10
geconfronteerd met brieven of standpunten van iemand waar dan staande de vergadering op
gereageerd moet worden. Soms kan dat heel vervelend zijn, vooral als het om heel technische
zaken gaat
Het is inderdaad zo dat ik de heer Rommerts afgelopen donderdag toevallig trof. Ik heb
hem toen al op de hoogte gesteld van de richting waarin mijn fractie dacht. Dat idee was
toen nog niet op deze manier uitgewerkt, maar ik heb hem er in ieder geval van op de hoog
te gesteld. Daarom wil ik ook het woord "grabbelmand" dat de heer Rommerts heeft gebruikt
bestrijden. Wij zouden daar een greep in hebben gedaan. Ik heb in eerste instantie duidelijk
gezegd dat wij deze fabriek niet willen. Wij hebben daar een aantal redenen voor, maar die
doen op zich niet ter zake. Het gaat om de juridische mogelijkheden. Het staat ons vrij om
alle juridische mogelijkheden die er naar ons gevoel zijn te gebruiken. Ik heb voor een deel
in samenwerking met de afdeling geprobeerd die te vinden. Het woord "grabbelmand" wil ik
dus ver van mij houden, te meer omdat ik het advies van de Raadscommissie voor de Beroep
en Bezwaarschriften zeer summier vind en omdat er ook te weinig uit is af te leiden.
Daarnaast vind ik dat bij deze toch belangrijke zaak te eng is gekeken naar het gebied
en het perceel waar het in dit geval om gaat. Op de plankaart - er is overigens maar een
deel van die kaart in omloop - is heel duidelijk te zien wat de bedoeling was van de mensen
die destijds het plan hebben vastgesteld. Die bedoeling is op een bepaalde manier in die tijd
- dus niet met het instrumentarium dat wij nu hebben - vertaald. Ik mis in de standpuntbe
paling van de raadsadviescommissie dus een duidelijk kijken naar het hele gebied en naar
de intentie.
De heer Dubbelboer heeft zojuist gezegd dat ik de zaak te summier aangeef. Ik kan al
leen maar als reactie geven: Waarom stelde bedoelde raad toen een plan vast? Omdat men
natuurlijk - net zoals wij dat nu doen in bestemmingsplannen - dingen wilde regelen. Men
wilde de situatie, die niet meer tot tevredenheid stemde, regelen.
Het standpunt van het college van b. en w. heb ik nader uitgewerkt in de motie. Daar
naast heb ik nog twee andere mogelijkheden gegeven, maar daar is niet op gereageerd. Ik
weet dat dat moeilijk is, maar ik denk dat dat voor de verdere procedure toch wel van be
lang kan zijn
In die zin kan ik meteen iets zeggen in de richting van de heer Stassen. De burgemeester
heeft overigens wat dat betreft eigenlijk al voor mij geantwoord. Het moet hem bekend zijn
dat ik altijd heel korte moties indien. In dit geval heb ik dat met opzet niet gedaan, omdat ik
er vanuit ga dat er sprake moet zijn van een besluit van de totale raad en dat de overwegin
gen in een verdere procedure heel duidelijk een rol mee zullen moeten spelen. Naast het
standpunt van b. en w. vind ik ook die andere zaken van belang. Ik moet dan weer even
denken aan het woord "grabbelmand". Het heeft mij erg verbaasd dat er in het advies van de
raadsadviescommissie staat - op zich is dat al een reden om te zeggen: "dit moet niet gebeu
ren" - dat er geen H is opgenomen en dat het gebied aan een weg ligt. Toen het plan werd
vastgesteld was er geen weg en was er ook geen brug, zie maar op de kaart. Dat is dus al
een heel duidelijke reden om de bouwvergunning te weigeren.
Al met al is ons standpunt duidelijk. Het lijkt mij voor de duidelijkheid ook van belang
dat de procedure wordt voortgezet. Naar het college toe zal ik daarop, maar dan in ander
verband, terugkomen. Het is mijns inziens van belang dat wij een dergelijk circus niet weer
krijgen en dat het gedeelte van de gemeente Menaldumadeel dat bij Leeuwarden is gekomen
op een planologisch goede manier wordt geregeld.
