punt omschrijving bijlage blz.
11. Aanvullend krediet voor aankoop van mini- en verzamelcontainers. 339 21
12. Subsidiëring oud papier. 338 23
13. Goedkeuren van de jaarrekening 1983 van de Stichting Medisch Cen
trum Leeuwarden. 334 23
14. Garanderen van de rente en aflossing voortvloeiende uit een door de
Stichting Medisch Centrum Leeuwarden aan te gane geldlening van
5.640.000,— 335 23
15. Inwerkingtreding van het raadsbesluit inzake de intrekking van een
tweetal gemeentelijke verordeningen betreffende de bestrijding van
infectieziekten. 333 23
16. Verzoeken om medewerking ingevolge artikel 74 van de Wet op het
basisonderwijs. 326 23
17. Vaststellen van de exploitatievergoedingen over 1986 aan de besturen
van de bijzondere scholen voor speciaal onderwijs. 327 23
18. Nota Vredesonderwijs met bijbehorende nadere standpuntbepaling. 330 23
19. Warmte-krachtkoppeling zwembad Kalverdijkje. 343 27
20. Projectplan automatisering 1987. 341 27
21. Reorganisatie gemeente Leeuwarden. 342 28
22. Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van de di
verse diensten en bedrijven voor het dienstjaar 1987. 344 37
De Voorzitter: Ik open de vergadering. Er is bericht van verhindering van wethou
der Timmermans en van wethouder Heere, de heer Schade en de heer IJestra wegens
ziekte.
Punt 1
De notulen worden ongewijzigd vastgesteld.
Punt 2.
Rondgezonden mededelingen.
Sub A
Het bericht wordt voor kennisgeving aangenomen.
Sub B.
De Voorzitter: Dit punt luidt: Berichten van goedkeuring van Gedeputeerde Staten
van Friesland betreffende de raadsbesluiten van 7 september 1987 tot onder andere een
aantal aan- en verkopen.
De heer Rozema: Ik heb een vraag over punt B23. Het gaat hier over een perceel
grond dat bij onderzoek vervuild bleek. De grond is inmiddels afgevoerd. De zaak is pri
ma uitgevoerd. Men is daar ongeveer twee dagen mee bezig geweest. Mijn vraag is, mijn
heer de voorzitter, of er een onderzoek is gestart in verband met deze vervuiling. Zo ja,
wat is daarvan het resultaat? Is hier de milieupolitie ook ingeschakeld? Ik zou graag een
reactie horen van het college.
De Voorzitter: Ik wil wel opmerken dat de vraagstelling zeer ver verwijderd is van
het onderwerp. Waarschijnlijk gaat het over hetzelfde stuk grond. Dat is dan ook de eni
ge overeenkomst, want het gaat hier om de goedkeuring van de verkoop. Mogelijk kan er
nu een antwoord op de vragen worden gegeven, anders zou ik deze zaak naar de commis
sie willen verwijzen.
De heer Miedema (weth.): De situatie is de volgende. Er is inderdaad vervuiling ge
constateerd. De grond is in overleg met onze eigen milieudienst - de dienst van de heer
Van der Valk - afgevoerd naar een daarvoor geschikte plaats. Daar is het nodige onder
zoek aan vooraf gegaan. Er is nauwgezet nagegaan of de vervuiling verwijderd is. Dat is
bevestigd. De grond is aangevuld en het terrein is schoon opgeleverd. Dit is in het kort
de situatie. (De heer Dubbelboer: U heeft het over de heer Van der Valk.) Ja, het
hoofd van de afdeling milieu is de heer Van der Valk.
3
De berichten worden voor kennisgeving aangenomen.
Sub C en D.
De mededeling en de brief worden voor kennisgeving aangenomen.
Sub E.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Sub F.
De Voorzitter: Dit punt luidt: Afschrift van een brief van 21 september 1987 van ir.
J. Vlieger inzake huisvesting als student van zijn zoon in de Meenthe en aldaar gepleegde
diefstal met braak.
De heer Rozema: Terecht voelt het college zich niet geroepen om de schade te ver
goeden die ontstaan is door een inbraak in de Meenthe. De gemeente is immers geen eige
naresse en bovendien is verzekeren tegen diefstal een verantwoordelijkheid van de huur
der. Toch is dit denk ik voor de raad niet aan de orde. De heer Vlieger heeft een af
schrift van zijn brief aan de raad gezonden met het verzoek „aandacht te willen besteden
aan de veilige huisvesting van studenten in uw stad en te willen stimuleren dat daarvoor
de nodige maatregelen worden getroffen". Zeer recent is er een plan van aanpak bekend
geworden met betrekking tot de achthoog flat. Ik ben dan ook van mening dat deze brief
niet voor kennisgeving dient te worden aangenomen, maar beantwoord zal moeten worden
in die zin dat de raad goede nota neemt van bovengenoemde problemen en dat die proble
men inderdaad de aandacht hebben. Verder zouden de plannen met de flat in het kort
weergegeven kunnen worden.
De heer Miedema (weth.): Datgene wat gevraagd wordt lijkt mij overbodig. In het
concept-antwoord van het college wordt verwezen naar de studie die door de gemeente en
de eigenaar van het complex wordt verricht. Waar het de briefschrijver in feite om gaat
is een stuk schadeloosstelling te bewerkstelligen. De gemeente is daar niet de instantie
voor. Wij verwijzen naar het onderzoek waar ook de heer Rozema over heeft gesproken.
Hij zegt dat wij briefschrijver moeten berichten dat wij nota nemen van de problemen en
dat wij alert zijn op de ontwikkeling. De intentie van de briefschrijver is echter het be
werkstelligen van een stuk schadeloosstelling. Daarvoor moet hij niet bij ons zijn.
Overigens verwijzen wij, zoals de heer Rozema vraagt, ook naar het onderzoek en het
overleg tussen de gemeente en woningbouwvereniging. Wij menen derhalve dat dit ant
woord correct is.
De brief wordt voor kennisgeving aangenomen.
Sub C.
De verzoeken worden in handen gesteld van b. en w. om preadvies.
Sub H.
De Voorzitter: Aan de orde is thans Brief van 18 september 1987 van het Leeuwarder
Vredes Overleg, waarin wordt verzocht te bevorderen in de Transvaalbuurt namen van
straten te veranderen in die zin dat de nieuwe naamgeving gerelateerd wordt aan strij
ders tegen de apartheid in Zuid-Afrika.
De heer Duijvendak: Ik wil een paar korte opmerkingen bij dit punt maken. Het gaat
om een brief van het Leeuwarder Vredes Overleg waarin verzocht wordt de namen in de
Transvaalbuurt aan te passen meer in de richting van apartheidstrijders in Zuid-Afrika.
Ik moet namens mijn fractie zeggen dat wij blij zijn dat b. en w. voorstellen om de brief
in hun handen te stellen, want in het verleden is er nogal eens anders door het college
gereageerd, namelijk bij voorbaat afwijzend. Met andere woorden, wij vinden het voorstel
hoopgevend.
Ik wil even het antwoord citeren dat in 1983 is gegeven op vragen van mijn fractie
die neerkwamen op hetzelfde verzoek als dat van het Leeuwarder Vredes Overleg. Ik
vond dat een erg raadselachtige zin en ik hoop dat b. en w. niet meer in die trant zullen
gaan antwoorden. (De Voorzitter: Wij zullen die zin dan iets anders formuleren.) Ik wil
die zin citeren om duidelijk te maken dat wij hopen dat het advies van het college in een
andere richting zal gaan. Er werd opgemerkt dat „degenen naar wie deze straten worden