etnische groepen dan gaat die voor en wordt aangenomen bij vol
doende geschiktheid. Dat is de volgorde die b. en w. terecht voorstellen en dat is ook een
genuanceerd voorstel dat wij ondersteunen.
Aansluitend daarop moet ik zeggen dat het mij wat verbaast dat de VVD zegt dat er
sprake moet zijn van een tijdelijk karakter bij voorkeursbehandelingen en wel omdat de VVD
niet eens aan het criterium van voldoende geschiktheid wil. Als je uitgaat van het criterium
van voldoende geschiktheid dan zul je denk ik nog wel tot het jaar 2000 deze volgorde moe
ten aanhouden. Wil je daar zelfs niet aan, zoals de VVD, dan ben ik bang dat je wel tot het
jaar 2050 door zal moeten gaan met aannemen bij gelijke geschiktheid. Dat kan je natuurlijk
"tijdelijk" blijven noemen - het is allemaal natuurlijk ook "tijdelijk" - maar je mag hopen dat
er eens een eind aan komt. Als de VVD haar tijdelijkheid serieus neemt dan zou zij juist
moeten stemmen voor voldoende geschiktheid en niet voor gelijke geschiktheid.
Ik wil tot slot nog op één punt ingaan dat hier nog niet aan de orde is geweest, namelijk
de problematiek van de registratie van de etniciteit. Wij hebben daarover uitgebreid gedis
cussieerd in de commissie, met name omdat je de etniciteit moet registreren wanneer je leden
van etnische groepen positief wilt discrimineren of - om het in wat beter Nederlands te zeg
gen - om hun achterstand te laten wegwerken. De PAL-fractie heeft aangegeven dat zij ook
vindt dat in dat geval etniciteit geregistreerd moet kunnen worden.
Hetzelfde probleem doet zich echter wellicht voor op het terrein van de volkshuisvesting.
Wanneer je het uitvoeringsprogramma leest dan staat daarin dat b. en w. zeggen dat allerlei
informatie ter beschikking zal komen waaruit bijvoorbeeld blijkt dat etnische groepen behoef
te hebben aan grote woningenWanneer je dat zegt dan wordt er blijkbaar ook daar - al dan
niet direct - op etniciteit geregistreerd. Tot nu toe gebeurde dat niet. De raad heeft zich
ook in meerderheid tegen die registratie verzet omdat onduidelijk was waarom dat tot nu toe
relevant zou zijn. De discussie is zich zo langzamerhand aan het verschuiven.
Ook binnen de etnische groepen zelf wordt onderkend dat het ook in hun belang kan zijn als
de etniciteit wel wordt geregistreerd omdat daarmee achterstanden weggewerkt kunnen worden.
Op het terrein van het personeelsbeleid heb ik al aangegeven dat het heel duidelijk is dat die
registratie daarbij een rol kan spelen. De vraag is of dat op het terrein van de volkshuis
vesting ook zo is en of je de discussie dan niet eerst met de etnische groepen zelf zou moeten
aangaan om te bekijken of zij bereid zijn het risico van registratie te nemen - dat is natuur
lijk nooit leuk -, omdat dat voordelen kan hebben voor betere kansen op de woningmarkt.
Wij vinden dat deze zaak in dit voorstel niet goed is uitgewerkt. Tussen de regels door
zou je kunnen lezen dat wij overgaan tot registratie ook bij woningtoewijzing. Dat is op die
manier nooit voldoende uitgediscussieerd. Wij vinden dat er in ieder geval op die manier nu
niet besloten kan worden en willen graag dat het punt van de registratie bij woningtoewijzing
nog een keer apart aan de orde komt in de Commissie voor het Woningbedrijf en in bredere
zin ook in de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting. In ieder geval moet
er eerst in de externe Overlegcommissie etnische groepen gesproken worden over de voor-
en nadelen daarvan. Die zullen tegen elkaar afgewogen moeten worden. Met andere woorden,
men zal zich uit moeten laten over de vraag of men, wat betreft de registratie bij woning
toewijzing, de voordelen groter vindt dan de eventuele nadelen.
De PAL-fractie is dus niet meer faliekant tegen registratie wanneer duidelijk is wat de
relevantie daarvan is. Onder bepaalde voorwaarden zouden wij akkoord kunnen gaan met
registratie op het terrein van de woningtoewijzing. Wij gaan in ieder geval nu wel akkoord
met de registratie bij het wervings- en selectiebeleid, omdat wij hopen dat daarmee het aan
tal mensen uit etnische groepen bij de gemeente zal toenemen.
De heer Heere (weth.): Ik wil eerst ingaan op de kwestie van de werkgelegenheid. De
variëteit die ook vanavond in de diverse standpunten naar voren komt toont aan dat wij hier
met een uitzonderlijke situatie hebben te maken waar kennelijk ook politiek verschillend op
wordt gereageerd. Het lijkt mij daarom goed om nog eens het uitgangspunt dat het college
hanteert daarbij nadrukkelijk te noemen, namelijk dat de gebleken grote achterstand op dit
terrein van leden van etnische groepen vraagt om passende en als het moet ook forse maat
regelen. Het gaat niet aan om, wanneer er allerlei randverschijnselen in de krant staan, te
zeggen dat je daar graag iets aan wilt doen. Dat is niet voldoende, je moet er echt iets aan
doen. Daar staat tegenover dat een dergelijke benadering al is gekozen als het gaat om
achterstand van vrouwen. Daar geeft het collegeprogramma ook blijk van. Deze afweging
hebben wij, zoals ook uit de stukken blijkt, gemaakt. De exegese die de heer Duijvendak
daarvan heeft gegeven ligt zeer dicht bij die welke wij ook zullen hanteren, namelijk heel
genuanceerd en heel concreet kijken in een bepaald geval hoe de afweging moet plaatsvinden.
In een aantal gevallen zal dat ertoe kunnen leiden - ik zeg dat met name tegen de heer
Ybema - dat een lid van een etnische groep als zodanig in die voorrangspositie terechtkomt