Ik wil het hierbij laten, mijnheer de voorzitter.
De heer Ybema: De woorden van de heer Rommerts hebben ook mij niet tot andere ge
dachten gebracht.
Ik wil toch nog even reageren op het aan ons voorgelegde advies van de Raadscommissie
voor de Beroep- en Bezwaarschriften. Ook mijn fractie is niet onder de indruk van de kwa
liteit van dat advies. Ik vind dat het advies nogal uitmunt door onduidelijkheid. Ik wil één
voorbeeld geven waarop de heer Rommerts straks misschien wil reageren. Op bladzijde 2
van het advies staat - ik citeer -: "De commissie is van mening op grond van het voorgaan
de, dat het bouwplan niet in strijd is met het bestemmingsplan en dat het slechts aan de
Bouwverordening behoeft te worden getoetst." Ik trek uit het zinsdeel "dat het slechts aan
de Bouwverordening behoeft te worden getoetst" de conclusie dat er dus geen bestemmings
plan van kracht is. De conclusie van mijn fractie is dat er wel een bestemmingsplan van
kracht is. Wat dat betreft - en zeker ook gelet op de argumenten die al door andere spre
kers zijn aangedragen - blijf ik bij mijn standpunt op dat punt en vind ik dat het beroep
schrift van de Grontmij ongegrond moet worden verklaard. Ik wil dus graag van de heer
Rommerts nog een uitleg hebben of het inderdaad zo is dat er volgens de raadsadviescommis
sie geen bestemmingsplan van kracht is.
De heer Buurman: De toelichting van de heer Rommerts heeft mij alleen maar versterkt
in mijn standpunt dat juridisch gezien het formele advies van de raadscommissie moet worden
gevolgd en dat kan worden besloten overeenkomstig het voorgestelde ontwerp-besluit
11
De heer Van der WalMijn fractie is allesbehalve overtuigd door het betoog van de heer
Rommerts namens de raadsadviescommissie. Hoewel ik de humor van zijn betoog wel kan in
zien, heb ik mij toch wel enigszins aan bepaalde uitdrukkingen gestoord. Wij mogen dan wel
geen jurist zijn of althans geen "mr." voor onze naam zetten, geheel onkundig op het gebied
van de ruimtelijke ordening is de totale raad natuurlijk ook nietWij hebben namelijk al heel
wat plannen vastgesteld met alle juridische ins en outs.
Ik ga toch even terug naar de tekening. Op de vrij vage kopie die ik daar van heb gaat
het over landelijke bebouwing, dat is het sleutelwoord. De bebouwing moet worden ontsloten
en ligt aan een rijweg, een verharde weg. Vaarwegen of wateren doen er niet toe. Ook een
fictieve grens van het plan die deels via de Zwette en deels via een landslootje waar nu de
Frieslandhal staat doet er niet toe. Voor de rest is het vierkant aan de zuid-, west- en noord
kant begrensd door de volgende wegen - dit zijn de verharde wegen in het gebied -: de
Zijlsterweg - het kan ook Zijlsterdyk zijn, want het laatste gedeelte van die naam ontbreekt
op de kopie -, de Marssumerdyk en de Duistereweg. Deze verharde wegen worden wel door
kruist door de vaarwegen het Zijlsterrak en het Van Harinxmakanaal met aftakking. Als je
deze wegen beschouwt dan staat er aan alle drie kanten een H. Daaruit kan maar één conclu
sie worden getrokken: In het gehele gebied is alleen landelijke bebouwing toegestaan. Dat
lijkt mij ook een logische conclusie.
In de vierde overweging van de motie van de heer Ten Hoeve staat: "bedoeld perceel
blijkens de plankaart deel uitmaakt van gronden begrensd door de Marssumerdyk te Ritsuma-
zijl, het Zijlsterrak, het Bisschopsrak en het Van Harinxmakanaal;". Wanneer dit voorstel
van de raad wordt aangenomen dan zal er waarschijnlijk in beroep worden gegaan bij de
Raad van State. Ik vind dat er overwogen moet worden om de gebiedsbegrenzing groter te
maken en de verharde wegen te noemenwant aan de drie kanten van het door mij genoemde
vierkant staat inderdaad een H. Daarmee wordt het gehele gebied inclusief het gebied waar
de steenfabriek ligt onder de bestemming landelijke bebouwing gebracht. Van misverstanden
is dan geen sprake.
Voor de goede orde wil ik nog opmerken dat het paadje langs het Zijlsterrak - het is nu
een fietspad geworden, maar een aantal jaren geleden was het een modderig jaagpad waar je
met veel moeite, als je de kuilen voor lief wilde nemen, met de fiets langs kon - niet als een
verharde weg kan worden beschouwd. De heer Ten Hoeve heeft al gezegd dat er geen brug
was.
Ik zou dus de suggestie willen doen om de vierde overweging van de motie te veranderen
in die zin dat het gebied begrensd door de plangrens en de drie genoemde verharde wegen
wordt genoemd. Aan die drie wegen staat aan alle drie kanten meerdere keren de letter H,
die in dit geval wat primitief maar niet onduidelijk aangeeft wat de bestemming is van het ge
bied. Ik pleit er dus voor de motie op dit punt een tikje sterker te maken. Tenslotte kan er
wat dat betreft gebruik gemaakt worden van ambtelijke ondersteuning en hebben wij een des
kundige wethouder.
De heer Dubbelboer: Ik heb begrip voor het feit dat de heer Rommerts niet ingaat op de
motie van de heer Ten Hoeve, alhoewel mij dat ten zeerste spijt.
Ik heb in eerste termijn al gezegd dat ik pas sinds kwart over zeven vanavond kennis
draag van dit stuk. Hoewel de uitkomst van de motie van de heer Ten Hoeve onze fractie
uiterst sympathiek voorkomt - ik heb al gezegd dat wij het daarin gestelde ook graag zouden
willen - blijven wij achter het advies staan van de Raadsadviescommissie voor de Beroep- en
Bezwaarschriften. De reden daarvoor is dat wij de afgelopen week binnen de fractie hebben
gediscussieerd op basis van de gegevens die er toen waren. Uiteindelijk waren wij inhoudelijk
ook niet erg gelukkig met deze zaak, maar na inwinning van adviezen hebben wij gezegd dat
dit een juridisch haalbaar verhaal moet zijn. De heer Van der Wal heeft gezegd dat wij wel
bij de Raad van State terecht zullen komen. Ik vind dat ook een goede procedure. Vanavond
om kwart over zeven werd ik voor het eerst geconfronteerd met het stuk van de heer Ten
Hoeve. Ik acht het niet juist om op zo'n korte termijn te zeggen: Nu ga ik daar maar mee in
zee en ik zie wel waar het schip strandt
Kortom, mijnheer de voorzitter, wij steunen het advies van de Raadsadviescommissie voor
de Beroep- en Bezwaarschriften.
Tot slot wil ik de heer Ten Hoeve graag steunen in zijn opwekking aan het college om,
ter voorkoming van dit soort discussies in de raad,op niet al te lange termijn enige aandacht
te besteden aan de bestemmingsplannen ter plekke.
De heer StassenWij zullen geen ander standpunt innemen dan dat ik zojuist heb ver
woord
De heer Ten Hoeve zegt dat hij normaliter korte moties indient, maar omdat het nu gaat
om een concept-besluit van de raad heeft hij een uitgebreid gemotiveerde motie gemaakt. Ik
vind dat op dit moment erg griezelig, omdat ik alle overwegingen die er in voorkomen niet
stuk voor stuk kan bekijken. Het voorstel van de heer Ten Hoeve wordt, als het wordt aan
genomen een besluit van de raad dat een verdere procedure in de richting van de Raad van